●
Als u een faxnummer selecteert als doorzendbestemming, dan worden het in het Adresboek
opgeslagen subadres en wachtwoord genegeerd.
6
Druk op <OK>.
●
Hiermee is de registratie voltooid.
7
Selecteer de geregistreerde instellingen voor doorzenden en druk op <Geldig/
Ongeldig> om de condities voor doorzenden op <Aan> te zetten.
●
Als een doorzenbestemming is verwijderd uit het adresboek, schakelt <Validate/Invalidate> automatisch
over naar <Off>. Voor het hervatten van doorzenden met dezelfde condities geeft u de bestemming
opnieuw op en stelt u de doorzendcondities in op <On>.
●
U kunt geen WebDAV-server opgeven als I-fax-doorzendbestemming.
●
Als u een bestemming opgeeft waarvoor <Bevestig voor verzenden> is ingeschakeld als
doorzendbestemming, verschijnt er geen scherm met de melding dat u het wachtwoord in moet
voeren. Het geregistreerde wachtwoord wordt gebruikt en het doorzenden wordt uitgevoerd.
<Controleer vr verzending wnnr faxbest. is opgegeven>(P. 1137)
●
Documenten met een doorzendfout worden afgehandeld volgens de instellingen voor
<Behandeling bestanden met doorzendfouten>(P. 1142) .
●
U kunt max. 1000 doorzendinstellingen opslaan.
●
Als u <Doorzenden zonder voorw.> selecteert, kunt u alle ontvangen documenten die niet voldoen aan de
opgegeven condities, doorzenden naar de gewenste bestemming.
●
U kunt doorzenden naar meerdere bestemmingen door een groepsbestemming op te geven in
<Doorzendbestemming>. Als echter de opgegeven bestemming een groepsbestemming is die een postbus
bevat, zal het bestand niet naar die postbus worden doorgezonden.
●
Met <Geef doorz.- tijdstip op> kunt u de tijd en dag voor het doorzenden opgeven.
●
Als u <Melding doorz. gereed> instelt, kunt u een melding verzenden dat het doorzenden is uitgevoerd. U
kunt <Ber. alleen bij foutmel.> selecteren, zodat u geen melding ontvangt bij een succesvolle doorzending.
●
Als u <Opslaan/Afdrukken ontv. best.> instelt op <Aan>, kunt u het ontvangen bestand opslaan of afdrukken
door de geheugenslotinstellingen te volgen. Het ontvangen bestand wordt opgeslagen als Geheugenslot op
<Aan> staat en het wordt afgedrukt als Geheugenslot op <Uit> staat.
Faxen
451