Samenvatting van Inhoud voor Canon imageRUNNER C3025i imageRUNNER C3025
Pagina 1
C3025i / C3025 Gebruikershandleiding USRMA-2419-03 2019-11 nl Copyright CANON INC. 2019...
Pagina 2
Inhoudsopgave Instellen ................................3 ......................4 Noodzakelijke voorbereidingen voor gebruik ..........................6 Onbevoegde toegang voorkomen ..........................8 Installatie met de installatiegids ............................10 De datum/tijd instellen ..........................12 De netwerkomgeving instellen ......................14 Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren ....................... 15 Verbinding maken met een bedraad LAN ......................
Pagina 3
................90 Procedure om een FTP Server in te stellen als een opslaglocatie Basishandelingen ............................93 ........................96 Onderdelen en de bijbehorende functies ................................97 Voorzijde ..............................101 Achterzijde ..............................102 Binnenkant ................................103 Aanvoer ............................105 Multifunctionele lade ............................... 106 Papierlade .............................
Pagina 4
......................186 Bestemmingen opslaan in het adresboek ..................189 Meerdere bestemmingen registreren als een groep ................191 De opgeslagen bestemmingen in het adresboek bewerken Kopiëren ................................193 ........................ 195 Scherm met basisfuncties voor kopiëren ........................... 197 Basisbewerkingen voor kopiëren ............................203 Kopiëren annuleren ......................
Pagina 5
....................... 273 Afdrukstatus en logboeken controleren ..........................275 Verschillende afdrukmethoden ............. 276 Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) ......................... 277 Documenten beveiligd afdrukken ............280 Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia) Scannen ................................290 ........................
Pagina 6
Het apparaat beheren ........................... 371 ........................... 373 Toegangsmachtigingen instellen ....................374 De systeembeheerders-ID en pincode instellen ........................376 Instellen van Afdelings-ID-beheer ......................383 Een pincode voor de UI op afstand instellen ..........................385 LDAP-Server-authenticatie ....................... 389 Netwerkbeveiligingsinstellingen configureren ....................391 Communicatie beperken door firewalls in te stellen ....................
Pagina 8
............669 Er verschijnt een melding of een nummer dat begint met "#" (een foutcode) ... 670 Er wordt een bericht weergegeven dat u contact moet opnemen met een plaatselijke bevoegde Canon-dealer ..........................671 Maatregelen bij elk bericht ......................... 687 Maatregelen voor elke foutcode ............................
Pagina 10
Instellen Instellen Instellen ................................... 3 ..................... 4 Noodzakelijke voorbereidingen voor gebruik ........................6 Onbevoegde toegang voorkomen ......................... 8 Installatie met de installatiegids ............................10 De datum/tijd instellen .......................... 12 De netwerkomgeving instellen ....................14 Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren .......................
Pagina 11
Instellen ........................80 De ontvangstmodus selecteren ..........................81 De telefoonlijn aansluiten ........................... 82 Scaninstellingen configureren ................. 83 Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden ............. 84 Instelprocedure voor e-mail verzenden / I-Faxen verzenden & ontvangen ..............85 Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren ..............
Pagina 12
Instellen Instellen 1XSR-000 Voordat u de functies van het apparaat gebruikt, moeten eerst de omgevingsvoorwaarden zijn ingesteld. Om te beginnen, controleert u de vereiste reeks om de instelling te voltooien, en realiseert u vervolgens de actuele instellingen. Noodzakelijke voorbereidingen voor gebruik(P. 4) De begininstellingen van het apparaat kiezen (installatiehandleiding) ●...
Pagina 13
Instellen Noodzakelijke voorbereidingen voor gebruik 1XSR-001 Volg stappen 1 tot en met 5 om het apparaat in te stellen. Als u meer wilt weten over een bepaalde stap, klikt u op de koppeling om naar het desbetreffende gedeelte te gaan. Om de machine veilig te gebruiken, moet u bovendien Onbevoegde toegang voorkomen(P.
Pagina 14
Gegevens van een ander apparaat importeren om tijd te besparen ● Zolang het hetzelfde model is, kunt u instelgegevens die zijn geregistreerd op een andere Canon printer / multifunctioneel apparaat op een computer opslaan (exporteren) en de instelgegevens in dit apparaat laden (importeren).
Pagina 15
Instellen Onbevoegde toegang voorkomen 1XSR-002 In dit gedeelte worden de veiligheidsmaatregelen beschreven waarmee u onbevoegde toegang vanaf het externe netwerk kunt voorkomen. Alle gebruikers en beheerders moeten dit gedeelte lezen voordat ze de machine, andere printers en multifunctionele apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, gebruiken. Een printer of multifunctionele machine die is aangesloten op het netwerk, kan u verschillende nuttige functies bieden, zoals het afdrukken vanaf een computer, bediening vanaf een computer met behulp van de functie op afstand en het verzenden van gescande documenten via internet.
Pagina 16
IP- adressen. Deze printer of multifunctionele machine van Canon stelt u in staat een filter voor IP-adressen in te stellen. IP-adressen opgeven voor firewallinstellingen(P. 392) voor informatie over het instellen van een IP- adresfilter.
Pagina 17
Instellen Installatie met de installatiegids 1XSR-003 Als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld ( De machine aanzetten(P. 110) ), start de instelhandleiding om u te helpen de begininstellingen van het apparaat te realiseren, door de scherm-leidraad te volgen. In de instelhandleiding worden de instelschermen in deze volgorde weergegeven. Stap 1 De taal en het land / de regio instellen Stel de taal in die moet worden gebruikt op het bedieningsscherm of in rapporten, en tevens...
Pagina 18
Instellen Controleer of het papier dat is geladen overeenkomt met het formaat en het type op het scherm en selecteer <OK>. Bevestig de procedure en selecteer <Start>. ➠ Er wordt een correctieafbeelding afgedrukt. Open de documentinvoer of de deksel van de glasplaat nadat het scherm dat tijdens het afdrukken wordt weergegeven, verdwijnt.
Pagina 19
Instellen De datum/tijd instellen 1XSR-004 Stel de datum en tijd in voor het apparaat. De datum en tijd worden gebruikt als de referentie voor de functies die de tijd specificeren, en daarom moeten ze nauwkeurig worden ingesteld. De tijdzone instellen(P. 10) Instellen van de actuele datum en tijd(P.
Pagina 20
Instellen ● Tik op het invoerveld, en stel de huidige datum en tijd in. Selecteer <Toepassen>. ● Stel <Tijdzone> in voordat u de huidige datum en tijd gaat instellen. Als u de waarde voor <Tijdzone> later wijzigt, worden de huidige datum en tijd automatisch aangepast. ●...
Pagina 21
Instellen De netwerkomgeving instellen 1XSR-005 Wanneer u de verbinding tot stand brengt van het apparaat met een bekabeld of draadloos lokaal netwerk (LAN), moet u een IP-adres instellen dat uniek is voor het geselecteerde netwerk. Kies voor "bekabeld" of "draadloos", afhankelijk van de communicatieomgeving en netwerkapparatuur.
Pagina 22
Instellen ● Om verbinding te maken met een IEEE 802.1X-netwerk, raadpleegt u IEEE 802.1X- verificatie-instellingen configureren(P. 420) . Kies voor een bekabeld of draadloos LAN. Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren(P. 14) Maak verbinding met een bekabeld of draadloos LAN. ●...
Pagina 23
Instellen Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren 1XSR-006 Als u een beslissing hebt genomen ten aanzien van een bekabelde of draadloze verbinding tussen het apparaat en de computer, selecteert u Bedraad LAN of Draadloos LAN op het bedieningspaneel. Als u de instelling verandert van <Bedraad LAN>...
Pagina 24
Instellen Verbinding maken met een bedraad LAN 1XSR-007 Sluit de machine via een router aan op een computer. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op de router. Sluit een LAN-kabel aan. ● Sluit de machine met een LAN-kabel aan op een router. ●...
Pagina 25
Instellen Verbinding maken met een draadloos LAN 1XSR-008 Als u een draadloze router (of een toegangspunt) gebruikt, loopt de verbinding tussen de machine en een computer via radiogolven. Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS), kunt u het netwerk automatisch en dus eenvoudig configureren.
Pagina 26
Instellen ◼ PIN-modus Sommige WPS-routers bieden geen ondersteuning voor de zogenaamde drukknop-modus. Als op de verpakking of in de documentatie van het netwerkapparaat over WPS en pincodes wordt gesproken, moet u de verbinding instellen door een pincode in te voeren. De verbinding instellen met behulp van de WPS pincodemodus(P.
Pagina 27
Instellen De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus 1XSR-009 Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de drukknop-modus van WPS, kunt u eenvoudig een verbinding configureren via de WPS-knop. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp.
Pagina 28
Instellen ● Selecteer <Sluiten> en ga terug naar stap 5. Wacht totdat het bericht <Verbonden.> wordt weergegeven. Selecteer <Sluiten>. ➠ Wacht enkele minuten totdat het IP-adres en andere items automatisch zijn ingesteld. Signaalsterkte ● Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal.
Pagina 29
Instellen De verbinding instellen met behulp van de WPS pincodemodus 1XSR-00A Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de WPS PIN-modus, genereert u een pincode met de machine en registreert u deze code op het netwerkapparaat. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleidingen van uw netwerkapparaat voor hulp.
Pagina 30
Instellen Registreer de gegenereerde pincode op de draadloze router. ● Registreer de pincode in het installatiescherm zoals weergegeven in stap 1. ● U moet de pincode binnen 10 minuten registreren na het selecteren van <Ja> in stap 7. Als een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ●...
Pagina 31
Instellen Een verbinding via selectie van een draadloze router tot stand brengen 1XSR-00C U kunt de beschikbare draadloze routers (of toegangspunten) zoeken en een keuze maken uit de display van het apparaat. Geef voor de netwerksleutel een WEP-sleutel op of PSK. Voordat u een draadloze router selecteert, controleert en noteert u de benodigde installatiegegevens, inclusief de SSID en netwerksleutel ( De SSID en netwerksleutel controleren(P.
Pagina 32
Instellen ● Selecteer de router waarvan de SSID overeenkomt met de SSID die u hebt opgeschreven, en selecteer <Volgende>. De details van beveiligingsinstellingen weergeven ● Selecteer de draadloze-LAN-router die u wilt gebruiken, en druk op <Details>. Om terug te keren naar het bovenste scherm, drukt u op Als uw draadloze router niet wordt gevonden ●...
Pagina 33
Instellen Het stroomverbruik verminderen ● U kunt instellen dat de <Energiebesparingsmodus> van het apparaat moet worden geactiveerd als er bepaalde signalen van de draadloze router worden ontvangen. <Energiebesparingsmodus> (P. 478) Als het IP-adres van het apparaat is gewijzigd ● In een DHCP-omgeving kan het IP-adres van het apparaat automatisch worden gewijzigd. Als dit gebeurt, wordt de verbinding gehandhaafd op voorwaarde dat het apparaat en de computer nog steeds deel uitmaken van hetzelfde subnet.
Pagina 34
Instellen De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven 1XSR-00E Als u gedetailleerde beveiligingsinstellingen wilt opgeven of geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen via de andere procedures, kunt u alle benodigde gegevens voor de draadloze verbinding ook zelf invoeren. Controleer en noteer de benodigde gegevens voordat u de instellingen gaat opgeven.
Pagina 35
Instellen <Open systeem> Hiermee stelt u de verificatiemethode in op Open systeem, ook wel "open verificatie" genoemd. <Gedeelde sleutel> Gebruikt de WEP-sleutel als wachtwoord. Als <Open systeem> is geselecteerd ● Wanneer u verbinding maakt met een draadloos LAN, treedt er op het apparaat een verificatiefout op als op de draadloze router verificatie met een gedeelde sleutel is ingeschakeld.
Pagina 36
Instellen Selecteer <Ja>. Als een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ● Selecteer <Sluiten>, controleer of de opgegeven instellingen juist zijn en ga terug naar stap 5. Wacht totdat het bericht <Verbonden.> wordt weergegeven. Selecteer <Sluiten>. ➠ Wacht enkele minuten totdat het IP-adres en andere items automatisch zijn ingesteld. Signaalsterkte ●...
Pagina 37
Instellen De SSID en netwerksleutel controleren 1XSR-00F Wanneer u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen, moet u de SSID en netwerksleutel van de draadloze router opgeven. De SSID en de netwerksleutel worden mogelijk aangegeven op de router. Controleer het apparaat en noteer de benodigde gegevens voordat u de verbinding gaat instellen.
Pagina 38
Instellen IP-adressen instellen 1XSR-00H Als u de machine wilt gebruiken in een netwerk, hebt u een uniek IP-adres nodig. Er zijn twee versies van IP-adressen beschikbaar: IPv4 en IPv6. Configureer het IP-adres afhankelijk van de netwerkomgeving. Als u IPv6-adressen wilt gebruiken, moet u de IPv4-adresinstellingen op de juiste manier configureren.
Pagina 39
Instellen Een IPv4-adres instellen 1XSR-00J Het IPv4-adres van het apparaat kan automatisch worden toegewezen via een speciaal protocol zoals DHCP of het kan handmatig worden ingevoerd. Als u het apparaat verbindt met een bekabeld LAN, zorg er dan voor dat de stekker van de LAN-kabel stevig in de aansluiting zit ( Verbinding maken met een bedraad LAN(P.
Pagina 40
Instellen Selecteer <DHCP>. Als u niet met DHCP/BOOTP/RARP een IP-adres wilt toewijzen ● Selecteer <Uit>. Als u <DHCP> selecteert terwijl deze services niet beschikbaar zijn, zal het apparaat tijd en communicatiebronnen verspillen door in het netwerk te zoeken naar deze services. Controleer of <Auto IP>...
Pagina 41
Instellen Selecteer <TCP/IP-instellingen> <IPv4-instellingen> <PING-opdracht>. Voer het IPv4-adres in van een ander apparaat in het netwerk en selecteer <Toepassen>. ➠ Als een werkende verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het scherm <Respons ontvangen van de host.>. KOPPELINGEN Een IPv6-adres instellen(P. 33) Netwerkinstellingen weergeven(P.
Pagina 42
Instellen Een IPv6-adres instellen 1XSR-00K De IPv6-adressen van het apparaat kunnen worden geconfigureerd via de UI op afstand. Controleer voordat u IPv6-adressen instelt, de instellingen van het IPv4- adres ( IPv4-instellingen weergeven(P. 36) ). U moet de juiste IPv4-instellingen opgeven om te kunnen werken met IPv6-adressen. De scanfunctie die gebruikmaakt van het scannerstuurprogramma of MF Scan Utility is niet beschikbaar in een IPv6- omgeving.
Pagina 43
Instellen [Gebruik IPv6] Schakel dit selectievakje in om IPv6 te activeren op het apparaat. Als u IPv6 niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik stateless adres] Schakel dit selectievakje in als u een stateless adres gebruikt. Als u geen stateless adres gebruikt, schakelt u het selectievakje uit.
Pagina 44
Instellen Controleren of de instellingen juist zijn ● Controleer of het scherm UI op afstand kan worden weergegeven op uw computer door het IPv6-adres van het apparaat te gebruiken. De UI op afstand starten(P. 441) Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel ●...
Pagina 45
Instellen Netwerkinstellingen weergeven 1XSR-00L IPv4-instellingen weergeven(P. 36) IPv6-instellingen weergeven(P. 36) Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN(P. 36) Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN(P. 37) ● Het IP-adres is niet goed geconfigureerd als het wordt weergegeven als "0.0.0.0". ● Als u het apparaat aansluit op een switching hub of bridge, kan er sprake zijn van een verbindingsfout, zelfs wanneer het IP-adres goed is geconfigureerd.
Pagina 46
Instellen Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN Selecteer <Menu> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Voorkeuren> <Netwerk>. ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de juiste combinatie van ID en pincode in. Aanmelden bij het apparaat(P. 127) Selecteer <Instellingen draadloos LAN>.
Pagina 47
Instellen Configuratie-instellingen voor communicatie met een computer 1XSR-00R Specificeer het protocol en de poort als u het apparaat via het netwerk vanaf een computer gebruikt. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd. Voor meer informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma's op de website voor de handleidingen.
Pagina 48
Instellen Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren 1XSR-00S Configureer de protocollen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten vanaf een netwerkcomputer. ● Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de UI op afstand, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand(P.
Pagina 49
Instellen Klik op [OK]. WSD configureren Selecteer [WSD-instellingen] [Bewerken]. Configureer de instellingen. [Gebruik WSD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD. Als u niet afdrukt via WSD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik WSD-bladeren] Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit selectievakje wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken] inschakelt.
Pagina 50
Instellen <WSD-instellingen>(P. 484) WSD-netwerkapparaten configureren ● De WSD-netwerkapparaten kunnen worden toegevoegd vanuit de printermap. Open de printermap ( printermap weergeven(P. 788) ) klik op [Een apparaat toevoegen] of [Een printer toevoegen] en volg de aanwijzingen op het scherm. Voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma voor het WSD-netwerk, raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma's op de website voor de handleidingen.
Pagina 51
Als u het apparaat in een IPv4-omgeving gebruikt, moet u normaal gesproken dit type poort selecteren. ● U kunt een MFNP poort uitsluitend toevoegen als u het stuurprogramma van de meegeleverde DVD/CD-ROM hebt geïnstalleerd, of als u het printer- of faxstuurprogramma van de website van Canon hebt opgehaald en geïnstalleerd.
Pagina 52
Een MFNP-poort toevoegen Klik op [Poort toevoegen]. Selecteer [Canon MFNP Port] bij [Beschikbare poorttypen] en klik op [Nieuwe poort]. Selecteer [Automatische detectie], selecteer het apparaat als dit is gevonden en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt gevonden ●...
Pagina 53
Instellen ● Als het volgende scherm verschijnt, volg dan de aanwijzingen op het scherm. Als u het [Apparaattype] selecteert, selecteer dan [Canon netwerk afdrukapparaat met P9100] onder [Standaard]. Klik op [Voltooien]. Klik op [Sluiten]. Het type poort of het poortnummer wijzigen...
Pagina 54
Instellen ● Als u [RAW] hebt geselecteerd, verandert u het [Poortnummer]. ● Als u [LPR] hebt geselecteerd, voer dan "lp" in in [Naam Wachtrij]. Klik op [OK]. Klik op [Sluiten]. KOPPELINGEN Een afdrukserver instellen(P. 46)
Pagina 55
Overleg met uw netwerkbeheerder als u een afdrukserver wilt implementeren in een domeinomgeving. Afdeling ID beheer uitvoeren met een afdrukserver ● "Canon Driver Information Assist Service" moet zijn toegevoegd tijdens de installatie van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma's op de website voor de handleidingen.
Pagina 56
Instellen ● Deze bewerking is noodzakelijk als u via de printserver MF-stuurprogramma's wilt installeren op computers met een andere bitarchitectuur. Klik op [Extra stuurprogramma's]. Schakel het selectievakje in van de bitarchitectuur van andere computers en klik op [OK]. ● Selecteer extra stuurprogramma's uit de volgende opties in overeenstemming met het besturingssysteem van de afdrukserver.
Pagina 57
Instellen Dubbelklik op de gedeelde printer. Volg de instructies op het scherm om de stuurprogramma's te installeren. KOPPELINGEN Afdrukken vanaf een computer(P. 268)
Pagina 58
Instellen De machine configureren voor uw netwerkomgeving 1XSR-00X De configuratie van een netwerk varieert naargelang de functie van het netwerk. Het apparaat is ontworpen voor compatibiliteit met zo veel mogelijk netwerkconfiguraties en ondersteunt om die reden verschillende technologieën. Overleg met de netwerkbeheerder en kies voor een configuratie die aansluit bij uw netwerkomgeving. Ethernet-instellingen configureren(P.
Pagina 59
Instellen Ethernet-instellingen configureren 1XSR-00Y Ethernet is een standaard voor het uitwisselen van gegevens in een lokaal netwerk (LAN). U kunt de communicatiemethode en het type Ethernet opgeven. Over het algemeen is het zo dat u het apparaat kunt gebruiken zonder dat u de standaardinstellingen hoeft te wijzigen ( <Instellingen Ethernet- stuurprogramma>(P.
Pagina 60
Instellen <Full-duplex> In deze modus worden gegevens tegelijkertijd verzonden en ontvangen. Deze instelling kunt u voor de meeste omgevingen gebruiken. <Type Ethernet> selecteer het type Ethernet. Selecteer <Toepassen>. Start de machine opnieuw op. ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. KOPPELINGEN De maximale verzendeenheid wijzigen(P.
Pagina 61
Instellen De maximale verzendeenheid wijzigen 1XSR-010 In de meeste Ethernet-netwerken is 1500 bytes de maximale grootte van een gegevenspakket dat kan worden verzonden. Een pakket is het blok met gegevens waarin de oorspronkelijke gegevens worden opgedeeld voordat ze worden verzonden. De maximale verzendeenheid (MTU) kan per netwerk verschillen. Wijzig de instellingen van het apparaat indien nodig.
Pagina 62
Instellen Een wachttijd instellen voor verbinding maken met een netwerk 1XSR-011 Als in een netwerk redundante connectiviteit wordt aangeboden door de aanwezigheid van verschillende switching hubs of bridges, moet er een mechanisme zijn om te voorkomen dat pakketten in een oneindige lus terechtkomen. Een efficiënte oplossing is dus om voor elke switch-poort een bepaalde rol te definiëren.
Pagina 63
Instellen DNS configureren 1XSR-012 DNS (Domain Name System) is een service voor naamomzetting waarmee de naam van een host (of domein) wordt gekoppeld aan een IP-adres. Configureer de benodigde instellingen voor DNS, mDNS of DHCP. De procedures voor het configureren van DNS zijn verschillend voor IPv4 en IPv6. ●...
Pagina 64
Instellen [Instellingen DHCP-opties] [Hostnaam verkrijgen] Schakel dit selectievakje in om Optie 12 in te schakelen en de hostnaam te verkrijgen van de DHCP- server. [DNS dynamische update] Schakel dit selectievakje in om Optie 81 in te schakelen en de DNS-records dynamisch bij te werken via de DHCP-server.
Pagina 65
Instellen [DNS dynamische update] Schakel dit selectievakje in om de DNS-records dynamisch bij te werken wanneer het IP-adres van het apparaat verandert. Wanneer u een interval wilt instellen tussen updates, typt u de tijd in uren in het vak [DNS dynamisch update-interval]. [mDNS-instellingen] [Gebruik mDNS] mDNS (multicast DNS) wordt ondersteund door Bonjour en is een protocol voor het koppelen van...
Pagina 66
Instellen [Gebruik dezelfde hostnaam/domeinnaam als IPv4] Schakel het selectievakje in als u de host- en domeinnamen van IPv4 wilt gebruiken. [Hostnaam] Typ hier alfanumerieke tekens voor de hostnaam van het apparaat dat u wilt registreren op de DNS-server. [Domeinnaam] Typ hier alfanumerieke tekens voor de naam van het domein waarvan de machine deel uitmaakt, zoals "voorbeeld.com".
Pagina 67
Instellen SMB configureren 1XSR-013 SMB (Server Message Block) is een protocol voor het delen van bronnen, zoals bestanden en printers, met meerdere apparaten in een netwerk. Het apparaat maakt gebruik van SMB om gescande documenten op te slaan in een gedeelde map. Afhankelijk van het netwerk, moet u de NetBIOS-naam en een werkgroepnaam instellen.
Pagina 68
Instellen [NetBIOS-naam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de NetBIOS-naam van het apparaat. [Werkgroepnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de werkgroep waarvan het apparaat deel uitmaakt. ● NetBIOS-namen of werkgroepnamen die beginnen met een sterretje ( ) kunnen niet worden geregistreerd op een WINS-server.
Pagina 69
Instellen WINS configureren 1XSR-014 WINS (Windows Internet Name Service) is een service voor naamomzetting waarmee een NetBIOS-naam (de naam van een computer of printer in een SMB-netwerk) wordt gekoppeld aan een IP-adres. U moet de WINS-server opgeven om WINS in te schakelen. ●...
Pagina 70
Instellen Voer het IP-adres van de WINS-server in. ● Als het IP-adres van de WINS-server wordt verkregen van een DHCP-server, heeft het verkregen IP-adres prioriteit boven het IP-adres dat is ingevoerd in het vak [WINS-serveradres]. Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ●...
Pagina 71
Instellen LDAP-servers registreren 1XSR-015 Als er een LDAP-server is geïmplementeerd in het netwerk, kunt u faxnummers en e- mailadressen zoeken op de server. Deze nummers en adressen kunt u vervolgens als bestemmingen opslaan in het adresboek. Merk op dat als verificatie voor verzenden LDAP-Server-authenticatie(P.
Pagina 72
Instellen [Servernaam] Voer de naam in die moet worden toegewezen aan de LDAP-server. [Serveradres] Typ het IP-adres van de LDAP-server of voer alfanumerieke tekens in voor de hostnaam van de server (voorbeeld: ldap.voorbeeld.com). [Serveradres] en DNS ● Let op de volgende punten om fouten te voorkomen bij het zoeken naar bestemmingen: - Als de hostnaam is opgegeven bij [Serveradres], moet een DNS-server beschikbaar zijn in het netwerk.
Pagina 73
Instellen [Inloggegevens] Selecteer [Niet gebruiken], [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)], afhankelijk van het type verificatie dat wordt gebruikt door de LDAP-server. Als [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. Met deze optie wordt de machine niet geverifieerd met behulp van de [Niet gebruiken] aanmeldingsgegevens.
Pagina 74
Instellen [Servernaam] Voer de naam in die moet worden toegewezen aan de LDAP-server. [Serveradres] Typ het IP-adres van de LDAP-server of voer alfanumerieke tekens in voor de hostnaam van de server (voorbeeld: ldap.voorbeeld.com). [Serveradres] en DNS ● Let op de volgende punten om fouten te voorkomen bij het zoeken naar bestemmingen: - Als de hostnaam is opgegeven bij [Serveradres], moet een DNS-server beschikbaar zijn in het netwerk.
Pagina 75
Instellen Voer de attribuutnaam in die moet worden vergeleken met een gebruikersnaam die is ingevoerd tijdens verificatie, van alfanumerieke tekens (Bijvoorbeeld: "sAMAccountName"). ● Niet vereist als [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd in [Inloggegevens]. [Kenmerk e-mailadres] Voer de attribuutnaam in die moet worden gebruikt voor het verkrijgen van een e-mailadres van de verificatie- server, van alfanumerieke tekens.
Pagina 76
Instellen De machine bewaken en bedienen met SNMP 1XSR-016 SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol voor het bewaken en aansturen van communicatieapparaten in een netwerk dat werkt met MIB (Management Information Base). Het apparaat ondersteunt SNMPv1 en SNMPv3 met extra beveiliging. U kunt de status van het apparaat controleren vanaf een computer wanneer u documenten afdrukt of de UI op afstand gebruikt.
Pagina 77
De speciale community is een vooraf gedefinieerde community die uitsluitend is bedoeld voor beheerders die met Canon-software werken, zoals iW Management Console. Schakel het selectievakje in als u de speciale community wilt gebruiken en specificeer [MIB-toegangspermissie]. Als u de speciale community niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit.
Pagina 78
Instellen [Gebruik SNMPv3] Schakel dit selectievakje in om SNMPv3 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv3 kunt u alleen opgeven als dit selectievakje is ingeschakeld. [Gebruiker inschakelen] Schakel dit selectievakje in om [Gebruikersinstellingen 1]/[Gebruikersinstellingen 2]/[Gebruikersinstellingen 3] in te schakelen. Schakel een selectievakje uit om de desbetreffende gebruikersinstellingen uit te schakelen. [Gebruikersnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam.
Pagina 79
Instellen Geef instellingen op voor het verkrijgen van informatie voor het beheren van printers. ● Met SNMP kunt u gegevens voor het beheren van printers, zoals afdrukprotocollen en printerpoorten, controleren en periodiek opvragen bij een computer in het netwerk. [Printerbeheerinformatie verkrijgen van host] Schakel het selectievakje in om via SNMP de gegevens voor printerbeheer van het apparaat te bewaken.
Pagina 80
Instellen Andere netwerkinstellingen 1XSR-017 Configureer de volgende items, al naargelang uw netwerkomgeving. FTP PASV-modus configureren(P. 71) SNTP configureren(P. 71) Het apparaat beheren vanuit de Apparaatbeheersystemen(P. 73) FTP PASV-modus configureren PASV is een FTP-communicatiestand die wordt gebruikt voor bestandsoverdracht. U kunt alleen verbinding maken met een FTP-server via een firewall met de PASV-stand.
Pagina 81
Instellen Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik SNTP] in en geef de benodigde instellingen op. [Gebruik SNTP] Schakel het selectievakje in als u SNTP wilt gebruiken voor synchronisatie. Als u SNTP niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. [NTP-servernaam] Voer het IP-adres van de NTP- of de SNTP-server in.
Pagina 82
UI op afstand. Dit gedeelte beschrijft ook hoe u communicatie- instellingen tussen het apparaat en plug-ins voor iW Management Console configureert. Neem voor meer informatie over iW Management Console contact op met de officiële Canon-dealer ter plaatse. iW Management Console-plug-ins gebruiken ●...
Pagina 83
Instellen [Reageren op Discovery] Schakel het selectievakje in als het apparaat moet reageren op pakketten voor Multicast Discovery van software voor apparaatbeheer en u bewaking door software voor apparaatbeheer wilt inschakelen. ● Als u het poortnummer wilt wijzigen voor Multicast Discovery, raadpleegt u Poortnummers wijzigen(P.
Pagina 84
Instellen Geef op hoe vaak het apparaat informatie over de status van de stroomvoorziening moet verstrekken aan software voor apparaatbeheer. Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. ◼...
Pagina 85
U kunt de stuurprogramma's en software downloaden van de Canon-website (http://www.canon.com/). ● Als nieuwe versies van stuurprogramma's en software beschikbaar komen, worden deze geupload naar de Canon-website. U kunt ze zonodig downloaden nadat u de systeemeisen hebt gecontroleerd. ● Sommige...
Pagina 86
Instellen Begininstellingen configureren voor faxfuncties 1XSR-019 Volg stappen 1 - 4 hieronder om de faxinstellingen te configureren. Bepaal eerst welke ontvangstmodus het best aansluit bij uw situatie en volg dan de aanwijzingen op het scherm om de bijbehorende instellingen te configureren. Als u meer wilt weten over een bepaalde stap, klikt u op de koppeling om naar het desbetreffende gedeelte te gaan.
Pagina 87
Instellen Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken 1XSR-01A U kunt de faxinstellingen pas configureren als u hebt bepaald welke ontvangstmodus het best aansluit bij het beoogde gebruik. Beoogd gebruik Ontvangstmodus Alleen fax gebruiken/nooit telefoon <Automatisch> gebruiken Kies deze instelling als u het apparaat uitsluitend wilt gebruiken voor het ontvangen van faxen en u de telefoon niet gaat gebruiken.
Pagina 88
Instellen Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren 1XSR-01C Registreer het faxnummer en de naam van het apparaat. Deze gegevens worden afgedrukt aan het begin van pagina's die u verstuurt. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Functie-instellingen>...
Pagina 89
Instellen De ontvangstmodus selecteren 1XSR-01E Selecteer vooraf de ontvangstmodus die het best aansluit bij het beoogde gebruik ( Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken(P. 78) ). Selecteer <Volgende>. Selecteer de ontvangstmodus. ● Selecteer <Ja> of <Nee> om de ontvangstmodus te selecteren voor de handelingen die u wilt verrichten. ●...
Pagina 90
Instellen De telefoonlijn aansluiten 1XSR-01F Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. ● Sluit het telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting ( ) van het apparaat en op de wanddoos. ● Als u een telefoon of antwoordapparaat gebruikt, moet u de aansluiting voor een externe telefoon ( ) van het apparaat gebruiken.
Pagina 91
Instellen Scaninstellingen configureren 1XSR-01H U kunt gescande originele documenten alleen rechtstreeks per e-mail of I-Fax verzenden of opslaan in gedeelde mappen of op een FTP-server als u het netwerk configureert. Voer de noodzakelijke configuratie uit, afhankelijk van uw doel en van de netwerkomgeving. Opslaan op een computer Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden(P.
Pagina 92
Instellen Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden 1XSR-01J Om dit apparaat als een scanner te gebruiken, moet u voor gebruik de nodige voorbereidingen treffen, inclusief het installeren van de software op een computer. Voor meer informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma's op de website voor de handleidingen.
Pagina 93
Instellen Instelprocedure voor e-mail verzenden / I-Faxen verzenden & ontvangen 1XSR-01K Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar e-mail. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden.
Pagina 94
Instellen Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren 1XSR-01L Configureer met de UI op afstand de gedetailleerde instellingen voor het verzenden en ontvangen, zoals de instellingen voor het gebruik van het apparaat voor het verzenden en ontvangen van I-Faxen en de instellingen voor POP-verificatie en versleuteling of communicatie, voordat u e-mailberichten of I-Faxen verzendt.
Pagina 95
Instellen [Gebruikersnaam] Voer met alfanumerieke tekens de gebruikersnaam in voor het opgegeven e-mail-account wanneer een POP3-server wordt gebruikt. [Wachtwoord instellen/wijzigen] U kunt het wachtwoord instellen of wijzigen wanneer een POP3-server wordt gebruikt, door dit selectievakje in te schakelen en alfanumerieke tekens in te voeren in [Wachtwoord]. De instellingen opgeven die nodig zijn voor I-Fax-ontvangst [POP RX] Schakel het selectievakje in als u I-Faxen wilt ontvangen.
Pagina 96
Instellen [Gebruik APOP-authenticatie] Schakel het selectievakje in om het wachtwoord tijdens het verificatieproces te coderen met APOP. SMTP-verificatie configureren Als u SMTP-verificatie (SMTP AUTH) gebruikt, worden op het moment van het verzenden van e-mail of I-Fax, de gebruikers geverifieerd aan de hand van een gebruikersnaam en wachtwoord. [Gebruik SMTP-authenticatie (SMTP AUTH)] Als u verificatie wilt inschakelen op de SMTP-server, schakelt u het selectievakje in en typt u alfanumerieke tekens in het tekstvak [Gebruikersnaam].
Pagina 97
Instellen ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. ● Afhankelijk van het netwerk dat u gebruikt, moet u mogelijk de instelling van de SMTP- of POP3-poort wijzigen ( Poortnummers wijzigen(P. 398) ). Neem voor meer informatie contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder.
Pagina 98
Instellen Procedure om een gedeelde map in te stellen als een opslaglocatie 1XSR-01R Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar gedeelde mappen. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden.
Pagina 99
Instellen Procedure om een FTP Server in te stellen als een opslaglocatie 1XSR-01S Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar een FTP-server. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden.
Pagina 100
Basishandelingen Basishandelingen Basishandelingen ............................. 93 ......................96 Onderdelen en de bijbehorende functies ................................ 97 Voorzijde ..............................101 Achterzijde ..............................102 Binnenkant ................................ 103 Aanvoer ............................ 105 Multifunctionele lade ..............................106 Papierlade ............................108 Bedieningspaneel ............................110 De machine aanzetten ........................... 111 De machine uitzetten .......................
Pagina 101
Basishandelingen ............................171 Het display aanpassen ......................... 172 Het scherm Start aanpassen ....................... 175 Veelgebruikte instellingen opslaan .................... 177 De standaardinstellingen voor functies wijzigen ............................. 179 Geluiden instellen ......................... 181 De sluimermodus inschakelen ......................183 De automatische uitschakeltijd instellen ............................ 184 Bestemmingen opslaan ....................
Pagina 102
Basishandelingen Basishandelingen 1XSR-01U In dit hoofdstuk worden de basishandelingen beschreven, zoals het gebruiken van het bedieningspaneel of het plaatsen van het papier. Het gaat hier om handelingen die vaak worden uitgevoerd om de functies van het apparaat te gebruiken. ◼ Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte wordt aandacht besteed aan de externe en interne onderdelen van het apparaat en hun functie.
Pagina 103
Basishandelingen ◼ Originelen plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u originelen op de glasplaat en in de invoerlade plaatst. Originelen plaatsen(P. 129) ◼ Papier plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het papier in de papierlade en de multifunctionele lade plaatst. Papier plaatsen(P.
Pagina 104
Basishandelingen ◼ Instelgeluiden In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het volume van de verschillende systeemgeluiden kunt aanpassen, bijvoorbeeld van het geluid dat u hoort als het verzenden van een fax is voltooid of als er een fout is opgetreden. Geluiden instellen(P.
Pagina 105
Basishandelingen Onderdelen en de bijbehorende functies 1XSR-01W In dit gedeelte worden de onderdelen van de machine beschreven (buitenzijde, voorzijde, achterzijde en binnenzijde), evenals de functie die ze hebben. Naast de onderdelen van het apparaat die nodig zijn voor het uitvoeren van basishandelingen zoals het plaatsen van originelen, het laden van papier en het vervangen van tonercartridges, wordt hier ook aandacht besteed aan de toetsen op het bedieningspaneel en het display.
Pagina 106
Basishandelingen Voorzijde 1XSR-01X Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat toetsen zoals de toets Home en de toets Stop, een display en statuslampjes. U kunt hier alle bewerkingen uitvoeren en instellingen opgeven. Bedieningspaneel(P. 108) Basisschermen(P. 115) Invoerlade / kopieerdeksel Hiermee worden originelen automatisch in de machine gevoerd om te worden gescand. Als u twee of meer vellen in de invoerlade plaatst, worden deze achter elkaar gescand.
Pagina 107
Basishandelingen ● De documentinvoer is optioneel voor de imageRUNNER C3025. USB-poort (rechter voorkant van de machine) U kunt apparaten, zoals een USB-geheugenapparaat, aansluiten op de machine. Een USB- geheugenapparaat aansluiten(P. 99) ● Geheugenmedia die niet voldoen aan de USB-specificatie, worden niet ondersteund. Op sommige soorten geheugenmedia is het niet altijd mogelijk om gegevens correct op te slaan.
