8
Sluit de kleine klep.
●
De kleine klep kan pas dicht als de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen is geduwd. Probeer de klep
niet met geweld dicht te duwen. Daardoor kan hij breken.
9
Sluit het tonerdeksel.
●
Als het afdrukken is onderbroken omdat de toner op was, wordt dit automatisch hervat wanneer u de
tonercartridge terugplaatst.
●
Zelfs als cyaan, magenta of geel op zijn, kunt u doorgaan met afdrukken in zwart-wit zo lang er zwarte toner
over is, maar de afdrukkwaliteit gaat wel omlaag. Als u wilt doorgaan met afdrukken in zwart-wit, vervang de
tonercartridge dan pas wanneer het afdrukken is voltooid.
●
Als de kleur en densiteit van het afdrukken anders zijn na het vervangen van de tonercartridge, voer dan
een aanpassing uit.
Gradatie aanpassen(P. 1231)
Dichtheid aanpassen(P. 1236)
Kleurtoon aanpassen(P. 1234)
Onderhoud
1197