Afdrukken
Bestanden op andere apparaten afdrukken
U kunt de machine gebruiken om bestanden die zijn opgeslagen in de Geavanceerde ruimte van een andere
multifunctionele Canon-printer of op een Windows-server, rechtstreeks af te drukken.
1
Druk op <Toegang opgeslagen bestanden>.
2
Druk op <Netwerk>.
3
Selecteer het apparaat dat u wilt bewerken.
●
Voor informatie over de items op het scherm en instructies voor hoe ze gebruikt moeten worden, raadpleegt
u
Werken met bestanden en mappen op andere apparaten(P. 603) .
4
Selecteer een bestand en druk op <Afdrukken>.
●
Als u PDF- of XPS-bestanden selecteert, gaat u verder met stap 6.
●
U kunt maximaal 6 bestanden in dezelfde map tegelijk selecteren en laten afdrukken.
5
Selecteer de papierbron en druk op <OK>.
6
Voer met de numerieke toetsen het aantal afdrukken in.
Wijzig aantal kop.
●
Als bij stap 4 meerdere bestanden selecteert, drukt u op <Wijzig aantal kop.> en voert u het aantal afdrukken
in.
7
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
●
Voor informatie over afdrukinstellingen raadpleegt u
afdrukken van opgeslagen bestanden(P. 635) .
●
Om een PDF-bestand met een wachtwoord af te drukken, drukt u op <Opties>
openen>
<Encryptiewachtwoord> of <Police wachtwoord>, voert u het wachtwoord in en drukt u op
<OK>. Om PDF-bestanden af te drukken die niet mogen worden afgedrukt, of PDF-bestanden met een
Opslagruimte gebruiken
Het scherm <Hoofdmenu>(P. 147)
Instellingenscherm en bewerkingen voor
604
64LC-09L
<Wachtwoord om doc. te