Afdrukken
Bestanden in het postvak afdrukken
Volg de onderstaande procedures om bestanden in het postvak af te drukken. Aangezien bestanden opgeslagen
worden met afdrukinstellingen, kunt u altijd met hetzelfde resultaat afdrukken. Door de tijdsduur voor opslag in de
postbus op een onbepaalde tijd in te stellen (
gebruikte documenten op te slaan, zoals een faxvoorblad met afdrukinstellingen, hoeft u niet meer vanaf een
computer af te drukken.
1
Druk op <Toegang opgeslagen bestanden>.
2
Druk op <Postbus>.
3
Selecteer het gewenste postvak.
●
Voor informatie over de items op het scherm en instructies voor hoe ze gebruikt moeten worden, raadpleegt
u
Bestanden in het postvak bewerken(P. 612) .
4
Selecteer een bestand en druk op <Afdrukken>.
●
U kunt maximaal 100 bestanden in een postbus tegelijk selecteren en laten afdrukken. Bevat de postbus
echter gereserveerde opdrachten, dan is het aantal bestanden dat u kunt selecteren en afdrukken
afhankelijk van het aantal gereserveerde bestanden.
5
Voer met de numerieke toetsen het aantal afdrukken in.
Wijzig aantal kop.
●
Als bij stap 4 meerdere bestanden selecteert, drukt u op <Wijzig aantal kop.> en voert u het aantal afdrukken
in.
6
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
●
Voor informatie over afdrukinstellingen raadpleegt u
afdrukken van opgeslagen bestanden(P. 635) .
●
Op het scherm voor het selecteren van bestanden zijn bestanden waarvoor een pictogram met
weergegeven, samen opgeslagen met de afdrukinstellingen die werden opgegeven op het moment dat ze
werden opgeslagen. Als u wilt afdrukken met deze instellingen, drukt u niet op <Afdrukinstell. wijzigen>.
De opgegeven instellingen kunnen worden uitgeschakeld.
Opslagruimte gebruiken
De postvakinstellingen opgeven(P. 620) ) en door dagelijks
Het scherm <Hoofdmenu>(P. 147)
Instellingenscherm en bewerkingen voor
617
64LC-09W
wordt