Advertenties
<Gebruik DHCPv6>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef op of het IPv6-adres van de DHCP-server moet worden opgehaald.
<PING-commando>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Controleer of het IPv6-adres juist is opgegeven.
<Alleen prefix stateful adres ophalen>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef op of alleen de eerdere helft van het stateful adres van de DHCP-server moet worden opgehaald via
DHCPv6.
<Instellingen DHCP-opties>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de optionele instellingen voor DHCP op.
<Instellingen DNS-serveradres>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de instellingen van het DNS-serveradres op.
<Instellingen DNS hostnaam/domeinnaam>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de host- en domeinnaam van de machine op.
<Instellingen DNS dynamische update>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef op of de automatische update moet worden uitgevoerd wanneer de toewijzing tussen de hostnaam en het
IP-adres is gewijzigd in een omgeving, zoals DHCP.
<mDNS-instellingen>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef instellingen op voor gebruik van de DNS-functie op een systeem dat geen DNS-server heeft.
instellingen doorvoeren(P. 49)
<Instell. computernaam/werkgroepnaam>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de naam van de machine in het netwerk op en de naam van de werkgroep waartoe deze behoort. Als uw
omgeving geen werkgroepen heeft, maakt u een werkgroep in Windows en geeft u de naam van die werkgroep
op.
Instellingen/Registratie
<TCP/IP-instellingen>
<IPv6-instellingen>
<TCP/IP-instellingen>
<IPv6-instellingen>
Een verbindingstest uitvoeren voor een IPv6-adres(P. 41)
<TCP/IP-instellingen>
<IPv6-instellingen>
<TCP/IP-instellingen>
<IPv6-instellingen>
Een DHCP-server gebruiken(P. 52)
<TCP/IP-instellingen>
<DNS-instellingen>
DNS-instellingen doorvoeren(P. 49)
<TCP/IP-instellingen>
<DNS-instellingen>
DNS-instellingen doorvoeren(P. 49)
<TCP/IP-instellingen>
<DNS-instellingen>
DNS-instellingen doorvoeren(P. 49)
<TCP/IP-instellingen>
<DNS-instellingen>
<TCP/IP-instellingen>
1077
Een IPv6-adres instellen(P. 40)
DNS-
Advertenties
