VENTILATIEROOSTERS, VERWARMING EN AIRCONDITIONING
Door het gebruik van de
airconditioning neemt het
brandstofverbruik toe
(gebruik de airconditioning
daarom niet als het niet nodig is).
Inschakelen van de
4
kringloopfunctie
Druk op knop 4 : het controlelampje
van de knop gaat branden. In deze
stand wordt de lucht vanuit het
interieur aangezogen en zonder
toevoeging van buitenlucht
teruggevoerd in de auto.
De kringloopstand kan gebruikt
worden:
2 9 4 - U w c o m f o r t
– om het interieur af te sluiten van de
buitenlucht (bijvoorbeeld als het buiten
stinkt);
– Om de temperatuur in het interieur
sneller te verlagen wanneer de
airconditioning is geactiveerd.
Als de airconditioning niet
is ingeschakeld ("A/C"
indicatielampje op knop 6
staat uit), kan langdurig gebruik
van recirculatielucht
condensvorming op de zijruiten
en de voorruit veroorzaken alsook
andere problemen als gevolg van
de aanwezigheid van niet
gerecirculeerde lucht in het
interieur. Om dit te voorkomen,
wordt de luchtkringloopstand na
een bepaalde tijd automatisch
uitgeschakeld.
Regeling van de ventilatiesnelheid
Verplaats de knop 3 om de
hoeveelheid ingeblazen lucht aan te
passen. Als u de luchttoevoer wilt
stoppen, zet de knop 3 op "0" (knop
A ) of "OFF" (knop B ).
Het systeem is uitgeschakeld: de
ventilatiesnelheid is nul (stilstaande
auto). Als de auto rijdt, kunt u echter
nog steeds een kleine luchtstroom
voelen.