Pagina 108
Basishandelingen Het stofwerende glas reinigen(P. 612) Papierlade 1 Plaats het type papier dat u het vaakst gebruikt. Papierlade(P. 106) Papierlade 2 Plaats het type papier dat u het vaakst gebruikt. U kunt papier plaatsen dat niet in papierlade 1 kan worden geplaatst, zoals A3-formaat.
Pagina 109
Basishandelingen ● Volg de juiste procedure voor het verwijderen van de geheugenmedia. Als u dat niet doet, kunnen de geheugenmedia of de machine defect raken. ● De machine ondersteunt FAT16/FAT32-geheugenmedia. ● Zorg ervoor dat u de geheugenmedia op de juiste manier op de machine aansluit. Als die niet op de juiste manier worden aangesloten, kunnen de geheugenmedia of de machine defect raken.
Pagina 110
Basishandelingen Achterzijde 1XSR-01Y Telefoonaansluiting Hier kunt u een telefoonkabel aansluiten om de machine te verbinden met een telefoonlijn. telefoonlijn aansluiten(P. 81) Externe telefoonaansluiting Hier kunt u een telefoon of antwoordapparaat aansluiten. De telefoonlijn aansluiten(P. 81) USB-poort (achterkant van de machine) Sluit op deze poort apparaten zoals een USB-toetsenbord van een andere fabrikant aan.
Pagina 111
Basishandelingen Binnenkant 1XSR-020 Stofwerende glasreiniger Gebruik deze reiniger om het stofwerende glas te reinigen. Drumeenheid De eenheid die toner op het papier aanbrengt. De drumeenheid vervangen(P. 625) Tonercartridge Vervang de tonercartridge wanneer de toner opraakt. De tonercartridge vervangen(P. 614) Fixeereenheid De eenheid die de toner op het papier fixeert.
Pagina 112
Basishandelingen Aanvoer 1XSR-021 In dit gedeelte worden de naam en het gebruik van elk deel van de aanvoer beschreven. ● De documentinvoer is optioneel voor de imageRUNNER C3025. Originelenindicator Gaat branden wanneer originelen op het originelenblad worden geplaatst. Deksel van aanvoer Open dit deksel om vastgelopen papier in de aanvoer te verwijderen.
Pagina 113
Basishandelingen Glasplaat Als u boeken, dikke en dunne originelen en andere originelen wilt scannen die niet via de invoerlade kunnen worden gescand, plaats deze dan op de glasplaat. Originelen plaatsen(P. 129) Origineelstop Houdt de originelen licht aangedrukt, zodat ze netjes in de bak terecht komen. U hoeft de positie niet handmatig aan te passen.
Pagina 114
Basishandelingen Multifunctionele lade 1XSR-022 Gebruik de papiertafel wanneer u wilt afdrukken op een papiertype dat niet in de papierlade is geplaatst, zoals etiketten. Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de breedte van het geplaatste papier, zodat het papier mooi recht in de machine wordt gevoerd.
Pagina 115
Basishandelingen Papierlade 1XSR-023 Papierlade 1 Papiergeleider (linkerzijde) Druk op het bovenste gedeelte van de linkergeleider en verschuif hem. Papiergeleider (voorzijde) Druk op het bovenste gedeelte van de voorste geleider en verschuif hem. Papierlade 2 Papiergeleider (linkerzijde) Druk op het bovenste gedeelte van de linkergeleider en verschuif hem. Papiergeleider (voorzijde) Druk op het bovenste gedeelte van de voorste geleider en verschuif hem.
Pagina 116
Basishandelingen KOPPELINGEN Papier in de papierlade plaatsen(P. 136) Optionele apparatuur(P. 765)
Pagina 117
Basishandelingen Bedieningspaneel 1XSR-024 In dit gedeelte worden de namen en toepassingen van de toetsen op het bedieningspaneel beschreven. Display Hierop wordt de voortgang van het apparaat en foutstatussen weergegeven. De display is een aanraakscherm, zodat u instellingen kunt opgeven door het scherm direct aan te raken. Basisschermen(P.
Pagina 118
Basishandelingen Stoptoets Druk op deze toets om het afdrukken en andere bewerkingen te annuleren. KOPPELINGEN Basisbediening(P. 122)
Pagina 119
Basishandelingen De machine aanzetten 1XSR-025 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de machine aanzet. Controleer of de stekker goed op de wandcontactdoos is aangesloten. Open de klep van de hoofdschakelaar en druk op de hoofdschakelaar in de richting van " ".
Pagina 120
Basishandelingen De machine uitzetten 1XSR-026 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de machine uitzet. Controleer eerst de bedrijfsstatus van de machine voordat u die uitzet. ● Schakel de machine niet uit als de functie Fax/I-Fax in gebruik is. I-fax- of faxdocumenten kunnen niet worden verzonden of ontvangen wanneer de machine uit staat.
Pagina 121
Basishandelingen Op een vaste tijd uitschakelen 1XSR-027 U kunt een instelling realiseren dat het apparaat iedere dag van de week op een bepaalde tijd automatisch UIT gaat. Hiermee kunt u nutteloos stroomverbruik vermijden dat kan optreden als u nalaat het apparaat UIT te schakelen. Standaard is deze functie niet actief.
Pagina 122
Basishandelingen [Zondag] tot [Zaterdag] Voer de tijd in waarop het apparaat UIT moet gaan. Als u op een bepaalde weekdag het vakje leeg laat, is de functie voor die dag niet actief. Klik op [OK]. Als het apparaat op de opgegeven tijd niet automatisch UIT gaat ●...
Pagina 123
Basishandelingen Het bedieningspaneel gebruiken 1XSR-028 U kunt het display en de toetsen van het bedieningspaneel gebruiken om apparaatinstellingen te configureren of functies te activeren. Dit gedeelte beschrijft het basisgebruik van het display en de toetsen. Basisschermen(P. 115) Basisbediening(P. 122) Tekst invoeren(P. 125) ●...
Pagina 124
Basishandelingen Basisschermen 1XSR-029 Het scherm Start of het instellingenscherm wordt op het display weergegeven, zodat u kunt beginnen met functies zoals kopiëren en scannen. Met het display kunt u ook informatie controleren, zoals foutmeldingen en de bedieningsstatus van het apparaat. Het scherm is ook een aanraakpaneel, dus u kunt bedieningshandelingen uitvoeren door het scherm direct aan te raken.
Pagina 125
Basishandelingen Startscherm 1XSR-02A Het scherm Start wordt weergegeven wanneer u het apparaat Inschakelt of door op het bedieningspaneel op drukken. Via dit scherm kunt u instellingen opgeven en functies registreren. Een andere pagina kiezen Kies hiermee een andere pagina in het Start-scherm. U kunt ook zijdelings strijken om van pagina te wisselen.
Pagina 126
Basishandelingen Druk bestanden af die op een USB-geheugenmedium zijn opgeslagen. Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia)(P. 280) <Beveiligde afdruk> Met behulp van deze functie drukt u een beveiligd document af. Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken)(P.
Pagina 127
Basishandelingen Toon "Favoriete Instellingen" geregistreerd bij kopiëren, faxen en scannen. Knoppen toevoegen aan het schermStart(P. 172) KOPPELINGEN Het scherm Start aanpassen(P. 172)
Pagina 128
Basishandelingen Het scherm <Statusmonitor> 1XSR-02C Wanneer u <Statusmonitor> selecteert, wordt er een scherm weergegeven waarin u de voortgang kunt controleren van documenten, en ook de status van het apparaat (resterende hoeveelheid in de tonercartridge, enzovoort) en netwerkinstellingen, zoals het IP-adres van het apparaat. <Foutgegevens/melding>...
Pagina 129
Basishandelingen Status en logboeken van gekopieerde, afgedrukte, en verzonden / ontvangen documenten Hiermee geeft u de huidige status van het geselecteerde item weer. Hieronder ziet u het scherm <Kopieer-/ afdrukopdracht> als voorbeeld. <Netwerkinformatie> Geeft de netwerkinstellingen zoals het IP-adres van het apparaat weer en de status zoals de staat van de draadloze LAN-communicatie.
Pagina 130
Basishandelingen Berichtenvenster 1XSR-02E Berichten worden op het scherm weergegeven, bijvoorbeeld als het papier op is of de tonercartridges opraken. Maatregelen bij elk bericht(P. 671) Als een fout optreedt In sommige gevallen worden, wanneer een fout optreedt, instructies weergegeven over hoe u moet reageren. Volg in dat geval de aanwijzingen op het scherm om het probleem op te lossen.
Pagina 131
Basishandelingen Basisbediening 1XSR-02F Het display is een aanraakscherm: u bedient het door het aan te raken. Vermijd de volgende handelingen. ● Hierdoor kunnen zich storingen voordoen of kan het display beschadigd raken. - Hard drukken - Drukken met puntige voorwerpen (vingernagel, balpen, potlood enzovoort) - Aanraken met vochtige/vuile handen - Het display gebruiken terwijl er een voorwerp op staat ●...
Pagina 132
Basishandelingen ◼ Items selecteren Tik op een itemnaam of knop om een selectie te maken. Als u een item per ongeluk aanraakt ● Schuif uw vinger weg en laat los om de selectie te annuleren. Teruggaan naar het vorige scherm ●...
Pagina 133
Basishandelingen ● U kunt verschillende instellingen wijzigen voor het display, zoals de weergavetaal: <Weergave- instellingen>(P. 467) ● Als u het scherm wilt wijzigen dat automatisch wordt weergegeven wanneer het apparaat een bepaalde tijd inactief is, raadpleegt u: <Functie na automatische reset> (P. 475) ●...
Pagina 134
Basishandelingen Tekst invoeren 1XSR-02H Als u tekst of een getal invoert, gebruik dan het scherm-toetsenbord. De numerieke toetsen worden op het scherm weergegeven om uitsluitend cijfers in te voeren. Een ander type tekst kiezen Tik op <a1/#> om tijdens het invoeren van tekst naar een ander teksttype te schakelen. ●...
Pagina 135
Basishandelingen Waardebereik ● Tussen haakjes ( ) weergegeven waarden onder het invoervak duiden het waardebereik aan. Als andere knoppen dan de numerieke toetsen worden weergegeven: ● Als <+> / <-> of worden weergegeven, kunt u met behulp van de knoppen de numerieke waarde verhogen of verlagen, of de cursor verplaatsen.
Pagina 136
Basishandelingen Aanmelden bij het apparaat 1XSR-02J Als Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld of er zijn Systeembeheerders-ID's geactiveerd, kunt u het apparaat pas gebruiken wanneer u hebt ingelogd. U moet ook inloggen als er beperkingen zijn ingesteld voor het gebruik van de fax- en scanfuncties. ●...
Pagina 137
Basishandelingen ➠ Het inlogscherm verandert in het scherm Start. ● Als u klaar bent, selecteert u <Afmelden> om het aanmeldingsscherm weer te geven. Inloggen op Geautoriseerd verzenden Als de autorisatie-instelling Zend-functie ( LDAP-Server-authenticatie(P. 385) ) is ingeschakeld, wordt het inlogscherm Geautoriseerd Zenden weergegeven wanneer de fax- of scanfunctie wordt gebruikt. Voer uw gebruikersnaam in.
Pagina 138
Basishandelingen Originelen plaatsen 1XSR-02K Leg originelen op de glasplaat of in de documentinvoer. Gebruik de glasplaat voor het scannen van dikke of ingebonden documenten, zoals boeken. U kunt twee of meer vellen originelen in de documentinvoer plaatsen zodat deze continu kunnen worden gescand. Voor informatie over laadbare formaten enzovoort raadpleegt u Machine(P.
Pagina 139
Basishandelingen Calqueerpapier of transparanten scannen ● Als u transparante originelen wilt scannen (bijvoorbeeld calqueerpapier of transparanten), plaatst u deze op de glasplaat en bedekt u ze met gewoon wit papier. Originelen op de glasplaat plaatsen Open de documentinvoer of het deksel van de glasplaat. ●...
Pagina 140
Basishandelingen Sluit de documentinvoer of het deksel van de glasplaat voorzichtig. ➠ Het origineel kan nu worden gescand. ● Als het scannen is voltooid, haalt u het origineel van de glasplaat. Originelen in de aanvoer plaatsen Schuif de papiergeleiders uit elkaar. ●...
Pagina 141
Basishandelingen ● Zorg ervoor dat de stapel originelen niet hoger is dan de markeringen voor het maximale aantal vellen ). Als u te grote originelen plaatst, worden ze misschien niet gescand of kunnen ze een papierstoring veroorzaken. ● Strijk vouwen in uw originelen altijd vlak voordat u ze in de aanvoer plaatst. Als het origineel vouwen heeft, kan er een scherm met een foutbericht verschijnen omdat het formaat van de originelen niet correct kan worden gedetecteerd.
Pagina 142
Basishandelingen Schuif de papiergeleiders goed tegen de randen van het origineel ● Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. Tijdens het scannen van originelen ● Voeg geen originelen toe en verwijder er ook geen. Wanneer het scannen is voltooid ●...
Pagina 143
Basishandelingen Papier plaatsen 1XSR-02L U kunt het papier plaatsen in de papierlade of in de multifunctionele lade. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. De papierlade is handig wanneer u grote hoeveelheden papier gebruikt. Gebruik de papiertafel wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst.
Pagina 144
Basishandelingen ● Laat het papier verpakt in zijn originele verpakking om het papier tegen vocht of droogte te beschermen. ● Bewaar papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen. ● Bewaar het papier niet staand en stapel ook niet te veel papier op. ●...
Pagina 145
Basishandelingen Basismethode voor het plaatsen van papier 1XSR-02R In dit gedeelte wordt de methode voor het plaatsen van papier beschreven dat relatief vaak wordt gebruikt, zoals normaal of gerecycled papier. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. Gebruik de papiertafel wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst.
Pagina 146
Basishandelingen ● Verschuif de geleiders tot u een klik hoort. Als de linker geleider en de voorste geleider niet juist worden ingesteld, zal het papierformaat niet juist op het touch panel display verschijnen. De geleiders dienen tevens juist te worden ingesteld om papierstoringen, verontreinigde afdrukken en of verontreiniging van de binnenzijde van de machine te voorkomen.
Pagina 147
Basishandelingen ● Waaier alle vier de randen van het papier goed uit. ● Controleer of er genoeg lucht tussen elk vel papier zit. Hier plaatst u het papier. Zorg dat de formaatinstelling van de papierlade overeenkomt met het formaat papier dat in de lade wordt geplaatst.
Pagina 148
Basishandelingen ● Papier kan elkaar overlappen wanneer het wordt ingevoerd, of er kan een papierstoring optreden, afhankelijk van snijvlak van het papier. De afdrukstand wijzigen en het papier opnieuw plaatsen kan het effect van het snijvlak verminderen. ● Als het papier op is en het afdrukken wordt gestopt, plaatst u een nieuwe stapel papier. Het afdrukken wordt hervat nadat de nieuwe stapel papier is geplaatst.
Pagina 149
Basishandelingen Leg papier klaar. ● Waaier de papierstapel uit en tik met de onderkant op een vlak oppervlak om de vellen papier mooi gelijk te leggen. ● Waaier alle vier de randen van het papier goed uit. ● Controleer of er genoeg lucht tussen elk vel papier zit. ●...
Pagina 150
Basishandelingen ● Zorg ervoor dat de stapel papier niet hoger is dan de lijn die het maximale aantal vellen aangeeft ( Als u te veel papier plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken. ● Als u enveloppen of papier met een logomerk gebruikt, let dan op de oriëntatie wanneer u deze in de papierbron plaatst.
Pagina 151
Basishandelingen Enveloppen plaatsen 1XSR-02S Plaats enveloppen in de papierlade of in de papiertafel. Strijk de enveloppen glad voordat u ze gaat laden. Let ook op de invoerrichting van de enveloppen en welke kant naar boven moet wijzen. Voordat u enveloppen plaatst(P. 142) Enveloppen in de papierlade plaatsen(P.
Pagina 152
Basishandelingen ● Herhaal deze stap vijf keer voor elke set van vijf enveloppen. Strijk de enveloppen plat en verwijder eventuele lucht. ● Plaats de enveloppen op een vlakke ondergrond en beweeg uw handen in de richting van de pijlen om de lucht in de enveloppen te verwijderen.
Pagina 153
Basishandelingen ● Controleer of er geen enveloppen onder de flap van de envelop ervoor of erna zijn geschoven. Enveloppen in de papierlade plaatsen Bevestig de enveloppenaanvoer aan de papierlade. Verwijder enveloppenaanvoer A die is opgeslagen in papierlade 2. Bevestig enveloppenaanvoer A door de uitstekende delen van enveloppenaanvoer A uit te lijnen met de gaatjes op de papierontvanger onder op de papierlade.
Pagina 154
Basishandelingen Pas de positie van de papiergeleiders aan. Papierlade 1 (ISO-C5) Papierlade 2 Plaats de enveloppen. Plaatsen in papierlade 1 Plaats de enveloppen zoals hieronder aangegeven, met de voorkant van de enveloppen (de kant zonder gelijmde delen) omhoog. ISO-C5 Sluit de flappen en plaats de enveloppen zodanig dat de flappen zich aan de rechterkant bevinden.
Pagina 155
Basishandelingen Plaatsen in papierlade 2 Plaats de enveloppen zoals hieronder aangegeven, met de voorkant van de enveloppen (de kant zonder gelijmde delen) omhoog. Yougatanaga 3 Sluit de flappen en plaats de enveloppen zodanig dat de flappen zich aan de buitenkant bevinden. Monarch, COM10 nr.
Pagina 156
Basishandelingen Enveloppen plaatsen op de papiertafel Plaats de enveloppen zoals weergegeven in de volgende afbeeldingen, met de voorkant van de enveloppen (de kant zonder de gelijmde delen) omlaag (aanbevolen). Yougatanaga 3 Sluit de flappen en plaats de enveloppen zodanig dat de flappen zich aan de buitenkant bevinden. Nagagata 3, Kakugata 2 Plaats de enveloppen zodanig dat de flappen zich aan de rechterkant bevinden.
Pagina 157
Basishandelingen Als het afdrukken van enveloppen die in de normale richting zijn geplaatst, leidt tot gekreukelde afdrukken Plaats het papier zoals weergegeven in de afbeelding en wijzig de instellingen en de richting van het origineel. Yougatanaga 3 Nagagata 3 ● Om het afdrukken uit te voeren, geeft u afdrukinstellingenscherm van het printerstuurprogramma weer en wijzigt u de instelling voor papieroriëntatie.
Pagina 158
Basishandelingen Voorbedrukt papier plaatsen 1XSR-02U Als u papier plaatst met een logo erop, let dan op de invoerrichting van het papier ongeacht of u de papierlade of de papiertafel gebruikt. Zorg dat het papier goed is geplaatst zodat er op dezelfde kant met het logo wordt afgedrukt. Papier met een logo in de papierlade plaatsen(P.
Pagina 159
Basishandelingen Aanvoer (document in liggende richting van Glasplaat (document in liggende richting van A3- A3-formaat) formaat) ● In dit gedeelte wordt beschreven hoe u voorbedrukt papier in de juiste invoerrichting plaatst. Zie Basismethode voor het plaatsen van papier(P. 136) voor een beschrijving van de algemene procedure voor het plaatsen van papier in de papierlade of in de papiertafel.
Pagina 160
Basishandelingen Papier in liggende richting De afdrukresultaten Papier met een logo in de papiertafel plaatsen De methode voor het plaatsen van papier is afhankelijk van de oriëntatie (staand of liggend) van papier met een voorbedrukt logo. Plaats het papier met de zijde met het logo (de te bedrukken zijde) naar beneden, zoals weergegeven in de volgende afbeeldingen.
Pagina 162
Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven 1XSR-02W U moet ervoor zorgen dat de instellingen voor het type en formaat papier overeenkomen met het papier dat is geplaatst. Vergeet dus niet de papierinstellingen aan te passen wanneer u papier gaat laden dat afwijkt van het eerder gebruikte papier.
Pagina 163
Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst 1XSR-02X Selecteer <Papierinstell.> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Controleer het weergegeven papierformaat en type. ● Wanneer u een standaardpapierformaat plaatst, wordt het papierformaat automatisch gedetecteerd. Als zowel papierformaat als papiertype juist zijn, is de volgende handeling niet nodig.
Pagina 164
Basishandelingen Plaatsen van aangepast papier Selecteer <Aangepast formaat>. Geef de lengte van de zijde <X> en <Y> op. ● Selecteer <X> of <Y> en voer de lengte van iedere zijde in met behulp van de numerieke toetsen. ● Als u de papierformaten die u het vaakst gebruikt, opslaat onder knoppen <S1> tot <S3>, kunt u ze met één aanraking oproepen.
Pagina 165
Basishandelingen ● Bevestig het etiket met het papierformaat op dezelfde hoogte als de indicator van het cassettenummer en ongeveer 5 mm naar links. * Ongeveer 5 mm ● Houd er rekening mee dat het papierformaatetiket papierformaten kan bevatten die niet beschikbaar zijn op de machine.
Pagina 166
Basishandelingen Het papierformaat en -type opgeven voor het papier in de papiertafel 1XSR-02Y Dit scherm wordt weergegeven als papier is geladen in de multifunctionele lade. Volg de aanwijzingen op het scherm om instellingen op te geven voor het formaat en type papier dat is geladen. Papierinstellingen op het apparaat ●...
Pagina 167
Basishandelingen Selecteer het papierformaat op het tabblad <Veelgebruikte formaten>. ● Als het formaat van het geplaatste papier niet zichtbaar is, selecteert u het tabblad <Overige formaten>. Papier van A4 of A5 formaat plaatsen ● Selecteer in de liggende stand <A4> of <A5>. Selecteer in de staande stand <A4R> of <A5R>. Plaatsen van aangepast papier Selecteer <Aangepast formaat>.
Pagina 168
Basishandelingen ● Als u de plaatsing van de enveloppen hebt gewijzigd, drukt u op <Invoer korte zijde> of <Invoer lange zijde> en selecteert u het type envelop. ● Als u verticale plaatsing hebt geselecteerd voor Nagagata 3, drukt u op <Volgende> en geeft u de lengte van de flap op.
Pagina 169
Basishandelingen Het favoriete papierformaat en de favoriete papiersoort voor de multifunctionele lade registreren 1XSR-0F4 Als u een specifiek formaat en type van papier gebruikt bij het laden in de multifunctionele lade, kunt u dat papier vooraf registreren als "Favoriet papier" in de multifunctionele lade. "Favoriet papier" kan gemakkelijk worden opgeroepen vanaf het scherm dat wordt weergegeven wanneer u papier in de multifunctionele lade laadt.
Pagina 170
Basishandelingen Wanneer u papier van standaardformaat gaat plaatsen Selecteer <Standaardformaat>. Selecteer het papierformaat op het tabblad <Veelgebruikte formaten>. ● Als het formaat van het geplaatste papier niet zichtbaar is, selecteert u het tabblad <Overige formaten>. Wanneer u papier met het formaat A4 of A5 gaat plaatsen ●...
Pagina 171
Basishandelingen ● Als u de plaatsing van de enveloppen hebt gewijzigd, drukt u op <Invoer korte zijde> of <Invoer lange zijde> en selecteert u het type envelop. ● Als u verticale plaatsing hebt geselecteerd voor Nagagata 3, drukt u op <Volgende> en geeft u de lengte van de sluitklep op.
Pagina 172
Basishandelingen Het papierformaat en de papiersoort in de multifunctionele lade vastleggen 1XSR-030 U kunt standaard-papierinstellingen opslaan voor de multifunctionele lade. Hierdoor hoeft u niet steeds instellingen in te voeren wanneer u altijd hetzelfde papier gebruikt in de multifunctionele lade. ● Als u standaardpapierinstellingen hebt opgegeven, wordt het scherm met papierinstellingen niet meer weergegeven wanneer u papier laadt.
Pagina 173
Basishandelingen Papier van A4 of A5 formaat plaatsen ● Selecteer in de liggende stand <A4> of <A5>. Selecteer in de staande stand <A4R> of <A5R>. Plaatsen van aangepast papier Selecteer <Aangepast formaat>. ● U kunt het papierformaat opgeven als <Vrij formaat>, zodat u de papierformaatinstelling niet moet opgeven.
Pagina 174
Basishandelingen ● Als u verticale plaatsing hebt geselecteerd voor Nagagata 3, drukt u op <Volgende> en geeft u de lengte van de flap op. ● Wanneer u Kakugata 2 gebruikt, moet u deze horizontaal plaatsen. Selecteer <Toepassen>. Selecteer het papiertype. ...
Pagina 175
Basishandelingen Een aangepast papierformaat registreren 1XSR-031 U kunt maximaal drie aangepaste papierformaten opslaan die u regelmatig gebruikt. Selecteer <Papierinstell.> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Gebr.papier registr.>. Selecteer het registratienummer. Een instelling verwijderen ● Selecteer <Verwijderen> <Ja>. Geef de lengte van de zijde <X> en <Y> op. ●...
Pagina 176
Basishandelingen Standaardpapierinstellingen registreren voor de multifunctionele lade 1XSR-032 U kunt ervoor zorgen dat alleen papierformaten die u vaak gebruikt, worden getoond op het tabblad <Veelgebruikte formaten> voor het selecteren van de instelling van het papierformaat. Selecteer <Papierinstell.> in het scherm Start. Startscherm(P.
Pagina 177
Basishandelingen Automatisch een juiste papierbron voor iedere functie selecteren 1XSR-033 De functie voor het automatisch selecteren van de papierbron voor iedere papierbron in- of uitschakelen. Als deze mogelijkheid is ingesteld op <Aan>, selecteert het apparaat automatisch voor iedere afdruktaak een papierbron waarin het juiste papierformaat is geladen.
Pagina 178
Basishandelingen De automatische formaatdetectie van de papierlade instellen 1XSR-034 Registreer voor elke papierlade het papierformaat dat automatisch moet worden gedetecteerd. Deze instelling is handig wanneer het formaat van het papier dat moet worden ingevoerd, werd bepaald voor elke papierlade. U kunt ook het papierformaat instellen dat automatisch voor de papiertafel moet worden gedetecteerd.
Pagina 179
Basishandelingen A5R_STMTR papieronderscheid 1XSR-035 U kunt voor elke papierlade het papierformaat instellen dat moet worden gebruikt voor de bewerking wanneer het papier dat in de papierlade is geladen, A5R of STMTR is. Dit item treedt in werking als <Alle formaten> wordt geselecteerd in <Groep Pprformt voor autom. herk. in lade>...
Pagina 180
Basishandelingen Het display aanpassen 1XSR-036 Om het scherm Start gebruiksvriendelijker te maken, kunt u het op de gebruiker toesnijden. Daarnaast kunt u efficiënter werken door voor iedere functie uw favoriete instellingen voor het scherm Basisfuncties te registreren. Het scherm Start aanpassen U kunt knoppen die worden weergegeven in het scherm Start rangschikken naar eigen voorkeur.
Pagina 181
Basishandelingen Het scherm Start aanpassen 1XSR-037 U kunt knoppen voor snelkoppelingen die worden weergegeven in het scherm Start toevoegen / wissen naar eigen toepassing of u kunt ze rangschikken naar eigen voorkeur. U kunt de volgorde waarin zij worden weergegeven, wijzigen.
Pagina 182
Basishandelingen Geregistreerde knoppen verwijderen ● Wis het selectievakje voor de naam van de knop die u wilt verwijderen en selecteer <Toepassen>. Nadat u een geregistreerde knop hebt verwijderd, verschijnt een ruimte op de plek waar de knop werd weergegeven op het scherm Start. Verwijder deze ruimte zonodig. Lees het bericht dat wordt weergegeven en selecteer <OK>.
Pagina 183
Basishandelingen Een spatie verwijderen ● Selecteer de spatie die u wilt verwijderen en selecteer <Lege wissen>. Selecteer <Toepassen>. KOPPELINGEN Basisbediening(P. 122)
Pagina 184
Basishandelingen Veelgebruikte instellingen opslaan 1XSR-038 Als u vaak dezelfde instellingen gebruikt bij het kopiëren, kunt u deze registreren als "favoriete instellingen" en hoeft u niet steeds dezelfde instellingen te configureren bij het kopiëren, faxen of scannen. En als u gecompliceerde instellingen als "favoriete instellingen"...
Pagina 185
Basishandelingen Selecteer of u de instellingen wilt registreren als een knop voor een snelkoppeling. ● Als u <Ja> selecteert, wordt een bericht weergegeven. Bekijk de melding en selecteer <OK>. De geregistreerde combinatie van instellingen wordt toegevoegd aan het scherm Start als een sneltoets. ●...
Pagina 186
Basishandelingen De standaardinstellingen voor functies wijzigen 1XSR-039 De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op <Reset> drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft op te geven als u een handeling verricht. ◼...
Pagina 187
Basishandelingen ◼ E-Mail Raadpleeg voor informatie over veranderbare instelitems <E-mailinstellingen> (P. 558) . <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Verzend- en scaninstellingen> <E- mailinstellingen> <Standaardinstellingen wijzigen (E-mail)> Selecteer de instelling Wijzig de standaardwaarde van het geselecteerde item <Toepassen> ◼ I-Fax Raadpleeg voor informatie over veranderbare instelitems <I-faxinstellingen>...
Pagina 188
Basishandelingen Geluiden instellen 1XSR-03A De machine produceert in verschillende situaties geluidssignalen, bijvoorbeeld om aan te geven dat het versturen van een fax is voltooid of dat er papier is vastgelopen. U kunt het volume van deze geluiden afzonderlijk instellen. ◼ <Faxvolume>...
Pagina 189
Basishandelingen Instelling Beschrijving Procedure <Invoersignaal> Bevestigingssignaal telkens wanneer op een Selecteer <Aan> (signaal toets op het bedieningspaneel of een knop op het produceren) of <Uit> (geen display wordt gedrukt signaal produceren). <Signaal invoerfout> Geluid bij het indrukken van een ongeldige toets, zoals bij het invoeren van een cijfer buiten het toegestane bereik <Toon voor aanvullen voorraad>...
Pagina 190
Basishandelingen De sluimermodus inschakelen 1XSR-03C In de slaapstand wordt het stroomverbruik verlaagd door de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel te onderbreken. Als er gedurende bepaalde tijd geen bewerkingen worden uitgevoerd op het apparaat, zoals tijdens de lunchpauze, kunt u energie besparen door op op het bedieningspaneel te drukken.
Pagina 191
Basishandelingen <Menu> <Voorkeuren> <Timer-/energie-instellingen> <Automatische sluimertijd> Stel de periode in van inactiviteit waarna de machine automatisch in de sluimerstand wordt geplaatst <Toepassen> De slaapstandinstelling veranderen voor de opgegeven tijd U kunt instellen dat het apparaat op een opgegeven tijd naar de slaapstand gaat. U kunt ook instellen dat het apparaat de slaapstand op een opgegeven tijd verlaat.
Pagina 192
Basishandelingen De automatische uitschakeltijd instellen 1XSR-03E Door deze instelling in te schakelen, kunt u het apparaat zodanig instellen dat deze automatisch wordt uitgezet. De machine wordt automatisch uitgeschakeld zodra de opgegeven periode van inactiviteit is verstreken nadat de sluimermodus werd geactiveerd. U kunt instellen dat de stroomtoevoer automatisch wordt uitgeschakeld als u vergeet het apparaat uit te schakelen, bijvoorbeeld's nachts of in vakanties.
Pagina 193
Basishandelingen Bestemmingen opslaan 1XSR-03F U kunt veelgebruikte bestemmingen opslaan in het fax/scanadresboek en eenvoudig selecteren als u ze nodig hebt ( Bestemmingen opslaan in het adresboek(P. 186) ). U kunt bestemmingen alfabetisch zoeken, kiezen uit lijsten in het adresboek of invoeren via een code van drie cijfers (codes voor verkort kiezen). Daarnaast kunt u de volgende functies gebruiken om bestemmingen snel op te geven.
Pagina 194
Basishandelingen < > Geeft bestemmingen voor I-Faxen weer. < > Geeft bestemmingen weer voor gedeelde mappen en FTP-servers. Registratie van bestemmingen wordt gerealiseerd vanaf de computer. Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P. 452) < > Geeft een lijst met bestemmingen weer die zijn opgeslagen met de functie Groepskiezen. ●...
Pagina 195
Basishandelingen Bestemmingen opslaan in het adresboek 1XSR-03H Dit gedeelte beschrijft hoe u bestemmingen vanaf het bedieningspaneel registreert. U kunt ook de UI op afstand gebruiken om bestemmingen te registreren. Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P. 452) Selecteer <Adresboek> in het scherm Start. Startscherm(P.
Pagina 196
Basishandelingen Selecteer condities om het zoekresultaat weer te geven. <Met alle onderstaande voorwaarden> Er worden alleen gebruikers gevonden en weergegeven die voldoen aan alle zoekcriteria uit stappen 3 en <Met sommige vd onderst. voorwaarden> Als gebruikers die aan minstens één van de opgegeven zoekcriteria die in stappen 3 en 4 zijn opgegeven, voldoen, geef dan al deze gebruikers weer.
Pagina 197
Basishandelingen <ECM TX> Als tijdens verzending een fout in een afbeelding optreedt, wordt de fout gecontroleerd en gecorrigeerd om te voorkomen dat een onjuiste afbeelding wordt verzonden bij de instelling <Aan>. <TX-snelheid> Als het even duurt voordat een verzending begint, bijvoorbeeld vanwege een slechte telefoonverbinding, kunt u de transmissiestartsnelheid verlagen.
Pagina 198
Basishandelingen Meerdere bestemmingen registreren als een groep 1XSR-03J U kunt meerdere bestemmingen selecteren die al zijn opgeslagen en deze registreren als een groep. Dit gedeelte beschrijft hoe u een groep vanaf het bedieningspaneel registreert. U kunt een groep ook registreren met behulp van de UI op afstand.
Pagina 199
Basishandelingen Herhaal stap 6 tot en met 8 totdat u alle gewenste bestemmingen hebt opgeslagen en selecteer vervolgens <Toepassen>. Toont informatie over de opdracht ● Selecteer de bestemming en selecteer <Details>. Een bestemming uit de groep verwijderen ● Selecteer de bestemming die u uit de groep wilt verwijderen en selecteer <Verwijderen> <Ja>.
Pagina 200
Basishandelingen De opgeslagen bestemmingen in het adresboek bewerken 1XSR-03K U kunt uw instellingen veranderen, bijvoorbeeld een geregistreerd faxnummer of -naam, het type geregistreerde bestemming veranderen van faxnummer naar e-mail, een kiescode veranderen, en groepsbestemmingen toevoegen of verwijderen. U kunt ook bestemmingen of groepen verwijderen. ●...
Pagina 201
Kopiëren Kopiëren Kopiëren ................................193 ......................195 Scherm met basisfuncties voor kopiëren ........................197 Basisbewerkingen voor kopiëren ............................203 Kopiëren annuleren ...................... 204 Kopieerstatus en logboeken controleren ..................206 Verbeteren en aanpassen van de kopieerkwaliteit ....................207 Het type origineel voor kopiëren selecteren ..............
Pagina 202
Kopiëren Kopiëren 1XSR-03L In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan basisbewerkingen voor kopiëren en worden verschillende andere handige functies beschreven, zoals het instellen van de kleurbalans en het kopiëren van identiteitskaarten. ◼ Basishandelingen gebruiken Scherm met basisfuncties voor kopiëren(P. 195) Basisbewerkingen voor kopiëren(P.
Pagina 203
Kopiëren ◼ Handige kopieerfuncties gebruiken Handige kopieerfuncties(P. 214) Meerdere documenten op één Een origineel met naast elkaar Originelen met verschillende vel kopiëren (N op 1)(P. 215) liggende pagina's kopiëren als formaten gelijktijdig kopiëren twee afzonderlijke (Verschillende origineelformaten) pagina's(P. 216) (P. 217) Eindigen met Sorteren/ Afwerken met het ID-kaart kopieën maken(P.
Pagina 204
Kopiëren Scherm met basisfuncties voor kopiëren 1XSR-03R Als u <Kopiëren> in het scherm Start selecteert, verschijnt het scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren. Huidige instellingenstatus en -knoppen De instelstatus, zoals kopieerverhouding, kopieerpapier, en aantal kopieën, worden weergegeven. Om correct te kopiëren, moet u beslist de hier weergegeven instellingen controleren. Als u een instelling wilt veranderen, selecteert u het gewenste instelitem.
Pagina 205
Kopiëren <Reset> U kunt de standaard instellingen gezamenlijk herstellen. <Start> Start kopiëren met deze knop.
Pagina 206
Kopiëren Basisbewerkingen voor kopiëren 1XSR-03S Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen-procedure om een origineel te kopiëren. Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen(P. 129) Selecteer <Kopiëren> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Aantal kopieën> in het scherm voor basisbewerkingen voor kopiëren. Scherm met basisfuncties voor kopiëren(P.
Pagina 207
Kopiëren <Zwart-wit> Kopieën in uitsluitend zwart (K), ongeacht de kleur van het origineel. ● Originelen met kleuren die dicht bij zwart liggen, originelen met lichte kleuren of originelen met kleine kleurgebieden kunnen worden gedetecteerd als originelen in zwart-wit, ook als u <Auto (Kleur/Z-W)>...
Pagina 208
Kopiëren 2-zijdig kopiëren U kunt twee pagina's van een origineel op beide zijden van het papier kopiëren. U kunt ook een dubbelzijdig origineel op beide zijden van het papier kopiëren, of op twee afzonderlijke pagina's. ● <2-zijdig> is mogelijk niet voor alle formaten en soorten papier beschikbaar. Beschikbaar papier(P.
