<Ethernet Driver Settings>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de instellingen van het Ethernet-stuurprogramma voor de sublijn op.
doorvoeren(P. 46)
<Outbound Filter>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef het verzendfilter in de sublijninstellingen op.
<Inbound Filter>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef het ontvangstfilter in de sublijninstellingen op.
<DNS Server Address Settings>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de instellingen van het DNS-serveradres voor de sublijn op.
<Proxy Settings>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de proxyinstellingen voor de sublijn op.
<Static Routing Settings>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de instellingen voor statische routering voor IPv4-adressen op.
Instellingen/Registratie
<Instellingen sublijn>
<Sub Line Settings>
<Firewall Settings>
De firewall van de sublijn configureren(P. 750)
<Sub Line Settings>
<Firewall Settings>
De firewall van de sublijn configureren(P. 750)
<Sub Line Settings>
<Settings for System Data Communic.>
<Sub Line Settings>
<Settings for System Data Communic.>
Een proxy instellen(P. 753)
1089
Ethernet-instellingen
<IPv4 Address Filter>
<IPv4 Address Filter>
De DNS van de sublijn instellen(P. 72)
Statische routering instellen(P. 67)