BOORDCOMPUTER
Batterij bijna leeg
Bij extreem gebruik op lage snelheid
kan het laadniveau van de accu
2
zakken tot een laag niveau.
Het waarschuwingslampje 30 brandt
geel om u te waarschuwen.
Totdat het laadniveau van de accu
voldoende is, wordt het vermogen van
de elektromotor beperkt om te zorgen
dat het E-Tech hybride systeem
correct werkt.
Kies voor een soepeler rijstijl of stop
de auto, indien mogelijk, zonder het
contact uit te schakelen tot het
waarschuwingslampje 30 weer blauw
wordt.
Drempels van onmiddellijke
stilstand
1 2 4 - K e n u w a u t o
Bij extreem en langdurig gebruik van
het voertuig (bijv. slepen of rijden op
steile hellingen of ruig terrein) met
snelheden lager dan 10 km/u), kan het
laadniveau de drempelwaarde voor
onmiddellijke blokkering bereiken.
Er klinkt een pieptoon en het rode
controlelampje
verschijnt.
Als het laadniveau blijft dalen, wordt
het elektrische bereik niet meer
getoond.
Stop indien mogelijk het voertuig, als
de verkeersomstandigheden het
toelaten.
Laat de verbrandingsmotor draaien
totdat de waarschuwingslampjes
verdwijnen.
Dit is nodig om de tractiebatterij op te
laden.
Waarschuwingslampje elektrische
modus 31
Dit verschijnt als het voertuig enkel
wordt aangedreven door de
tractiebatterij.
Bericht: auto klaar om te rijden 32
Het bericht READY verschijnt als het
contact wordt ingeschakeld en
verdwijnt als de auto sneller rijdt dan 5
km/u.
Snelheidsmeter 33
Afhankelijk van de geselecteerde rijstijl
varieert het display.
Energie-indicator 34 27
Verbruiksmeter 35 192
Geselecteerde rijmodus 36 288
Zone voor boordcomputer of
multimedia-informatie 37
Het bereik met de overgebleven
brandstof 38
Deze waarde wordt aangegeven na
400 meter gereden te hebben 114.