Pagina 209
Kopiëren Vergroten of verkleinen U kunt kopieën vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage te gebruiken zoals <A5->A4> of door in stappen van 1% een aangepast zoompercentage in te stellen. ● Als u een instelling realiseert voor <N op 1> nadat u het zoompercentage hebt ingesteld, heeft de instelling van het verkleiningspercentage in <N op 1>...
Pagina 210
Kopiëren <Papier> Selecteer de papierbron <Sluiten> Selecteert automatisch het papier afhankelijk van het oorspronkelijk geladen formaat. Gebruik voor de kopieën het papier dat in de multifunctionele lade is geplaatst. Gebruik voor de kopieën het papier dat in de papierlade (lade 1) van het apparaat is geplaatst.
Pagina 211
Kopiëren ● Herhaal deze stap totdat het volledige origineel is gescand. Selecteer <Afdruk starten>. ● Wanneer het bericht <Papierformaat past niet bij instellingen> of <Het geheugen is vol. Scannen wordt geannuleerd. Wilt u afdrukken?> wordt weergegeven op het display. Maatregelen bij elk bericht(P.
Pagina 212
Kopiëren Kopiëren annuleren 1XSR-03U Als u de kopieerbewerking wilt annuleren direct nadat u op <Start> hebt gedrukt, selecteert u <Annuleren> op het scherm of drukt u op op het bedieningspaneel. U kunt het kopiëren ook annuleren nadat u de kopieerstatus hebt gecontroleerd.
Pagina 213
Kopiëren Kopieerstatus en logboeken controleren 1XSR-03W U kunt de actuele kopieerstatus en de logboeken voor gekopieerde documenten controleren. ● Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de kopieer-logboeken niet inzien. <Weergave opdrachtlog>(P. 590) Handig in de volgende situaties ●...
Pagina 214
Kopiëren ➠ Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. Als een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen voor elke foutcode(P. 687) KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 197) Kopiëren annuleren(P. 203)
Pagina 215
Kopiëren Verbeteren en aanpassen van de kopieerkwaliteit 1XSR-03X U kunt de kopieerkwaliteit verbeteren door gedetailleerdere instellingen op te geven, zoals de helderheid aanpassen, onnodige schaduwen verwijderen, enzovoort. Het type origineel voor kopiëren Aanpassen van beeldscherpte Verwijderen van donkere randen selecteren(P. 207) voor kopiëren (beeldscherpte) bij het kopiëren (randverwijdering) (P.
Pagina 216
Kopiëren Het type origineel voor kopiëren selecteren 1XSR-03Y U kunt de optische beeldkwaliteit voor de kopie selecteren op basis van het type origineel, zoals documenten met alleen tekst, documenten met grafieken en tabellen of documenten met tijdschriftfoto's. <Kopiëren> <Andere instell.> <Type origineel>...
Pagina 217
Kopiëren Aanpassen van beeldscherpte voor kopiëren (beeldscherpte) 1XSR-040 U kunt de scherpte van de gekopieerde afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. <Kopiëren>...
Pagina 218
Kopiëren Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 197) De kleur aanpassen(P. 212)
Pagina 219
Kopiëren Verwijderen van donkere randen bij het kopiëren (randverwijdering) 1XSR-041 Als u originelen kopieert die kleiner zijn dan het uitvoerpapierformaat, verschijnen er mogelijk kaderlijnen rond de randen in de gekopieerde afbeelding. Als u tegenover elkaar liggende pagina's van een dik boek kopieert, verschijnen er mogelijk donkere randen.
Pagina 220
Kopiëren Voorbeeld: Als u de donkere randen en kaderlijnen bij boeken wilt wissen KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 197)
Pagina 221
Kopiëren De kleur aanpassen 1XSR-042 Pas de kleurbalans aan om de individuele niveaus geel, magenta, cyaan of zwart te bepalen. <Kopiëren> <Andere instell.> <Kleurbalans> Selecteer de kleur, en pas het kleurniveau aan <Toepassen> Voorbeeld: als u een kopie wilt maken met kleuren die beter overeenkomen met het origineel Voorbeeld: als u een kopie wilt maken met kleuren die lichter zijn dan het origineel ●...
Pagina 222
Kopiëren Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 197) Aanpassen van beeldscherpte voor kopiëren (beeldscherpte)(P. 208)
Pagina 223
Kopiëren Handige kopieerfuncties 1XSR-043 Om papierafval te beperken, kunt u meerdere vellen op één pagina afdrukken of de afwerking controleren om te voorkomen dat u verkeerde kopieën laat maken. Er is ook een functie om originelen met verschillende formaten samen te kopiëren of om beide zijden van een kaart enzovoort op één pagina te kopiëren. Meerdere documenten op één Een origineel met naast elkaar Originelen met verschillende...
Pagina 224
Kopiëren Meerdere documenten op één vel kopiëren (N op 1) 1XSR-044 U kunt het formaat van een origineel met meerdere pagina's reduceren, en alle pagina's op één zijde van het papier rangschikken. U kunt het aantal vellen opslaan als het document kan worden gekopieerd op minder pagina's dan die van het origineel.
Pagina 225
Kopiëren Een origineel met naast elkaar liggende pagina's kopiëren als twee afzonderlijke pagina's 1XSR-045 U kunt een origineel met twee naast elkaar liggende pagina's zoals boeken en tijdschriften op afzonderlijke pagina's kopiëren, waarbij u de linker- en rechterpagina's van elkaar scheidt. U kunt 2-zijdige kopieën maken, en de rechterpagina op de voorzijde en de linkerpagina op de achterzijde kopiëren.
Pagina 226
Kopiëren Originelen met verschillende formaten gelijktijdig kopiëren (Verschillende origineelformaten) 1XSR-046 U kunt originelen met verschillende formaten in de aanvoer plaatsen en ze tegelijkertijd scannen. Zo elimineert u de noodzaak om opnieuw papier te selecteren en het origineel te plaatsen. ● U kunt beperkt bepaalde combinaties van origineelformaten scannen.
Pagina 227
Kopiëren Eindigen met Sorteren/Groeperen 1XSR-047 Bij het kopiëren van twee kopieën of meer vanuit de aanvoer kunt u sorteren of groeperen selecteren voor de volgorde van de afdrukken. Selecteer "Sorteren" om op volgorde af te drukken. Selecteer "Groeperen" om bundels van elke pagina af te drukken.
Pagina 228
Kopiëren <Kopiëren> <Andere instell.> <Afwerking> <Sorteren (Paginavolgorde)> of <Groep (Zelfde pagina's)> <Verschuiving> <Aan> <Toepassen> ● Voor het gebruik van de verschuiffunctie is een optioneel apparaat nodig. Optionele apparatuur(P. 765) ● Afhankelijk van het papiertype kunt u geen afwerkingsfuncties gebruiken. Specificaties(P. 735) KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P.
Pagina 229
Kopiëren Afwerken met het nietapparaat 1XSR-048 U kunt elke kopie inbinden met het nietapparaat na een gesorteerde of gegroepeerde uitvoer. <Kopiëren> <Andere instell.> <Afwerking> <Nieten> Selecteer <Volgende> Selecteer de wijze van nieten. <Hoek> Om op een plek in de hoek van de pagina te nieten, selecteert u <Hoek> voor de nietpositie. <Dubbel>...
Pagina 230
Kopiëren ID-kaart kopieën maken 1XSR-049 Gebruik <Kopie ID-kaart> om de voor- en achterzijde van een ID-kaart op dezelfde zijde van een pagina te kopiëren. Deze functie is handig als u bijvoorbeeld een rijbewijs of paspoort gaat kopiëren. ● <Zoompercentage> wordt automatisch ingesteld op <100%>. Plaats de kaart op de glasplaat <Kopie ID-kaart>...
Pagina 231
Faxen Faxen Faxen ..................................223 ......................226 Scherm met basisfuncties voor faxen ................... 227 Basishandelingen voor het verzenden van faxen ......................235 Het verzenden van faxen annuleren ............................... 236 Faxen ontvangen ......................... 240 Nuttige functies bij verzenden ..........241 Eerder gebruikte zendinstellingen oproepen (herhaalde-oproepinstellingen) ............
Pagina 232
Faxen Faxen 1XSR-04A In dit hoofdstuk worden faxinstellingen, basishandelingen voor het faxen en verschillende andere nuttige functies beschreven, zoals Faxen via pc voor het rechtstreeks vanaf een computer verzenden van documenten, Adresboek voor het gemakkelijk opgeven van bestemmingen en Doorsturen zodat u faxen kunt ontvangen, ook wanneer u niet op kantoor bent.
Pagina 233
Faxen ◼ Faxen ontvangen manier zoals wilt Verschillende ontvangstmethoden(P. 247) Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (ontvangst in geheugen)(P. 248) ◼ Alle ontvangen documenten doorsturen De ontvangen documenten automatisch doorsturen(P. 250) ◼ Faxen rechtstreeks vanaf uw computer versturen Faxen versturen vanaf uw computer(P. 254)
Pagina 234
Faxen ◼ Faxen verzenden en ontvangen via internet Internet Fax (I-Fax) gebruiken(P. 257)
Pagina 235
Faxen Scherm met basisfuncties voor faxen 1XSR-04C Als u <Fax> in het scherm Start selecteert, verschijnt het scherm voor basisfuncties voor faxen als u faxen verzendt. Tabblad <Bestem. inv.> Selecteer dit tabblad om direct een bestemming in te voeren. Tabblad <Bestemming opgeven> Selecteer dit tabblad om naar een LDAP-server te zoeken, een kiescode in te voeren, of een bestemming op te geven met behulp van de herhaalde-oproepinstellingen.
Pagina 236
Faxen Basishandelingen voor het verzenden van faxen 1XSR-04E Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen-procedure om een origineel te faxen. ● U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken. Begininstellingen configureren voor faxfuncties(P. 77) Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen(P.
Pagina 237
Faxen Selecteer een index. Index(P. 184) Schakel het selectievakje voor de gewenste bestemming in en selecteer <Toepassen>. ● Als een bestemming is geselecteerd uit het <Adresboek> in het scherm Start, kan het scherm voor basisfuncties voor faxen verschijnen terwijl de geselecteerde bestemming blijft gespecificeerd. Opgeven uit kiescodenummers Getallen van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) worden aan adressen in het Adresboek toegewezen.
Pagina 238
Faxen ● Wanneer <Bevestigen bij TX-kiescode> is ingesteld op <Aan>, verschijnt een scherm met de bestemming en de naam voor de code. (In het geval van een code voor groepskiezen ziet u de naam van de bestemming en het aantal bestemmingen.) Controleer of alles in orde is en tik op <OK>. Om een andere bestemming op te geven, tikt u op <Annuleren>...
Pagina 239
Faxen Selecteer <LDAP-server> op het tabblad <Bestemming opgeven>. Selecteer de LDAP-server die u gebruikt. Selecteer condities waaraan te zoeken gebruikersinformatie moet voldoen. ● Naam, faxnummers, e-mailadressen, namen van bedrijven, en bedrijfsunits zijn de criteria die beschikbaar zijn voor het zoeken naar bestemmingen. Voer de te zoeken tekenreeks in, en selecteer <Toepassen>.
Pagina 240
Faxen Schakel het selectievakje in voor de gebruiker die u wilt opgeven als bestemming, en selecteer <Toepassen>. Een bestemming toevoegen ● Als u faxen naar verschillende bestemmingen tegelijk wilt verzenden (groepsverzending), herhaalt u de betreffende stappen om alle bestemmingen in te voeren. ●...
Pagina 241
Faxen ◼ Resolutie selecteren Selecteer <Resolutie> op het tabblad <TX/RX-instellingen> Selecteer de resolutie ◼ Dichtheid aanpassen Selecteer <Densiteit> op het tabblad <TX/RX-instellingen> Stel de dichtheid in <Toepassen> ◼ Scherpte aanpassen Selecteer <Scherpte> op het tabblad <TX/RX-instellingen> tab Stel de scherpte in <Toepassen>...
Pagina 242
Faxen Dubbelzijdige originelen scannen Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van originelen in de invoer. ● Het apparaat kan de beide zijden van originelen namelijk niet automatisch scannen wanneer u de originelen op de glasplaat legt of wanneer Handmatig verzenden is ingeschakeld. Selecteer <2-zijdig origineel>...
Pagina 243
Faxen Leg het volgende origineel op de glasplaat, en selecteer <Volg. scannen>. ● Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand. Selecteer <Verz. starten>. ➠ De faxen worden verzonden. ● Als u faxen altijd met dezelfde instellingen wilt verzenden: De standaardinstellingen voor functies wijzigen(P.
Pagina 244
Faxen Het verzenden van faxen annuleren 1XSR-04F Als u het verzenden van faxberichten wilt annuleren, onmiddellijk nadat u op <Start> hebt gedrukt, selecteert u <Annuleren> op het display of drukt u op op het bedieningspaneel. U kunt het verzenden van faxberichten ook annuleren na het controleren van de faxstatus.
Pagina 245
Faxen Faxen ontvangen 1XSR-04H In dit gedeelte worden de methoden beschreven voor het ontvangen van faxen. Er wordt ook uitgelegd hoe u de machine configureert voor het ontvangen van faxen. U moet enkele procedures uitvoeren met betrekking tot de faxfuncties voordat u de ontvangstinstellingen gaat opgeven. Begininstellingen configureren voor faxfuncties(P.
Pagina 246
Faxen Als de oproep een fax is De fax wordt automatisch ontvangen nadat u een signaal voor een binnenkomende oproep hebt gehoord. Als de oproep een telefoongesprek is Het antwoordapparaat wordt ingeschakeld, zodat de beller een bericht kan <Antwoordapparaat> inspreken. Als u de handset opneemt voordat de beller een bericht heeft ingesproken, kunt u het gesprek gewoon aannemen.
Pagina 247
Faxen Als u <Fax/telefoon (autom. schakelen)> selecteert Geef desgewenst de drie volgende instellingen op. Selecteer <Toepassen> als u klaar bent. <Starttijd beltoon> Hier kunt u aangeven hoe lang u een signaal moet horen voordat de machine bepaalt of een binnenkomende oproep een fax is of een telefoongesprek.
Pagina 248
Faxen KOPPELINGEN Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren(P. 252) Verschillende ontvangstmethoden(P. 247)
Pagina 249
Faxen Nuttige functies bij verzenden 1XSR-04J Dit gedeelte beschrijft hoe u een fax moet doorsturen naar een vooraf opgegeven bestemming, hoe u een fax moet verzenden na een telefoongesprek, en hoe u een kopie van een faxdocument moet opslaan. Eerder gebruikte Een fax versturen na een Als u wilt annuleren, selecteer zendinstellingen oproepen...
Pagina 250
Faxen Eerder gebruikte zendinstellingen oproepen (herhaalde-oproepinstellingen) 1XSR-04K U kunt bestemmingen oproepen die u eerder hebt opgegeven. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte faxinstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. ● Als <Beperk opn. verz. vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren(P.
Pagina 251
Faxen ➠ De geselecteerde bestemming en de faxinstellingen die toen is gebruikt, worden opgeven. U kunt de instellingen ook voorafgaand aan het verzenden wijzigen. Bestemmingen verwijderen Als u naar meerdere bestemmingen hebt overgedragen, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. Selecteer <Bevestig bestemming>. Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best.>.
Pagina 252
Faxen ● Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand. Selecteer <Verz. starten>. ➠ De faxen worden verzonden. KOPPELINGEN Basishandelingen voor het verzenden van faxen(P. 227)
Pagina 253
Faxen Een fax versturen na een telefoongesprek (handmatige verzending) 1XSR-04L U kunt faxen handmatig versturen aan het einde van een telefoongesprek. Wanneer u een pieptoon hoort over de telefoon, betekent dit dat de ontvanger probeert uw fax te ontvangen. Selecteer <Start> om de fax te verzenden. ●...
Pagina 254
Faxen ● Als u wilt annuleren, selecteer dan <Annuleren> <Ja>. Het verzenden van faxen annuleren(P. 235) Leg de handset op de haak. KOPPELINGEN Basishandelingen voor het verzenden van faxen(P. 227) Het verzenden van faxen annuleren(P. 235) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren(P. 252)
Pagina 255
Faxen Als u wilt annuleren, selecteer dan 1XSR-04R U kunt een fax verzenden naar een opgegeven adres, maar u kunt gefaxte documenten ook verzenden naar een vooraf ingesteld adres voor opslag. Zo kunt u gemakkelijk een logboek bijhouden van wat u hebt verstuurd. U kunt als adres voor opslag een faxnummer opgeven, een e-mailadres, een gedeelde map op de computer, een FTP-server of een I-Fax.
Pagina 256
Faxen Verschillende ontvangstmethoden 1XSR-04S U kunt ontvangen faxen opslaan in het geheugen van het apparaat, zonder ze af te drukken. U kunt het papierafval beperken door de gedetailleerde informatie van faxdocumenten te controleren en uitsluitend nodige documenten af te drukken. Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (ontvangst in geheugen)(P.
Pagina 257
Faxen Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (ontvangst in geheugen) 1XSR-04U U kunt ontvangen faxberichten in het geheugen van het apparaat opslaan en ze later afdrukken. Met deze functie kan worden voorkomen dat onbevoegde personen onbedoeld vertrouwelijke documenten kunnen inzien. Documenten opslaan in het geheugen(P.
Pagina 258
Faxen ● Het is niet mogelijk <Faxvoorbeeld gebruiken> en <Geheugenslottijd instellen> tegelijk op te geven. Documenten afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen Om ontvangen documenten in het geheugen af te drukken, stelt u <Gebruik geheugenslot> in op <Uit>. Alle documenten in het geheugen worden afgedrukt.
Pagina 259
Faxen De ontvangen documenten automatisch doorsturen 1XSR-04W U kunt instellen dat alle ontvangen documenten worden doorgestuurd naar bepaalde bestemmingen. U kunt zo altijd en overal faxen ontvangen, ook als u niet op kantoor bent. Instellingen opgeven voor documenten die automatisch moeten worden doorgestuurd(P. 250) Door te sturen documenten afdrukken(P.
Pagina 260
Faxen ◼ Documenten in het geheugen afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen Selecteer <Statusmonitor>. Selecteer <Fouten met doorzenden van faxen>. Selecteer het document dat u wilt controleren/opnieuw verzenden/verwijderen. ➠ Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. ● Om het geactiveerde document af te drukken, selecteert u <Afdrukken> <Yes>.
Pagina 261
Faxen Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 1XSR-04X De statuswaarden en communicatielogboeken voor verzonden en ontvangen faxdocumenten kunt u afzonderlijk controleren voor verzonden en ontvangen faxen. ● Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de communicatielogboeken niet raadplegen. <Weergave opdrachtlog>(P.
Pagina 262
Faxen Als een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen voor elke foutcode(P. 687) KOPPELINGEN Basishandelingen voor het verzenden van faxen(P. 227) Het verzenden van faxen annuleren(P. 235) Faxen ontvangen(P. 236) I-Faxen verzenden(P. 258) I-faxen ontvangen(P.
Pagina 263
Faxen Faxen versturen vanaf uw computer 1XSR-04Y U kunt faxdocumenten die u met uw computerapplicatie hebt gemaakt, rechtstreeks vanaf de computer faxen. U hoeft de documenten dan niet eerst af te drukken en u kunt zo toner en papier besparen. U moet de basis-faxinstellingen opgeven ( Begininstellingen configureren voor faxfuncties(P.
Pagina 264
Faxen Faxen verzenden vanaf een computer 1XSR-050 ● Als <Toestaan faxstuurprogr. TX> op het apparaat is ingesteld op <Uit>, kunt u geen faxen versturen vanaf een computer. Faxen vanaf een computer beperken(P. 431) ● U moet Beheer afdelings-id inschakelen in het faxstuurprogramma dat u gebruikt als deze functie is ingeschakeld op de machine.
Pagina 265
Faxen Herhaal de stappen 2 en 3 als u bestemmingen erbij wilt opgeven. ● U kunt een bestemming toevoegen door in stap 3 op [Volgende bestemming toevoegen] te klikken. ● Als u een nummer moet opgeven om een buitenlijn te kiezen, klikt u op [Gedetailleerde instellingen] [Add Outside Dialing Prefix to G3/G4/IP Fax Number] en voert u het nummer in [Prefix voor buitenlijn] in.
Pagina 266
Faxen Internet Fax (I-Fax) gebruiken 1XSR-051 De functie Internet Fax (I-Fax) biedt u de mogelijkheid faxen te verzenden en te ontvangen over internet. De oorspronkelijke te faxen documenten worden als TIFF- beeldbestanden aan e-mailberichten gehecht. Omdat er geen telefoonverbinding wordt gebruikt, kunt u faxberichten versturen naar verre bestemmingen en documenten van vele pagina's versturen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de kosten van de communicatie.
Pagina 267
Faxen I-Faxen verzenden 1XSR-052 Als u een fax wilt versturen naar een computer of een ander toestel dat geschikt is voor I-Fax, geeft u niet een faxnummer op als de bestemming, maar een e-mailadres. Verstuurt u een I-Fax naar een computer, dan wordt deze verstuurt als een e-mail-attachment in TIFF-formaat.
Pagina 268
Faxen Schakel het selectievakje voor de gewenste bestemming in en selecteer <Toepassen>. ● Als een bestemming is geselecteerd in <Adresboek> in het scherm Start, kan het scherm voor basisfuncties voor het verzenden van I-faxen verschijnen terwijl de geselecteerde bestemming blijft gespecificeerd. Opgeven uit kiescodenummers Getallen van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) worden aan adressen in het Adresboek toegewezen.
Pagina 269
Faxen ● Wanneer <Bevestigen bij TX-kiescode> is ingesteld op <Aan>, verschijnt een scherm met de bestemming en de naam voor de code. (In het geval van een code voor groepskiezen ziet u de naam van de bestemming en het aantal bestemmingen.) Controleer of alles in orde is en tik op <OK>. Om een andere bestemming op te geven, tikt u op <Annuleren>...
Pagina 270
Faxen Voer de te zoeken tekenreeks in, en selecteer <Toepassen>. ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 125) . ● Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 3 en 4. Selecteer <Zoekmethode>. Selecteer condities om het zoekresultaat weer te geven. <Met alle onderstaande voorwaarden>...
Pagina 271
Faxen ● Selecteer de methode die wordt gebruikt om bestemmingen op te geven op het tabblad <Bestemming opgeven> en geef de bestemming op. ● Als u <LDAP-server> of <Mezelf opgeven als bestemming> hebt opgegeven, wordt de bestemming opgegeven in het veld <Aan>. ●...
Pagina 272
Faxen Het antwoordadres opgeven Als u de ontvanger een antwoordadres wilt weergeven dat verschilt van het adres van het apparaat, moet u het hier opgeven. Selecteer het beoogde antwoordadres uit de in het adresboek geregistreerde bestemmingen. Als geen bestemming is opgeslagen in het adresboek, raadpleegt u Bestemmingen opslaan(P.
Pagina 273
Faxen ● Als de postbus is leeggemaakt, wordt alle e-mail in de serverpostbus verwijderd. Als u het e-mailaccount opgeeft dat u gewoonlijk gebruikt, moet u eerst controleren of er eventueel nog e-mail in de postbus zit die bewaard moet blijven. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
Pagina 274
Faxen I-faxen ontvangen 1XSR-053 ◼ Wanneer een I-Fax binnenkomt Wanneer een I-Fax binnenkomt, knippert het Data-lampje op het bedieningspaneel. Wanneer een I-Fax volledig is ontvangen, wordt het document automatisch afgedrukt en gaat het lampje uit. ● Om de ontvangst te annuleren, selecteert u <Statusmonitor> <RX-opdracht>...
Pagina 275
Afdrukken Afdrukken Afdrukken ................................267 ........................268 Afdrukken vanaf een computer ............................ 270 Afdrukken annuleren ....................... 273 Afdrukstatus en logboeken controleren ........................275 Verschillende afdrukmethoden ........276 Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) ......................277 Documenten beveiligd afdrukken ...........
Pagina 276
Afdrukken Afdrukken 1XSR-054 Er zijn veel manieren om het apparaat als printer te gebruiken. U kunt documenten op uw computer afdrukken met behulp van het printerstuurprogramma of afbeeldingsbestanden afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat. Maak afhankelijk van uw wensen volledig gebruik van de afdrukfuncties. ◼...
Pagina 277
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer 1XSR-055 Documenten die u met een programma op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma heeft een aantal handige instellingen, zoals vergroten/ verkleinen en dubbelzijdig afdrukken, waarmee u uw documenten op verschillende manieren kunt afdrukken. U kunt de afdrukfunctie van het apparaat pas gebruiken nadat u enkele procedures hebt doorlopen, zoals het installeren van het printerstuurprogramma op uw computer.
Pagina 278
Afdrukken Papierinstellingen op het apparaat ● Normaal gesproken moet u, voordat u gaat afdrukken, het formaat en het type papier opgeven dat is geladen in iedere papierbron. Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer. Selecteer het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
Pagina 279
Afdrukken Afdrukken annuleren 1XSR-056 U kunt het afdrukken annuleren vanaf uw computer of vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. Vanaf een computer(P. 270) Vanaf het bedieningspaneel(P. 271) Vanaf een computer U annuleert het afdrukken vanaf het pictogram van de printer dat wordt weergegeven in het systeemvak van het bureaublad.
Pagina 280
Afdrukken Annuleren vanuit een programma ● In sommige programma's verschijnt het onderstaande scherm. U kunt het afdrukken annuleren door te klikken op [Annuleren]. Vanaf het bedieningspaneel Annuleer het afdrukken met of <Statusmonitor>. ◼ Druk op om te annuleren Als op het scherm een lijst met documenten verschijnt wanneer op is gedrukt Selecteer het document dat u wilt annuleren, en selecteer <Annuleren>...
Pagina 281
Afdrukken Afdrukstatus en logboeken controleren(P. 273)
Pagina 282
Afdrukken Afdrukstatus en logboeken controleren 1XSR-057 U kunt de actuele afdrukstatus en de logboeken voor afgedrukte documenten controleren. ● Wanneer <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de afdruklogboeken niet inzien. <Weergave opdrachtlog>(P. 590) Handig in de volgende situaties ●...
Pagina 283
Afdrukken ➠ Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. ● De weergegeven documentnaam of gebruikersnaam komt mogelijk niet overeen met de werkelijke document- of gebruikersnaam. Als een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen voor elke foutcode(P.
Pagina 284
Afdrukken Verschillende afdrukmethoden 1XSR-058 Dit gedeelte beschrijft hoe u een document afdrukt door een pincode toe te voegen, en hoe u een bestand afdrukt dat is opgeslagen op een USB-geheugenapparaat, zonder gebruik te maken van een printerstuurprogramma. Een document afdrukken dat is beveiligd met een Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat pincode (beveiligd afdrukken)(P.
Pagina 285
Afdrukken Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) 1XSR-059 Als u gaat afdrukken vanaf een computer, kunt u een pincode instellen voor een document. Het document blijft dan in het geheugen van het apparaat staan en wordt pas afgedrukt nadat op het bedieningspaneel van het apparaat de juiste pincode is ingevoerd.
Pagina 286
Afdrukken Documenten beveiligd afdrukken 1XSR-05A In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een document vanuit een programma kunt afdrukken als een beveiligd document. Er wordt eerst beschreven hoe u een beveiligd document naar de machine stuurt en daarna kunt u lezen hoe u het beveiligde document kunt afdrukken.
Pagina 287
Afdrukken Beveiligde documenten afdrukken Drukt beveiligde documenten af die naar het apparaat zijn verzonden. Als een geldige periode ( De periode wijzigen waarna beveiligde documenten worden verwijderd(P. 279) ) is verstreken, wordt het beveiligde document verwijderd uit het geheugen van het apparaat en kunt u het niet meer afdrukken. ●...
Pagina 288
Afdrukken De periode wijzigen waarna beveiligde documenten worden verwijderd U kunt de geldige periode wijzigen vanaf het moment dat beveiligde documentgegevens naar het apparaat zijn verzonden tot het moment dat ze zijn verwijderd. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Functie-instellingen>.
Pagina 289
Afdrukken Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia) 1XSR-05C U kunt bestande rechtstreeks afdrukken door een USB-geheugenapparaat op het apparaat aan te sluiten. Met behulp van deze functie kunt u afdrukken zonder gebruik te maken van een computer. Voor meer informatie over de beschikbare USB-geheugenapparaten en hoe u het USB-geheugenapparaat plaatst / verwijdert, raadpleegt u USB-geheugenapparaat aansluiten(P.
Pagina 290
Afdrukken Voorbeeld Details ● U kunt de inhoud van een PDF-bestand niet bekijken. ● U kunt de methode van bestandsweergave opgeven voor het weergeven van het scherm <Geheugenmedia afdruk> screen. <Standaard weergave-instell.> (P. 583) De sorteervolgorde van bestanden wijzigen U kunt de sorteervolgorde wijzigen van de bestanden op een USB-geheugenapparaat. ●...
Pagina 291
Afdrukken Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de multifunctionele lade is geplaatst. Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de papierlade (lade 1) van het apparaat is geplaatst. Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de papierlade (lade 2) van het apparaat is geplaatst.
Pagina 292
Afdrukken Maakt geen dubbelzijdige afdrukken. Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze horizontaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden. Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze verticaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden. ● <2-zijdig afdrukken> is mogelijk niet voor alle formaten of typen papier beschikbaar. Beschikbaar papier(P.
Pagina 293
Afdrukken ● Als u bij het afdrukken van een PDF-bestand afbeeldingen van negen of zestien pagina's wilt combineren op één pagina, selecteert u <PDF-details instellen> <N op 1>. <JPEG/TIFF-det. inst.> U kunt de afdrukinstellingen voor JPEG- en TIFF-afbeeldingen wijzigen. <2-zijdig afdrukken> U kunt dubbelzijdige afdrukken maken.
Pagina 294
Afdrukken <Gradatie> Kies deze optie om beelden met een fijne gradatie, zoals beelden van een digitale camera vloeiend af te drukken. <Foutdiffusie> Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gegevens met tekst en dunne lijnen en de gebogen lijnen van CAD-gegevens, etc.
Pagina 295
Afdrukken Geef op of de grootte van de afdruk wordt aangepast aan het afdrukbereik van het papier. Let op: vergroten of verkleinen heeft geen invloed op de lengte/breedte-verhouding van het origineel. <Afdrukgebied vergroten> Geef op of u het afdrukbereik wilt vergroten tot het papierformaat. ●...
Pagina 296
Afdrukken Geef op of u grijs-data wilt omzetten naar CMYK-data (cyan, magenta, yellow en black) met behulp van het grijswaardenprofiel van het apparaat. Raadpleeg <Grijswaardenprofiel gebruiken>(P. 547) voor de beschrijving van de instelling. <Uitvoerprofiel> Selecteer het juiste profiel voor afdrukdata. U kunt deze optie opgeven voor ieder afbeeldingstype in een document.
Pagina 297
Afdrukken Selecteer <Afdruk starten>. ➠ Het afdrukken wordt gestart. ● Als u het afdrukken wilt annuleren, selecteert u <Annuleren> <Ja>. ● Als u altijd dezelfde afdrukinstellingen wilt gebruiken: Geheugenmedia afdruk(P. 177) KOPPELINGEN <Bestanden opslaan/gebruiken>(P. 577)
Pagina 298
Scannen Scannen Scannen ................................290 ......................292 Scherm voor basisfuncties voor scannen ..................295 Basisbewerkingen voor het scannen van originelen ......................296 Scannen, en op een computer opslaan ................. 298 Instelgegevens opslaan op een USB-geheugentoestel ............302 Gegevens via E-mail verzenden naar een gedeelde map of FTP-server ......................
Pagina 299
Scannen Scannen 1XSR-05E U kunt originele documenten scannen door het bedieningspaneel van het apparaat of een programma op een computer te gebruiken. Welke manier u ook gebruikt, de gescande originelen worden geconverteerd naar elektronische bestandsindelingen zoals PDF-bestanden. Gebruik de scanfunctie om omvangrijke papieren documenten te converteren naar bestanden zodat u deze gemakkelijk kunt ordenen.
Pagina 300
Scannen ◼ Efficiënt, betrouwbaar U kunt instructies vinden over hoe u het rendement bij het verzenden van data verbetert, en beschrijvingen van handige instellingen. Handige scanfuncties(P. 320) ◼ Scannen vanaf een computer U kunt originelen die op het apparaat zijn geplaatst, scannen vanaf een computer. De gescande originelen worden opgeslagen op de computer.
Pagina 301
Scannen Scherm voor basisfuncties voor scannen 1XSR-05F Als u <Scannen> in het scherm Start selecteert, verschijnt het scherm voor Basisbewerkingen voor scannen. <Computer> De gescande data opslaan op een computer. Scherm voor basisfuncties voor computerscannen(P. 292) <Scanner op afstand> Plaatst het apparaat in de online-status als originelen vanaf een computer worden gescand. Scannen via de computer (extern scannen) (P.
Pagina 302
Scannen Type scan Selecteer de scan-instelling. Scannen, en op een computer opslaan(P. 296) <Start> Start het scannen met deze knop. Scherm met basisfuncties voor USB-scannen Verzendinstellingen Het origineel wordt gescand op basis van de instellingen die hier worden geconfigureerd. <Reset> U kunt de standaard instellingen gezamenlijk herstellen.
Pagina 303
Scannen Tabblad <Verzendinstellingen> Selecteer dit tabblad om de scaninstellingen van het origineel in te voeren. <Bevestig bestemming> U kunt de naam en het adres van de opgegeven bestemming controleren of veranderen, maar ook het aantal bestemmingen. <Reset> U kunt de standaard instellingen gezamenlijk herstellen. <Start>...
Pagina 304
Scannen Basisbewerkingen voor het scannen van originelen 1XSR-05H Dit gedeelte beschrijft de basisprocedures voor het scannen van originelen. ◼ Scannen Scannen, en op een computer Instelgegevens opslaan op een Gegevens via E-mail verzenden opslaan(P. 296) USB-geheugentoestel(P. 298) naar een gedeelde map of FTP- server(P.
Pagina 305
Scannen Scannen, en op een computer opslaan 1XSR-05J De procedure van het scannen van een origineel en het opslaan op een computer kan alleen worden uitgevoerd wanneer vanaf het apparaat wordt gescand. Voer de scan uit terwijl u opgeeft op welke computer de originelen worden opgeslagen, geef op of de originelen in kleur of in zwart-wit worden gescand, of de originelen worden opgeslagen als PDF- of JPEG-bestanden en geef de overige instellingen op.
Pagina 306
Scannen Als u in stap 1 originelen in de documentinvoer plaatst Wanneer het scannen is voltooid, wordt de doelmap voor de opslag op de computer weergegeven. Wanneer u in stap 1 originelen op de glasplaat legt Volg, wanneer het scannen is voltooid, onderstaande procedure (behalve als u JPEG als bestandsformaat hebt geselecteerd).
Pagina 307
Scannen Instelgegevens opslaan op een USB-geheugentoestel 1XSR-05K Dit gedeelte beschrijft hoe u het origineel scant, en de gescande gegevens opslaat op een USB-geheugenapparaat. ● Voordat u data op een USB-geheugenapparaat opslaat, moet u dit apparaat in de USB-poort steken. Voor informatie over de beschikbare USB-geheugenapparaten en hoe u het USB-geheugenapparaat plaatst / verwijdert, raadpleegt u Een USB-geheugenapparaat aansluiten(P.
Pagina 308
Scannen Een bestandsindeling selecteren U kunt bestandsformaten selecteren waarin documenten moeten worden gescand, zoals PDF/JPEG/TIFF. Voor PDF kunt u Compact PDF selecteren, wat de gegevensomvang beperkt, of de indeling PDF die zoeken in de tekst mogelijk maakt door tekstgegevens op te nemen die met OCR (optical character resolution) zijn gescand.
Pagina 309
Scannen <Bestandsindeling> <TIFF-details instellen> <Splitsen in pagina's> Selecteer <Uit> of <Aan> De dubbelzijdige originelen scannen Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van originelen in de invoer. ● Het apparaat kan automatisch de beide zijden van het op de glasplaat geplaatste origineel scannen. <2-zijdig origineel>...
Pagina 310
Scannen Wanneer u in stap 1 originelen op de glasplaat legt Volg, wanneer het scannen is voltooid, onderstaande procedure (behalve als u JPEG als bestandsformaat hebt geselecteerd). Als u extra pagina's van documenten wilt scannen, plaatst u het volgende origineel op de glasplaat en selecteert u <Volg.
Pagina 311
Scannen Gegevens via E-mail verzenden naar een gedeelde map of FTP-server 1XSR-05L Dit gedeelte beschrijft de procedures voor het scannen van originelen, en het rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden van de gescande gegevens, door ze aan een e-mailbericht toe te voegen, of ze op te slaan in een gedeelde map of op de FTP-server.
Pagina 312
Scannen ● U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. Bestemmingen opslaan(P. 184) ● Het adres van de gedeelde map of de FTP-server registreren vanaf een computer. Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P. 452) Selecteer <Adresboek>...
Pagina 313
Scannen Selecteer <Aan>. Voer een code van drie cijfers in. ● Als u een onjuiste waarde hebt ingevoerd, wist u deze met behulp van Als er bevestigingsscherm verschijnt ● Wanneer <Bevestigen bij TX-kiescode> is ingesteld op <Aan>, verschijnt een scherm met de bestemming en de naam voor de code.
Pagina 314
Scannen Selecteer <LDAP-server> op het tabblad <Bestemming opgeven>. Selecteer de LDAP-server die u gebruikt. Selecteer condities waaraan te zoeken gebruikersinformatie moet voldoen. ● Naam, faxnummers, e-mailadressen, namen van bedrijven, en bedrijfsunits zijn de criteria die beschikbaar zijn voor het zoeken naar bestemmingen. Voer de te zoeken tekenreeks in, en selecteer <Toepassen>.
