2
Geef de bestemming op en druk op <OK>.
●
U kunt op <Opslaan in adresboek> drukken om de afdrukpositie aan te passen. Stel de vereiste
voorwaarden in en geef <Naam> en <Address List>. Voor informatie over de instellingen raadpleegt u
Bestemmingen registreren in het adresboek(P. 227) .
●
Als u bij stap 1 <Bestand> selecteert, geeft u de instellingen, zoals het IP-adres van een bestandsserver en
het pad naar de map op de opslaglocatie op. Voor meer informatie over de instellingen raadpleegt u uw
netwerkbeheerder.
Bestemmingen op de LDAP-server opgeven
U kunt bestemmingen op de LDAP-server zoeken en opgeven.
1
Druk op <Adresboek>.
2
Druk op <Naar LDAP-server>.
●
Wanneer <Adresboek wijzigen> wordt weergegeven, drukt u op <Adresboek wijzigen>
●
Als het invoerscherm voor het netwerkwachtwoord wordt weergegeven, voert u de gebruikersnaam en
wachtwoord in, en drukt u op <OK>.
3
Als u bestemmingen in de LDAP-server zoekt, druk dan op <Zoek op condities> of op
<Zoeken op naam>.
●
Als u alle bestemmingen in de LDAP-server wilt weergeven, gaat u verder naar stap 4.
Bij het zoeken op condities
Druk op <Zoek op condities>, geef de zoekcondities op het scherm op en druk op <Start zoeken>.
Scannen
516
<LDAP-server>.