Functionele veiligheid
9
Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing
F-periferie datablok van de veiligheidsoptie
PASS_ON
290
Technische handleiding – MOVITRAC
Voor elke veiligheidsoptie wordt bij het vertalen in de configuratietool (HW-configura-
tor) automatisch een F-periferie-databouwsteen (DB) gemaakt. De F-periferie-DB
biedt de gebruiker een interface, via welke hij in het veiligheidsprogramma variabelen
kan verwerken of aansturen.
De symbolische naam wordt gevormd uit het vaste voorvoegsel "F", het beginadres
van de F-periferie en de naam die bij de configuratie is ingevoerd in de objecteigen-
schappen van de F-periferie (bijvoorbeeld: F00008_198).
De volgende tabel laat de F-periferie-DB van de veiligheidsoptie zien:
Adres
Variabelen
DBX0.0
die de ge-
bruiker kan
DBX0.1
regelen.
DBX0.2
DBX0.3
Variabelen
DBX2.0
die de ge-
bruiker kan
DBX2.1
lezen.
DBX2.2
DBX2.3
DBB3
Met de variabele PASS_ON kunt u de passivering van de veiligheidsoptie activeren.
Zolang PASS_ON = 1 is, wordt de F-periferie op passief gezet.
®
advanced
Symbolische
Datatype Functie
naam
(Variabele)
"F00008_198"
BOOL
(PASS_ON)
"F00008_198"
BOOL
(ACK_NEC)
"F00008_198"
BOOL
(ACK_REI)
"F00008_198"
BOOL
(IPAR_EN)
"F00008_198"
BOOL
(PASS-OUT)
"F00008_198"
BOOL
(QBAD)
"F00008_198"
BOOL
(ACK_REQ)
"F00008_198"
BOOL
(IPAR_OK)
"F00008_198"
BYTE
(DIAG)
Vooraf bezet
1: Passivering
0
activeren
1: Bevestiging
1
voor re-integra-
tie van de ver-
eiste veilig-
heidsoptie ver-
eist
1: Bevestiging
0
voor activering
Variabele voor
0
her-parametre-
ring (wordt niet
ondersteund
door de veilig-
heidsoptie).
Passivering uit-
1
voeren
1: Er worden
1
vervangings-
waarden uitge-
geven
1: Verzoek om
0
bevestiging
voor activering
Variabele voor
0
her-parametre-
ring (wordt niet
ondersteund
door de veilig-
heidsoptie).
Service-infor-
-
matie