Pagina 315
Scannen Schakel het selectievakje in voor de gebruiker die u wilt opgeven als bestemming, en selecteer <Toepassen>. Als een scherm verschijnt waarop reeds een bestemming is opgegeven ● U kunt uitsluitend verzenden naar een beperkt aantal bestemmingen. Wilt u verzenden naar andere bestemmingen, dan moet u de authenticatie-instellingen van de zendfunctie zodanig configureren, dat e- mailverzending niet wordt beperkt.
Pagina 316
Scannen Het scanformaat van het origineel opgeven U kunt het scanformaat van originelen opgeven. Selecteer <Scanformaat> op het tabblad <Verzendinstellingen> Selecteer het originele formaat Een bestandsindeling selecteren U kunt bestandsformaten selecteren waarin documenten moeten worden gescand, zoals PDF/JPEG/TIFF. Voor PDF kunt u Compact PDF selecteren, wat de gegevensomvang beperkt, of de indeling PDF die zoeken in de tekst mogelijk maakt door tekstgegevens op te nemen die met OCR (optical character resolution) zijn gescand.
Pagina 317
Scannen ◼ Een PDF-bestand op pagina indelen Geef op of u het origineel met meerdere pagina's wilt omzetten in één PDF-bestand, of voor iedere pagina een afzonderlijk PDF-bestand wilt maken. Deze instelling kunt u voor ieder PDF-formaat configureren. Selecteer <Bestandsindeling> <PDF-details instellen>...
Pagina 318
Scannen ● Raadpleeg Duidelijk scannen(P. 314) De juiste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit kiezen(P. 324) voor informatie over andere scaninstellingen. ● Geef voor e-mail het onderwerp, de tekst, het antwoordadres en de prioriteit op. E-mailinstellingen opgeven(P. 328) Selecteer <Start>. ● Als het scherm <Bevestig bestemming>...
Pagina 319
Scannen Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina. Scherm van UI op afstand(P. 442) Selecteer [TX-instellingen] [Netwerkinstellingen - E-mail-/I-faxinstellingen]. Klik op [Wissen] in [Postbus wissen]. Lees de melding die wordt weergegeven en klik op [OK]. ➠ E-mail wordt gewist uit de postbus. ●...
Pagina 320
Scannen Verzenden van documenten annuleren 1XSR-05R Als u het verzenden van documenten wilt annuleren direct nadat u op <Start> hebt gedrukt, tikt u op <Annuleren> op het display of drukt u op . U kunt het verzenden van documenten ook annuleren nadat u de verzendstatus hebt gecontroleerd.
Pagina 321
Scannen Status en logboek van gescande originelen controleren 1XSR-05S U kunt de actuele status en de logboeken van gescande originelen direct vanaf het apparaat controleren. ● Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de logboeken voor verzonden documenten niet inzien.
Pagina 322
Scannen Als een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen voor elke foutcode(P. 687) KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 295) Verzenden van documenten annuleren(P. 311) Rapporten en lijsten afdrukken(P. 646)
Pagina 323
Scannen Duidelijk scannen 1XSR-05U Als u bestanden maakt voor brochures die veel afbeeldingen bevatten of met stiften / potloden geschreven rapporten, kunt u de dichtheid en helderheid aanpassen voor een helderder beeld. Beeldkwaliteit aanpassen(P. 315) Dichtheid aanpassen(P. 316) Scherpte bij het scannen instellen (scherpte)(P.
Pagina 324
Scannen Beeldkwaliteit aanpassen 1XSR-05W U kunt de beeldkwaliteit voor de scan selecteren op basis van het type origineel, zoals originelen met alleen tekst, originelen met grafieken en tabellen, of tijdschriftfoto's. Instelgegevens opslaan op een USB-geheugentoestel <Scannen> <USB-geheugen> <Type origineel> Selecteer het type origineel Gegevens verzenden via e-mail/I-Fax of gegevens opslaan op de server <Scannen>...
Pagina 325
Scannen Dichtheid aanpassen 1XSR-05X U kunt de dichtheid van de scan aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een origineel te licht of te donker zijn. Instelgegevens opslaan op een USB-geheugentoestel <Scannen> <USB-geheugen> <Densiteit> Wijzig de dichtheid <Toepassen> Gegevens verzenden via e-mail/I-Fax of gegevens opslaan op de server <Scannen>...
Pagina 326
Scannen Scherpte bij het scannen instellen (scherpte) 1XSR-05Y U kunt de scherpte van de afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. Instelgegevens opslaan op een USB-geheugentoestel <Scannen>...
Pagina 327
Scannen KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 295) I-Faxen verzenden(P. 258) Dichtheid aanpassen(P. 316)
Pagina 328
Scannen Originelen met verschillende formaten gelijktijdig scannen (Originelen met verschillende formaten) 1XSR-060 U kunt originelen met verschillende formaten in de aanvoer plaatsen en ze tegelijkertijd scannen. Dit elimineert de noodzaak om originelen afzonderlijk te plaatsen. ● Er zijn beperkingen aan de combinatie van origineelformaten die u kunt scannen. Als u een niet-geschikte combinatie scant, kunnen de originelen beschadigd raken of treden papierstoringen op.
Pagina 329
Scannen Handige scanfuncties 1XSR-061 Het apparaat kent veel handige functies, zoals een mogelijkheid beveiligde PDF-bestanden te creëren zodat er niet mee kan worden geknoeid, en een mogelijkheid gegevens nogmaals naar eerder opgegeven bestemmingen te verzenden. De beveiliging van elektronische De juiste balans tussen Eerder gebruikte verzend-/ bestanden verbeteren(P.
Pagina 330
Scannen De beveiliging van elektronische bestanden verbeteren 1XSR-062 Digitale bestanden zijn kwetsbaar wat veiligheid betreft, omdat ze gemakkelijk kunnen worden ingezien of worden veranderd zonder dat er een spoor achterblijft. Bij het scannen van belangrijke documenten kunt u de juiste maatregelen nemen zoals gegevens coderen, en een toestel-handtekening zetten om de veiligheid te verbeteren.
Pagina 331
Scannen E-mail verzenden of gegevens opslaan in de gedeelde map of op de FTP-server ● Selecteer <Bestandsindeling> <PDF-details instellen> op het tabblad <Verzendinstellingen>. Selecteer het PDF-formaat. ● Deze instelling kan voor ieder PDF-formaat worden veranderd. Selecteer <Encryptie>. Selecteer het codeerniveau. <Acrobat 7.0 of later/128-bits AES>...
Pagina 332
Scannen Selecteer <USB-geheugen>, <E-mail> of <Bestand> in het scherm voor basisfuncties voor scannen. Scherm voor basisfuncties voor scannen(P. 292) ● Als u <USB-geheugen> selecteert, gaat u verder naar stap 4. Geef een bestemming op, en configureer de gewenste scaninstellingen. Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 295) Ga naar <PDF-details instellen>.
Pagina 333
Scannen De juiste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit kiezen 1XSR-063 U kunt de compressieverhouding van het bestand opgeven bij het converteren van gescande originelen naar het JPEG-formaat. Als u <Klein: Geheugenprioriteit> selecteert, wordt een hogere compressieverhouding gebruikt dan normaal en is het resultaat een kleiner bestand met een lagere beeldkwaliteit.
Pagina 334
Scannen Eerder gebruikte verzend-/opslaginstellingen oproepen (herhaal-instellingen) 1XSR-064 U kunt een bestemming selecteren uit de laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte scaninnstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. ● Als <Beperk opn. verz. vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren(P.
Pagina 335
Scannen ➠ De geselecteerde bestemming en de bijbehorende scaninstellingen worden weergegeven. U kunt de instellingen ook voorafgaand aan het verzenden wijzigen. Als u bestemmingen wilt wissen (e-mail/I-Fax) Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. Selecteer <Bevestig bestemming>. Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best.>.
Pagina 336
Scannen ➠ Het verzenden / opslaan start. Als het scherm <Bestandsauthenticatie> of het scherm <SMTP-authenticatie> verschijnt ● Voer naam en wachtwoord van de gebruiker in, en selecteer <Toepassen>. KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 295) I-Faxen verzenden(P. 258)
Pagina 337
Scannen E-mailinstellingen opgeven 1XSR-065 Als u een gescand origineel aan een e-mail toevoegt, kunt u voorafgaand aan het verzenden ervan het onderwerp, de tekst, het antwoordadres en de prioriteit opgeven. Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen(P. 129) Selecteer <Scannen> in het scherm Start. Startscherm(P.
Pagina 338
Scannen bestemmingen. Als geen bestemming is opgeslagen in het adresboek, raadpleegt u Bestemmingen opslaan(P. 184) . Selecteer <Antwoord aan> op het tabblad <Verzendinstellingen>. Selecteer <Opgeven uit adresboek>. Schakel het selectievakje voor het gewenste antwoordadres in, en selecteer <Toepassen>. Prioriteit instellen Selecteer <Prioriteit>...
Pagina 339
Scannen ● Als u de naam van de afzender van de e-mail wilt opgeven: <Apparaatnaam registreren> (P. 558) KOPPELINGEN Status en logboek van gescande originelen controleren(P. 312)
Pagina 340
Scannen Scannen via de computer (extern scannen) 1XSR-066 Om vanaf een computer te scannen, kunt u MF Scan Utility gebruiken, of een toepassing zoals een beeldverwerkings- of tekstverwerkingsprogramma. Als u het met het apparaat meegeleverde ScanGear MF gebruikt, kunt u geavanceerde scaninstellingen configureren ( ScanGear MF gebruiken(P.
Pagina 341
Scannen Documenten vanuit een toepassing scannen 1XSR-067 U kunt originelen scannen vanuit applicaties zoals software voor beeldverwerking of tekstverwerking. De gescande afbeelding wordt rechtstreeks in het programma geladen waardoor u de afbeelding onmiddellijk kunt bewerken of verwerken. De volgende procedure verschilt afhankelijk van het programma. ●...
Pagina 342
Scannen KOPPELINGEN ScanGear MF gebruiken(P. 334)
Pagina 343
Scannen ScanGear MF gebruiken 1XSR-068 U kunt ScanGear MF gebruiken om bij het scannen gedetailleerde scaninstellingen op te geven. Hoe ScanGear MF wordt gestart, hangt af van de manier waarop vanaf de computer wordt gescand. Starten vanuit MF Scan Utility Klik bij het scannen vanuit MF Scan Utility op [ScanGear] om ScanGear MF te starten.
Pagina 344
Scannen WSD gebruiken 1XSR-069 "WSD (Web Services on Devices)" is een functie waarmee apparaten in het netwerk kunnen worden gezocht. Met WSD kunt u de machine automatisch vanaf een computer in het netwerk vinden en beginnen met het scannen van het origineel op de machine.
Pagina 345
Scannen Selecteer deze machine en klik op [Volgende]. ● Volg de aanwijzingen op het scherm voor de bediening. ● Als deze machine niet wordt weergegeven, kan er een probleem zijn met de firewall-instelling. Voor meer informatie raadpleegt u de instructiehandleiding van de computer.
Pagina 346
Scannen Originelen scannen met WSD (WSD-scan) 1XSR-06A In dit gedeelte wordt beschreven hoe u originelen vanaf een computer scant met WSD. Vanaf het bedieningspaneel Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen(P. 129) Selecteer <Scannen> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Scanner op afstand>.
Pagina 347
Scannen ● Wanneer het dialoogvenster [Apparaat selecteren] wordt weergegeven, selecteert u de machine en klikt u op [OK]. Uit de vervolgkeuzelijst [Bron] selecteert u de locatie waar u het origineel hebt geplaatst. ● Bij plaatsing van het origineel op de glasplaat selecteert u [Glasplaat]. Selecteer [Documentinvoer (enkelzijdig scannen)] als u het document in de invoerlade hebt geplaatst.
Pagina 348
Scannen ➠ Het scannen van een origineel start. ● Wanneer het scannen is voltooid, wordt het gescande document weergegeven in de lijst met bestanden op het scherm [Windows Faxen en scannen] en opgeslagen in de map [Gescande documenten] van [Documenten]. Veelgebruikte scaninstellingen opslaan ●...
Pagina 349
Koppelen aan mobiele apparaten Koppelen aan mobiele apparaten Koppelen aan mobiele apparaten ......................341 ....................342 Verbinding maken met mobiele apparaten .............. 343 Verbinding maken via een draadloze LAN router (LAN-verbinding) ..................345 Directe verbinding maken (toegangspuntmodus) ......................349 De machine via toepassingen gebruiken ............................
Pagina 350
Koppelen aan mobiele apparaten Koppelen aan mobiele apparaten 1XSR-06C Door het apparaat te koppelen aan een mobiel toestel, zoals een smartphone of tablet, kunt u gemakkelijk een juiste toepassing gebruiken voor het afdrukken of een andere bewerking. Tevens kunt u met behulp van een mobiel toestel het apparaat op afstand bedienen om de afdrukstatus te bevestigen en de instellingen van het apparaat te wijzigen.
Pagina 351
Koppelen aan mobiele apparaten Verbinding maken met mobiele apparaten 1XSR-06E Er zijn twee manieren om een mobiel apparaat te verbinden met het apparaat: via draadloos LAN router, en draadloos en rechtstreeks met het apparaat communiceren. Selecteer de verbindingsmethode die het beste bij uw communicatie-omgeving en apparaten past.
Pagina 352
<Mobiele portal> is geselecteerd in de onderstaande procedure. ● Voor informatie over besturingssystemen die compatibel zijn met Canon PRINT Business, de gedetailleerde instelprocedure, en de bedieningsprocedure, raadpleegt u de Help voor de toepassing of de Canon website: (http://www.canon.com/gomp/). ●...
Pagina 353
De machine via toepassingen gebruiken(P. 349) ● Als u het mobiele apparaat over de machine beweegt zonder Canon PRINT Business te starten, start Canon PRINT Business automatisch na het bewegen. Schakel de NFC-instellingen van het mobiele toestel in. Breng het mobiele apparaat dichter bij de machine.
Pagina 354
Koppelen aan mobiele apparaten Directe verbinding maken (toegangspuntmodus) 1XSR-06H Zelfs in een omgeving zonder draadloos LAN router kunt u met behulp van de "Toegangspuntmodus", die rechtstreeks een draadloze verbinding tot stand kan brengen tussen het apparaat en uw mobiele toestel, verbinding maken tussen het aanwezige mobiele toestel en het apparaat, zonder moeilijke instellingen.
Pagina 355
Stel het SSID en de netwerksleutel van de machine willekeurig in. <Instellingen Toegangspuntmodus> (P. 479) Canon PRINT Business ● Voor informatie over besturingssystemen die compatibel zijn met Canon PRINT Business, de gedetailleerde instelprocedure, en de bedieningsprocedure, raadpleegt u de toepassingen-help of de Canon website (http://www.canon.com/gomp/). Direct verbinden ●...
Pagina 356
De machine via toepassingen gebruiken(P. 349) ● Als u het mobiele apparaat over de machine beweegt zonder Canon PRINT Business te starten, start Canon PRINT Business automatisch na het bewegen. Schakel de NFC-instellingen van het mobiele toestel in. Breng het mobiele apparaat dichter bij de machine.
Pagina 357
Koppelen aan mobiele apparaten ● Bij een directe verbinding zult u afhankelijk van uw mobiele toestel misschien geen verbinding met Internet kunnen krijgen. ● Als een draadloze verbinding vanaf een mobiel apparaat niet binnen 5 minuten tot stand wordt gebracht, terwijl de SSID en netwerksleutel worden weergegeven, wordt de wachtstatus voor verbindingen opgeheven.
Pagina 358
Bij het afdrukken hoeven geen bewerkingen op de machine te worden verricht. Voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen, gedetailleerde instelmethoden en handelingen gaat u naar de Canon-website (http://www.canon.com/gomp/). ● U kunt Canon PRINT Business gratis downloaden, maar er zijn kosten verbonden aan de Internet- verbinding. ◼ Afdrukken met Canon Print Service U kunt gemakkelijk afdrukken vanaf het toepassingenmenu dat het Android-subsysteem voor afdrukken ondersteunt.
Pagina 359
Koppelen aan mobiele apparaten ◼ Afdrukken met Google Cloudprinter U kunt toepassingen en services gebruiken die de Google Cloudprinter ondersteunen voor het afdrukken vanaf een computer of mobiel apparaat zonder een printerstuurprogramma te gebruiken. Google Cloudprinter gebruiken(P. 364)
Pagina 360
Koppelen aan mobiele apparaten AirPrint gebruiken 1XSR-06K Dit gedeelte beschrijft de instellingen die nodig zijn om AirPrint te gebruiken en de te verrichten procedures bij gebruik van Apple toestellen. AirPrint-instellingen AirPrint-instellingen configureren(P. 351) Het scherm voor AirPrint weergeven(P. 354) Functies van AirPrint Afdrukken met AirPrint(P.
Pagina 361
Koppelen aan mobiele apparaten Klik op [Bewerken]. Geef de vereiste instellingen op. [AirPrint gebruiken] Schakel dit selectievakje in om AirPrint in te schakelen. Schakel het selectievakje uit om AirPrint uit te schakelen. [Printernaam] Geef de naam op van de machine. Als een mDNS-naam reeds is geregistreerd in [mDNS-instellingen] ( configureren(P.
Pagina 362
Koppelen aan mobiele apparaten ● Als u de [Printernaam] wijzigt die u eerder hebt opgegeven, kunt u misschien niet meer afdrukken vanaf de Mac die u tot dan toe voor afdrukken hebt gebruikt. Dit komt doordat de <mDNS-naam> ( configureren(P. 54) ) van IPv4 eveneens automatisch is gewijzigd. Voeg in dit geval deze machine weer aan de Mac toe.
Pagina 363
Koppelen aan mobiele apparaten <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP-instellingen> <Network Link Scan- instellingen> Stel <Gebruik TLS> in op <Uit> of <Aan> <Toepassen> Het scherm voor AirPrint weergeven U kunt het scherm van AirPrint weergeven om toegang te krijgen tot de verschillende AirPrint-instellingen, maar ook om gegevens van verbruiksartikelen te bekijken, zoals papier en toner.
Pagina 364
Koppelen aan mobiele apparaten [AirPrint-instellingen] Hiermee kunt u de waarden controleren die zijn ingevoerd in de AirPrint-instellingen, zoals de naam en de locatie van de machine. U kunt op [Bewerken] klikken om de instellingen te wijzigen. [Andere instellingen] [Beveiligingsinstellingen voor afdrukken] Configureer de beveiligingsinstellingen voor afdrukken met behulp van TLS of authenticatie.
Pagina 365
Koppelen aan mobiele apparaten Afdrukken met AirPrint 1XSR-06L U kunt afdrukken vanaf een iPad, iPhone, iPod touch, of Mac zonder dat u het printerstuurprogramma hoeft te gebruiken. Afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch(P. 356) Afdrukken vanaf een Mac(P. 357) Systeemvereisten Een van de volgende Apple-apparaten is vereist om af te drukken met AirPrint.
Pagina 366
Koppelen aan mobiele apparaten Tik op [Druk af]. Selecteer dit apparaat bij [Printer]. ● De printers in het netwerk worden hier weergegeven. Selecteer deze machine in deze stap. ● Het scherm voor het selecteren van de machine in [Printer] wordt niet weergegeven voor toepassingen die AirPrint niet ondersteunen.
Pagina 367
Koppelen aan mobiele apparaten ● De beschikbare instellingen en papierformaten verschillen afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. Klik op [Afdrukken]. ➠ Het afdrukken wordt gestart.
Pagina 368
Koppelen aan mobiele apparaten Scannen met AirPrint 1XSR-06R U kunt AirPrint gebruiken om de gegevens die door de machine zijn gescand, direct over te brengen naar een Mac. Systeemvereisten Als u wilt scannen met AirPrint, hebt u een Mac nodig met daarop Mac OS X 10.9 of later geïnstalleerd. Als u wilt scannen met TLS hebt u een Mac nodig met daarop OS X 10.11 of hoger geïnstalleerd.
Pagina 369
Koppelen aan mobiele apparaten Klik op [Scanner openen]. ➠ Het scherm [Scanner] wordt weergegeven. Configureer desgewenst de scaninstellingen. Klik op [Scan]. ➠ Het origineel wordt gescand, en de afbeelding wordt weergegeven.
Pagina 370
Koppelen aan mobiele apparaten Faxen met AirPrint 1XSR-06S U kunt vanaf een Mac faxen verzenden op bijna dezelfde manier als u kunt afdrukken. Systeemvereisten Wilt u faxen verzenden met AirPrint, dan hebt u een Mac nodig met OS X 10.9 of later daarop geïnstalleerd. Netwerkomgeving Een van de volgende omgevingen is vereist.
Pagina 371
Koppelen aan mobiele apparaten Klik op [Faxen]. ➠ Het verzenden van de fax wordt gestart.
Pagina 372
Koppelen aan mobiele apparaten Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is 1XSR-06U Als AirPrint niet kan worden gebruikt, kunt u de volgende oplossingen proberen. ● Controleer of de machine is ingeschakeld. Als de machine is ingeschakeld, zet u deze eerst uit en wacht u minstens 10 seconden voordat u hem weer aanzet om te controleren of het probleem is opgelost.
Pagina 373
Koppelen aan mobiele apparaten Google Cloudprinter gebruiken 1XSR-06W Google Cloudprinter is een service waarmee een gebruiker met een Google-account kan afdrukken vanaf een met internet verbonden smartphone, tablet of computer met toepassingen die compatibel zijn met Google Cloudprinter. In tegenstelling tot conventioneel afdrukken vanaf een computer is er geen printerstuurprogramma vereist. De instellingen van de machine controleren(P.
Pagina 374
Koppelen aan mobiele apparaten ● Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de UI op afstand, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand(P. 449) . Start de UI op afstand en meld u aan als een beheerder. De UI op afstand starten(P.
Pagina 375
Koppelen aan mobiele apparaten ● Voor informatie over registratiemethoden raadpleegt u de handleiding van uw apparaat of de website van Google Cloudprinter.
Pagina 376
[Mopria- instellingen] [Bewerken] selecteer het selectievakje [Mopria gebruiken] [OK] ● Als u de Canon-machine/-printer wilt gebruiken vanaf de Standaard printservice van uw Android-terminal, moet u eerst de volgende instellingen op uw Android-terminal configureren. ● Schakel Standaard printservice in. ® ●...
Pagina 377
Koppelen aan mobiele apparaten Het apparaat via afstandsbediening beheren 1XSR-06X U kunt de UI op afstand gebruiken vanaf een webbrowser op uw mobiele apparaat. Zo kunt u de status van de machine controleren en de instellingen van de machine opgeven via uw mobiele apparaat. Merk op dat op bepaalde toestellen en in bepaalde omgevingen het scherm voor UI op afstand mogelijk niet juist wordt weergegeven.
Pagina 378
Het apparaat beheren Het apparaat beheren Het apparaat beheren ..........................371 ........................373 Toegangsmachtigingen instellen ................... 374 De systeembeheerders-ID en pincode instellen ........................ 376 Instellen van Afdelings-ID-beheer ....................383 Een pincode voor de UI op afstand instellen ..........................385 LDAP-Server-authenticatie ....................
Pagina 379
Het apparaat beheren ............................. 460 De Firmware bijwerken ..................462 Instellingen terugzetten op de standaardwaarden...
Pagina 380
Het apparaat beheren Het apparaat beheren 1XSR-06Y Om de verschillende risico's bij het gebruik van dit apparaat (bijvoorbeeld lekken van persoonlijke informatie of onbevoegd gebruik door derden) te verminderen, zijn constante en effectieve veiligheidsmaatregelen vereist. Een beheerder moet belangrijke instellingen beheren (zoals toegang tot veiligheidsinstellingen) om te garanderen dat het apparaat veilig wordt gebruikt.
Pagina 381
Het apparaat beheren Het apparaat vanaf een computer beheren (UI op afstand)(P. 440) ◼ De systeemconfiguratie en instellingen beheren De Firmware bijwerken(P. 460) Instellingen terugzetten op de standaardwaarden(P. 462)
Pagina 382
Het apparaat beheren Toegangsmachtigingen instellen 1XSR-070 Bescherm het apparaat tegen ongeoorloofde toegang door alleen gebruikers met toegangsrechten toegang te bieden tot het apparaat. Toegangsrechten worden apart ingesteld voor systeembeheerders, algemene gebruikers en de UI op afstand. Wanneer toegangrechten zijn ingesteld, moet de gebruiker een ID en pincode invoeren als hij of zij wil afdrukken of instellingen wil wijzigen.
Pagina 383
Het apparaat beheren De systeembeheerders-ID en pincode instellen 1XSR-071 Stel het systeembeheerdersaccount "ID systeembeheerder" in. De systeembeheerder-ID en -pincode zijn in de fabriek ingesteld op "7654321". U kunt voor de systeembeheerders-ID ook een pincode instellen. Als de systeembeheerders- ID wordt opgegeven, hebt u alleen toegang tot items waarvoor beheerdersrechten zijn vereist, zoals <Netwerk> en <Beheerinstellingen>, als de systeembeheerder-ID en bijbehorende pincode juist zijn ingevoerd.
Pagina 384
Tekst invoeren(P. 125) . ● Vergeet uw pincode niet. Weet u uw pincode niet meer, neem dan contact op met de plaatselijke officiële Canon-dealer of de Canon-help-lijn. Instellingen configureren via de UI op afstand ● Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]...
Pagina 385
Het apparaat beheren Instellen van Afdelings-ID-beheer 1XSR-072 U kunt de toegang tot het apparaat beheren door meerdere ID's te gebruiken voor meerdere gebruikers of groepen. Als een gebruiker probeert het apparaat te gebruiken terwijl Afdeling ID beheer is ingeschakeld, verschijnt er een aanmeldingsscherm en moet de gebruiker zijn of haar Afdeling ID met bijbehorende pincode invoeren om toegang te krijgen tot het apparaat.
Pagina 386
Het apparaat beheren Geef de vereiste instellingen op. [Afdelings-ID] Voer de te registreren afdelings-ID in. [Pincode instellen] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u hetzelfde nummer in beide tekstvakken [Pincode] en [Bevestigen] in. [Functies beperken] U kunt het aantal af te drukken pagina's en de beschikbare functies beperken voor te registreren afdelingen.
Pagina 387
Het apparaat beheren [Paginatotaal afdelings-ID] ● U kunt het totale aantal pagina's controleren voor taken die zijn verricht, per datum en per Afdelings-ID. ● Als u de aantallen op nul wilt zetten, klikt u op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Afdelings-ID] en klikt u op [Wis teller] [OK].
Pagina 388
Het apparaat beheren [Afdelings-ID beheer] Schakel het selectievakje in om afdelings-ID-beheer te activeren. Als u Afdelings-ID beheer niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. ● Voor informatie over de selectievakjes [Afdrukopdrachten met onbekende ID's toestaan]/[Scanopdrachten met onbekende ID's toestaan]/[Zwart-witkopieertaken toestaan] raadpleegt u Taken blokkeren indien Afdelings-ID onbekend is(P.
Pagina 389
Het apparaat beheren Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen]. Schakel de functie Afdelings-ID-beheer in. Printerstuurprogramma Schakel het selectievakje [Beheer afdelings-id gebruiken] in. Faxstuurprogramma Selecteer [Beheer afdelings-id] onder [Gebruikersbeheer]. Klik op [Instellingen] aan de rechterkant. Geef de gewenste instellingen op en klik op [OK]. [Pincode-instellingen toestaan] Schakel het selectievakje voor het gebruik van de pincode in.
Pagina 390
Het apparaat beheren Aanmelden bij het apparaat ● Als u vanaf een computer een taak wilt verzenden terwijl Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, verschijnt het volgende scherm (tenzij het selectievakje [Afdelings-id/pincode bevestigen bij afdrukken]/ [Afdelings-id/pincode bevestigen tijdens verzending faxen] leeg is): Taken blokkeren indien Afdelings-ID onbekend is Als u de standaardinstellingen ongewijzigd laat, kan elke gebruiker afdrukken vanaf een computer, scannen (via <Computer>...
Pagina 391
Het apparaat beheren uitgeschakeld, kunt u geen documenten in de computer scannen als Afdeling-ID-beheer is ingeschakeld. Het is niet mogelijk scannen van documenten in een computer voor individuele afdeling-ID's te beperken. [Zwart-witkopieertaken toestaan] Als dit selectievakje is ingeschakeld terwijl Afdelings-ID beheer is geactiveerd, kunt u kopiëren in zwart-wit zonder dat u een juiste ID en pincode hoeft in te voeren.
Pagina 392
Het apparaat beheren Een pincode voor de UI op afstand instellen 1XSR-073 U kunt een pincode voor toegang tot de UI op afstand instellen. Alle gebruikers gebruiken een gewone pincode. ● Wanneer Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, is deze instelling niet vereist. Instellen van Afdelings-ID- beheer(P.
Pagina 393
Het apparaat beheren Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt de pincode-instellingen voor toegang tot de UI op afstand ook bereiken via <Menu> in het scherm Start. <Instellingen externe UI> *(P. 592) Als <Beheerinstellingen> zijn geïnitialiseerd ● De pincode voor toegang tot de UI op afstand wordt ook geïnitialiseerd. Na een initialisatie stelt u de pincode opnieuw in.
Pagina 394
Het apparaat beheren LDAP-Server-authenticatie 1XSR-074 Als er op uw systeem een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ervoor zorgen dat LDAP-server-authenticatie wordt uitgevoerd wanneer de zendfunctie wordt gebruikt. Zo voorkomt u onbevoegd gebruik door derden en het lekken van informatie. Wanneer de instellingen voor autorisatie zijn ingeschakeld, wordt het scherm voor Geautoriseerd Verzenden weergegeven bij gebruik van de fax- of scanfunctie en kan de uitvoering ervan alleen doorgaan als deze naar behoren is geautoriseerd door de LDAP-server.
Pagina 395
Het apparaat beheren Geconfigureerde instellingen voor het verzenden van e-mail/I-Faxen. [E-mail-/I-faxverzending] Selecteer of u het verzenden van e-mails en I-Faxen wilt toestaan. [Niet toestaan] Blokkeert uitgaande e-mail en I-Faxen. <E-mail> en <I-fax> in de scanfunctie kunnen niet langer worden gebruikt. [Toestaan] Staat uitgaande e-mail en I-Faxen toe.
Pagina 396
Het apparaat beheren [Bestandsverzending] Stel in of u opslaan in gedeelde mappen of op FTP-servers wilt toestaan. [Niet toestaan] Opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers wordt geblokkeerd. <Bestand> in de scanfunctie kan niet langer worden gebruikt. [Toestaan] Opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers wordt niet geblokkeerd. [Alleen toestaan naar mezelf of Blokkeert opslaan in alle gedeelde mappen en FTP-servers, die niet als opgegeven map]...
Pagina 397
Het apparaat beheren [Het authenticatiescherm weergeven Geeft het authenticatiescherm weer met de velden van de gebruikersnaam en zonder authenticatiegegevens] het wachtwoord niet ingevuld. [Bestemmingsmap opgeven] Schakelt u dit selectievakje in, dan kunt u de map opgeven waar de gegevens worden opgeslagen. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, wordt de bestemming voor het opslaan ingesteld op basis van de geautoriseerde informatie over de gebruiker die is geregistreerd op de LDAP-server.
Pagina 398
Het apparaat beheren Netwerkbeveiligingsinstellingen configureren 1XSR-075 Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, ondersteunt het apparaat de volgende functies te verbetering van de veiligheid en beveiliging: Firewallinstellingen Onbevoegde toegang door derden, maar ook aanvallen en inbreuken op het netwerk, kunnen worden...
Pagina 399
Het apparaat beheren IPSec-communicatie Terwijl TLS alleen de gegevens codeert die in een bepaald programma worden gebruikt, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma, worden met IPSec alle IP-pakketten (of nettoladingen daarvan) gecodeerd. Dit betekent dat met IPSec een flexibelere beveiliging kan worden gerealiseerd dan met TLS. IPSec-instellingen configureren(P.
Pagina 400
Het apparaat beheren Communicatie beperken door firewalls in te stellen 1XSR-076 Zonder goede beveiliging kunnen onbevoegden toegang krijgen tot computers en andere communicatieapparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Als u deze ongewenste toegang wilt voorkomen, kunt u instellingen opgeven voor het filteren van gegevenspakketten.
Pagina 401
Het apparaat beheren IP-adressen opgeven voor firewallinstellingen 1XSR-077 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde IP-adressen of apparaten met specifieke IP- adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt een afzonderlijk IP-adres opgeven of een bereik van IP-adressen.
Pagina 402
Het apparaat beheren Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor het [Standaardbeleid]. [Gebruik filter] Schakel het selectievakje in om de communicatie te beperken. Schakel het selectievakje uit als u de beperking wilt opheffen. [Standaardbeleid] Selecteer de voorwaarde om de communicatie van andere apparaten met het apparaat toe te staan of te weigeren.
Pagina 403
Het apparaat beheren IPv4: 192.168.0.10 Gebruik een punt als scheidingsteken. IPv6: Een specifiek adres invoeren Gebruik een dubbele punt als fe80::10 scheidingsteken tussen alfanumerieke tekens. Plaats een afbreekstreepje tussen de Een bereik van adressen opgeven 192.168.0.10-192.168.0.20 adressen. Typ het adres, gevolgd door een schuine Een bereik van adressen opgeven met een 192.168.0.32/27 streep en een getal dat de lengte van het...
Pagina 404
Het apparaat beheren MAC-adressen opgeven voor firewallinstellingen 1XSR-078 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde MAC-adressen of apparaten met specifieke MAC-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. Deze functie is niet beschikbaar wanneer het apparaat is verbonden met een draadloos LAN. ●...
Pagina 405
Het apparaat beheren Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor het [Standaardbeleid]. [Gebruik filter] Schakel het selectievakje in om de communicatie te beperken. Schakel het selectievakje uit als u de beperking wilt opheffen. [Standaardbeleid] Selecteer de voorwaarde om de communicatie van andere apparaten met het apparaat toe te staan of te weigeren.
Pagina 406
Het apparaat beheren ● Selecteer een MAC-adres en klik op [Verwijderen]. Klik op [OK]. Start het apparaat opnieuw op. ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook het filteren van MAC-adressen in- of uitschakelen vanuit <Menu> in het scherm Start. <MAC- adresfilter>...
Pagina 407
Het apparaat beheren Poortnummers wijzigen 1XSR-079 Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van vaste poortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken.
Pagina 408
Het apparaat beheren Een proxy instellen 1XSR-07A Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks met de externe bronnen.
Pagina 409
Het apparaat beheren [Adres HTTP-proxyserver] Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving. [Poortnummer HTTP-proxyserver] Wijzig eventueel het poortnummer. [Gebruik proxy binnen zelfde domein] Schakel het selectievakje in als u ook de opgegeven proxyserver wilt gebruiken voor communicatie met toestellen in hetzelfde domein.
Pagina 410
Het apparaat beheren De sleutel en het certificaat voor TLS configureren 1XSR-07C U kunt met behulp van TLS (Transport Layer Security) de communicatie coderen die plaatsvindt tussen het apparaat en een webbrowser op de computer. TLS is een mechanisme voor het coderen van gegevens die over het netwerk worden verzonden of ontvangen.
Pagina 411
Het apparaat beheren Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in en klik op [OK]. Start het apparaat opnieuw op. ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt communicatie met TLS-versleuteling ook in- of uitschakelen vanuit <Menu>...
Pagina 412
Het apparaat beheren De TLS-versie beperken ● Selecteer [Toegestane versies] op de pagina [TLS-instellingen] van de UI op afstand, en geef de boven- en ondergrens op. KOPPELINGEN Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren(P. 404) Een sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken(P. 407) De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren(P.
Pagina 413
Het apparaat beheren Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren 1XSR-07E U kunt een sleutelpaar genereren met het apparaat als dit nodig is voor gecodeerde communicatie via TLS (Transport Layer Security). U kunt TLS gebruiken wanneer u het apparaat gebruikt via de UI op afstand. Zelf-ondertekende certificaten worden gebruikt bij de sleutel en certificaat die zijn gegenereerd in "Netwerkcommunicatie".
Pagina 414
Het apparaat beheren [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de sleutel. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] Selecteer het sleutelgenereeralgoritme uit [RSA] of [ECDSA], en selecteer dan de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Pagina 415
Het apparaat beheren Klik op [OK]. ● Het genereren van sleutel en certificaat kan enige tijd duren. ● Als sleutel en certificaat zijn gegenereerd, worden ze automatisch opgeslagen op het apparaat. KOPPELINGEN De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren(P. 411) De sleutel en het certificaat voor TLS configureren(P.
Pagina 416
Het apparaat beheren Een sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken 1XSR-07F Op het apparaat gegenereerde certificaten hebben geen CA-handtekening, een communicatiefout kan het gevolg zijn, afhankelijk van de apparaten waarmee het communiceert. Voordat de certificeringsinstantie het certificaat met CA- handtekening kan afgeven, moet u CSR-gegevens (Certificate Signing Request) verkrijgen die de beheerder van de UI op afstand kan genereren.
Pagina 417
Het apparaat beheren [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de sleutel. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] Selecteer het sleutelgenereeralgoritme uit [RSA] of [ECDSA] en selecteer dan de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Pagina 418
Het apparaat beheren Klik op [Opslaan in bestand]. ● Er wordt een dialoogvenster voor het opslaan van het bestand weergegeven. Kies waar u het bestand wilt opslaan en klik op [Opslaan]. ➠ Het CSR-bestand wordt opgeslagen op de computer. Hecht het opgeslagen bestand aan en leg de applicatie voor aan de certificeringsinstantie (CA).
