<Authentificatiemethode voor Speciale poort>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de verificatiemethode voor de speciale poort op.
●
Als de instelling op <Modus 2>, staat, gebruikt de communicatie die via een speciale poort loopt, een
beveiligde modus. U kunt dan ook misschien geen verbinding maken vanuit apparaatbeheersoftware
of stuurprogramma's, enz.
<Gebruik spoolfunctie>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef op of afdrukopdrachten die naar de harde schijf van de machine worden verzonden, gespoold moeten
worden.
<Wachttijd voor verbinding bij opstart>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de wachttijd op tussen het moment van opstarten van de machine en verbinding maken met het netwerk.
De wachttijd instellen bij verbinding maken met een netwerk(P. 48)
<Instellingen Ethernet stuurprogramma>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de instellingen van het Ethernet-stuurprogramma op.
<Prioriteitsinstellingen sluimermodus>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef prioriteit aan ofwel de ontwaaksnelheid uit de sluimermodus of energiebesparing tijdens sluimermodus.
<IEEE 802.1X instellingen>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef de instellingen voor IEEE 802.1X op.
configureren(P. 765)
●
Als u <IEEE 802.1X instellingen> instelt op <Aan>, zal de machine niet naar een volledige
Sluimermodus gaan.
<Filter uitgaand>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Geef het uitgaande filter op.
Instellingen/Registratie
De instellingen voor verificatie met IEEE 802.1X
<Firewall instellingen>
IP-adressen bij firewall-instellingen opgeven(P. 745)
1083
Ethernet-instellingen doorvoeren(P. 46)
<IPv4-adresfilter>