Advertenties
PORTIEREN EN KLEPPEN
weer vergrendeld zodra de auto
ongeveer 10 km/u rijdt.
2
Inschakelen/Uitschakelen van de
functie
Om te activeren: druk bij stilstaande
auto met draaiende motor op de
schakelaar 1 .
Het waarschuwingslampje 1 licht op.
Om te deactiveren: druk bij
stilstaande auto met draaiende motor
op de schakelaar 1 .
Het controlelampje in de schakelaar 1
dooft.
De functie kan ook worden
ingeschakeld en uitgeschakeld via het
multimediascherm �� 126 (afhankelijk
van de auto).
Storingen
Als u een storing constateert (geen
automatische vergrendeling, het
lampje 1 in de
waarschuwingsschakelaar licht niet op
wanneer de portieren en de achterklep
zijn vergrendeld, enz.), controleert u of
de automatische vergrendeling niet per
ongeluk is uitgeschakeld. Ook
controleert u of alle portieren en de
achterklep goed gesloten zijn.
Als deze goed gesloten zijn, moet u
een merkdealer raadplegen.
5 8 - K e n u w a u t o
Verantwoordelijkheid
van de bestuurder
Bedenk dat het rijden
met vergrendelde
portieren een belemmering kan
zijn voor hulpverleners in geval
van nood.
Bagageruimte
Open zetten
Druk op knop 1 om de achterklep een
paar centimeter te openen.
Trek de achterklep omhoog.
Sluiten
Gebruik nooit de
gasveren om de klep van
de bagageruimte te
sluiten.
Laat de klep van de bagageruimte
zakken met behulp van de handgreep
in de bagageruimte 2 .
Openen van binnenuit
Bij een elektrische storing kunt u de
bagageruimte handmatig van binnenuit
openen.
Advertenties
