Download Print deze pagina

Renault CLIO 2024 Handleiding pagina 87

Advertenties

KINDERZITJES
– Zet de stoel vóór het kind naar voren
en stel de positie van de rugleuning in
om contact tussen de stoel en de
benen van het kind te vermijden.
Controleer of het
kinderzitje of de voeten
van het kind een goede
vergrendeling van de
voorstoel �� 60 of �� 64 niet
belemmeren.
Verwijder in ieder geval de hoofdsteun
van de stoel achter waarop het
kinderzitje is geplaatst �� 63. Zet de
achterstoel indien nodig zo ver
mogelijk naar achteren. Dit moet
gebeuren nadat u het kinderzitje
plaatst. Controleer of het kinderzitje
goed tegen de rugleuning van de
achterstoel rust.
Installatie van de
zittingverhoger (groep
2 of 3)
Controleer of de
veiligheidsgordel �� 65 correct
werkt (oprolt).
Stel de veiligheidsgordel als volgt
af:
– plaats de schouderriem op de
schouder van het kind zonder dat
deze de nek raakt;
– plaats de heupgordel zo dat
deze plat op de dijen en tegen het
bekken ligt.
Pas indien nodig de stand van de
autostoel aan.
Op middelste zitplaats achter
Controleer of de gordel geschikt is
voor de bevestiging van uw kinderzitje.
Ga naar een merkdealer.
Een kinderzitje met
vloersteunen mag nooit
worden geïnstalleerd op
de middelste zitplaats
achterin.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR
VAN ERNSTIG LETSEL.
Monteer het kinderzitje
bij voorkeur op een
zitplaats achterin.
Om op deze zitplaats
een ISOFIX-kinderzitje te
installeren, moet de middelste
autogordel eerst manueel worden
losgemaakt nadat u de grendels
vastmaakt.
K e n u w a u t o - 8 5
2  

Advertenties

loading