Download Print deze pagina

Canon imageRUNNER ADVANCE C7580i Gebruikershandleiding pagina 778

Advertenties

Wanneer <IKE-modus> is ingesteld op <Hoofd> op het scherm <IKE-instellingen> en
<Authentificatiemethode> is ingesteld op <Gedeelde sleutelmeth.>, zijn de volgende beperkingen van
toepassing bij het registreren van meerdere beveiligingsbeleidsregels.
Methode met een gedeelde sleutel: als meerdere externe IP-adressen worden opgegeven waarop
een beveiligingsbeleid van toepassing moet zijn, zijn alle gedeelde sleutels voor dat
beveiligingsbeleid identiek (dit geldt niet als een enkel adres is opgegeven).
Prioriteit: als meerdere externe IP-adressen worden opgegeven waarop een beveiligingsbeleid van
toepassing moet zijn, is de prioriteit van dat beveiligingsbeleid lager dan die van het
beveiligingsbeleid voor een enkel adres.
7
Configureer de IPSec-communicatie-instellingen.
1
Druk op <Instellingen IPSec netwerk>.
2
Configureer de noodzakelijke instellingen.
<Geldigheid>
Stel de verloopperiode van de gegenereerde IPSec SA in. Stel <Tijd> of <Formaat> in. Als u allebei
instelt, wordt de instelling met de eerst bereikte waarde toegepast.
<PFS>
Als u de PFS-functie (Perfect Forward Secrecy) instelt op <Aan>, wordt de beveiliging van de
versleutelingssleutel verhoogd, maar wordt de communicatiesnelheid trager. Daarnaast moet de PFS-
functie op het apparaat van de communicatie-evenknie zijn ingeschakeld.
<Authentificatie/Encryptie algoritme>
Selecteer <Auto> of <Handmatige instellingen> om in te stellen hoe het verificatie- en
versleutelingsalgoritme voor IKE-fase 2 moet worden opgegeven. Als u <Auto> selecteert, wordt de
ESP-verificatie en het versleutelingsalgoritme automatisch ingesteld. Als u een specifieke
verificatiemethode wilt opgeven, drukt u op <Handmatige instellingen> en selecteert u een van de
onderstaande verificatiemethodes.
<ESP>
<ESP (AES-GCM)>
<AH (SHA1)>
3
Druk op <OK>
<OK>.
8
Schakel de geregistreerde beleidsregels in en controleer de volgorde van prioriteit.
De machine beheren
Verificatie en versleuteling worden beide uitgevoerd. Selecteer het algoritme
voor <ESP-verificatie> en <ESP encryptie>. Selecteer <NULL> als u het verificatie-
of versleutelingsalgoritme niet wilt instellen.
AES-GCM wordt gebruikt als het ESP-algoritme, en verificatie en versleuteling
worden beide uitgevoerd.
Verificatie wordt uitgevoerd, maar de gegevens worden niet versleuteld. SHA1
wordt gebruikt als het algoritme.
763

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Imagerunner advance c7570iImagerunner advance c7565i