Vorige instellingen
Oproepen van eerder gebruikte verzend-/
opslaginstellingen (Vorige instellingen)
1
Plaats het origineel.
2
Druk op <Scannen en verzenden>.
3
Druk op <Vorige instellingen> op het scherm met basisfuncties voor scannen.
Scherm met basisfuncties voor scannen(P. 510)
4
Selecteer het logboek dat u wilt oproepen, en druk op <OK>.
➠
De bestemming en de bijbehorende scaninstellingen worden opgegeven op basis van het geselecteerde
logboek.
●
Wanneer persoonlijke-verificatiebeheer wordt gebruikt, roept de machine de instellingen op die in het
verleden zijn opgegeven door de gebruiker die is aangemeld op de machine.
●
U kunt voor verzending/opslag de opgeroepen instellingen wijzigen.
5
Druk op
.
➠
Originelen worden gescand en het verzenden/opslaan start.
●
Als u <Beheer toegangsnummers adresboek> instelt op <Aan>, kunt u de instellingen niet vanuit het
geheugen oproepen.
Scannen
U kunt bestemmingen oproepen die in het verleden zijn opgegeven. Hun
scaninstellingen, zoals densiteit, worden dan ook tegelijkertijd opgeroepen.
Originelen plaatsen(P. 115)
Het scherm <Hoofdmenu>(P. 147)
570
64LC-08Y