KINDERVEILIGHEID
Zitplaats voorin passagier
Bevestig de haak 3 van de bovenste
riem 2 aan de ring 4 geïdentificeerd
door het pictogram
.
Alle zitplaatsen
Trek aan de bovenste riem 2 zodat de
rugleuning van het kinderzitje strak
tegen de rugleuning van de autostoel
aanligt.
De
ISOFIX-verankeringen
mogen alleen gebruikt
worden voor kinderzitjes
met het ISOFIX-systeem.
Bevestig nooit andere
kinderzitjes, noch de gordel of
andere voorwerpen op deze
verankeringspunten.
Controleer of niets in de weg zit
bij de verankeringspunten.
Als uw auto betrokken is geweest
bij een verkeersongeluk, moet u
de ISOFIX verankeringen laten
controleren en het kinderzitje
vervangen.
Controleer of de
rugleuning van het
vooruit geplaatste
kinderzitje goed tegen
de rugleuning van de stoel in de
auto is geplaatst. In dit geval rust
het kinderzitje niet altijd op de
zitting van de stoel in de auto.
2
K e n u w a u t o - 8 3