●
Als de machine is aangesloten op een PBX (Private Branch Exchange), drukt u eerst op <R> voordat u de
bestemming invoert. Als <R> niet beschikbaar is, moet u de instellingen voor de R-toets registreren.
toets instelling>(P. 1137)
●
U kunt op <Opslaan in adresboek> drukken om de ingevoerde bestemming vast te leggen. Stel de vereiste
voorwaarden in en geef <Naam> en <Adresboek>. Voor informatie over de instellingen raadpleegt u
Bestemmingen registreren in het adresboek(P. 227) .
Faxen naar het buitenland verzenden
●
Voer het internationale toegangsnummer, de landcode en het faxnummer in deze volgorde in. Als u
geen verbinding kunt krijgen met een buitenlandse bestemming, drukt u op <Pauze> om een pauze
in te voegen tussen een cijfer en het volgende cijfer.
Faxen met een subadres verzenden
●
De machine ondersteunt het gebruik van standaardsubadressen van ITU-T*. Als de faxmachine van
de ontvanger geschikt is voor gebruik van ITU-T-subadressen, kunt u de vertrouwelijkheid van
verzonden documenten beter garanderen door het gebruik van een subadres en wachtwoord. Om
een document met een subadres te verzenden, voert u een faxnummer in, drukt u op <Subadres> of
<Stel details in>, en voert u vervolgens het subadres en wachtwoord in.
*Is de afkorting van International Telecommunication Union-Telecommunication Standardization Sector. Dit is een
groep die zich bezighoudt met aanbevelingen voor wereldwijde standaardisatie op het gebied van
telecommunicatie.
Bestemmingen op de LDAP-server opgeven
U kunt bestemmingen op de LDAP-server zoeken en opgeven.
1
Druk op <Adresboek>.
2
Druk op <Naar LDAP-server>.
●
Wanneer <Adresboek wijzigen> wordt weergegeven, drukt u op <Adresboek wijzigen>
●
Als het invoerscherm voor het netwerkwachtwoord wordt weergegeven, voert u de gebruikersnaam en
wachtwoord in, en drukt u op <OK>.
3
Druk op <Zoek op condities>.
Faxen
404
<R-
<LDAP-server>.