EXTRA RIJHULPMIDDELEN
Actieve noodrem
3
Het systeem gebruikt informatie van
de camera 1 om te bepalen wat de
afstand tot uw auto is:
– de voorligger op dezelfde rijstrook;
of
– eventuele tegenliggers, in het kader
van een mogelijke verandering van
richting;
of
– en auto's die haaks passeren;
of
– vanaf stilstaande auto's;
– voetgangers en fietsers in de
nabijheid.
2 2 6 - R i j d e n
Het systeem informeert de bestuurder
als er een risico bestaat op een
frontale botsing om de juiste
noodmanoeuvres mogelijk te maken
(het rempedaal indrukken en/of het
stuurwiel draaien).
Afhankelijk van het reactievermogen
van de bestuurder kan het systeem
helpen bij het remmen om schade te
beperken of een botsing te
voorkomen.
Het systeem is verder niet actief en
geeft geen waarschuwing.
Deze functie is een extra
hulp tijdens het rijden.
Deze functie is niet
bedoeld om, onder
welke omstandigheden dan ook,
de waakzaamheid en
verantwoordelijkheid van de
bestuurder vervangen. Deze moet
altijd de controle over zijn auto
behouden.
Met dit systeem wordt de
auto maximaal afgeremd
totdat deze zo nodig
volledig stilstaat.
Gebruik om veiligheidsredenen
altijd de autogordel tijdens het
rijden en controleer of alles goed
vastzit, zodat de inzittenden niet
kunnen worden geraakt door
loszittende voorwerpen.
Plaats van de camera 1
Zorg ervoor dat de voorruit niet is
bedekt (door vuil, modder, condens
enz.).
Werkzaamheden
Wanneer er tijdens het rijden een risico
op een aanrijding bestaat, moet het
systeem:
– u waarschuwen voor een
aanrijdingsgevaar: de melding
"Obstakel gedetecteerd" verschijnt op
het instrumentenpaneel in combinatie
met een pieptoon.
Opmerking: als de bestuurder het
rempedaal intrapt en het systeem nog
steeds botsingsgevaar detecteert, kan
de remkracht worden verhoogd als