Pagina 419
Het apparaat beheren De sleutel en het certificaat voor TLS configureren(P. 401) Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren(P. 404) De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren(P. 411) IPSec-instellingen configureren(P. 413)
Pagina 420
Het apparaat beheren De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren 1XSR-07H U kunt sleutel en certificaat verkrijgen, en het CA-certificaat van een certificeringsinstantie (CA) voor gebruik met het apparaat. Installeer en registreer de verkregen sleutel en certificaat en het certificaatbestand in dit apparaat met behulp van de UI op afstand.
Pagina 421
Het apparaat beheren Klik op [Installeren]. Het bestand voor sleutel en certificaat, of het CA-certificaat verwijderen ● Klik op [Verwijderen] rechts van het bestand dat u wilt wissen klik op [OK]. Klik op [Bladeren], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie].
Pagina 422
Het apparaat beheren IPSec-instellingen configureren 1XSR-07J Internet Protocol Security (IPSec of IPsec) bestaat uit een verzameling protocollen voor het coderen van gegevens die worden getransporteerd over een netwerk, inclusief internet-netwerken. Terwijl TLS alleen de gegevens versleutelt die in een bepaalde toepassing worden gebruikt, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma, worden met IPSec complete IP-pakketten of de nettoladingen daarvan versleuteld, waardoor met IPSec een flexibelere beveiliging kan worden gerealiseerd dan met TLS.
Pagina 423
Het apparaat beheren ● Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de UI op afstand, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand(P. 449) . Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P.
Pagina 424
Het apparaat beheren [Lokaal adres] Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van het apparaat waarop u het beleid wilt toepassen. [Alle IP-adressen] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten. [IPv4-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv4-adres van het apparaat worden verstuurd.
Pagina 425
Het apparaat beheren Beschrijving Voorbeeld Een specifiek adres invoeren IPv4: 192.168.0.10 Gebruik een punt als scheidingsteken. IPv6: fe80::10 Gebruik een dubbele punt als scheidingsteken tussen alfanumerieke tekens. Een bereik van adressen opgeven Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen. 192.168.0.10-192.168.0.20 [Subnetinstellingen] Als u het IPv4-adres handmatig invoert, kunt u een bereik opgeven door het subnetmasker te gebruiken.
Pagina 426
Het apparaat beheren [Authenticatie]/[Encryptie]/[DH-groep] Selecteer een algoritme in de vervolgkeuzelijst. Alle algoritmen worden gebruikt bij het uitwisselen van de sleutels. [Authenticatie] Selecteer het hash-algoritme. [Encryptie] Selecteer het versleutelingsalgoritme. [DH-groep] Selecteer de Diffie-Hellman-groep, die bepalend is voor de sterkte van de sleutel. Een apparaat verifiëren met behulp van een vooraf gedeelde sleutel Selecteer het keuzerondje [Methode gedeelde sleutel] voor [Authenticatiemethode] en klik op [Instellingen gedeelde sleutel].
Pagina 427
Het apparaat beheren [Geef tijd op] Typ het aantal minuten voor de tijdsduur van een sessie. [Geef formaat op] Typ een grootte in MB om aan te geven hoeveel gegevens er in een sessie kunnen worden getransporteerd. [Selecteer algoritme] Schakel het selectievakje [ESP], [ESP (AES-GCM)] of [AH (SHA1)] in, afhankelijk van de gebruikte IPSec-header en algoritme.
Pagina 428
Het apparaat beheren Start het apparaat opnieuw op. ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook IPSec-communicatie inschakelen of uitschakelen vanuit <Menu> in het scherm Start. <Gebruik IPSec>...
Pagina 429
Het apparaat beheren IEEE 802.1X-verificatie-instellingen configureren 1XSR-07K het apparaat kan als een clientapparaat worden aangesloten op een 802.1X-netwerk. Een doorsnee 802.1X-netwerk bestaat uit een RADIUS-server (verificatieserver), een LAN-switch (verificator) en clientapparaten met verificatiesoftware (aanvragers). Als een apparaat probeert verbinding te maken met het 802.1X-netwerk, moeten de gebruikersgegevens worden geverifieerd om er zeker van te zijn dat de verbinding tot stand wordt gebracht door een bevoegde gebruiker.
Pagina 430
Het apparaat beheren Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P. 441) Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina. Scherm van UI op afstand(P. 442) Selecteer [Netwerkinstellingen] [IEEE 802.1X-instellingen]. Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik IEEE 802.1X] in, en typ de aanmeldingsnaam in het vak [Inlognaam].
Pagina 431
Het apparaat beheren Details bekijken van een certificaat ● U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat. TTLS/PEAP instellen Schakel het selectievakje [Gebruik TTLS] of [Gebruik PEAP] in. Intern protocol voor TTLS ●...
Pagina 432
Het apparaat beheren Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook IEEE 802.1X authenticatie inschakelen of uitschakelen vanuit <Menu> in het scherm Start. <Gebruik IEEE 802.1X> *1*2(P. 488) KOPPELINGEN De sleutel en het certificaat voor TLS configureren(P. 401)
Pagina 433
Het apparaat beheren De functies van het apparaat beperken 1XSR-07L De kans bestaat dat sommige functies van het apparaat bijna nooit worden gebruikt of aanleiding geven voor misbruik. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u de functionaliteit van het apparaat beperken door deze functies geheel of gedeeltelijk uit te schakelen.
Pagina 434
Het apparaat beheren Extern beheer uitschakelen Als u de UI op afstand niet gebruikt, kunt u functies uitschakelen om onbevoegde externe bewerkingen via de UI op afstand te verhinderen. De UI op afstand uitschakelen(P. 437)
Pagina 435
Het apparaat beheren Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties 1XSR-07R Bepaalde vormen van informatielekkage kunt u voorkomen door de beschikbare bestemmingen voor faxen en e-mails te beperken tot de bestemmingen in het adresboek of op LDAP-servers. Een andere manier is om een pincode in te stellen voor het adresboek, zodat onbevoegde gebruikers het adresboek niet kunnen aanpassen.
Pagina 436
Het apparaat beheren Gebruik van het adresboek beperken 1XSR-07S U kunt instellen dat gebruikers een pincode moeten invoeren om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of bestaande vermeldingen aan te passen. Als u een pincode instelt voor het adresboek, wordt de kans kleiner dat documenten worden verstuurd naar verkeerde ontvangers omdat het adresboek alleen nog kan worden gewijzigd door gebruikers die de pincode weten.
Pagina 437
Het apparaat beheren Bestemmingen opslaan(P. 184) Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P. 452) E-mailinstellingen opgeven(P. 328)
Pagina 438
Het apparaat beheren Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen 1XSR-07U Door het aantal bestemmingen dat kan worden opgegeven, te beperken tot de nummers die al in het adresboek of op LDAP-servers zijn opgeslagen, kunt u de kans op onbedoelde bestemmingen verkleinen en het lekken van informatie door gebruikers verhinderen.
Pagina 439
Het apparaat beheren geselecteerde/ingevoerde code voor verkort kiezen worden weergegeven op het apparaat voordat de documenten naar die bestemming op het scherm kan worden verzonden. <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Algemene instellingen> <Bevestigen bij TX- kiescode> <Aan> Bestemmingen controleren tijdens het verzenden van gegevens U kunt een instelling zodanig configureren dat het scherm voor het bevestigen van de bestemming verschijnt als verzending van een fax, e-mail, of I-Fax start.
Pagina 440
Het apparaat beheren De verzendfuncties voor faxen beperken 1XSR-07W U kunt verschillende beperkingen instellen voor het verzenden van faxen, die kunnen verhinderen dat informatie naar derden lekt of dat documenten naar onbedoelde bestemmingen worden verzonden. Het ingevoerde faxnummer bevestigen(P. 431) Faxen vanaf een computer beperken(P.
Pagina 441
Het apparaat beheren Eerder gebruikte zendinstellingen oproepen (herhaalde-oproepinstellingen)(P. 241) Faxen versturen vanaf uw computer(P. 254) Afdelings-ID beheer instellen voor taken vanaf een computer(P. 379) Gebruik van het adresboek beperken(P. 427) Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen(P. 429)
Pagina 442
Het apparaat beheren Afdrukken vanaf een computer beperken 1XSR-07X U kunt informatielekken drastisch reduceren door het aantal vanaf een computer afdrukbare documenten te beperken tot de "Beveiligd afdrukken" documenten, waarvoor een pincode moet worden ingevoerd om ze te kunnen afdrukken ( Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken)(P.
Pagina 443
Het apparaat beheren Beperkingen instellen voor USB-functies 1XSR-07Y USB is een handige manier om randapparatuur aan te sluiten en gegevens op te slaan of te verplaatsen. Bij een onjuist beheer kan USB echter ook een bron van informatielekkage zijn. Wees voorzichtig wanneer u USB- geheugenapparaten gebruikt.
Pagina 444
Het apparaat beheren <Menu> <Functie-instellingen> <Bestanden opslaan/gebruiken> <Instellingen geheugenmedia> Selecteer <Uit> in <Gebruik afdrukfunctie> <Toepassen> Herstart het apparaat KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 295) Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia)(P. 280)
Pagina 445
Het apparaat beheren HTTP-communicatie uitschakelen 1XSR-080 HTTP wordt gebruikt voor communicatie via het netwerk, bijvoorbeeld wanneer u het apparaat bedient via de UI op afstand. Als u een USB-verbinding gebruikt of HTTP om een andere reden niet nodig hebt, kunt u het protocol uitschakelen om aanvallen van kwaadwillende gebruikers via de ongebruikte HTTP-poort te voorkomen.
Pagina 446
Het apparaat beheren De UI op afstand uitschakelen 1XSR-081 De UI op afstand is handig omdat u dan instellingen voor het apparaat kunt opgeven via een webbrowser op een computer. U kunt de UI op afstand alleen gebruiken als het apparaat via het netwerk is verbonden met een computer. Als het apparaat via USB met een computer is verbonden, of als u de UI op afstand niet nodig hebt, kunt u de interface uitschakelen om het risico te verkleinen dat het apparaat door kwaadwillende gebruikers op afstand wordt bediend via het netwerk.
Pagina 447
Het apparaat beheren De beveiliging van documenten verhogen 1XSR-082 Het apparaat heeft beveiligingsfuncties die moeten verhinderen dat gegevens uit documenten weglekken of dat er met de documenten wordt geknoeid. Apparaathandtekening De toestel-handtekening wordt toegevoegd aan gescande documenten met behulp van een sleutel-en- certificaatmechanisme om de ontvanger te laten zien dat het document op het apparaat is gemaakt.
Pagina 448
Het apparaat beheren Een handtekeningsleutel voor het apparaat genereren 1XSR-083 U kunt sleutel en certificaat genereren voor de toestel-handtekening, om te laten zien dat een document is gescand op het apparaat. Het certificaat wordt aangehecht wanneer een document wordt gescand en wordt geconverteerd tot een PDF-bestand.
Pagina 449
Het apparaat beheren Het apparaat vanaf een computer beheren (UI op afstand) 1XSR-084 Als u een webbrowser gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen, kunt u de documenten die wachten om te worden afgedrukt, of de status van het apparaat controleren. U kunt ook verschillende instellingen realiseren. U hoeft uw bureau dus niet te verlaten om systeembeheertaken uit te voeren.
Pagina 450
Het apparaat beheren De UI op afstand starten 1XSR-085 Om het apparaat op afstand te bedienen, moet u het IP-adres van het apparaat in een webbrowser invoeren en de UI op afstand opstarten. Controleer vooraf het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld ( Netwerkinstellingen weergeven(P.
Pagina 451
Het apparaat beheren [Toegangspincode externe UI] Als [Toegangspincode externe UI] is ingesteld, voert u de pincode in. Een pincode voor de UI op afstand instellen(P. 383) Wanneer Afdelings-ID beheer is ingeschakeld Typ een ID bij [Afdelings-ID] en een pincode bij [Pincode]. Instellen van Afdelings-ID-beheer(P.
Pagina 452
Het apparaat beheren [Informatie over verbruiksartikelen] Hier ziet u informatie over het papier en de resterende hoeveelheid toner in de tonercartridges. [Ondersteuningskoppeling] Hier ziet u de koppeling voor ondersteuning die is opgegeven bij [Ondersteuningskoppeling] onder [Licentie/ overig]. Pictogram Vernieuwen Hiermee vernieuwt u de weergegeven pagina. [Language] Hiermee selecteert u de taal voor de schermen van de UI op afstand.
Pagina 453
Het apparaat beheren De status en logboeken controleren 1XSR-086 De huidige status van afdruktaken controleren(P. 444) De huidige status van ontvangen documenten controleren(P. 445) Documentgeschiedenis controleren(P. 445) Foutgegevens controleren(P. 445) Verbruiksartikelen controleren(P. 446) Apparaatspecificaties controleren(P. 446) Gegevens van systeembeheerder controleren(P. 447) Totaal aantal afdrukken controleren(P.
Pagina 454
Het apparaat beheren De huidige status van ontvangen documenten controleren Hiermee kunt u de logboeken van ontvangen faxdocumenten controleren. U kunt ook op [Verwijderen] klikken voor een ontvangen faxdocument als u het wilt verwijderen. Meld u aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten(P.
Pagina 455
Het apparaat beheren Log in op de UI op afstand ( De UI op afstand starten(P. 441) ) [Statusmonitor/annuleren] [Foutgegevens] Verbruiksartikelen controleren Het papierformaat en het type papier voor de papierbron, het modelnummer van de tonercartridge, enz. worden weergeven. U kunt deze pagina ook weergeven door op [Details verbruiksartikelen controleren] in de portalpagina (hoofdpagina) te klikken ( Scherm van UI op afstand(P.
Pagina 456
Het apparaat beheren Gegevens van systeembeheerder controleren U kunt informatie over het apparaat en de systeembeheerder weergeven. De hier weergegeven apparaatnaam en andere systeembeheerderinformatie corresponderen met de instelling in [Gebruikersbeheer] of [Apparaatbeheer] op de pagina [Instellingen/registratie]. Log in op de UI op afstand ( De UI op afstand starten(P.
Pagina 457
Het apparaat beheren KOPPELINGEN Scherm van UI op afstand(P. 442)
Pagina 458
Het apparaat beheren Menuopties instellen via de UI op afstand 1XSR-087 U kunt verschillende instellingen van het apparaat wijzigen met de UI op afstand. De meeste instellingen kunnen ook via het bedieningspaneel van het apparaat worden gewijzigd, maar sommige instellingen kunt u alleen wijzigen via de UI op afstand.
Pagina 459
Het apparaat beheren Klik op [Bewerken]. Geef de vereiste instellingen op. Klik op [OK].
Pagina 460
Het apparaat beheren Start, naar noodzaak, het apparaat opnieuw op. ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. ● Voor informatie of u het apparaat opnieuw moet opstarten, raadpleegt u het bericht op het bewerkingsscherm.
Pagina 461
Het apparaat beheren Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren 1XSR-088 U kunt de computer gebruiken om bestemmingen in het adresboek van het apparaat te registreren en informatie van geregistreerde bestemmingen te bewerken. Geef hier de gedeelde map of FTP-server als bestemming op. ●...
Pagina 462
Het apparaat beheren Selecteer [Type bestemming om te registreren] en klik op [OK]. ● Om de gedeelde map of van de FTP-server als bestemming te registreren, selecteert u [Bestand]. Geef de bestemming op. De faxbestemming registreren [Naam] Voer de naam van de bestemming in. [Faxnummer] Voer het faxnummer van de bestemming in.
Pagina 463
Het apparaat beheren De e-mail of I-Fax als bestemming registreren [Naam] Voer de naam van de bestemming in. [E-mailadres]/[I-faxadres] Voer het e-mailadres van de bestemming in. De gedeelde map of de FTP-server als bestemming registreren [Naam] Voer de naam van de bestemming in. [Protocol] Selecteer het protocol voor de bestemming.
Pagina 464
Het apparaat beheren [Mappad] Voer de locatie in van de map waar de gegevens naartoe worden gezonden. ● Voor een gedeelde map Gebruik "\" als scheidingsteken. Geef het vervolgpad op voor het pad dat in [Hostnaam] is ingesteld. ● Voor een FTP-server Gebruik "/"...
Pagina 465
(*.dcm) of een Canon- adresboekbestand (*.abk). Selecteer het apparaatconfiguratie-informatiebestandstype om de gegevens op te slaan als een back-upkopie of de adresboekgegevens naar hetzelfde apparaatmodel te kopiëren. Selecteer het Canon- adresboekbestandstype om de adresboekgegevens te kopiëren naar het faxstuurprogramma of een ander apparaatmodel.
Pagina 466
[Exporteren]. Selecteer de items die u wilt exporteren, en geef het encryptiewachtwoord op. [Adresboek (ABK)] Selecteer het selectievakje om de adresboekgegevens te exporteren als een Canon-adresboekbestand (*.abk). ● Als het selectievakje [Adresboek (ABK)] is ingeschakeld, kunt u de instellingen van de machine niet tegelijk met de adresboekgegevens exporteren.
Pagina 467
Het apparaat beheren De insteldata importeren Laad (importeer) gegevens die zijn geëxporteerd uit het apparaat. U kunt ook apparaatinstellingen van een ander apparaat naar dit apparaat importeren, als de modellen hetzelfde zijn. Daarnaast: als u het veiligheidsbeleid toepast op het apparaat, volg dan de hieronder beschreven procedure om het bestand van het veiligheidsbeleid op te geven. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
Pagina 468
Het apparaat beheren ➠ De geselecteerde gegevens van instellingen worden in het apparaat geladen. Klik op [OK]. ➠ Als het selectievakje [Instellingen/registratie] is ingeschakeld in stap 4, start het apparaat automatisch opnieuw op.
Pagina 469
Het apparaat beheren De Firmware bijwerken 1XSR-08A Selecteer voor de firmware de manier van bijwerken afhankelijk van de installatievoorwaarden van het apparaat. Er zijn twee methoden voor bijwerken: de ene is vanaf het apparaat de nieuwste firmware-versie ophalen op internet en de update uitvoeren als de op het apparaat geïnstalleerde versie niet de nieuwste is, en de andere is de nieuwste firmwareversie van internet ophalen vanaf een computer en de update uit te voeren vanaf de computer als de op het apparaat geïnstalleerde versie niet de nieuwste is.
Pagina 470
Zet het apparaat niet UIT wanneer het opnieuw starten plaatsvindt. Bijwerken vanaf een computer Als u de laatste firmwareversie hebt gedownload van de website van Canon, gebruik dan het hulpprogramma "User Support Tool" (Gebruikershulpmiddel) om de firmware vanaf een computer bij te werken. Voor informatie over het bijwerken van de firmware vanaf een computer raadpleegt u de "User Support Tool Operation Guide (Handleiding...
Pagina 471
Het apparaat beheren Instellingen terugzetten op de standaardwaarden 1XSR-08C U kunt de volgende instellingen herstellen (initialiseren): Menu initialiseren(P. 462) Sleutels en certificaten initialiseren(P. 462) Het adresboek initialiseren(P. 463) Alle gegevens/instellingen initialiseren(P. 463) Menu initialiseren U kunt de instellingen van het apparaat herstellen ( Instellingenmenu(P.
Pagina 472
Het apparaat beheren <Menu> <Beheerinstellingen> <Gegevensbeheer> <Sleutel en certificaat initialiseren> <Ja> Het adresboek initialiseren U kunt de instellingen van het adresboek terugzetten op de standaardwaarden. Alle gegevens in het adresboek worden hierbij verwijderd. <Menu> <Beheerinstellingen> <Gegevensbeheer> <Adresboek initialiseren> <Ja> Alle gegevens/instellingen initialiseren Dit maakt herstel van alle data en apparaatinstellingen, zoals logboeken, naar de standaard fabriekswaarden mogelijk.
Pagina 474
Instellingenmenu Instellingenmenu 1XSR-08E U kunt het apparaat aanpassen volgens de omgeving en vereisten, door de in dit hoofdstuk beschreven instellingen te configureren. Om de configuratie te starten, selecteert u <Menu> op het scherm Start ( Startscherm(P. 116) ). Dit gedeelte beschrijft wat ieder item in het instelmenu kan configureren. <Voorkeuren>(P.
Pagina 475
Instellingenmenu <Voorkeuren> 1XSR-08F Item Beschrijving <Weergave-instellingen>(P. 467) Dit gedeelte beschrijft de instellingen voor het bekijken van het scherm. <Engelse toetsenbordindeling> (P. 471) Dit gedeelte beschrijft de USB-toetsenbordinstellingen. <Timer-/energie-instellingen>(P. 472) Dit gedeelte beschrijft de timer- en energie-instellingen. <Netwerk>(P. 477) In dit gedeelte worden de verschillende netwerkinstellingen beschreven. <Externe interface>(P.
Pagina 476
Instellingenmenu <Weergave-instellingen> 1XSR-08H Alle instellingen voor het bekijken van het scherm verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met " " worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 477
Instellingenmenu <Favoriete kopieerinstellingen> <Favoriete faxinstellingen> <Favoriete scaninstellingen> <Weergavevolgorde instellen> <Taal> Kies deze optie om de taal te selecteren voor het bedieningspaneel, rapporten en lijsten. <English> <日本語> <Français> <Español> <Deutsch> <Italiano> <Nederlands> <Suomi> <Português> <Norsk> <Svenska> <Dansk> <Slovenščina> <Čeština> <Magyar> <Русский> <Türkçe>...
Pagina 478
Instellingenmenu <English> <Japanese> <French> <Spanish> <German> <Italian> <Dutch> <Finnish> <Portuguese> <Norwegian> <Swedish> <Danish> <Czech> <Hungarian> <Russian> <Turkish> <Polish> <Chinese (Simplified)> <Chinese (Traditional)> <Korean> <Menu> <Voorkeuren> <Weergave-instellingen> <Taal externe UI> selecteer een taal <Melden om scangebied orig. te reinigen> Geef op of er een melding moet verschijnen als er vlekken zijn aangetroffen in het documenttoevoer-scangedeelte. <Uit>...
Pagina 479
Instellingenmenu <Menu> <Voorkeuren> <Weergave-instellingen> <Invoer mm/inch schakelen> Selecteer <Millimeter> of <Inch>...
Pagina 480
Instellingenmenu <Engelse toetsenbordindeling> 1XSR-08J Geef de indeling op van een USB-toetsenbord als dat op het apparaat is aangesloten. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <VS-indeling> <VK-indeling> <Menu> <Voorkeuren> <Engelse toetsenbordindeling> Selecteer <VS-indeling> of <VK- indeling>...
Pagina 481
Instellingenmenu <Timer-/energie-instellingen> 1XSR-08K Alle instellingen voor de timer en energie worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen die zijn gemarkeerd met " " kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. ● Opties die zijn gemarkeerd met " "...
Pagina 482
Instellingenmenu <Instellingen Datum en tijd> Geef de standaard datum en tijd op van de regio waar het apparaat is geïnstalleerd. <Tijdzone> Hiermee stelt u de tijdzone in. Als u de tijdzone wijzigt, worden de waarden bij <Huidige datum/tijd instellen> automatisch aangepast. De datum/tijd instellen(P.
Pagina 483
Instellingenmenu <Tijdnotatie> Selecteer de 12- of 24-uurs tijdnotatie. <12 uur (AM/PM)> <24 uur> <Menu> <Voorkeuren> <Timer-/energie-instellingen> <Tijdnotatie> Selecteer de weergave-instelling <Automatische resettijd> Als er gedurende een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt op het bedieningspaneel, wordt er een zogenaamde automatische reset uitgevoerd en wordt het standaardscherm weergegeven. Geef het interval op waarop automatisch resetten wordt uitgevoerd.
Pagina 484
Instellingenmenu <Functie na automatische reset> Geef aan of na een automatische reset het standaardscherm moet worden weergegeven. Als <Standaardfunctie> is geselecteerd, wordt het hoofdscherm weergegeven van de functie die is geselecteerd bij <Standaardscherm na opstart/herstel> ( <Standaardscherm na opstart/herstel> (P. 467) ). Als <Geselecteerde functie> is geselecteerd, wordt op het display het hoofdscherm weergegeven van de functie die geselecteerd is.
Pagina 485
Instellingenmenu ● Als u een periode voor automatisch uitschakelen opgeeft die korter is dan de standaardinstelling (4 uur), bestaat de kans dat u een toner eerder dan aangegeven moet vervangen. <Automatische sluimertijd> Als het apparaat gedurende een bepaalde periode niet is gebruikt of geen gegevens heeft verwerkt, wordt de sluimermodus geactiveerd om energie te besparen.
Pagina 486
Instellingenmenu <Netwerk> 1XSR-08L Alle instellingen voor het netwerk worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen die zijn gemarkeerd met " " kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. ● Instellingen gemarkeerd met " "...
Pagina 487
Instellingenmenu <Selecteer toegangspunt> Draadloze LAN-routers die toegang hebben tot het apparaat, worden automatisch geladen en u kunt deze dus selecteren in de lijst. U moet handmatig een netwerksleutel invoeren, zoals een WEP-sleutel of een PSK. Een verbinding via selectie van een draadloze router tot stand brengen(P. 22) <Handmatig invoeren>...
Pagina 488
Instellingenmenu <Direct Connection Settings> Stel in of een directe verbinding moet worden gemaakt. Door deze functie in te schakelen maakt u directe verbinding met het apparaat mogelijk, zelfs in een omgeving zonder toegangspunten of draadloze LAN-router. Directe verbinding maken (toegangspuntmodus)(P. 345) <Directe verbinding gebruiken>...
Pagina 489
Instellingenmenu <TCP/IP-instellingen> Hiermee kunt u instellingen opgeven om de machine te gebruiken in een TCP/IP-netwerk, zoals instellingen voor het IP-adres. <IPv4-instellingen> Geef instellingen op om de machine te gebruiken in een IPv4-netwerk. <Instellingen IP-adres> Configureer het IP-adres dat wordt gebruikt voor het identificeren van toestellen, zoals computers en printers, in een TCP/IP-netwerk.
Pagina 490
Instellingenmenu <Aan> <SMTP-serveradres verkrijgen> <Uit> <Aan> <POP-serveradres verkrijgen> <Uit> <Aan> <PING-opdracht> Selecteer deze optie om te controleren of de machine via een netwerk is verbonden met een computer. netwerkverbinding testen(P. 31) <IPv6-instellingen> Geef instellingen op om de machine te gebruiken in een IPv6-netwerk. Een IPv6-adres instellen(P.
Pagina 491
Instellingenmenu <Aan> <Domeinnaam verkrijgen> <Uit> <Aan> <DNS-instellingen> Kies deze optie om instellingen op te geven voor DNS (Domain Name System), een mechanisme voor het omzetten van hostnamen in IP-adressen. DNS configureren(P. 54) <Adresinstellingen IPv4-DNS-server> Geef het IP-adres van de DNS server in de IPv4 omgeving op. <Primaire DNS-server>: 0.0.0.0 <Secundaire DNS-server>: 0.0.0.0 <Instellingen DNS-hostnaam/domeinnaam>...
Pagina 492
Instellingenmenu <Registreer stateless adres> <Uit> <Aan> <DNS dynamisch update-interval> 0 tot 24 tot 48 (uur) <mDNS-instellingen> Hier kunt u instellingen opgeven om DNS-functies te gebruiken zonder DNS-servers. <IPv4> <Gebruik mDNS> <Uit> <Aan> <mDNS-naam> <IPv6> <Gebruik mDNS> <Uit> <Aan> <Gebr. zelfde mDNS-nm als IPv4> <Uit>...
Pagina 493
Instellingenmenu <Uit> <Aan> <RX-time-out> 1 tot 5 tot 60 (min.) <WSD-instellingen> Schakel automatisch bladeren en verkrijgen van informatie voor de printer of scanner in of uit, door het WSD- protocol te gebruiken. Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren(P. 39) <Gebruik WSD-afdrukken> <Uit> <Aan>...
Pagina 494
Instellingenmenu <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP-instellingen> <Gebruik IPSec> Selecteer <Uit> of <Aan> start de machine opnieuw op <Instellingen poortnummer> Kies deze optie om de standaard poortnummers voor protocollen te wijzigen voor uw netwerkomgeving. Poortnummers wijzigen(P. 398) <LPD> 1 tot 515 tot 65535 <RAW>...
Pagina 495
Instellingenmenu <SNMPv1-instellingen> Hiermee kunt u SNMPv1 in- of uitschakelen. Als u SNMPv1 inschakelt, geeft u een communitynaam en toegangsmachtigingen op voor MIB-objecten (Management Information Base). <Uit> <Aan> <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <SNMP-instellingen> Selecteer <Uit> of <Aan> in <SNMPv1-instellingen> <Toepassen> Herstart het apparaat <SNMPv3-instellingen>...
Pagina 496
Instellingenmenu <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <SNMP-instellingen> Selecteer <Uit> of <Aan> in <MIB hostbr. formatt. als RFC2790> <Toepassen> Herstart het apparaat <Gebruik speciale poort> Hiermee kunt u de speciale poort in- of uitschakelen. De speciale poort wordt gebruikt voor het afdrukken, faxen of scannen met MF Scan Utility en wanneer u instellingen voor het apparaat wilt opvragen of opgeven via het netwerk.
Pagina 497
Instellingenmenu <Instellingen Ethernet-stuurprogramma> Selecteer het type Ethernet (10BASE-T / 100BASE-TX / 1000BASE-T) en de communicatiemodus van Ethernet (half- duplex / full-duplex). U kunt ook het MAC-adres voor het bedraad LAN zien. <Automatische detectie> Geef aan of u de communicatiemodus en het type Ethernet automatisch wilt vaststellen of handmatig wilt selecteren.
Pagina 498
Instellingenmenu <IPv4-adresfilter> Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor het filteren van pakketten die zijn verzonden naar of ontvangen van apparaten met opgegeven IPv4-adressen. IP-adressen opgeven voor firewallinstellingen(P. 392) <Uitfilter> <Uit> <Aan> <Infilter> <Uit> <Aan> <Menu> <Voorkeuren>...
Pagina 499
Geef op of u plug-ins voor iW Management Console wilt gebruiken voor het beheren van de gegevens van het apparaat, zoals instellingen. Neem voor gedetailleerde informatie over iW Management Console contact op met de Canon-dealer bij u in de buurt. Instellingen configureren voor communicatie tussen het apparaat en plug- ins(P.
Pagina 500
Instellingenmenu <Externe interface> 1XSR-08R Alle instellingen voor de USB verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <USB-instellingen> Schakel de functies van de USB-poort of van een USB-geheugenapparaat in of uit. <Gebruik als USB-apparaat> Hiermee kunt u de USB-poort in- of uitschakelen waarmee de machine kan worden verbonden met een computer.
Pagina 501
Instellingenmenu <Toegankelijkheid> 1XSR-08S Alle instellingen voor toegang, zoals de kleuren van het scherm omkeren en weergavetijd van meldingen, verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Omwisselen schermkleuren>(P. 492) <Helderheid>(P. 492) <Duur berichtweergave>(P. 492) <Omwisselen schermkleuren>...
Pagina 502
Instellingenmenu <Aanpassing/onderhoud> 1XSR-08U Item Beschrijving <Beeldkwaliteit aanpassen>(P. 494) Geeft een beschrijving over hoe u de beeldkwaliteit voor het afdrukken instelt. Geeft een beschrijving van de instellingen voor het afwerken van kopiëren en afdrukken. <Actie aanpassen>(P. 497) <Onderhoud>(P. 498) Geeft een beschrijving van de reinigingsfuncties. Mogelijk wordt deze instelling niet weergegeven afhankelijk van opties in andere instelitems.
Pagina 503
Instellingenmenu <Beeldkwaliteit aanpassen> 1XSR-08W Alle instellingen voor de beeldkwaliteit verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een asterix ( ) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 504
Instellingenmenu <+5>: -127 tot ±0 tot+127 <+6>: -127 tot ±0 tot+127 <Testpagina uitvoeren> <Begininstellingen herstellen> <Vorige instellingen herstellen> <Scannercorrectie> <Correctie onjuiste afdrukkleur> Gebruik deze functie als de afbeelding is vervaagd door kleurverschuiving. Onjuiste afdrukkleuren corrigeren(P. 640) <Zwarte tekst verwerkt voor kleur> Kies deze optie om de drempelwaarde aan te passen die bepaalt of zwarte tekst in kleuren-originelen alleen met zwarte toner wordt afgedrukt of met een mengsel van zwarte toner en kleurentoners.
Pagina 505
Instellingenmenu <Aan> <Lade 4> <Uit> <Aan> <Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale verwerking> <Verwerking van speciaal papier> <Handm. achterk. afdr. (alleen 2- zijdig)> Selecteer <Aan> in de in te stellen papierbron <Toepassen> <Ja> <Tonervol. aanp. vr kleurafdr.> U kunt voorkomen dat een teveel aan toner op papier wordt gefixeerd om afdrukproblemen zoals slechte tonerfixatie of doordrukken te verminderen.
Pagina 506
Instellingenmenu <Actie aanpassen> 1XSR-08X Alle instellingen met betrekking tot het aanpassen van acties staan in een lijst met een korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). ● Deze instelling wordt misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 507
Instellingenmenu <Onderhoud> 1XSR-08Y De reinigingsfuncties worden opgesomd en toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een asterix ( ) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van de opties, of andere instel-items. <Apparaat reinigen> (P. 498) <Invoer reinigen>...
Pagina 508
Instellingenmenu <Functie-instellingen> 1XSR-090 Item Beschrijving <Algemeen>(P. 500) Dit gedeelte beschrijft de instellingen die voor alle functies gelden. <Kopiëren>(P. 509) Dit gedeelte beschrijft hoe u de kopieerinstellingen opgeeft. <Printer>(P. 513) In dit gedeelte wordt beschreven hoe u printerinstellingen kunt opgeven. <Verzenden>(P. 557) Dit gedeelte beschrijft hoe u instellingen opgeeft voor het verzenden van faxen of gescande originelen.
Pagina 509
Instellingenmenu <Algemeen> 1XSR-091 Alle items gerelateerd aan voor iedere functie algemene instellingen verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met " " worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 511
Instellingenmenu <Uit> <Aan> <Invoermethode papier schakelen> Geef deze instelling op wanneer u een document gaat afdrukken op papier met logo's. Als u bij algemeen gebruik, op papier met logo's gaat afdrukken, moet u voor enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken het papier in de papierbron anders laden.
Pagina 512
Instellingenmenu <Snelheidsprioriteit> Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, moet u de afdrukzijde wijzigen als u enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukt. ● U kunt het beste <Snelheidsprioriteit> selecteren als het niet uitmaakt op welke zijde er wordt afgedrukt. <Prioriteit afdrukzijde>...
Pagina 513
Instellingenmenu <Lade A> <Lade B> <Lade C> <Niet instellen> <Prioriteit 3> <Lade A> <Lade B> <Lade C> <Niet instellen> <Ontvangen/fax> <Prioriteit 1> <Lade A> <Lade B> <Lade C> <Prioriteit 2> <Lade A> <Lade B> <Lade C> <Niet instellen> <Prioriteit 3> <Lade A>...
Pagina 514
Instellingenmenu ● Indien een bepaald blad de max. capaciteit heeft bereikt, schakelt de machine automatisch over naar een ander blad dat aan dezelfde functie is toegewezen. Wij adviseren u slechts één blad aan te wijzen voor fax/I- fax documenten om te voorkomen dat ze zoekraken. ●...
Pagina 515
Instellingenmenu <Scaninstellingen> Configureer de scaninstellingen. <Instellingen scannergeluid> U kunt instellen of prioriteit wordt gegeven aan de scansnelheid of aan de geluidsreductie wanneer het origineel via de aanvoer wordt gescand. <Snelheidsprioriteit> <Stil> <Menu> <Functie-instellingen> <Algemeen> <Scaninstellingen> <Instellingen scannergeluid> Selecteer <Snelheidsprioriteit> of <Stil> <Ja>...
Pagina 516
Instellingenmenu <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Algemeen> <Scaninstellingen> <Automatisch online> Selecteer <Uit> of <Aan> <Automatisch offline> Als u het apparaat in de online-stand hebt gezet om te kunnen scannen en er geen scan wordt uitgevoerd binnen een specifieke periode nadat het onderstaande scherm is weergegeven, wordt het apparaat automatisch in de offline-stand gezet.
Pagina 517
Instellingenmenu <Gamma 1,0> <Gamma 1,4> <Gamma 1,8> <Gamma 2,2> <Menu> <Functie-instellingen> <Algemeen> <Bestand genereren> <Beeldinstellingen uitvoerbestand> <Waarde YCbCr TX-gamma> selecteer de gammawaarde ● Raadpleeg de handleiding van de monitor om de gammawaarde te bepalen. <OCR-instellingen (doorzoekbare tekst)> Geef, als u met OCR (Optical Character Recognition) van een tekst-origineel een "doorzoekbare PDF" wilt maken, op of het apparaat de tekstrichting van het origineel bepaalt en de richting van het origineel detecteert.
Pagina 518
Instellingenmenu <Kopiëren> 1XSR-092 Alle instellingen voor het kopiëren worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een asterix ( ) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items. <Standaardinstellingen wijzigen (Kopie)>...
Pagina 520
Instellingenmenu <Rand wissen> <Uit> <Originele rand verwijderen> <Boekrand wissen> <Scherpte> Zeven niveaus <Kleurbalans> Geel / Magenta / Cyaan / Zwart 17 niveaus <Fijnaanpassing> Geel/Magenta/Cyaan/Zwart <Hoog>: 17 niveaus <Medium>: 17 niveaus <Laag>: 17 niveaus <Automatisch sorteren> Als u deze instelling instelt op <Aan>, wordt de finishingmodus automatisch geschakeld tussen <Sorteren (Paginavolgorde)>...
