<Papierinstellingen>
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u kunt registreren welk papier u wilt gebruiken.
<Papierinstellingen>
<Voorkeuren>
U kunt het papierformaat en -type registreren voor elke papierbron. Met deze instelling kunt u de juiste
afdrukresultaten bereiken.
opgeven(P. 165)
●
Als u het formaat of het type papier dat in de papierbron is geplaatst, hebt gewijzigd, moet u deze
instelling ook wijzigen.
●
Als u het formaat of het type papier dat in de papierbron is geplaatst, hebt gewijzigd, moet u de
instellingen van <Papierformaatgr. vr autom. herkenning in lade> wijzigen.
<Papierformaatgr. vr autom. herkenning in lade>
140K-0S1
<Voorkeuren>
U kunt voor elke papierbron een groep met papierformaten instellen, zodat het geplaatste papierformaat
automatisch wordt vastgesteld door de machine.
●
Controleer of de papiergeleiders goed op het betreffende papierformaat is ingesteld. Als u de
papiergeleiders verkeerd instelt, kan het papier vastlopen.
<A5R/STMTR papierselectie>
<Voorkeuren>
Wanneer A5R- of STMTR-papier in de papierlade is geplaatst, kunt u instellen welk formaat dient te worden
gebruikt voor de bewerking.
●
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer <Alle formaten> is geselecteerd in <Papierformaatgr. vr
autom. herkenning in lade>.
<B5/EXEC papierselectie>
<Voorkeuren>
Instellingen/Registratie
<Papierinstellingen>
Het papierformaat en -type voor het papiermagazijn/de papierlade
<Papierinstellingen>
<Papierinstellingen>
<Papierinstellingen>
1063
64LC-0K1