4
Druk op <Condities> en geef de condities op voor de bestemmingen voor
doorzenden.
●
Een document wordt doorgestuurd als het wordt ontvangen van een bestemming die voldoet aan de hier
opgegeven condities.
Voorbeeld:
Een fax doorzenden van 1111111111
●
Receive Method: <Fax: Gedeelde lijn>
●
Faxnummer: Selecteer <is gelijk aan> uit de vervolgkeuzelijst en voer "1111111111" in.
●
Als u regels hebt toegevoegd, kunt u ook een bepaalde regel opgeven. Selecteer in dat geval <Fax:
Lijn 1>, enz., voor <Receive Method>.
●
U kunt <Receive Method> niet meer wijzigen na de registratie van <Forwarding Settings>. Voor het
gebruiken van doorzendinstellingen als <Receive Method> is gewijzigd, moet u de
doorzendinstellingen opnieuw registreren.
5
Druk op <Doorzendbestemming> en geef de bestemming voor doorzenden op.
Bestemmingen registreren in het adresboek(P. 227)
●
Een bestemming in <Personal Address List> kan niet worden opgegeven als doorzenbestemming.
●
U kunt ontvangen fax/I-faxbestanden opslaan in de Vertrouwelijke faxpostbus door de Vertrouwelijke
faxpostbus op te geven als doorzendbestemming.
●
Als een Vertrouwelijke faxpostbus is geselecteerd als de doorzendbestemming, kunt u de volgende
instellingen niet gebruiken.
- Bestandsnaam
- Opslaan/Afdrukken ontvangen bestand
- Melding doorzenden gereed
- Bestandsindeling
Faxen
450