<Fax TX rapport>
<Functie-instellingen>
Een faxverzendrapport is een rapport waarmee u kunt controleren of faxen goed naar hun opgegeven
bestemmingen zijn verzonden. U kunt de machine zo instellen dat die dit rapport automatisch afdrukt nadat
documenten zijn verzonden, of alleen wanneer een verzendfout is opgetreden. U kunt ook de instelling
opgeven om het eerste gedeelte van het document af te drukken als gedeelte van het rapport om u te
herinneren aan de inhoud van het document.
<Fax activit.- rapport>
<Functie-instellingen>
U kunt logboeken voor het verzenden/ontvangen van faxdocumenten afdrukken of verzenden als een rapport.
U kunt de machine zo instellen dat dit rapport wordt afgedrukt wanneer een bepaald aantal communicaties (40
tot 1.000) is bereikt of op een bepaald tijdstip. De rapporten voor verzenden/ontvangen kunnen eveneens
afzonderlijk worden afgedrukt.
Wanneer het rapport wordt verzonden als gegevens, wordt het verzonden in de CSV-bestandsindeling.
Faxactiviteitenrapport(P. 1280)
<Registreer eenheid telefoonnummer>
<Functie-instellingen>
U kunt het faxnummer dat u wilt gebruiken, registreren wanneer de fax op de machine wordt gebruikt. Het
geregistreerde faxnummer wordt afgedrukt op papier bij de ontvanger als de gegevens over de afzender
wanneer u een fax verzendt.
<Registreer apparaatnaam>
<Functie-instellingen>
U kunt de naam van uw onderneming of afdeling registreren als naam van de machine. De opgeslagen naam
wordt op papier afgedrukt bij de ontvanger als de gegevens van de afzender bij het verzenden van een fax.
Instellingen faxlijn(P. 75)
<Selecteer Type lijn>
<Functie-instellingen>
U kunt een telefoonlijntype instellen dat is aangesloten op de machine. Als deze instelling niet juist is, kunt u
niet met andere machines communiceren. Controleer het type telefoonlijn dat u gebruikt en geef de juiste
instelling aan.
Instellingen faxlijn(P. 75)
<Lijnnaam voor specifiek lijnscherm bewerken>
<Functie-instellingen>
U kunt de lijnnaam van een knop opslaan die wordt weergegeven op het scherm <Selecteer lijn>.
Instellingen faxlijn(P. 75)
<Standaardadressenlijst bij selecteren van lijn>
<Functie-instellingen>
U kunt het type adressenlijst opgeven dat u wilt weergeven als standaardinstelling wanneer u het <Adresboek>
in het scherm met basisinstellingen voor Fax gebruikt. Deze instelling is pas effectief wanneer u de lijn die u wilt
gebruiken, op het scherm <Selecteer lijn> selecteert.
<Selecteer TX-lijn>
<Functie-instellingen>
Instellingen/Registratie
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
Fax TX-rapport(P. 1282)
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
Instellingen faxlijn(P. 75)
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
Instellingen faxlijn(P. 75)
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
1136
<Stel lijn in>
<Lijn X>
<Stel lijn in>
<Lijn X>
<Stel lijn in>
<Lijn X>
<Stel lijn in>
<Lijn X>
<Stel lijn in>
<Lijn X>
<Stel lijn in>