Pagina 521
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Kopiëren> <Stand orig. autom. herkennen> Selecteer <Uit> of <Aan> ● Als u originelen van A4- of A5-formaat vergroot naar kopieerpapier met A3-formaat wordt Automatische oriëntatie niet uitgevoerd, zelfs niet als dit is ingesteld op <Aan>. ● Alleen de beelden van originelen met een standaardformaat tot A4-formaat kunnen worden geroteerd wanneer het zoompercentage op 100% is ingesteld.
Pagina 522
Instellingenmenu <Printer> 1XSR-093 Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met " " worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items. ●...
Pagina 523
Instellingenmenu ● Als de instellingen in het printerstuurprogramma niet overeenkomen met het formaat en type geladen papier met <Aan>, kan het papier vastlopen of kan er een afdrukfout optreden. <Kopieën> Geef hier het gewenste aantal kopieën op. tot 999 <Menu> <Functie-instellingen>...
Pagina 524
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Papierformaat negeren> Selecteer <Uit> of <Aan> ● U kunt verschillende afdrukinstellingen opgeven, bijvoorbeeld het aantal exemplaren of enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken, vanaf een toepassing of het printerstuurprogramma. De instelling <Papierformaat negeren> kan echter alleen op het apparaat worden opgegeven. <Afdrukkwaliteit>...
Pagina 525
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Tonerbesparing> Selecteer <Uit> of <Aan> <Gradatie> Geef de verwerkingsmethode op voor het reproduceren van gradaties. Om een hogere kwaliteit te verkrijgen dan <Hoog 1>, instellen op <Hoog 2>. <Hoog 1> <Hoog 2> <Menu> <Functie- instellingen>...
Pagina 526
Instellingenmenu <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Speciale gladmaakmodus> Selecteer een modus <Modus 1> Hiermee worden de randen van donker gekleurde tekst of afbeeldingen vloeiend afgedrukt. Deze instelling is geschikt voor de meeste afdruktaken. <Modus 2> Hiermee worden de randen van afbeeldingen en interne halftonen vloeiend afgedrukt. <Modus 3>...
Pagina 527
Instellingenmenu <Standaard> Stelt de hoeveelheid tonertoevoer zodanig in dat de juiste resolutie is gegarandeerd voor tekst en lijnen, en dat de juiste kleurtint is gegarandeerd voor andere types printgegevens. <Gradatieprioriteit> Stelt de hoeveelheid tonertoevoer zodanig in dat de juiste kleurtint is gegarandeerd voor alle types printgegevens.
Pagina 528
Instellingenmenu <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Breedteaanpassing> <Aan> Selecteer het doel ● Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn, of kan de beeldkwaliteit veranderen. ● Ook als u dit instelt op <Aan>, is vet drukken eventueel niet mogelijk, afhankelijk van de afdruktoepassing. <Geavanceerd gladmaken>...
Pagina 529
Instellingenmenu <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Geavanceerd gladmaken> <Toepassen op tekst> Selecteer <Uit> of <Aan> ● De instellingen van <Toepassen op illustraties> en <Toepassen op tekst> zijn alleen van kracht als [Geavanceerd effenen] is ingesteld op [Standaardwaarde printer] in het printerstuurprogramma. <Vloeiender gradaties>...
Pagina 530
Instellingenmenu <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Vloeiender gradaties> <Toepassen op afbeeldingen> Selecteer <Uit> of <Aan> ● [Vloeiende gradatie] in het printerstuurprogramma is alleen toepassing op grafische gegevens. De hier geconfigureerde instelling is van toepassing op het gladmaken van afbeeldingsgegevens. <Lay-out>...
Pagina 531
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Lay- out> <Rugmarge> geef de bindmarge op <Toepassen> De instelwaarde invoeren Geef de verschuivingsrichting en -breedte op van de afdrukpositie. De instelwaarde "+" of "-" bepaalt de inbindrand waarvoor de inbindmarge moet worden ingesteld. U kunt de inbindmarge instellen in stappen van 0,5 mm.
Pagina 532
Instellingenmenu <Korte zijde versch. (voorkant)>/<Lange zijde versch. (voorkant)> Verschuift de afdrukpositie op de papierzijde die omhoog gericht is. <Korte zijde versch. (achterk.)>/<Lange zijde versch. (achterk.)> Verschuift de afdrukpositie op de papierzijde die omlaag gericht is. De instelwaarde invoeren Voor <Korte zijde versch. (voorkant)>/<Korte zijde versch. (achterk.)> geeft u een waarde met een "+"teken op om de afdrukpositie in de links-naar-rechts richting te verschuiven.
Pagina 533
Instellingenmenu <Automatisch> <PS> <PCL> <PDF> <XPS> <Afbeeldingsbeheer> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Persoonlijkheid> Selecteer de stand Persoonlijkheid <Kleurmodus> Selecteer of u gegevens in kleur of in zwart/wit wilt afdrukken. <Auto (Kleur/Z-W)> <Zwart-wit> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Kleurmodus> Selecteer <Auto (Kleur/Z-W)> of <Zwart-wit> <Gecomprimeerde beelduitvoer>...
Pagina 534
Instellingenmenu <UFR II> U kunt de instellingen veranderen die van kracht worden als u afdrukt vanaf UFR II printerstuurprogramma. <Halftonen> U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. <Foutdiffusie>...
Pagina 535
Instellingenmenu Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> wordt gebruikt voor letters en tekens, <Illustraties> wordt gebruikt voor lijnen en figuren en <Afbeelding> wordt gebruikt voor foto's en afbeeldingen. Instellingwaarde <Resolutie> Produceert een scherpe afdruk met heldere tekstkanten. Geschikt voor het afdrukken van tekens en fijne lijnen.
Pagina 536
Instellingenmenu <Levendige foto> Verwerkt zodanig dat de kleurtint dieper en levendiger is dan <Algemeen>. <Grijscorrectie> Configureert een instelling zodanig dat zwarte of grijze gegevens met kleurinformatie die bepaalt dat R=G=B is, worden afgedrukt met uitsluitend zwarte (K) toner. Als <Uit> is geselecteerd, worden data afgedrukt met behulp van de toner van vier kleuren: CMYK.
Pagina 537
Instellingenmenu <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Papierbesparing> Selecteer <Uit> of <Aan> <Afdrukstand> Selecteer <Staand> (verticale richting) of <Liggend> (horizontale richting) voor de paginarichting. <Staand> <Liggend> <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Afdrukstand> Selecteer <Staand> of <Liggend> <Lettergrootte> Geef het te gebruiken lettertype op door het bijbehorende ID-nummer te selecteren. U kunt vanaf het bedieningspaneel een lijst afdrukken met voorbeelden van de beschikbare PCL-lettertypen.
Pagina 538
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Pitch> geef de gewenste pitch op <Toepassen> <Vormlijnen> Hiermee stelt u het aantal af te drukken regels per pagina in. Deze waarde ligt tussen 5 en 128. Deze instelling wordt automatisch aangepast aan de hand van de instellingen voor <Standaard papierformaat> en <Afdrukstand>.
Pagina 539
Instellingenmenu <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Tekencode> Selecteer de tekencode <Gebruikerspapier> Kies deze optie om aan te geven of u een aangepast papierformaat wilt instellen. Selecteer <Aan> om de afmetingen van het papier op te geven bij <X-dimensie> en <Y-dimensie>. <Uit>...
Pagina 540
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Y- dimensie> Geef de afmeting op <Toepassen> <CR aan LF toevoegen> Met deze optie kunt u instellen of er een Enter-teken (CR) moet worden toegevoegd wanneer de machine een teken voor een nieuwe regel (LF) ontvangt. Als <Ja> is geselecteerd, wordt de afdrukpositie naar het begin van de volgende regel verplaatst wanneer de machine een LF-code ontvangt.
Pagina 541
Instellingenmenu ● Bij gebruik van deze modus kan de stabiliteit van de textuur en gefixeerde toner afnemen. <Uit> <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Halftonen> <Foutdiffusie> Selecteer <Uit> of <Aan> ● Deze instelling is alleen beschikbaar als <Resolutie> is ingesteld op <600 dpi>. <Resolutie/gradatie>...
Pagina 542
Instellingenmenu Instellingwaarde <Resolutie> Produceert een scherpe afdruk met heldere tekstkanten. Geschikt voor het afdrukken van tekens en fijne lijnen. <Gradatie> Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiend overlopende randen. Dit wordt gebruikt voor het afdrukken van figuren of afbeeldingen die gradatiegebieden bevatten. <Afstemmethode>...
Pagina 543
Instellingenmenu <Uit> <Aan> <Afbeelding> <Uit> <Aan> <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Grijscorrectie> Selecteer een afbeeldingstype Selecteer <Uit> of <Aan> <BarDIMM> Met deze instelling kunt u streepjescodes afdrukken die ondersteund worden door de Barcode Printing Kit. Als <Inschakelen> is geselecteerd, genereert het apparaat streepjescodes als het streepjescode-opdrachten ontvangt van de host computer.
Pagina 544
Instellingenmenu <?> <{> <}> <|> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <FreeScape> Selecteer een escapecode ● Deze instelling is alleen beschikbaar als <BarDIMM> is ingeschakeld. <PS> Geef de instellingen op voor PS-afdrukken, zoals paginalay-out en afdrukkwaliteit. <Time-out opdracht> Deze instelling biedt u de mogelijkheid op te geven hoeveel tijd verstrijkt tot een taak wordt geannuleerd. Als een opdracht niet binnen de ingestelde tijdslimiet wordt voltooid, wordt deze automatisch geannuleerd.
Pagina 545
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PS> <Puur zwarte tekst> Selecteer <Uit> of <Aan> <Zwarte overdruk> Geef de afdrukmethode op als zwarte tekst overlapt met een kleurige achtergrond of kleurige afbeelding. Deze optie wordt niet weergegeven als <Puur zwarte tekst> is ingesteld op <Uit>. <Uit>...
Pagina 546
<CMYK-simulatieprofiel> Selecteer een simulatiedoel bij het afdrukken van CMYK-gegevens. Het apparaat zet de CMYK-gegevens op basis van de simulatie om naar een CMYK-kleurenmodel dat geschikt is voor het apparaat. <JapanColor(Canon)> <U.S. Web Coated v1.00(Canon)> <Euro Standard v1.00(Canon)> <Geen> <Menu> <Functie-instellingen>...
Pagina 547
Instellingenmenu <Geen> Drukt gegevens af door CMYK gegevens om te zetten naar een apparaat-afhankelijk CMYK kleurenmodel zonder het CMYK-simulatieprofiel toe te passen. ● Wanneer <Geen> wordt geselecteerd, kan donker gekleurde gradatie ongelijk worden, afhankelijk van de gegevens. <Grijswaardenprofiel gebruiken> Geef op of grijze data wordt geconverteerd naar CMYK data, met behulp van het grijswaardenprofiel van het apparaat.
Pagina 548
Instellingenmenu Type afbeelding Selecteer een doel waarvoor u een instelling wilt wijzigen. Tekst is doel voor <Tekst>, een lijn of figuur voor <Illustraties>, en een afbeelding zoals een foto voor <Afbeelding>. Profiel <Normaal> Past het afdrukken van gegevens aan zodat de afdrukkleuren zo dicht mogelijk bij de kleuren liggen die op de monitor worden weergegeven.
Pagina 549
Instellingenmenu <Perceptueel> Biedt de kleurtint die geschikt is voor het afdrukken van foto's of bitmap-afbeeldingen. <Verzadiging> Biedt de kleurtint die geschikt is voor het afdrukken van kunstwerken of andere afbeeldingen die worden gebruikt voor presentatiematerialen. <Colorimetrisch> Stel deze optie in als u de RGB-kleurwaarde in het kleurreproductiebereik van het apparaat zo nauwkeurig mogelijk wilt reproduceren.
Pagina 550
Instellingenmenu <Afbeelding> <Resolutie> <Gradatie> <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PS> <Halftonen> <Resolutie/ gradatie> Selecteer een afbeeldingstype Selecteer <Resolutie> of <Gradatie> Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> wordt gebruikt voor letters en tekens, <Illustraties> wordt gebruikt voor lijnen en figuren en <Afbeelding> wordt gebruikt voor foto's en afbeeldingen.
Pagina 551
Instellingenmenu <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PS> <Samengestelde overdruk> Selecteer <Uit> of <Aan> ● Overdrukken met behulp van speciale kleuren is niet toegestaan. <Grijswaardeconversie> U kunt selecteren op welke manier kleurwaarden in een grijswaarde worden omgezet wanneer u kleurgegevens afdrukt. <sRGB>...
Pagina 552
Instellingenmenu <Halftonen> U kunt de afdrukmethode veranderen voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. <Gradatie> <Foutdiffusie> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Inst. voor afb.beheer> <Halftonen> Selecteer <Gradatie> of <Foutdiffusie> <Gradatie>...
Pagina 553
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Afdrukgebied vergroten> Selecteer <Uit> of <Aan> ● Als u <Aan> opgeeft, kan het gebeuren dat papiergedeelten kort bij de rand niet worden bedrukt of dat afdrukken er gedeeltelijk vlekkerig uitkomen, al naargelang het origineel. <N op 1>...
Pagina 554
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Puur zwarte tekst> Selecteer <Uit> of <Aan> <Zwarte overdruk> Geef de afdrukmethode op als zwarte tekst overlapt met een kleurige achtergrond of kleurige afbeelding. Deze optie wordt niet weergegeven als <Puur zwarte tekst> is ingesteld op <Uit>. <Uit>...
Pagina 555
<CMYK-simulatieprofiel> Selecteer een simulatiedoel bij het afdrukken van CMYK-gegevens. Het apparaat zet de CMYK-gegevens op basis van de simulatie om naar een CMYK-kleurenmodel dat geschikt is voor het apparaat. <JapanColor(Canon)> <U.S. Web Coated v1.00(Canon)> <Euro Standard v1.00(Canon)> <Geen> <Menu> <Functie-instellingen>...
Pagina 556
Instellingenmenu <Geen> Drukt gegevens af door CMYK gegevens om te zetten naar een apparaat-afhankelijk CMYK kleurenmodel zonder het CMYK-simulatieprofiel toe te passen. ● Wanneer <Geen> wordt geselecteerd, kan donker gekleurde gradatie ongelijk worden, afhankelijk van de gegevens. <Grijswaardenprofiel gebruiken> Geef op of grijze data wordt geconverteerd naar CMYK data, met behulp van het grijswaardenprofiel van het apparaat.
Pagina 557
Instellingenmenu Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> wordt gebruikt voor letters en tekens, <Illustraties> wordt gebruikt voor lijnen en figuren en <Afbeelding> wordt gebruikt voor foto's en afbeeldingen. Instellingwaarde <Normaal> Past het afdrukken van gegevens aan zodat de afdrukkleuren zo dicht mogelijk bij de kleuren liggen die op de monitor worden weergegeven.
Pagina 558
Instellingenmenu <Perceptueel> Biedt de kleurtint die geschikt is voor het afdrukken van foto's of bitmap-afbeeldingen. <Verzadiging> Biedt de kleurtint die geschikt is voor het afdrukken van kunstwerken of andere afbeeldingen die worden gebruikt voor presentatiematerialen. <Colorimetrisch> Stel deze optie in als u de RGB-kleurwaarde in het kleurreproductiebereik van het apparaat zo nauwkeurig mogelijk wilt reproduceren.
Pagina 559
Instellingenmenu <Afbeelding> <Resolutie> <Gradatie> <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Halftonen> <Resolutie/ gradatie> Selecteer een afbeeldingstype Selecteer <Resolutie> of <Gradatie> Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> wordt gebruikt voor letters en tekens, <Illustraties> wordt gebruikt voor lijnen en figuren en <Afbeelding> wordt gebruikt voor foto's en afbeeldingen.
Pagina 560
Instellingenmenu <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Samengestelde overdruk> Selecteer <Uit> of <Aan> ● Overdrukken met behulp van speciale kleuren is niet toegestaan. <Grijswaardeconversie> Geef het type grijswaardeconversie van kleurafdrukdata op. <sRGB> <NTSC> <Uniforme RGB> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Grijswaardeconversie>...
Pagina 561
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <XPS> <Afstemmethode> Selecteer een item <Algemeen> Verwerkt zodanig dat de kleurtint geschikt is voor het afdrukken van algemene papieren zoals foto's of documenten. <Perceptueel> Verwerkt zodanig dat de kleurtint geschikt is voor het afdrukken van bitmapafbeeldingen. Als dit item is geselecteerd, wordt een afbeelding afgedrukt in de kleuren die de beeldschermkleuren het best benaderen.
Pagina 562
Instellingenmenu <Gradatie> <Illustraties> <Resolutie> <Gradatie> <Afbeelding> <Resolutie> <Gradatie> <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <XPS> <Halftonen> <Resolutie/ gradatie> Selecteer een afbeeldingstype Selecteer <Resolutie> of <Gradatie> Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> wordt gebruikt voor letters en tekens, <Illustraties>...
Pagina 563
Instellingenmenu <Afbeelding> <Uit> <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <XPS> <Grijscorrectie> Selecteer een afbeeldingstype Selecteer <Uit> of <Aan> <Grijswaardeconversie> Geef de manier op om kleurgegevens in zwart-wit af te drukken. <Tekst> <sRGB> <NTSC> <Uniforme RGB> <Illustraties> <sRGB> <NTSC> <Uniforme RGB> <Afbeelding> <sRGB>...
Pagina 564
Instellingenmenu Type grijswaardenconversie <sRGB> Kleurgegevens worden geconverteerd naar zwart/wit met nadruk op kleurverschillen, zodat een soepele gradatie wordt verkregen. <NTSC> Drukt af in zwart/wit zodat de resulterende afbeelding er uitziet als het beeld van een zwart/wit tv (systeem NTSC). <Uniforme RGB> Drukt af in zwart/wit zodat R, G en B gelijkmatig worden omgezet naar hetzelfde grijsniveau door alleen helderheid als referentie te gebruiken.
Pagina 565
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <PDL-selectie (Plug and Play)> Selecteer <Netwerk> of <USB> selecteer een paginabeschrijvingstaal Herstart het apparaat <FAX> Hiermee wordt de machine gedetecteerd en verbonden als een faxapparaat. <UFR II> Hiermee wordt het apparaat gedetecteerd en verbonden als een UFR II printer. <UFR II (V4)>...
Pagina 566
Instellingenmenu <Verzenden> 1XSR-094 Alle instellingen voor het verzenden van faxen of gescande originelen verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met " " worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 567
Instellingenmenu <Bestemming bevest. vóór verz.> Geef op of het scherm om de bestemming te bevestigen moet worden weergegeven tijdens het verzenden van faxen, e-mails, of I-Faxen. Als <Alleen voor groepsverzending> is geselecteerd, verschijnt het bevestigingsscherm uitsluitend als meerdere bestemmingen zijn opgegeven. Bestemmingen controleren tijdens het verzenden van gegevens(P.
Pagina 569
Instellingenmenu <Foto> <Originelen van verschill. formaat> <Uit> <Aan> <2-zijdig origineel > <Uit> <Type boek> <Type kalender> <Scherpte> Zeven niveaus <Bestandsgrootte> <Klein: Geheugenprioriteit> <Standaard> <Groot: Prioriteit beeldkwaliteit> <Onderwerp/bericht> <Onderwerp> <Bericht> <Antwoord aan> <Geen> <Opgeven uit adresboek> <Prioriteit> <Laag> <Standaard> <Hoog> <I-faxinstellingen> Geef de basisinstellingen op voor het gebruik van het apparaat als I-Faxapparaat.
Pagina 571
Instellingenmenu <Opgeven uit adresboek> <TX terminal-ID> Informatie zoals de datum en de tijd van verzending en het e-mailadres van het apparaat (informatie van de verzender) kunnen als kopregel aan verzonden documenten worden toegevoegd. Deze informatie vertelt de ontvanger wanneer de I-Fax is verzonden en wie de afzender is. <TX terminal-ID toevoegen>...
Pagina 573
Instellingenmenu <Klein: Geheugenprioriteit> <Standaard> <Groot: Prioriteit beeldkwaliteit> <Faxinstellingen> Kies deze optie om de basisinstellingen op te geven voor de faxfunctie van de machine. <Standaardinstellingen wijzigen (Fax)> Geef instellingen op voor het versturen van faxen. De geselecteerde instellingen worden gebruikt als de standaardinstellingen voor het scannen van originelen.
Pagina 574
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <ECM TX> <Aan> ● ECM moet zijn ingeschakeld op het apparaat en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat. ● Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn.
Pagina 575
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <Automat. nummerherhaling> Selecteer <Aan> in <Autom. nummerherhaling gebr.> Geef de instellingen <Toepassen> <Aantal herhalingen> Geef aan hoe vaak het apparaat het nummer opnieuw moet kiezen. Voer een nummer in, en selecteer <Toepassen>. <Herhalingsinterval> Geef het interval op voor nummerherhaling. Voer een waarde in voor het interval en selecteer <Toepassen>. <Nummerherhaling bij fout>...
Pagina 576
Instellingenmenu <Afb draaien vr verz (lange z)> Selecteer of het origineel dat dwars is geplaatst, 90 graden moet worden gedraaid en automatisch verzonden. <Uit> <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <Afb draaien vr verz (lange z)> Selecteer <Uit> of <Aan> <TX-startsnelheid> Als het even duurt om de originelen te verzenden, bijvoorbeeld vanwege een slechte telefoonverbinding, kunt u de transmissiestartsnelheid stapsgewijs verlagen.
Pagina 577
Instellingenmenu <PBX> Selecteer <PBX> als het apparaat via een telefooncentrale moet worden verbonden. Stel de functie van toets <R> weergegeven op het basis faxscherm in op <Prefix> of <Verbreken>. Als u <Prefix> selecteert, voert u het kengetal op het volgende scherm in. Gebruik de numerieke toetsen om de code voor het kengetal in te voeren, selecteer <Onderbreken>...
Pagina 578
Instellingenmenu <TX terminal-ID> Kies deze optie om instellingen op te geven voor het toevoegen van gegevens van de afzender aan de koptekst van faxen, zoals het faxnummer en de naam van de machine. De ontvanger kan aan de hand van deze gegevens zien van wie de fax afkomstig is.
Pagina 579
Instellingenmenu <Ontvangen/doorzenden> 1XSR-095 Alle instellingen voor het ontvangen van faxen en e-mails verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met " " worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 580
Instellingenmenu <I-faxinstellingen> Geef instellingen op voor het afdrukken van ontvangen I-Fax documenten. <Afdrukken op beide zijden> Kies deze optie om instellingen op te geven voor het dubbelzijdig afdrukken van ontvangen documenten. <Uit> <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <I-faxinstellingen> <Afdrukken op beide zijden> <Aan>...
Pagina 581
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <Faxinstellingen> <Afdrukken op beide zijden> <Aan> <Lade selecteren> U kunt instellen hoe de machine documenten afdrukt wanneer geen papier aanwezig is dat overeenkomt met het formaat van het ontvangen document. <Schakelaar A> <Uit> <Aan> <Schakelaar B> <Uit>...
Pagina 582
Instellingenmenu ● Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn. ● Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en - correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden. <Inkomend belsignaal>...
Pagina 583
Instellingenmenu <Omschakelen naar Auto RX> Kies deze optie om instellingen op te geven voor het automatisch ontvangen van een fax nadat de machine gedurende bepaalde tijd een signaal voor een binnenkomende fax heeft gedetecteerd. Deze functie is alleen beschikbaar als <Handmatig> is geselecteerd als de ontvangstmodus. Via deze functie kunnen faxen ook worden ontvangen als er niemand aanwezig is om de handset op te pakken.
Pagina 584
Instellingenmenu <Verticaal/Horizontaal> <Alleen verticaal> <Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <Faxinstellingen> <Verklein RX- formaat gebruiken> Selecteer <Aan> in <Verklein RX-formaat gebruiken> Geef elk instelitem <Toepassen> <Verkleiningspercentage> <Automatisch> verkleint het document met een percentage dat is gebaseerd op het formaat van het geladen papier. Kies <97%>, <95%>, <90%> of <75%> om het document met dat percentage te verkleinen. <Verkleiningsrichting>...
Pagina 585
Instellingenmenu <Afbeeldingen afdrukken> Geef aan of u doorgestuurde faxen wilt afdrukken. U kunt instellen dat het apparaat doorgestuurde documenten alleen afdrukt als er een fout optreedt. Door te sturen documenten afdrukken(P. 250) <Uit> <Aan> <Alleen bij fout> <Afbeeld. in geheugen opslaan> Selecteer deze optie om in te stellen of faxen in het geheugen moeten worden opgeslagen als het doorsturen ervan is mislukt.
Pagina 586
Instellingenmenu <Bestanden opslaan/gebruiken> 1XSR-096 Alle instellingen met betrekking op het opslaan van gescande documenten op een USB-geheugenapparaat of het afdrukken van opgeslagen bestanden worden met beschrijvingen weergegeven. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een asterix ( ) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 588
Instellingenmenu <Originelen van verschill. formaat> <Uit> <Aan> <2-zijdig origineel> <Uit> <Type boek> <Type kalender> <Scherpte> Zeven niveaus <Bestandsgrootte> <Klein: Geheugenprioriteit> <Standaard> <Groot: Prioriteit beeldkwaliteit> <Toegangsinstellingen opgesl. bestanden> U kunt de instellingen veranderen om bestanden die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat af te drukken, en de methode om ze weer te geven.
Pagina 589
Instellingenmenu <Gradatie> <Foutdiffusie> < PDF-details instellen> <Helderheid> Zeven niveaus <N op 1> <Uit> <2 op 1> <4 op 1> <6 op 1> <8 op 1> <9 op 1> <16 op 1> <Afdrukbereik> <Alle pagina's> <Opgegeven pagina's> <Vergr./verkl. volgns papierformaat> <Uit> <Aan>...
Pagina 592
Instellingenmenu <Aan> <Standaard weergave-instell.> Selecteer Voorbeeld/Details als de methode om bestanden in een USB-geheugenapparaat weer te geven. <Voorbeeld> <Details> <Menu> <Functie-instellingen> <Bestanden opslaan/gebruiken> <Algemene instellingen> <Toegangsinstellingen opgesl. bestanden> <Standaard weergave-instell.> Selecteer de weergavemethode <Voorbeeld> Geeft een voorbeeldafbeelding weer. <Details> Selecteer deze optie om bestandsnamen en datums in een lijst weer te geven. <Standaardinst.
Pagina 593
Instellingenmenu <Menu> <Functie-instellingen> <Bestanden opslaan/gebruiken> <Algemene instellingen> <Toegangsinstellingen opgesl. bestanden> <Weergavestijl bestandsnaam> Selecteer <Korte bestandsnaam> of <Lange bestandsnaam> <Korte bestandsnaam> Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal acht tekens. Om een onderscheid te maken tussen bestanden met gelijksoortige namen, worden er nummers als " 1"...
Pagina 594
Instellingenmenu <Beveiligde afdruk> 1XSR-097 Hier geeft u aan of Beveiligd afdrukken moet worden ingeschakeld Documenten beveiligd afdrukken(P. 277) . Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Beveiligde afdruk gebruiken> <Uit> <Aan> <Printeropdrachten beperken> <Uit> <Aan> <Wistijd beveiligde afdruk> 10 tot 30 tot 240 (min.)
Pagina 595
Instellingenmenu <Bestemming instellen> 1XSR-098 Alle instellingen voor het adresboek worden opgesomd en kort toegelicht. <Pincode adresboek> Kies deze optie om een pincode in te stellen die moet worden ingevoerd om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of om bestaande vermeldingen te wijzigen. Gebruik van het adresboek beperken(P.
Pagina 596
Instellingenmenu <Beheerinstellingen> 1XSR-099 Item Beschrijving <Gebruikersbeheer>(P. 588) U kunt instellingen configureren om gebruikers van het apparaat te beheren. <Apparaatbeheer>(P. 589) U kunt informatie beheren over de hardware en bewerkingen, maar ook verschillende vereiste data voor het gebruik van de apparaatfuncties. <Licentie/overig>(P.
Pagina 597
Instellingenmenu <Gebruikersbeheer> 1XSR-09A Alle instellingen voor het gebruikersbeheer van het apparaat verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Instellingen Systeembeheerderinformatie> (P. 588) <Afdelings-ID beheer> (P. 588) <Instellingen Systeembeheerderinformatie> Geef de ID of pincode uitsluitend op voor beheerders die toegangsmachtigingen hebben voor <Netwerk> en <Beheerinstellingen>.
Pagina 598
<Instellingen Apparaatinformatie>(P. 589) <Selecteer land/regio> *1*2(P. 589) <Weergave opdrachtlog>(P. 590) <Gebruik NFC> *3(P. 590) <Scan m Canon PRINT Business>(P. 590) <Instellingen Apparaatinformatie> Typ alfanumerieke tekens voor de naam en de installatielocatie om de machine te identificeren. <Apparaatnaam>...
Pagina 599
NFC-merkteken op het bedieningspaneel wordt aangeraakt. <Uit> <Aan> <Menu> <Beheerinstellingen> <Apparaatbeheer> <Gebruik NFC> Selecteer <Uit> of <Aan> Herstart het apparaat <Scan m Canon PRINT Business> Selecteer of u wilt toestaan dat van een mobiel apparaat wordt gescand met de toepassing Canon Mobile Scanning. <Uit>...
Pagina 600
Instellingenmenu <Aan> <Menu> <Beheerinstellingen> <Apparaatbeheer> <Scan m Canon PRINT Business> Selecteer <Uit> of <Aan> start het apparaat opnieuw...
Pagina 601
Instellingenmenu <Licentie/overig> 1XSR-09E Alle instellingen voor de software en het systeemopties voor het apparaat, maar ook over Licentie registreren verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje ( ) kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd.
Pagina 602
Instellingenmenu <Menu> <Beheerinstellingen> <Licentie/overig> <Instellingen externe UI> <Externe UI> Selecteer <Aan> in <Externe UI gebruiken> Selecteer <Uit> of <Aan> in <Gebruik TLS> <Toepassen> Start het apparaat opnieuw op <Toegang beperken> Geef op dat een pincode moet worden ingevoerd voor toegang tot de UI op afstand. Stel een pincode in van maximaal 7 cijfers.
Pagina 603
Instellingenmenu <Gegevensbeheer> 1XSR-09F De instellingen voor het benutten van de apparaatinstellingen en voor gegevensinitialisatie verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje ( ) kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd.
Pagina 604
Instellingenmenu <Sleutel en certificaat initialiseren> Selecteer deze optie om de standaardinstellingen te herstellen voor [Instellingen sleutel en certificaat] en [Instellingen CA-certificaat]. Sleutels en certificaten initialiseren(P. 462) <Adresboek initialiseren> Selecteer deze optie om de adresboek-instellingen te herstellen. Het adresboek initialiseren(P. 463) <Menu initialiseren>...
Pagina 605
Instellingenmenu <Beveiligingsinstellingen> 1XSR-09H Alle instellingen voor de authenticatiefunctie en versleuteling verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Instellingen authenticatie/wachtwoord>(P. 596) <Encryptie-instellingen>(P. 596) <Instellingen authenticatie/wachtwoord> U kunt de beveiliging van de authenticatiefunctie versterken. <Instellingen authenticatiefunctie>...
Pagina 606
Instellingenmenu <Menu> <Beheerinstellingen> <Beveiligingsinstellingen> <Encryptie-instellingen> Selecteer <Aan> in <Gebr. zwakke encr. verbieden> Selecteer <Uit> of <Aan> in <Zwakke encr. sleutel/cert verb> <Toepassen> Herstart het apparaat...
Pagina 607
Onderhoud Onderhoud Onderhoud ................................. 599 ............................601 Regelmatig reinigen ..................... 602 De buitenkant van het apparaat reinigen ..........................603 Reinigen van de glasplaat ..........................605 De invoerlade reinigen ..........................610 De binnenkant reinigen ......................... 611 Speciale reiniging uitvoeren ........................612 Het stofwerende glas reinigen ...........................
Pagina 608
Onderhoud Onderhoud 1XSR-09J In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de machine beschreven, inclusief het reinigen van de machine en het initialiseren van instellingen. ◼ Standaardreiniging Regelmatig reinigen(P. 601) ◼ Verbruiksartikelen vervangen De tonercartridge vervangen(P. 614) Vervangen van het tonerafvalreservoir(P. 618) De nietjes bijvullen (optioneel)(P.
Pagina 609
Onderhoud Vervangende onderdelen(P. 650) Controleren van de resterende hoeveelheid verbruiksmaterialen(P. 629) ◼ Overige: onderhoud en aanpassing Afdrukkwaliteit instellen(P. 631) Rapporten en lijsten afdrukken(P. 646) De tellerwaarde weergeven(P. 645)
Pagina 610
Onderhoud Regelmatig reinigen 1XSR-09K Het is aan te raden dat u de machine regelmatig reinigt om verlies van afdrukkwaliteit te voorkomen, en te zorgen dat u de machine gemakkelijk en veilig gebruikt. Reinig de locaties die zijn aangegeven door in de volgende afbeeldingen.
Pagina 611
Onderhoud De buitenkant van het apparaat reinigen 1XSR-09L Veeg de behuizing van de machine regelmatig af om die schoon te houden. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit de wandcontactdoos. De machine uitzetten(P. 111) ● Controleer de werkingsstatus van de machine voordat u deze uitschakelt. U kunt de stroom ook uitschakelen terwijl de machine een bewerking uitvoert, maar hierdoor kan de bewerking worden onderbroken of kunnen gegevens beschadigd raken.
Pagina 612
Onderhoud Reinigen van de glasplaat 1XSR-09R Indien de glasplaat vuil is, worden de originelen mogelijk niet duidelijk gescand of kan het formaat van het origineel mogelijk niet goed worden gedetecteerd. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit de wandcontactdoos. De machine uitzetten(P.
Pagina 613
Onderhoud Als u het vuil niet kunt verwijderen ● Maak een zachte doek vochtig met een milde zeepoplossing en knijp deze goed uit, en veeg de machine ermee af. Veeg het gebied daarna af met een droge, zachte doek. Sluit de documentinvoer of het deksel van de glasplaat voorzichtig. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en schakel de stroom in.
Pagina 614
Onderhoud De invoerlade reinigen 1XSR-09S Als op originelen die via de documentinvoer zijn ingevoerd strepen verschijnen, of als vlekken op afdrukken verschijnen, of als regelmatig papierstoringen optreden, reinig dan de invoer. ● De documentinvoer is optioneel voor de imageRUNNER C3025. De invoerlade reinigen(P.
Pagina 615
Onderhoud ● Draai de rollen terwijl u ze reinigt. ● Als de rollen en het omringende gebied heel vies zijn, reinigt u deze. Hiervoor maakt u een doek vochtig met water en knijpt u deze goed uit, en vervolgens veegt u de verontreinigde gebieden ermee af. Veeg de gebieden daarna af met een droge, zachte doek.
Pagina 616
Onderhoud ● Wacht tot het vocht helemaal is opgedroogd voordat u doorgaat met de volgende stap. Veeg de rollen (op drie plaatsen) in het binnendeksel af. ● Maak een zachte doek vochtig met water en knijp deze goed uit, en veeg de rollen ermee af. Veeg de rollen daarna af met een droge, zachte doek.
Pagina 617
Onderhoud Reinig het scangebied voor aangevoerde documenten. ● Veeg het gebied af met de meegeleverde reinigingsdoek. Als u het vuil niet kunt verwijderen, maakt u een zachte doek vochtig met water en knijpt u deze goed uit, en veegt u vervolgens het gebied ermee af. Veeg het gebied daarna af met een droge, zachte doek.
Pagina 618
Onderhoud Sluit het deksel van de documentinvoer voorzichtig. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en schakel de stroom in. De machine aanzetten(P. 110) Als nog steeds strepen op het papier verschijnen Als nog steeds strepen op het papier verschijnen, plaatst u ongeveer 10 vellen A4 -papier in de documentinvoer en volgt u de onderstaande procedure om Originelen plaatsen(P.
Pagina 619
Onderhoud De binnenkant reinigen 1XSR-09U Als er op afgedrukt papier strepen verschijnen of als een deel van de afbeelding ontbreekt, voert u <Apparaat reinigen> uit. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Aanpassing/onderhoud> <Onderhoud>. Selecteer <Apparaat reinigen>. Selecteer <Start>. ➠...
Pagina 620
Onderhoud Speciale reiniging uitvoeren 1XSR-09W Als afgedrukte tekst en afbeeldingen er vaag uitzien of doorlopen, voer dan Speciale reiniging uit. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Aanpassing/onderhoud> <Onderhoud>. Selecteer <Speciale reiniging>. Selecteer <Start>. ➠ Het reinigen begint. Wanneer een bericht verschijnt dat het reinigen is voltooid, drukt u op om terug te keren naar het scherm Start.
Pagina 621
Onderhoud Het stofwerende glas reinigen 1XSR-09X Als er zelfs na het reinigen van de glasplaat, de aanvoer en de hoofdeenheid nog witte strepen of afdrukproblemen verschijnen, kan het stofwerende glas vuil zijn. Volg in dit geval de onderstaande procedure om het stofwerende glas te reinigen.
Pagina 622
Onderhoud Breng de reinigingsstaaf in totdat deze de bodem van het gat raakt, en beweeg hem zachtjes heen en weer. ● Plaats de reinigingsstaaf in alle vier de gaten om ze te reinigen. Als het reinigen is voltooid, bergt u de reinigingsstaaf weer op de oorspronkelijke plaats op.
Pagina 623
Onderhoud De tonercartridge vervangen 1XSR-09Y Als de toner (bijna) op is, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd een nieuwe tonercartridge voor te bereiden of de tonercartridge te vervangen. Bereid een nieuwe tonercartridge voor of vervang de tonercartridge volgens het weergegeven bericht.
