●
Als u een type afwerking selecteert dat afwijkt van het type van het geplaatste papier, kunnen
papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding worden beïnvloed.
◼
Type
U kunt de instelling Type van Aangepast type dat u hebt geregistreerd, wijzigen.
●
Als u een papiertype selecteert dat afwijkt van het type van het geplaatste papier, kunnen papierstoringen
optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding worden beïnvloed.
◼
Kleur
U kunt de kleur van het type gebruikerspapier wijzigen.
●
Als u een kleur selecteert die afwijkt van de kleur van het geplaatste papier, kunnen papierstoringen
optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding worden beïnvloed.
◼
Gebruiken als sjabloonpapier
U kunt deze modus instellen op <Aan> om voorbedrukt papier (papier waarop al logo's zijn afgedrukt), zoals
briefpapier, te gebruiken.
●
Het type gebruikerspapier met <Aan> ingesteld voor <Gebruiken als sjabloonpapier> wordt niet automatisch
geselecteerd in de volgende situaties.
- Wanneer het papiertype voor afdrukken is ingesteld op <Auto>
- Als <Autom. selectie papierlade Aan/Uit> is ingesteld op <Aan> en <Geef papiertype aan> is ingesteld op
<Uit> bij het kopiëren
●
Methoden voor het plaatsen van papier als <Gebruiken als sjabloonpapier> is ingesteld op <Aan>:
- Papierlade van de hoofdeenheid: de zijde met een logo omlaag
- Andere papierbron dan de papierlade van de hoofdeenheid: de zijde met een logo omhoog
◼
2de zijde van 2-zijdige pag.
U kunt aangeven of de achterzijde van het type gebruikerspapier al is bedrukt of niet. Als de achterzijde van het papier
niet is bedrukt, selecteert u <Uit>.
Onderhoud
1253