Download Print deze pagina

Canon imageRUNNER ADVANCE C7580i Gebruikershandleiding pagina 1139

Advertenties

<TX rapport>
<Functie-instellingen>
Met het verzendrapport kunt u controleren of de documenten goed naar de opgegeven bestemmingen zijn
verzonden. U kunt de machine zo instellen dat die dit rapport automatisch afdrukt nadat documenten zijn
verzonden, of alleen wanneer een verzendfout is opgetreden. U kunt ook de instelling opgeven om het eerste
gedeelte van het document af te drukken als gedeelte van het rapport om u te herinneren aan de inhoud van
het document.
TX-rapport(P. 1280)
<Afdrukken uit opties toestaan> kan worden ingesteld als <Alleen bij fout> of <Uit> is geselecteerd. Als u
<Afdrukken uit opties toestaan> instelt op <Aan>, kunt u instellen of u een TX-rapport vanaf <Opties> wilt
afdrukken voor elke opdracht.
Deze instelling is gekoppeld met de instelling voor <TX rapport> in <Opties> voor elke functie.
<Communicatiebeheerrapport>
<Functie-instellingen>
U kunt logboeken voor het verzenden/ontvangen van documenten afdrukken als een rapport. U kunt de
machine zo instellen dat dit rapport wordt afgedrukt wanneer een bepaald aantal communicaties (100 tot
1.000) is bereikt of op een bepaald tijdstip. De rapporten voor verzenden/ontvangen kunnen eveneens
afzonderlijk worden afgedrukt.
Wanneer het rapport wordt verzonden als gegevens, wordt het verzonden in de CSV-bestandsindeling.
Communicatiebeheerrapport(P. 1278)
<TX terminal ID>
<Functie-instellingen>
U kunt aangeven of de gegevens van de afzender boven aan een verzonden document moeten worden
toegevoegd bij het verzenden van een fax/I-fax. Gegevens, zoals het faxnummer, naam en I-fax adres van de
machine, worden afgedrukt, zodat de ontvanger ziet wie het document heeft toegezonden.
De instellingen van de servermachine worden gebruikt bij het verzenden van externe faxen.
De informatie die wordt geregistreerd in <Register Unit Telephone Number> en <Register Unit
Name> wordt afgedrukt als de informatie over de afzender.
Wanneer u de naam van de afzender afdrukt in plaats van de naam van het apparaat, registreert u de
naam in
<Registreer naam van afzender (TTI)>(P. 1134) en geeft u deze op van <Sender Name
(TTI)>.
Faxen(P. 396)
<Verwijder mislukte TX opdrachten>
<Functie-instellingen>
U kunt aangeven of een document automatisch uit het geheugen moet worden verwijderd bij het optreden van
fouten bij verzending/opslag. Als u <Uit> selecteert, kunt u de documenten die niet konden worden verzonden/
opgeslagen, opnieuw verzenden/opslaan.
Instellingen/Registratie
<Verzenden>
<Algemene instellingen>
<Verzenden>
<Algemene instellingen>
<Verzenden>
<Algemene instellingen>
<Verzenden>
<Algemene instellingen>
1124
Instellingen faxlijn(P. 75)

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Imagerunner advance c7570iImagerunner advance c7565i