Pagina 624
Onderhoud Procedure voor het vervangen van de tonercartridge Bij het vervangen van de tonercartridge wordt de procedure ook weergegeven op het scherm. Controleer naast de volgende procedure ook de informatie op het scherm. ● Als u meerdere tonercartridges tegelijk vervangt, vervang ze dan in de volgende volgorde: zwart, geel, magenta en cyaan.
Pagina 625
Onderhoud ● Vermijd schokken doordat de tonercartridge bijvoorbeeld ergens tegenaan botst. Hierdoor kan de toner gaan lekken. Haal de nieuwe tonercartridge uit de doos. Met het witte deel van de nieuwe tonercartridge omhoog schudt u de tonercartridge ongeveer 10 keer op en neer. ●...
Pagina 626
Onderhoud Installeer de nieuwe tonercartridge. ● Bevestig voor het installeren van de tonercartridge dat de kleur van de tonercartridge en de aangegeven kleur op de opening van de hoofdeenheid hetzelfde zijn. ● Houd de tonercartridge met het platte oppervlak van de punt omlaag en duw de tonercartridge zo ver mogelijk in de hoofdeenheid.
Pagina 627
Onderhoud Vervangen van het tonerafvalreservoir 1XSR-0A0 Als de tonerafvalbak bijna vol of vol is, verschijnt een bericht dat u een nieuwe tonerafvalbak moet klaar zetten of dat u de tonerafvalbak moet vervangen. Zet een nieuwe tonerafvalbak klaar of vervang de tonerafvalbak volgens het weergegeven bericht.
Pagina 628
Onderhoud De tonerafvalbak vervangen Bij het vervangen van de tonerafvalbak wordt de procedure ook weergegeven op het scherm. Controleer naast de volgende procedure ook de informatie op het scherm. Trek de papierlade 1 naar buiten en open het klepje van de tonerafvalbak. ●...
Pagina 629
Plaats de nieuwe tonerafvalbak. ● Plaats de tonerafvalbak met het Canon-logo bovenop naar de achterkant van de machine gericht, en duw de bak erin. ● Duw de tonerafvalbak zo ver mogelijk naar binnen. Als de tonerafvalbak niet goed is geïnstalleerd, kan de sluiting open blijven wanneer de tonerafvalbak wordt verwijderd, zodat de toner zich verspreidt.
Pagina 630
Onderhoud ● De gebruikte tonerafvalbak wordt opgehaald door de Canon-dealer bij u in de buurt.
Pagina 631
Onderhoud De nietjes bijvullen (optioneel) 1XSR-0A1 Als de nietjes in de Inner finisher op zijn, verschijnt een bericht op het scherm Start. Volg de instructies op het scherm om de nietjes bij te vullen. De nietjes voor de Inner Finisher bijvullen(P. 623) ●...
Pagina 632
Onderhoud De nietjes voor de Inner Finisher bijvullen 1XSR-0A2 Open de voordeur van de finisher. De nietjes voor de Inner Finisher bijvullen. ● Trek aan de groene hendel om het slot te openen en til de patroon iets omhoog terwijl u deze recht naar buiten trekt.
Pagina 633
Onderhoud Plaats de nieuwe nietpatroon in de nietpatroonhouder. ● Steek de plaat die uitsteekt van de voorkant van de nietpatroon in de nietpatroonhouder en laat de nietpatroon zakken om deze in de nietpatroonhouder te plaatsen. Houd de groene knop van de nietpatroonhouder vast en duw de houder zo ver mogelijk naar binnen.
Pagina 634
Onderhoud De drumeenheid vervangen 1XSR-0A3 Wanneer de drumeenheid aan vervanging toe is, verschijnt onderaan het scherm een bericht waarin u wordt gevraagd de drumeenheid te vervangen. Procedure voor het vervangen van de drumeenheid(P. 625) ● Verwijder de oranjekleurige beschermklep pas wanneer u daarom wordt gevraagd in de volgende procedure.
Pagina 635
Onderhoud Open het deksel van de drumeenheid. Trek de drumeenheid naar buiten. ● Kantel de drumeenheid niet. Zo kunt u lekken van de toner in de drum voorkomen. Haal de nieuwe drumeenheid uit de verpakking.
Pagina 636
Onderhoud Installeer de nieuwe drumeenheid. Verwijder de beschermklep. ● Druk eerst de schuifknop aan de rechterkant van de oranjekleurige beschermklep volledig in in de richting van de achterkant van de hoofdeenheid en trek de beschermklep vervolgens naar buiten. Sluit het deksel van de drumeenheid. Sluit de voorklep van de hoofdeenheid.
Pagina 637
Onderhoud ● Nadat de vervanging is voltooid, plaatst u de gebruikte drumeenheid in de zak waarin de nieuwe drumeenheid zat en bewaart u deze totdat de plaatselijke bevoegde Canon-dealer deze komt ophalen.
Pagina 638
Onderhoud Controleren van de resterende hoeveelheid verbruiksmaterialen 1XSR-0A4 Met onderstaande procedure kunt u controleren hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit, de resterende ruimte in de tonerafvalbak en de hoeveelheid nietjes. Het tonerniveau controleren(P. 629) De resterende ruimte in de tonerafvalbak controleren(P. 629) Controleren van het resterende aantal nietjes(P.
Pagina 639
Onderhoud <Statusmonitor> <Apparaatinformatie> <Info over verbruiksartikelen> controleer het overgebleven aantal nietjes Druk op KOPPELINGEN De tonercartridge vervangen(P. 614) Vervangen van het tonerafvalreservoir(P. 618) De nietjes bijvullen (optioneel)(P. 622)
Pagina 640
Onderhoud Afdrukkwaliteit instellen 1XSR-0A5 Als de afdrukresultaten te wensen overlaten, zoals een lage beeldkwaliteit, slechte reproduceerbaarheid of onjuiste afdrukkleuren, probeert u de onderstaande correcties. ◼ Automatische gradatie-aanpassing Als de dichtheid of helderheid van kleuren verschilt in afdrukken en originelen, voert u de optie <Autom. gradatie- aanp.>...
Pagina 641
Onderhoud Gradatie aanpassen 1XSR-0A6 Gradatie verwijst naar de overgang van donker naar licht van de tinten van een kleur. Hoe meer tinten in de gradaties van kleuren die worden afgedrukt, des te natuurlijker de afdrukken. Als de reproduceerbaarheid van kleuren slecht is en de dichtheid en helderheid van afdrukken duidelijk afwijken van de originelen, kunt u een automatische aanpassing of correctie uitvoeren.
Pagina 642
Onderhoud Selecteer <Menu> in het scherm Start. Startscherm(P. 116) Selecteer <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Autom. gradatie-aanp.>. Selecteer <Volledige aanpassing>. Selecteer de papierbron. Controleer of het papier dat is geladen overeenkomt met het formaat en het type op het scherm en selecteer <OK>. Bevestig de procedure en selecteer <Start>.
Pagina 643
Onderhoud Selecteer <Scannen starten>. ➠ De geplaatste correctieafbeelding wordt gescand, en dan wordt de derde correctieafbeelding afgedrukt. Open de documentinvoer of de deksel van de glasplaat, verwijder de eerste correctieafbeelding en leg de tweede correctieafbeelding op de glasplaat. ● Op dezelfde manier als voor de eerste correctie-afbeelding: leg de correctieafbeelding met de afdrukzijde naar beneden, en controleer dat de zwarte streep aan de achterzijde van het apparaat is gelegd.
Pagina 644
Onderhoud ● Is er nog voldoende toner beschikbaar voor het uitvoeren van de correctie? Als er niet veel meer inzit, adviseren we u de tonercartridge te vervangen. Controleren van de resterende hoeveelheid verbruiksmaterialen(P. 629) Snelle aanpassing Met deze aanpassing wordt de geoptimaliseerde status behouden die werd verkregen met <Volledige aanpassing>. Als het resultaat van deze aanpassing niet naar tevredenheid was, voert u <Volledige aanpassing>...
Pagina 645
Onderhoud De ongelijkmatige dichtheid corrigeren 1XSR-0A7 Als de densiteit ongelijk is bij het afdrukken, drukt u op <Arcering corrigeren>. Er zijn drie methoden voor correctie van de densiteit: Correctie met een densitometer(P. 636) met een commerciële densitometer, Visuele correctie(P. 637) en Scannercorrectie(P.
Pagina 646
Onderhoud Geef de densiteitswaarden op. ● Geef de densiteitswaarden op die u hebt gemeten en genoteerd in stap 6 in 1-7 voor elke kleur. Druk op <Toepassen>. Druk op <Testpagina uitvoeren> <Afdruk starten>. ➠ Na correctie wordt een testpagina uitgevoerd. Als er geen probleem is met de testpagina, drukt u op <Toepassen>.
Pagina 647
Onderhoud Geef de densiteitswaarden op. ● Geef de densiteitswaarden op volgens de resultaten die u visueel hebt gecontroleerd in stap 3 van -6 tot +6 (of -5 tot +5) voor elke kleur. ● Geef een positieve waarde op om de densiteit te vergroten, of een negatieve waarde om de densiteit te verkleinen.
Pagina 648
Onderhoud Sluit de invoerlade en druk op <Scannen starten>. ➠ De testpagina wordt gescand en de densiteitcorrectie wordt uitgevoerd. Als het bericht <Kan geen correctie uitvoeren.> wordt weergegeven ● Hebt u het in stap 5 weergegeven papier in de papierlade geplaatst? ●...
Pagina 649
Onderhoud Onjuiste afdrukkleuren corrigeren 1XSR-0A8 Er kan sprake zijn van onjuiste afdrukkleuren als de positie van kleuren verschuiven wanneer voor het afdrukken van één afbeelding meerdere tonercartridges nodig zijn. Het gevolg is dat afdrukken er vaag uit kunnen zien. Voer de volgende procedure uit om onjuiste afdrukkleuren te corrigeren.
Pagina 650
Onderhoud Waarden aanpassen voor reproduceerbaarheid van tekstkleur in kleurendocumenten 1XSR-0A9 Als de kopieerresultaten van zwarte of zwartachtige tekst niet naar wens zijn, kunt u de reproduceerbaarheid van de kleuren verbeteren met deze aanpassing. ● De instellingen worden toegepast op kleurenkopieën wanneer <Type origineel> is ingesteld op <Tekst/Foto/ Kaart>...
Pagina 652
Onderhoud Waarden aanpassen voor reproduceerbaarheid van tekstkleur in kleurendocumenten 1XSR-0AA Wanneer een teveel aan toner op papier wordt gefixeerd, kan dit leiden tot kleurenafdrukken van slechte kwaliteit, zoals nabeelden van tekens of lijnen met hoge densiteit. Door de hoeveelheid toner die moet worden gefixeerd, te verminderen, kunt u dit probleem verbeteren.
Pagina 653
Onderhoud Ongelijkheid van gevulde delen corrigeren 1XSR-0AC Pas de ongelijkheid aan als ongelijkmatig opvullen plaatsvindt bij een origineel met veel gevulde delen. ● Het wordt gecorrigeerd als normaal papier of gerecycled papier wordt gebruikt. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Startscherm(P.
Pagina 654
Onderhoud De tellerwaarde weergeven 1XSR-0AE U kunt afzonderlijke totalen opvragen voor het aantal kleurenpagina's dat is afgedrukt en het aantal pagina's in zwart- wit. Deze totalen omvatten faxen, rapporten en lijsten, plus kopieën en afdrukken van gegevens vanaf computers. <Controleer tellerstand> Controleer het aantal afgedrukte pagina's <112: Totaal (Zwart-wit/groot)>...
Pagina 655
Onderhoud Rapporten en lijsten afdrukken 1XSR-0AF U kunt rapporten en lijsten afdrukken om informatie te controleren zoals de conditie van alle afdelingen en apparaatinstellingen. Conditierapporten over afdrukgebruik per afdeling(P. 646) Instelrapporten over de communicatieresultaten(P. 646) Instellijsten afdrukken(P. 648) Rapporten afdrukken over de verbruiksconditie van het apparaat(P. 649) Conditierapporten over afdrukgebruik per afdeling Afdelings-ID beheerrapport Als Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, kunt u per <Afdelings-ID>...
Pagina 656
Onderhoud <Auto. afdr. (40 verzendingen)> Selecteer <Aan> om het rapport automatisch af te drukken na 40 transmissies of <Uit> om het rapport handmatig af te drukken. <Separaat TX/RX> Selecteer <Aan> om afzonderlijke rapporten af te drukken voor verzonden en ontvangen documenten en <Uit> om verzend- en ontvangstgegevens te combineren in één rapport.
Pagina 657
Onderhoud <Menu> <Uitvoerrapport> <Rapportinstellingen> <TX-resultaatrapport e-mail/I-fax/ bestand> Selecteer <Aan> of <Alleen bij fout> Communicatieresultaat ● Als er een fout optreedt tijdens de transmissie per e-mail / I-fax of het opslaan in een gedeelde map / FTP-server, toont het rapport niet de foutcode. Als u de foutcode wilt controleren, drukt u een communicatiebeheerrapport af.
Pagina 658
Onderhoud <Menu> <Uitvoerrapport> <Lijst afdrukken> <Lijst met gebruikersgegevens> of <Gegevenslijst systeembeheerder> Controleer of het papier dat is geladen overeenkomt met het formaat en het type op het scherm en selecteer <Start> ● De gebruikersgegevenslijst omvat bepaalde instellingen (zoals Netwerkinstellingen en Beheerinstellingen) niet.
Pagina 659
In dit gedeelte worden de vervangende onderdelen (verbruiksmaterialen) die door de machine worden gebruikt, beschreven. Schaf de vervangende onderdelen aan bij de bevoegde Canon-dealer waar u de machine hebt gekocht. Hanteer onderstaande voorzorgsmaatregelen voor het hanteren en opslaan van de vervangende onderdelen.
Pagina 660
Onderhoud machineprestaties. Canon is niet verantwoordelijk voor defecten, ongevallen of schade als gevolg van het gebruik van niet-originele toners. ● Voor informatie over het verzamelen van gebruikte tonercartridges raadpleegt u de Aan de slag. ◼ Drumeenheid Productnaam Modelnummer imageRUNNER C3025i / C3025 ●...
Pagina 661
Onderhoud ◼ Fixeereenheid Raadpleeg de verpakking voor de fixeereenheid. ● FX-202 ◼ ADF onderhoudsset Volg de instructies die u hebt ontvangen van uw erkende Canon-dealer. ● DR-202...
Pagina 662
Problemen bij het faxen of met de telefoon ..........669 Er verschijnt een melding of een nummer dat begint met "#" (een foutcode) Er wordt een bericht weergegeven dat u contact moet opnemen met een plaatselijke bevoegde Canon-dealer ..................................670 ........................... 671 Maatregelen bij elk bericht ........................
Pagina 663
Probleemoplossing 1XSR-0AJ Als er een probleem optreedt, raadpleegt u dit hoofdstuk om oplossingen te zoeken voordat u contact opneemt met Canon. ◼ Veelvoorkomende problemen Dit gedeelte beschrijft welke actie u moet ondernemen als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt.
Pagina 664
Als er problemen ontstaan tijdens het gebruiken van de machine, controleer dan de tips in dit gedeelte voordat u contact met ons opneemt. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
Pagina 665
Probleemoplossing Problemen met instellingen 1XSR-0AL Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 655) . Probleem met de draadloze/bedrade LAN verbinding(P. 656) Probleem met de USB-verbinding(P. 659) Probleem met de printserver(P. 659) Probleem met de draadloze/bedrade LAN verbinding Het draadloos LAN en bekabeld LAN kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Pagina 666
Probleemoplossing U weet niet zeker welk IP-adres is ingesteld. Netwerkinstellingen weergeven(P. 36) U kunt niet afwisselend de verbindingsmethode bekabeld LAN en draadloos LAN gebruiken. ● Hebt u op het bedieningspaneel van het apparaat ook gekozen voor Bekabeld LAN of Draadloos LAN? Dat is noodzakelijk om het apparaat te laten overschakelen naar uw selectie.
Pagina 667
Probleemoplossing Als het probleem, zelfs na controle van het bovenstaande, blijft aanhouden: ● Schakel de apparaten uit en schakel ze vervolgens opnieuw in. ● Wacht enkele ogenblikken en probeer opnieuw verbinding te maken met het netwerk. Controleer of de machine is ingeschakeld. ●...
Pagina 668
Probleemoplossing Wanneer u de instellingen van de draadloze router moet wijzigen Als de draadloze router is ingesteld zoals hieronder beschreven, wijzigt u de instellingen van de router. ● Het filteren van gegevenspakketten op MAC-adres is ingesteld. ● Wanneer alleen IEEE 802.11n wordt gebruikt voor de draadloze communicatie, wordt WEP geselecteerd of de WPA/WPA2-encryptiemethode wordt ingesteld op TKIP.
Pagina 669
Probleemoplossing Problemen bij het kopiëren / afdrukken 1XSR-0AR Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 655) . Afdruk-/kopieerresultaat is niet goed. Problemen met afdrukresultaten(P. 663) U kunt niet afdrukken. ● Kunt u een Windows-testpagina afdrukken? Als u een Windows-testpagina kunt afdrukken, ligt het probleem niet aan het apparaat of het printerstuurprogramma.
Pagina 670
Sluit aan op een andere USB-poort van de computer. ● Kunt u afdrukken vanaf een USB-verbinding met een andere computer? Als u niet kunt afdrukken vanaf andere computers, neemt u contact op met uw plaatselijke erkende Canon-dealer of met de Canon- helpdesk. Via printserver ●...
Pagina 671
Probleemoplossing Het afdrukken gaat langzaam.* ● Schakel Beveiligd afdrukken uit als u deze functie niet gebruikt. De periode wijzigen waarna beveiligde documenten worden verwijderd(P. 279) Als het geheugen bijna vol is, wordt de machine trager, net zoals bij een computer. Er is dus geen sprake van een foutsituatie.
Pagina 672
Probleemoplossing Problemen met afdrukresultaten 1XSR-0AS De afgedrukte afbeelding is verschoven of staat scheef.(P. 663) Afbeeldingen zijn ongelijk of zwak.(P. 663) Er verschijnen zwarte strepen.(P. 663) Er verschijnen witte strepen.(P. 663) Er treedt doordrukken op.(P. 664) Afbeeldingen worden niet op de bedoelde kant van het papier afgedrukt.(P. 664) Afbeeldingen worden niet met de bedoelde grootte afgedrukt.(P.
Pagina 673
Probleemoplossing Is het scangebied voor aangevoerde documenten vuil? ● Reinig het scangebied voor aangevoerde documenten. De invoerlade reinigen(P. 605) Er treedt doordrukken op. Is de densiteit van de achtergrond correct ingesteld? ● Als de afdruk op het afdrukresultaat is doorgedrukt, kan het helpen om de densiteit van de achtergrond aan te passen voor een goede afdruk.
Pagina 674
Probleemoplossing De oriëntatie komt niet overeen op beide kanten van het papier bij dubbelzijdig afdrukken. Zijn de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken correct? ● Volg de onderstaande procedure om de afdrukinstellingen te controleren. Selecteer de oriëntatie van het origineel op het afdrukinstellingenscherm van de toepassing. Stel in het scherm [Algemene instellingen] van het stuurprogramma [Afdrukstand] in op dezelfde oriëntatie als in stap 1.
Pagina 675
Probleemoplossing Als de afgedrukte kleurtinten verschillen van de kleurtinten van de afdrukgegevens. Is het papier vochtig? ● Vervang het papier door papier dat niet vochtig is. Zijn de gradatie en densiteit goed ingesteld? ● Voer aanpassing van gradatie uit. Gradatie aanpassen(P. 632)
Pagina 676
Probleemoplossing Problemen bij het faxen of met de telefoon 1XSR-0AU Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 655) . Problemen bij het verzenden(P. 667) Problemen bij het ontvangen(P. 667) Problemen bij het verzenden Het lukt niet een fax te verzenden. ● Is de externe telefoonlijn bezet? Wacht tot de lijn vrij is. ●...
Pagina 677
Probleemoplossing Er kan niet automatisch worden geschakeld tussen de telefoon en de fax. ● Controleer of de ontvangstmodus is ingesteld op <Fax/telefoon (automatisch schakelen)>, <Antwoordapparaat>, of <Netwerkomschakelaar>. De ontvangstmodus selecteren(P. 80) ● Misschien is er nog weinig ruimte in het geheugen beschikbaar. Maak ruimte vrij door gegevens in het geheugen af te drukken of te verwijderen.
Pagina 678
Als er een schermbericht op het apparaat verschijnt, of een nummer (foutcode) voorafgegaan door "#", raadpleegt u de volgende gedeeltes voor een oplossing. Er wordt een bericht weergegeven dat u contact moet opnemen met een plaatselijke bevoegde Canon- dealer(P. 670) Maatregelen bij elk bericht(P.
Pagina 679
Probleemoplossing Er wordt een bericht weergegeven dat u contact moet opnemen met een plaatselijke bevoegde Canon-dealer 1XSR-0AX Neem contact op met een plaatselijke bevoegde Canon-dealer als de machine niet normaal werkt vanwege een probleem. Start het apparaat opnieuw op. ●...
Pagina 680
Druk op <Annuleren> om de tonercartridge te vervangen. Als u niet weet hoe u een probleem moet oplossen, neem dan contact op met de Canon-dealer in uw buurt bij wie u de tonercartridge hebt gekocht.
Pagina 681
Probleemoplossing Er is een ongeldige combinatie van papierformaat/-type gedetecteerd. Lade: XXXX Controleer de stand van de papiergeleiders in de lade en [Papierinstellingen] op het startscherm. XXXX toont papierbronnen (1 tot 4) van de papierlade. De papierinstellingen in het stuurprogramma of de toepassing komen niet overeen met het papier dat is geplaatst.
Pagina 682
Probleemoplossing ● Als u het type bestemming wilt wijzigen dat is ingesteld voor groepskiezen, moet u eerst de opgeslagen bestemming voor groepskiezen verwijderen. Vervolgens wijzigt u het type bestemming en ten slotte registreert u de bestemming opnieuw voor groepskiezen. Kan toegangspunt niet vinden. Tijdens het automatisch instellen met WPS is binnen de ingestelde periode geen draadloze router gevonden.
Pagina 683
Wijzig de beperkingen voor verzenden voor de gebruiker die is aangemeld. Instellen van Afdelings-ID-beheer(P. 376) Cart.comm.fout. Er is mogelijk een namaak- of niet-Canon-cartr. in gebruik. Er is misschien een tonercartridge niet goed is geïnstalleerd of deze werkt niet goed. ●...
Pagina 684
Probleemoplossing tonercartridge hebt aangeschaft of vraag advies aan een Canon Customer Help Center. Procedure voor het vervangen van de tonercartridge(P. 615) De tonercartridge die u gebruikt is misschien niet een origineel Canon-product. ● Gebruik alleen originele Canon-tonercartridges vervanging tonercartridges. Verbruiksmaterialen(P. 650) Wijzig het authenticatiewachtwoord.
Pagina 685
Probleemoplossing Kan niet verbinden. Verbinding in de Toegangspuntmodus is niet tot stand gekomen als gevolg van een fout. ● Wacht enkele ogenblikken en probeer vervolgens opnieuw. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, probeer dan het apparaat kort uit- en weer in te schakelen. Directe verbinding maken (toegangspuntmodus)(P.
Pagina 686
Probleemoplossing Kan niet verbinden. Het maximumaantal apparaten dat verbinding kan maken met het toegangspunt is bereikt. Het apparaat heeft geprobeerd verbinding te maken met een draadloze LAN-router waarop het maximale aantal toestellen al was aangesloten. ● Verminder het aantal toestellen (clients) dat op de draadloze LAN-router is aangesloten. Zie voor informatie over het maximale aantal toestellen dat kan worden aangesloten, de instructiehandleiding van de draadloze LAN-router of neem contact op met de fabrikant.
Pagina 687
Probleemoplossing Er is nog onvoldoende toner beschikbaar voor het uitvoeren van de correctie. ● Tijdens een correctieprocedure wordt een hoeveelheid toner gebruikt. Vervang de tonercartridge en voer de correctieprocedure nogmaals uit. Procedure voor het vervangen van de tonercartridge(P. 615) Kan open systeem-authenticatie niet uitvoeren. Controleer de WEP- instellingen.
Pagina 688
Een proxy instellen(P. 399) Informatie over de resterende hoeveelheid toner kan niet goed worden gedetecteerd. Een non-Canon tonercartridge of een tonercartridge met een onjuiste naam is wellicht geplaatst. Om deze cartridge te gebruiken, drukt u op [Akkoord]. Bron van fout Mogelijk is een tonercartridge met een verkeerd modelnummer geplaatst, of is de tonercartridge beschadigd.
Pagina 689
Druk op <Annuleren> om de tonercartridge te vervangen. Als u niet weet hoe u een probleem moet oplossen, neem dan contact op met de Canon-dealer in uw buurt bij wie u de tonercartridge hebt gekocht.
Pagina 690
Probleemoplossing De nietjes bijvullen (optioneel)(P. 622) Geheugen vol (Beveiligde afdruk) Het geheugen is vol geraakt door beveiligde documenten die nog niet zijn afgedrukt. ● Verwijder de beveiligde documenten die in het geheugen zijn opgeslagen. Documenten beveiligd afdrukken(P. 277) Geheugen vol (Fout overslaan) Het geheugen is vol geraakt met afdrukgegevens die door fouten niet kunnen worden afgedrukt.
Pagina 691
Probleemoplossing Papierformaat past niet bij instellingen Het papierformaat dat op het bedieningspaneel is geselecteerd, komt niet overeen met het geladen papierformaat. ● Zorg ervoor dat het formaat papier dat is opgegeven bij <Papierinstellingen> overeenkomt met het formaat van het geladen papier. Het geladen papier gebruiken Zorg dat <Papierinstellingen>...
Pagina 692
Probleemoplossing Vervang tonercartridge. Kan niet afdrukken omdat de toner op is. ● Vervang de tonercartridge door een nieuwe die bestemd is voor gebruik met de machine. De tonercartridge vervangen(P. 614) Scannen is beperkt. Scannen is uitgeschakeld in Afdelings-id beheer. ● Meld u aan met een Afdelings-ID waarvoor scannen niet is uitgeschakeld.
Pagina 693
Probleemoplossing IEEE 802.1X-verificatie-instellingen configureren(P. 420) Het certificaat van de authenticatieserver is onjuist. Er is geen CA-certificaat geregistreerd in de printer dat geschikt is voor het certificaat van de authenticatie-server. ● Controleer dat er een CA-certificaat is geregistreerd in de printer dat geschikt is voor het certificaat van de verificatie-server.
Pagina 694
Probleemoplossing Het geheugen is vol. Scannen wordt geannuleerd. Wilt u afdrukken? Het scannen van een origineel is mislukt vanwege onvoldoende geheugenruimte. ● Selecteer of u de pagina's die zijn gescand wilt afdrukken of de afdruktaak wilt annuleren. ● Kopieer het origineel in twee of meer delen. Niet alle pagina's kunnen worden gescand tijdens het sorteren en kopiëren.
Pagina 695
Probleemoplossing ● Controleer de netwerksleutel (de WEP-sleutel) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine. De SSID en netwerksleutel controleren(P. 28) Een verbinding via selectie van een draadloze router tot stand brengen(P. 22) De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven(P. 25) De verificatiemethode van de machine is ingesteld op <Gedeelde sleutel>, maar die van de draadloze router op "Open systeem".
Pagina 696
Probleemoplossing Maatregelen voor elke foutcode 1XSR-0C0 Als een fout optreedt, zoals wanneer het afdrukken niet goed gaat of als u een fax of gescand origineel niet kunt verzenden of ontvangen, wordt de bijbehorende foutcode weergegeven in een rapport of op het opdrachtlogboekscherm als een getal van drie cijfers.
Pagina 697
Probleemoplossing #012 Het verzenden van een fax is mislukt omdat het papier op is in de machine van de ontvanger. ● Vraag de ontvanger het papier bij te vullen. #018 Het verzenden van een fax is mislukt omdat de machine van de ontvanger niet heeft gereageerd vanwege een bezette lijn of andere oorzaken.
Pagina 698
Probleemoplossing #099 Er is een bewerking verricht die ervoor zorgde dat de taak werd geannuleerd. ● Wanneer u een bewerking annuleert, wordt deze foutcode weergegeven. Er is echter geen sprake van een foutsituatie. Voer de bewerking desgewenst opnieuw uit. #401 Een gescand origineel kan door onvoldoende geheugen niet worden opgeslagen op een USB- geheugenapparaat.
Pagina 699
Probleemoplossing ● Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand en verwijder de beperkingen voor taken met onbekende ID's. Taken blokkeren indien Afdelings-ID onbekend is(P. 381) #703 Het wegschrijven van gegevens is mislukt omdat de geheugenruimte die is gereserveerd voor afbeeldingen vol was op het moment dat er een e-mailbericht/I-Fax werd verzonden of gegevens werden opgeslagen in een gedeelde map of FTP-server.
Pagina 700
Probleemoplossing #753 Het was niet mogeljk om gescande gegevens als e-mail te verzenden, of als I-Fax te verzenden of te ontvangen, of op te slaan in een gedeelde map of FTP-server, omdat de LAN-kabel is losgekoppeld. ● Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten. Verbinding maken met een bedraad LAN(P.
Pagina 701
Probleemoplossing ● Controleer of de bestemming goed is ingesteld. Tijdens het opslaan van een gescand origineel in de gedeelde map is er een fout opgetreden in de map. ● Controleer of de gedeelde map goed werkt, evenals de computer waarop de gedeelde map is opgeslagen. Er is een onjuiste mapnaam of wachtwoord opgegeven bij het opslaan in een gedeelde map.
Pagina 702
Probleemoplossing #810 Tijdens het verzenden van een e-mail of verzending / ontvangst van een I-Fax, heeft de POP3-server een fout geretourneerd. ● Controleer of de POP3-server goed is ingesteld. ● Controleer of de mailserver en het netwerk goed functioneren. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder.
Pagina 703
Probleemoplossing #821 De ontvangen gegevens zijn niet geschikt (er is een TIFF-analysefout opgetreden). ● Neem contact op met de wederpartij en vraag ze de instellingen te controleren en de gegevens opnieuw te verzenden. #822 Een bestand op een USB-geheugenapparaat kan niet worden afgedrukt omdat de indeling van het bestand niet wordt ondersteund.
Pagina 704
Probleemoplossing #841 Tijdens het verzenden van een e-mailbericht / I-Fax is een coderingsalgoritme voor de mailserver niet gevonden. ● Schakel het selectievakje [Gebruik TLS voor SMTP]/[Gebruik TLS voor POP] uit. Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren(P. 85) ● Voeg het algemene coderingsalgoritme toe aan de instellingen van de mailserver. Tijdens de communicatie met de SMTP-server trad een verificatiefout op met het TLS-servercertificaat.
Pagina 705
Probleemoplossing #853 Een document kan niet worden afgedrukt omdat de hoeveelheid gegevens groter is dan de verwerkingslimiet van de machine. ● Het is mogelijk dat het apparaat geen documenten met een groot aantal pagina's kan afdrukken. Druk minder pagina's tegelijk af of druk pas af als er geen taken meer in de wachtrij staan of als er geen documenten worden afgedrukt.
Pagina 706
Probleemoplossing #862 Er zijn instellingen opgenomen die niet worden ondersteund, niet kunnen worden gecombineerd of anderszins de limieten van de machine overschrijden. ● Controleer de opdrachtinstellingen. #863 Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken vanaf een computer. ● Schakel het apparaat uit, wacht minimaal 10 seconden en schakel het apparaat weer in. Probeer opnieuw af te drukken nadat de machine opnieuw is opgestart.
Pagina 707
Trek vastgelopen originelen en papier niet hardhandig uit de machine. ● Met kracht verwijderen kan schade opleveren aan de onderdelen van de machine, enz. Als u het papier niet kunt verwijderen, neemt u contact op met uw plaatselijke bevoegde Canon-dealer. Als alle papierstoringen zijn opgelost ●...
Pagina 708
Probleemoplossing Zijn de papiergeleiders verkeerd uitgelijnd? ● Pas de papiergeleiders aan met papier in de papierbron. Zijn er vellen papier die overlappen tijdens het invoeren? ● Als er papierstoringen optreden wegens het overlappen van vellen papier bij de aanvoer, plaatst u het papier opnieuw door de oriëntatie wijzigen.
Pagina 709
Probleemoplossing Aanvoer Papierstoringen in de aanvoer(P. 701) In de hoofdeenheid Papierstoringen in de machine(P. 705) Papierlade Papierstoringen in een papierbron(P. 710) Inner Finisher Papierstoringen in de Inner Finisher(P. 715) ● Mogelijk is er geen papier vastgelopen op de plaats die u controleert. Volg ook in dat geval de instructies op het scherm om alle locaties te controleren.
Pagina 710
Probleemoplossing Papierstoringen in de aanvoer 1XSR-0C2 Controleer de locatie van de papierstoring op het scherm en volg de onderstaande procedure om het origineel te verwijderen. ● De documentinvoer is optioneel voor de imageRUNNER C3025. Verwijder eventuele originelen van het originelenblad. Controleer of een origineel is vastgelopen in de aanvoerklep.
Pagina 711
Probleemoplossing Controleer of er een origineel is vastgelopen in het opvangblad voor originelen. Draai de groene knop naar links. Als er een origineel is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. Controleer of een origineel is vastgelopen in het binnendeksel van de aanvoer. Open het binnendeksel van de aanvoer.
Pagina 712
Probleemoplossing Als er een origineel is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. Sluit het binnendeksel van de aanvoer. Sluit de aanvoerklep na het verwijderen van alle vastgelopen originelen. Til de aanvoer op en controleer of er een vastgelopen origineel is. Til de aanvoer op en controleer de positie die is aangegeven door Als er een origineel is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl.
Pagina 713
Probleemoplossing Zet de hendel terug in de oorspronkelijke stand. ● Ga door met het volgen van de instructies op het scherm om door te gaan met de onderbroken bewerking, of ga door met het oplossen van papierstoringen.
Pagina 714
Probleemoplossing Papierstoringen in de machine 1XSR-0C3 Controleer de locatie van de papierstoring op het scherm en volg de onderstaande procedure om het papier te verwijderen. Controleren voor verwerking ● Voordat u de bewerking voor het verwijderen van papierstoringen start, controleert u of de kleppen en papierladen van de machine en optionele apparatuur zijn gesloten.
Pagina 715
Probleemoplossing Controleer of er papier in het uitvoergebied of de omwisseleenheid vastzit. ● Als er papier is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. Controleer of er papier in de fixeereenheid vastzit. Open het bovendeksel van de fixeereenheid. Als er papier is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl.
Pagina 716
Probleemoplossing ● Als u het papier niet kunt verwijderen via de bovenkant van de fixeereenheid, trekt u dit zachtjes uit via de onderkant van de eenheid. Plaats het bovendeksel van de fixeereenheid terug in de juiste positie. Controleer of er papier vastzit in het uitvoergebied aan de zijde van de rechterklep van de hoofdeenheid.
Pagina 717
Probleemoplossing Als er papier is vastgelopen in het bovenste deel van de duplexeenheid, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. Plaats de duplexeenheid terug in de juiste positie. Als er papier is vastgelopen in het onderste deel van de duplexeenheid, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl.
Pagina 718
Probleemoplossing Sluit de rechterklep van de hoofdeenheid voorzichtig totdat deze klikt. ● Ga door met het volgen van de instructies op het scherm om door te gaan met de onderbroken bewerking, of ga door met het oplossen van papierstoringen.
Pagina 719
Probleemoplossing Papierstoringen in een papierbron 1XSR-0C4 Controleer de locatie van de papierstoring op het scherm en volg de onderstaande procedure om het papier te verwijderen. Papierstoring in de papierladen 1 oplossen(P. 710) Papierstoring in de papierladen 2 oplossen(P. 710) Papierstoringen oplossen in papierladen 3 en 4 (optioneel)(P. 712) Controleren voor verwerking ●...
Pagina 720
Probleemoplossing Open de rechterbovenklep van de papierlade. Als er papier is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. Sluit de rechterbovenklep van de papierlade voorzichtig totdat deze klikt. Controleer of er papier in de papierlade vastzit. Open de papierlade.
Pagina 721
Probleemoplossing Papierstoringen oplossen in papierladen 3 en 4 (optioneel) Controleer of er papier is vastgelopen in de rechterbovenklep of de rechterbenedenklep van de papierlade. Open de rechterboven- en onderklep van de papierlade. Als er papier is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. Sluit de rechterboven- en onderklep van de papierlade voorzichtig totdat u een klik hoort.
Pagina 722
Probleemoplossing ● Zorg bij het sluiten van de papierlade dat uw vingers niet bekneld raken. U voorkomt hiermee persoonlijk letsel. ● Ga door met het volgen van de instructies op het scherm om door te gaan met de onderbroken bewerking, of ga door met het oplossen van papierstoringen.
Pagina 723
Probleemoplossing Papierstoringen in een finisher (optioneel) 1XSR-0C5 In dit gedeelte wordt de methode beschreven voor het oplossen van papierstoringen in een finisher. Controleer de locatie van de papierstoring op het scherm en volg de procedure in de onderstaande verwijzing om het papier te verwijderen.
Pagina 724
Probleemoplossing Papierstoringen in de Inner Finisher 1XSR-0C6 Open de rechterklep van de machine. Controleer of er papier is vastgelopen in het opvangblad van de finisher. ● Als er papier is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. ●...
Pagina 725
Probleemoplossing Controleer of er papier in de ingang van de Inner Finisher vastzit. Til de geleider op bij de ingang. Als er papier is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. Zet de geleider terug in de oorspronkelijke stand. Sluit de rechterklep van de hoofdeenheid voorzichtig totdat deze klikt.
