Download Print deze pagina

Canon imageRUNNER ADVANCE C7580i Gebruikershandleiding pagina 912

Advertenties

[Server]
Hiermee kunt u periodiek replicatiegegevens aanmaken op een andere multifunctionele Canon-printer om de
gegevens van de servermachine te beheren en daar een back-up van te maken.
Verschil tussen repliceren en back-up maken
Repliceren heeft betrekking op het automatisch periodiek verzenden van gerepliceerde gegevens
naar de machine die is ingesteld als replicatiebestemming.
Een back-up stelt u in staat de nieuwste gegevens op te slaan die in de machine zijn opgeslagen. De
gegevens kunnen worden opgeslagen op een SMB-server in het netwerk in aanvulling op de harde
schijf van de machine die als servermachine fungeert.
[Replication]
Hiermee kunt u periodiek een kopie maken van de synchronisatiegegevens die op de servermachine zijn
opgeslagen naar de multifunctionele Canon-printer. Geef een multifunctionele Canon-printer op in
hetzelfde netwerk als de bestemming. Als de replicatie-instellingen correct zijn, wordt replicatie uitgevoerd
op de volgende tijdstippen.
Als de replicatie wordt gestart
Op de interval die in het replicatiescherm is ingesteld
Als de bijgewerkte gegevens het opgegeven aantal overschrijden
Als een machine wordt herstart waarop synchronisatie van aangepaste gegevens (client) is gestart
Bij het vervangen van een servermachine die de replicatiefunctie uitvoert, moet u de replicatie stoppen
voordat de machine wordt vervangen. Voor meer informatie raadpleegt u
wijzigen (server/clientmachine) (als replicatie is ingesteld)(P. 902) .
De back-up en herstelfuncties kunnen niet worden gebruikt terwijl replicatie actief is. Stop het
repliceren voordat u een back-up maakt.
De instelling [Interval:] van de replicatiefunctie geeft de interval aan voor het uitvoeren van de
replicatiefunctie en garandeert niet de tijd waarop een back-up van de gegevens wordt gemaakt. Als via
het netwerk geen verbinding kan worden gemaakt met de replicatiebestemming, worden de gegevens
pas weer bij de volgende replicatie gerepliceerd.
[Recovery Using Replicated Data]
Gebruik gerepliceerde gegevens die zijn opgeslagen op een andere multifunctionele printer van Canon
om een servermachine te herstellen.
Aanbevolen wordt om de replicatie te stoppen op het instelscherm voor de replicaties voordat u herstellen
uitvoert met gerepliceerde gegevens.
Bevestig bij het uitvoeren van herstel met gerepliceerde gegevens dat de tijd waarop de gegevens volgens
het bevestigingsvenster zijn gerepliceerd, ook de verwachte tijd is, en selecteer [Yes].
[Back Up]
Hiermee kunt u een back-up maken van de synchronisatiegegevens die op de servermachine zijn
opgeslagen. U kunt [Device] of [Network] selecteren als bestemming om de back-upgegevens op te slaan.
Back-upgegevens die zijn opgeslagen naar [Device], kunnen niet worden hersteld als er een storing in de
harde schijf optreedt.
[Restore]
De machine beheren
897
De servermachine

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Imagerunner advance c7570iImagerunner advance c7565i