Pagina 726
Probleemoplossing Vastgelopen nietjes verwijderen (optioneel) 1XSR-0C7 Als er nietjes vastlopen, verschijnt een bericht op het scherm met de locatie van de vastgelopen nietjes en de procedure voor het oplossen ervan. Controleer de locatie van de vastgelopen nietjes op het scherm en volg de procedure in de onderstaande verwijzing om de nietjes te verwijderen.
Pagina 727
Probleemoplossing Vastgelopen nietjes in de Inner Finisher 1XSR-0C8 Controleer of er papier is vastgelopen in het opvangblad van de finisher. ● Als er papier is vastgelopen, trekt u dit voorzichtig naar buiten in de richting van de pijl. ● Als u de modus Nieten wilt gebruiken, verwijdert u de huidige stapel afdrukken niet van het opvangblad voordat deze zijn geniet.
Pagina 728
Probleemoplossing Verwijder vastgelopen nietjes uit de nietpatroonhouder. Duw de knop op de nietpatroon omhoog. Verwijder alle vastgelopen nietjes en blootliggende nietjes. Zet de knop in de oorspronkelijke stand terug op de nietpatroon. Houd de groene knop van de nietpatroonhouder vast en duw de houder zo ver mogelijk naar binnen.
Pagina 729
Probleemoplossing Sluit de voordeur van de finisher. ● De finisher gaat mogelijk automatisch droognieten voor de herpositionering van de nietjes.
Pagina 731
Bijlage ..........................778 Copy Card Reader .......................... 780 Handleidingen en hun inhoud ........................781 Gebruikershandleiding gebruiken ......................782 Lay-out van de Gebruikershandleiding ....................... 786 Gebruikershandleiding weergeven ......................... 788 Basisbewerkingen in Windows ..............................797 Kennisgeving...
Pagina 732
Bijlage Bijlage 1XSR-0C9 Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van dit apparaat, instructies voor het gebruik van de Gebruikershandleiding, disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie voor klanten. ◼ Apparaatspecificaties Raadpleeg het (de) volgende gedeelte(s) als u de specificaties van de hoofdeenheid en optionele apparatuur, netwerkomgeving, afdrukfunctie, enzovoort wilt controleren.
Pagina 733
Bijlage Software van derden(P. 725) Handige functies(P. 726) Basisbewerkingen in Windows(P. 788) Kennisgeving(P. 797)
Pagina 734
Bijlage Software van derden 1XSR-0CA Klik voor informatie over software van derden op de volgende pictogrammen.
Pagina 735
Bijlage Handige functies 1XSR-0CC Dit gedeelte beschrijft tips om de apparaatfuncties per categorie te versterken. U kunt gebruik maken van de functies aan de hand van uw beoogd gebruik en werkomgeving. Milieubesparing levert geld op(P. 727) Efficiënter werken(P. 729) Digitaal is beter(P. 731) Ongekende mogelijkheden(P.
Pagina 736
Bijlage Milieubesparing levert geld op 1XSR-0CE Er zijn heel veel manieren om papier, toner, energie en geld te besparen. 2-zijdig afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken U kunt dubbelzijdig afdrukken gebruiken voor kopieën, Als u pas echt papier wilt besparen, drukt u meerdere afdruktaken verzonden uit uw computer, en zelfs pagina's af op één vel.
Pagina 737
Bijlage Als u energie en geld wilt besparen, is een Denkt u dat voor faxen papier nodig is? Die oude afdrukken zogenaamde sluimermodus een onmisbare functie. op papier die u altijd maakt, behoren tot het verleden. De stroomtoevoer naar de machine wordt dan Verzend documenten per fax, zoals u ze hebt gemaakt op de uitgeschakeld als er gedurende bepaalde tijd geen computer.
Pagina 738
Bijlage Efficiënter werken 1XSR-0CF Maak kennis met een paar eenvoudige handelingen waardoor ingewikkelde taken een stuk sneller gaan. Adresboek Veelgebruikte instellingen onder een knop Als u faxnummers en e-mailadressen invoert in het adresboek, U maakt altijd dubbelzijdige kopieën. U scant hoeft u niet steeds alle cijfers van het nummer of letters van altijd in hetzelfde formaat en slaat de scans altijd het adres in te voeren als u iets wilt gaan versturen.
Pagina 739
Bijlage Afbeeldingen rechtstreeks vanaf een USB- Beheer op afstand met de UI op afstand geheugenapparaat afdrukken Steek een USB-geheugenapparaat in het apparaat en u Met de UI op afstand kunt u een heleboel dingen kunt afbeeldingen en documenten direct afdrukken, beheren vanaf uw computer, dus zonder dat u naar de zonder computer.
Pagina 740
Bijlage Digitaal is beter 1XSR-0CH Digitaliseren van een document houdt in het bewerken met een computer en het beperken van kosten en tijd door e- mail te gebruiken. Scannen en mailen Scannen en delen U kunt gescande orginelen per e-mail versturen Stel dat u een papieren exemplaar hebt van een rapport dat zonder dat u uw computer hoeft aan te zetten.
Pagina 741
Bijlage Waarom zou je een hele pagina van een krant scannen als Tekst zoeken in een PDF is mogelijk met een je eigenlijk alleen maar geïnteresseerd bent in een kop en "doorzoekbare PDF". Wanneer u een origineel scant de bijbehorende foto? Gebruik ScanGear MF. Hiermee kunt met zowel tekst als afbeeldingen, worden de u in een voorbeeld aangeven wat u wilt scannen, waarna tekstgedeelten in tekstgegevens geconverteerd door...
Pagina 742
Met dit scannen dat is uitgedeeld op een vergadering, komt Canon apparaat, Google Cloudprinter en uw mobiele PRINT Business goed van pas. Zelfs in omgevingen zonder een apparaat kunt u altijd en overal afdrukken.
Pagina 743
Bijlage Als u een afdrukopdracht verstuurt vanaf uw computer, Geen kabels, snelle installatie, eenvoudig onderhoud. wordt de opdracht normaal gesproken direct afgedrukt. Als u beschikt over een draadloze LAN-router met WPS, In het geval van vertrouwelijke documenten is dit hoeft u helemaal geen instellingen op te geven en kunt misschien niet altijd handig.
Pagina 744
Bijlage Specificaties 1XSR-0CK De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd i.v.m. productverbeteringen en toekomstige introducties. ◼ Apparaatspecificaties Machine(P. 736) Aanvoer (DADF-AV)(P. 739) Beschikbaar papier(P. 740) ◼ Specificaties van optionele apparatuur Cassette Feeding Unit-AP(P. 745) Media Adjustment kit-A(P. 746) Inner Finisher-K(P.
Pagina 745
Bijlage Machine 1XSR-0CL Naam Canon imageRUNNER C3025i / C3025 Type Bureaublad Ondersteuning van kleur Full Color Scanresolutie 600 x 600 dpi Afdrukresolutie 600 x 600 dpi Aantal kleuren Geschikte originelen Tot 297 x 431,8 mm: Vellen, boeken en 3D-voorwerpen Kopieerformaat/kopieerpapier Papierformaten ●...
Pagina 746
Bijlage Invoersysteem/Capaciteit Papierlade 550 vel (80 g/m²)/640 vel (64 g/m²) x 2 Multifunctionele lade: 100 vel (80 g/m²)/120 vel (64 g/m²) x 1 Meerdere kopieën 999 vel Voeding 220 - 240 V AC, 50/60 Hz, 4 A Stroomverbruik Max. energieverbruik 1,5 kW Wanneer de machine in de Sluimermodus staat ●...
Pagina 747
Bijlage Wanneer A4 of kleiner papier wordt gebruikt.
Pagina 748
Bijlage Aanvoer (DADF-AV) 1XSR-0CR Mechanisme voor aanvoer van originelen Automatische documentenaanvoer Origineelformaat/-type Formaat van het origineel ● Max: 297 x 431,8 mm ● Min: 128 x 139,7 mm Gewicht van originelen Full Color: ● 1-Zijdig/2-zijdig scannen: 64 tot 128 g/m² Zwart-wit: ●...
Pagina 749
Bijlage Beschikbaar papier 1XSR-0CS De typen papier die bij deze machine kunnen worden gebruikt, staan vermeld in de onderstaande tabel. Voor beschikbaar papier met bevestigde opties raadpleegt u de specificaties van de respectieve opties. Raadpleeg ook de voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van papier. ◼...
Pagina 750
Bijlage Papierformaten Papierlade 1 Papierlade 2, 3 of 4 Multifunctionele lade: Executive (EXEC) 16KR Aangepast (Aangepast formaat) *1*4*8 Yougatanaga 3-envelop *5*6 Nagagata 3-envelop *5*6 Kakugata 2 invoer korte zijde Nr.10-envelop (COM10) *5*6 Monarch-envelop *5*6 DL-envelop *5*6 ISO-C5-envelop *1 Als het apparaat is voorzien van de Inner Finisher-K en niet van de 3 Way Unit-D, worden de papiertypen Dik 7, 1-zijdig gecoat 5 of 2-zijdig gecoat 5 (voor aangepaste formaten, Dik 7, 1-zijdig gecoat 5 of 2-zijdig gecoat 5 papier van 216 mm mm of breder) niet ondersteund en wordt de taak geannuleerd.
Pagina 751
Bijlage Papiertype Papierlade 1 Papierlade 2, Multifunctionele lade: 3 of 4 Dun 2 52 tot 59 g/m Dun 1 60 tot 63 g/m Normaal 1 64 tot 75 g/m Normaal 2 76 tot 90 g/m Normaal 3 91 tot 105 g/m Dik 1 106 tot 128 g/m Dik 2...
Pagina 752
Bijlage Papiertype Papierlade 1 Papierlade 2, Multifunctionele lade: 3 of 4 2-zijdig gecoat 2 129 tot 163 g/m 2-zijdig gecoat 3 164 tot 220 g/m 2-zijdig gecoat 4 221 tot 256 g/m 2-zijdig gecoat 5 257 tot 300 g/m *2*4*7*8 Kleur 64 tot 82 g/m Overtrekken...
Pagina 753
Bijlage Papierformaat: 305 x 457 mm, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, A5R, 11 x 17, LGL, LTR, LTRR, STMTR, EXEC, 8K, 16K, 16KR, Gebruikersformaat Papiergewicht: 52 tot 220 g/m 1-zijdig gecoat, 2-zijdig gecoat, Overtrekken, Transparant, Etiketten, Vrij formaat papier en Envelop zijn niet beschikbaar voor 2-zijdig kopiëren.
Pagina 754
Bijlage Cassette Feeding Unit-AP 1XSR-0CU Papierformaten Beschikbaar papier(P. 740) Papiergewicht Beschikbaar papier(P. 740) Capaciteit papierladen 550 vel (80 g/m²)/640 vel (64 g/m²) x 2 Afmetingen 565 x 615 x 248 mm (B x D x H) Gewicht Ca. 16 kg...
Pagina 755
Bijlage Media Adjustment kit-A 1XSR-0CW Papierformaten Max: 320 x 457,2 mm Min: 210 x 139,7 mm Papiergewicht 60 tot 300 g/m² Papiertype Dun 1, Normaal, Dik, Gerecycled, 1-zijdig gecoat, 2-zijdig gecoat, Gekleurd, Geponst, Etiket en Bond Capaciteit 1 vel...
Pagina 756
Bijlage Inner Finisher-K 1XSR-0CX Papierformaten Max: 320 x 457,2 mm Min: 98,4 x 139,7 mm Nietmodus (hoek/dubbel): A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 11 x 17, LTR, LTRR, EXEC, LGL, 16K, 8K Nieten (Eco): A3, B4, A4, B5, 11 x 17, LTR, 16K, 8K Papiergewicht 52 tot 300 g/m²...
Pagina 757
Bijlage ● A3, B4, A4, B5, 11 x 17, LTR, 8K en 16K: 5 vellen (52 tot 64 g/m 4 vellen (65 tot 81,4 g/m 3 vellen (81,5 tot 105 g/m Handmatig nieten: ● Alle formaten: 50 vellen (52 g/m 45 vellen (64 g/m 40 vellen (80 g/m Afmetingen (B x D x H)
Pagina 758
Bijlage Inner Shift Sorter-A 1XSR-0CY Papierformaten Zonder finishing, Sorteren en Groeperen-modus: ● Max: 320 x 457,2 mm ● Min: 98,4 x 139,7 mm Sorteren + Verschuiven en Groeperen + Verschuiven: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5, A5R, STMT, STMTR, 11 x 17, LGL, LTR, LTRR, EXEC, 8K, 16K Papiergewicht Zonder finishing, Sorteren en Groeperen-modus: 52 tot 300 g/m²...
Pagina 759
Bijlage Inner 2way Tray-J 1XSR-0E0 Papierformaten Max: 320 x 457,2 mm Min: 98,4 x 139,7 mm Papiergewicht 52 tot 300 g/m² Papiertype Al het papier dat kan worden ingevoerd Capaciteit Onderste lade (lade A): 250 vel (80 g/m²) Bovenste lade (Lade B): 100 vel (80 g/m²) Afmetingen (B x D x H) 427 x 407 x 76 mm Gewicht...
Pagina 760
Bijlage Copy Tray-J 1XSR-0E1 Papierformaten Max: 297 x 431,8 mm Min: 139,7 x 182 mm Papiergewicht 52 tot 220 g/m² Papiertype Dun, Normaal, Gerecycled, Kleur, Geponst, Dik 1 tot 5 en Bond Capaciteit 100 vellen (80 g/m²) Afmetingen (B x D x H) 269 x 373 x 97 mm Gewicht Ca.
Pagina 761
Bijlage Copy Card Reader 1XSR-0E2 Beschikbare kaarten Magnetisch Kaartuitleesmethode Magnetische uitlezing Leesrichting magnetische kaart Naar boven Opslaan/opnieuw lezen Opnieuw lezen Afmetingen 269 x 373 x 97 mm (exclusief de aansluitset en kabel) (B x D x H) Gewicht Ca. 200 g (inclusief de aansluitset en kabel)
Pagina 762
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, 11 x 17, LGL, LTR, LTRR, STMTR, 8K en 16K Duur van verzending JBIG: Ongeveer 2,6 seconden (Bij het verzenden van A4/LTR origineel Canon-papier, Normaal 8 pxls x 3,85 lijnen/mm ECM (JBIG)) Bij gebruik van een IP-telefoonservice vindt de faxcommunicatie wellicht niet standaard via een IP-telefoonlijn plaats.
Pagina 763
Bijlage Verzendfunctie 1XSR-0E4 ◼ Pushscan Type Kleurenscanner Max. scanformaat van originelen Afhankelijk van de specificaties van de kopieerfunctie Resolutie voor scannen Internet FAX 204 x 196 dpi E-mail/FTP/SMB 300 x 300 dpi Scansnelheid Raadpleeg de aanvoerspecificaties. Interface 1000 Base-T/100 Base-TX/10 Base-T (IEEE 802.3-compatibel) Ondersteund protocol FTP (TCP/IP), SMB (TCP/IP), SMTP Uitvoerformaat...
Pagina 764
Bijlage ● Microsoft Exchange Server 2007 SP3 ● Microsoft Exchange Server 2010 ● Microsoft Exchange Server 2013 ● Lotus Domino R7.0 ● Qpopper 4.0.19 Ondersteunt SMTP-verificatie en versleutelde communicatie (TLS) tijdens SMTP verzenden/ontvangen Ondersteunt APOP/POP voor SMTP en versleutelde communicatie (TLS) tijdens POP RX...
Pagina 765
Bijlage Printerfuncties 1XSR-0E5 ◼ UFR II printerfunctie Type Intern Afdrukgrootte Afhankelijk van de specificaties van de kopieerfunctie Afdruksnelheid Afhankelijk van de specificaties van de kopieerfunctie Gegevensverwerkings- 1200 dpi x 1200 dpi, 600 dpi x 600 dpi resolutie Paginabeschrijvingstaal (PDL) UFR II Ondersteund protocol TCP/IP (LPD/Port9100/WSD) Compatibel besturingssysteem...
Pagina 766
Bijlage Interface USB 2.0 High Speed, 1000Base-T/100Base-TX/10Base-T (IEEE 802.3-compatibel) *1 Vereisen optionele Barcode Printing Kit ◼ PS printerfunctie Type Intern Afdrukgrootte Afhankelijk van de specificaties van de kopieerfunctie Afdruksnelheid Afhankelijk van de specificaties van de kopieerfunctie Gegevensverwerkings- 1200 dpi x 1200 dpi, 600 dpi x 600 dpi resolutie Paginabeschrijvingstaal (PDL) ®...
Pagina 767
Bijlage Beheerfuncties 1XSR-0E6 ◼ Afdelings-ID's registreren U kunt maximaal 300 afdelings-ID's registreren. ◼ Firewallinstellingen ● Bij het opgeven van IP-adressen n firewallinstellingen kunt u maximaal 16 IP-adressen (of bereiken van IP adressen) opgeven voor zowel IPv4 als IPv6. ● Bij het opgeven van MAC-adressen in firewallinstellingen kunnen maximaal 32 MAC-adressen worden opgegeven. ◼...
Pagina 768
Bijlage ◼ Definitie van "zwakke versleuteling" Als <Gebr. zwakke encr. verbieden> is ingesteld op <Aan>, is het gebruik van de volgende algoritmen verboden. Hash: MD4, MD5, SHA-1 HMAC: HMAC-MD5 Cryptosysteem RC2, RC4, DES met gemeenschappelijke sleutel: Cryptosysteem RSA-versleuteling (512 bits/1024 bits), RSA-handtekening (512 bits/1024 bits), DSA (512 met openbare sleutel: bits/1024 bits), DH (512 bits/1024 bits) ●...
Pagina 769
Bijlage Besturingssystemen 1XSR-0E7 WSD-scan ● Windows 8.1 ● Windows 10 Systeemvereisten voor de UI op Windows afstand ● Windows Vista SP2: Internet Explorer 9 ● Windows 7/8.1/10: Internet Explorer 11 of hoger Mac OS ● Mac OS X 10.7 Lion en nieuwer: Safari 5.1 en nieuwer Compatibele ●...
Pagina 770
Bijlage ● Windows Server 2012 R2 met Active Directory ● Lotus Notes Domino R7 en nieuwer Systeemvereisten voor de Windows Gebruikershandleiding ● Internet Explorer 9 of hoger ● Microsoft Edge ● Firefox ● Firefox ESR ● Chrome Mac OS ● Safari ●...
Pagina 772
Bijlage Opties 1XSR-0E9 De functionaliteit van de machine kan worden uitgebreid door installatie van opties bij de machine. ◼ Beschikbare opties Optionele apparatuur(P. 765) Systeemopties(P. 777) ◼ Opties zoeken die u nodig hebt Meerdere vellen van een origineel plaatsen Aanvoer(P. 103) Papierladen die op de machine kunnen worden geïnstalleerd FL-cassette(P.
Pagina 773
Bijlage ◼ Gebruik van de opties ● Steek uw handen nooit in het gedeelte van het opvangblad waar het nieten plaatsvindt (in de buurt van de rollen) wanneer een finisher is aangesloten. U voorkomt hiermee de kans op persoonlijk letsel. ●...
Pagina 774
Bijlage Optionele apparatuur 1XSR-0EA Door opties te combineren, kunt u functies efficiënter gebruiken. ◼ Wanneer de Inner Finisher-K is geïnstalleerd Inner Finisher-K U kunt met deze optie verschuiven en nieten (hoek/dubbel). Daarnaast kunt u handmatig inbinden met het nietapparaat of inbinden zonder het nietapparaat. Inner Finisher-K(P.
Pagina 775
Inner Shift Sorter-A(P. 774) Utility Tray-B Deze optie biedt ruimte voor het plaatsen van originelen. ● Voor meer informatie over de combinatie van opties die op de machine kan worden geïnstalleerd, neemt u contact op met de Canon-dealer bij u in de buurt.
Pagina 776
Bijlage Cassette Feeding Unit-AP 1XSR-0EC Hiermee kunt u twee papierladen toevoegen. Het plaatsen van verschillende papierformaten in de optionele papierladen betekent dat het papier minder vaak hoeft te worden verwisseld. Papierlade Plaats papier. Papier in de papierlade plaatsen(P. 136) Rechter onderdeur Open deze klep om papier te verwijderen dat in de machine is vastgelopen.
Pagina 777
Bijlage FL-cassette 1XSR-0EE Er kunnen twee typen papierladen op de machine worden geïnstalleerd. De installatiepositie en de papierformaten die kunnen worden geplaatst, verschillen per type papierlade. FL Cassette-BE Installeer dit op de positie voor de papierlade 1. FL Cassette-BF Installeer dit op de positie voor de papierlade 2, 3 of 4. ●...
Pagina 778
Bijlage Media Adjustment kit-A 1XSR-0EF Met deze set kunt u dik gecoat papier (300 g/m ) op de papiertafel plaatsen. ● Voor informatie over beschikbare papierformaten raadpleegt u Beschikbaar papier(P. 740) .
Pagina 779
Bijlage Inner Finisher-K 1XSR-0EH Installeer "Inner Finisher-K" om de volgende afwerkingsfuncties te gebruiken. Verschuiven Elke groep afdrukken wordt verschoven in afwisselende lagen. Nieten + Sorteren De afdrukken worden in sets gesorteerd op paginavolgorde en geniet (hoek/dubbel). Nieten + Groeperen Alle afdrukken van hetzelfde origineel worden in sets gegroepeerd en geniet (hoek/dubbel). Zonder nietjes De afdrukken worden omgekruld en ingebonden zonder een nietje.
Pagina 780
Bijlage Gleuf Steek het papier erin om het handmatig te nieten. U kunt ook een tijdsperiode geven waarna het papier wordt geniet nadat u het papier hebt ingevoegd. Deksel aan de voorzijde Open dit om vastgelopen papier te verwijderen, vastgelopen nietjes in het nietapparaat te verwijderen of om de nietpatroonhouder te vervangen.
Pagina 781
Bijlage ● U kunt handmatig nieten niet uitvoeren terwijl bedrukt papier wordt uitgevoerd. ● Om papier uit te voeren naar de bovenste lade met "Inner Finisher-K" geïnstalleerd, is de "3 Way Unit-D" nodig. ● Voor informatie over de papierformaten die kunnen worden gebruikt om te nieten, raadpleegt u Specificaties(P.
Pagina 782
Bijlage Inner 2way Tray-J 1XSR-0EJ Bevestig dit om een aanvullende uitvoerbestemming toe te voegen. Dit is handig wanneer u afzonderlijke uitvoerbladen wilt gebruiken voor verschillende functies, zoals kopiëren, afdrukken en faxen. Binnenste blad Papier wordt uitgevoerd naar het opvangblad. ● Om de "Inner 2way Tray-J"...
Pagina 783
Bijlage Inner Shift Sorter-A 1XSR-0EK Sluit dit aan om de volgende afwerkingsfuncties te gebruiken. Verschuiven Elke groep afdrukken wordt verschoven in afwisselende lagen. Inner shift sorter De afdrukken worden uitgevoerd nadat ze zijn gesorteerd.
Pagina 784
Bijlage Copy Tray-J 1XSR-0EL Bevestig dit om een aanvullende uitvoerbestemming toe te voegen. Dit is handig wanneer u afzonderlijke uitvoerbladen wilt gebruiken voor verschillende functies, zoals Kopiëren, Afdrukken en Faxen. Opvangblad De afdrukken worden naar dit blad uitgevoerd. Hulpblad Trek het hulpblad naar buiten als u afdrukt op grotere papierformaten. ●...
Pagina 785
Bijlage ADF Access Handle-A 1XSR-0ER Met deze optie kunt u de aanvoer openen en sluiten. ADF-toegangshendel Haak de rand van de handgreep aan het uiteinde van de aanvoer om die rustig te sluiten.
Pagina 786
Bijlage Systeemopties 1XSR-0ES Door opties voor het systeem te installeren, kunt u de prestaties van de machine verder verbeteren. ◼ PS Printer Kit Met deze optie kunt u de machine als een PS printer gebruiken. ◼ Barcode Printing Kit Met deze optie kunt u streepjescodes afdrukken. Raadpleeg Bar Code Printing (Afdrukken van streepjescodes) via de website met onlinehandleidingen voor meer informatie.
Pagina 787
Bijlage Copy Card Reader 1XSR-0EU Als u de "Copy Card Reader" op de machine installeert, kunt u afdelings-ID-beheer gebruiken met de controlekaart. Gebruikers moeten zichzelf eerst verifiëren voordat ze een bewerking uitvoeren, zoals kopiëren of faxen. Instellen van Afdelings-ID-beheer(P. 376) Kaartsleuf Plaats een controlekaart.
Pagina 788
Bijlage De kaart verwijderen Verwijder de controlekaart uit de kaarthouder. Controleer of het scherm voor het instellen van een controlekaart wordt weergegeven. ● Als het scherm Start niet verschijnt wanneer de controlekaart is ingevoerd, controleer dan of de controlekaart er in de juiste invoerrichting is ingestoken en of hij niet beschadigd is of niet gebruikt mag worden.
Pagina 789
Bijlage Handleidingen en hun inhoud 1XSR-0EW Het apparaat wordt geleverd met de volgende handleidingen. Raadpleeg deze handleidingen als u iets niet weet. Aan de slag Lees eerst deze handleiding. In deze handleiding worden basisbewerkingen op eenvoudige wijze beschreven. Gebruikershandleiding (deze In deze handleiding worden alle functies van de machine beschreven.
Pagina 790
Bijlage Gebruikershandleiding gebruiken 1XSR-0EX De Gebruikershandleiding is een handleiding die u via uw computer of mobiel toestel kunt raadplegen. In de handleiding vindt u beschrijvingen van alle apparaatfuncties. U kunt een zoekopdracht ingeven op basis van het beoogde apparaatgebruik of een trefwoord invoeren om snel de pagina te vinden die u zoekt. Het gedeelte beschrijft de schermindeling van de Gebruikershandleiding en hoe u de handleiding moet lezen.
Pagina 791
Bijlage Lay-out van de Gebruikershandleiding 1XSR-0EY De Gebruikershandleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Verschijnt wanneer u de Gebruikershandleiding start. Klik op om ook alle gedeelten onder de hoofdstukken weer te geven. Klik op om terug te keren naar de vorige weergave.
Pagina 792
Bijlage Klik hierop om belangrijke informatie weer te geven waarmee u bekend moet zijn voordat u het apparaat gaat gebruiken. Onderwerppagina Deze pagina bevat informatie over het configureren en gebruiken van het apparaat. Navigatie Zie welk hoofdstukonderwerp u momenteel bekijkt. Klik hierop om naar de overeenkomstige pagina te gaan.
Pagina 793
Bijlage Klik op om de verborgen gedetailleerde beschrijvingen weer te geven. Klik op om de gedetailleerde beschrijvingen af te sluiten. Klik hierop om naar het begin van de pagina te gaan. Zoeken Klik op om het zoekvenster weer te geven. Dit bevat een tekstvak om een zoekopdracht met trefwoorden uit te voeren en naar de gewenste pagina te zoeken.
Pagina 794
Bijlage Geeft de zoekresultaten weer van de pagina's die de opgegeven trefwoorden bevatten. Zoek in de resultaten naar de gewenste pagina en klik op de onderwerptitel van de pagina. ● De ingevoerde trefwoorden worden vetgedrukt weergegeven in de zoekresultaten.
Pagina 795
Bijlage Gebruikershandleiding weergeven 1XSR-0F0 In dit gedeelte worden de markeringen, knoppen, schermen en andere items die in de Gebruikershandleiding worden gebruikt, beschreven. De waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen zijn ook opgenomen in de "Important Safety Instructions (Belangrijke veiligheidsinstructies)" in de "Aan de slag" die bij de machine wordt geleverd. Raadpleeg ook deze instructies.
Pagina 797
Bijlage Basisbewerkingen in Windows 1XSR-0F2 De printermap weergeven(P. 788) [Netwerk zoeken] inschakelen(P. 788) Gedeelde printers op de afdrukserver weergeven(P. 789) Een testpagina afdrukken in Windows(P. 790) De bitarchitectuur controleren(P. 791) De computernaam controleren(P. 792) De printerpoort controleren(P. 793) Bidirectionele communicatie controleren(P. 794) De SSID controleren waarop de computer is aangesloten(P.
Pagina 798
Bijlage Windows 8/Server 2012 Klik met de rechter muisknop op de linker onderhoek van het scherm selecteer [Configuratiescherm] [Netwerkstatus en taken bekijken] [Instellingen van geavanceerd delen wijzigen] selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerk detecteren]. Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechter muisknop op [Start] selecteer [Configuratiescherm] [Netwerkstatus en taken bekijken] [Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen]...
Pagina 799
Bijlage ◼ Een testpagina afdrukken in Windows U kunt controleren of het printerstuurprogramma werkt door een testpagina af te drukken in Windows. Plaats papier van A4-formaat in de multifunctionele lade. Papier in de papiertafel plaatsen(P. 139) Open de printermap. De printermap weergeven(P. 788) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] (of [Eigenschappen]).
Pagina 800
Bijlage ➠ De testpagina wordt afgedrukt. ◼ De bitarchitectuur controleren Weet u niet zeker of op uw computer de 32-bits of 64-bits versie van Windows wordt uitgevoerd, volg dan onderstaande procedure. Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Configuratiescherm]. Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm selecteer [Configuratiescherm].
Pagina 801
Bijlage ◼ De computernaam controleren Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Configuratiescherm]. Windows 8/Server 2012 Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm selecteer [Configuratiescherm]. Windows 8.1/Server 2012 R2 Klik met de rechtermuisknop op [Start] selecteer [Configuratiescherm].
Pagina 802
Bijlage ◼ De printerpoort controleren Open de printermap. De printermap weergeven(P. 788) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] (of [Eigenschappen]). Op het tabblad [Poorten] moet u controleren of de poort correct is geselecteerd.
Pagina 803
Als u een netwerkverbinding gebruikt en het IP-adres van het apparaat hebt veranderd ● Als [Beschrijving] voor de geselecteerde poort [Canon MFNP Port] is en het apparaat en de computer zich op hetzelfde subnet bevinden, wordt de verbinding in stand gehouden. U hoeft geen nieuwe poort toe te voegen.
Pagina 804
Bijlage ◼ De SSID controleren waarop de computer is aangesloten Als de computer is aangesloten op een draadloos LAN netwerk, klikt u op in het systeemvak om de SSID van de aangesloten draadloos LAN-router weer te geven. ◼ Wanneer u afdrukt of verzendt vanuit de app Windows Store Windows 8/Server 2012 Geef de charms aan de rechterkant van het scherm weer Tik of klik op [Apparaten]...
Pagina 805
Bijlage verschijnt als de machine zodanig is ingesteld dat de gebruikersnaam wordt weergegeven bij het afdrukken van documenten, het verzenden van faxen of soortgelijke taken.
Pagina 806
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/ weee, of www.canon-europe.com/battery.
Pagina 807
The duplex function has been auto enabled during the set up and driver installation and Canon strongly recommends that you do not disable this function. You should continue to use the duplex function to reduce the environmental impact of your work with this product at all times.
Pagina 809
SIL OPEN FONT LICENSE This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. This license is copied below, and is also available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL ----------------------------------------------------------- SIL OPEN FONT LICENSE Version 1.1 - 26 February 2007 ----------------------------------------------------------- PREAMBLE The goals of the Open Font License (OFL) are to stimulate worldwide...
Pagina 810
SIL OPEN FONT LICENSE 1) Neither the Font Software nor any of its individual components, in Original or Modified Versions, may be sold by itself. 2) Original or Modified Versions of the Font Software may be bundled, redistributed and/or sold with any software, provided that each copy contains the above copyright notice and this license.
Pagina 811
Diensten van derden Als u via het PRODUCT diensten van derden gebruikt, moeten deze diensten aan onderstaande voorwaarden voldoen. Als u via de SOFTWARE toegang neemt tot inhoud van derden of deze ontvangt (bijvoorbeeld tekst, afbeeldingen, video's, audio's, of software), is het (tenzij nadrukkelijk toegestaan door de eigenaar van de inhoud of door van toepassing zijnde wetgeving) verboden om (a) deze inhoud te 'scrapen', er databases van te vormen of er anderszins permanent kopieën van te genereren, of gecachete kopieën langer bewaren dan is toegestaan door de cachekop;...
Pagina 812
Software onderhevig aan overige licentievoorwaarden Raadpleeg de softwaretabel en de bijbehorende licentietermen hieronder voor meer informatie en bijbehorende licentievoorwaarden. Softwaretabel Softwarenamen Algemene voorwaarden van de licentie: Zie pagina Adobe PDF Scan Library Adobe PostScript 3 expat HarfBuzz 2012-07-30 libjingle LuaSocket Lune Net-SNMP OpenSSL...
Pagina 813
Adobe PDF Scan Library Portions use software under the following terms: ______________________________________________________________________________________ This product contains either BSAFE and/or TIPEM software by RSA Security Inc. ______________________________________________________________________________________ This product includes software developed by the Apache Software Foundation (http://www.apache.org/). Copyright (c) 1998-2000 The Apache Software Foundation. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1.
Pagina 814
This software consists of voluntary contributions made by many individuals on behalf of the Apache Software Foundation and was originally based on software copyright (c) 1999, International Business Machines, Inc., http://www.ibm.com. For more information on the Apache Software Foundation, please see <http://www.apache.org/>.
Pagina 815
The Loki Library Portions Copyright (c) 2001 by Andrei Alexandrescu . This code accompanies the book: Alexandrescu, Andrei. "Modern C++ Design: Generic Programming and Design Patterns Applied". Portions Copyright (c) 2001. Addison-Wesley. Permission to use, copy, modify, distribute and sell this software for any purpose is hereby granted without fee, provided that the above copyright notice appear in all copies and that both that copyright notice and this permission notice appear in supporting documentation.
Pagina 816
Adobe PostScript 3 Copyright 2007-2008 Adobe Systems Incorporated and its licensors. All rights reserved. Portions include software under the following terms: ______________________________________________________________________________________ This product contains either BSAFE and/or TIPEM software by RSA Security Inc. ______________________________________________________________________________________ Portions of Pool.c_Copyright 1987 - NeXT, Inc., and portions of Graphics.c_Copyright 1988 NeXT, Inc. as an unpublished work.
Pagina 817
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Pagina 818
This code is derived from software contributed to Berkeley by James A. Woods, derived from original work by Spencer Thomas and Joseph Orost. Redistribution and use in source and binary forms are permitted provided that the above copyright notice and this paragraph are duplicated in all such forms and that any documentation, advertising materials, and other materials related to such distribution and use acknowledge that the software was developed by the University of California, Berkeley.
Pagina 819
Portions of this product are based on Modifications created from the Original Code known as the "Sablotron XSLT Processor". The Sablotron XSLT Processor is subject to the Mozilla Public License Version 1.1 (the "License"). You may obtain a copy of the License at http://www.mozilla.org/MPL/ Software distributed under the License is distributed on an "AS IS"...
Pagina 820
products derived from this software without specific prior written permission. THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE REGENTS AND CONTRIBUTORS "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 821
EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT OF THIRD PARTY RIGHTS. IN NO EVENT SHALL THE COPYRIGHT HOLDER OR HOLDERS INCLUDED IN THIS NOTICE BE LIABLE FOR ANY CLAIM, OR ANY SPECIAL INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, NEGLIGENCE OR OTHER TORTIOUS ACTION, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THE DATA FILES OR SOFTWARE.
Pagina 822
OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 823
expat Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd and Clark Cooper Copyright (c) 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 Expat maintainers. Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the following conditions:...
Pagina 824
HarfBuzz 2012-07-30 Copyright (C) 2006 Behdad Esfahbod Copyright (C) 1998-2004 David Turner and Werner Lemberg Copyright (C) 2008 Nokia Corporation and/or its subsidiary(-ies) Copyright (C) 2004,2007 Red Hat, Inc. Permission is hereby granted, without written agreement and without license or royalty fees, to use, copy, modify, and distribute this software and its documentation for any purpose, provided that the above copyright notice and the following two paragraphs appear in all copies of this software.
Pagina 825
libjingle Copyright 2004--2007, Google Inc. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
Pagina 828
Lune Copyright (c) 2018 ifritJP Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the following conditions: The above copyright notice and this permission notice shall be included in all...
Pagina 829
"RSA Data Security, Inc. MD4 Message-Digest Algorithm" - 19 -...
Pagina 830
Net-SNMP Various copyrights apply to this package, listed in various separate parts below. Please make sure that you read all the parts. ---- Part 1: CMU/UCD copyright notice: (BSD like) ----- Copyright 1989, 1991, 1992 by Carnegie Mellon University Derivative Work - 1996, 1998-2000 Copyright 1996, 1998-2000 The Regents of the University of California All Rights Reserved Permission to use, copy, modify and distribute this software and its...
Pagina 831
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
Pagina 832
* Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. * The name of Cambridge Broadband Ltd. may not be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
Pagina 833
this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. * Neither the name of the Sun Microsystems, Inc. nor the names of its contributors may be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
Pagina 834
* Neither the name of Sparta, Inc nor the names of its contributors may be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission. THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
Pagina 835
IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE COPYRIGHT HOLDERS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 836
BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. ---- Part 8: Apple Inc.
Pagina 837
Copyright (c) 2009, ScienceLogic, LLC All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
Pagina 838
OpenSSL OpenSSL License --------------- /* ==================================================================== * Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved. * Redistribution and use in source and binary forms, with or without * modification, are permitted provided that the following conditions * are met: * 1.
Pagina 839
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY * EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE * IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR * PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR * ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, * SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT * NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 840
* Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in * the code are not to be removed. * If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution * as the author of the parts of the library used. * This can be in the form of a textual message at program startup or * in documentation (online or textual) provided with the package.
Pagina 841
* derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be * copied and put under another distribution licence * [including the GNU Public Licence.] - 31 -...