BRANDSTOFTANK
Vermeng de
dieselbrandstof nooit
2
met benzine (loodvrij of
E85), zelfs niet een
kleine hoeveelheid.
Gebruik geen ethanol als uw auto
hier niet voor aangepast is.
Voeg geen reagens toe aan de
brandstof, anders kan de motor
16 beschadigd raken.
Als u een additief wilt toevoegen
aan de brandstof, gebruik dan
een product dat is goedgekeurd
door onze technische dienst.
Ga naar een merkdealer.
1 5 4 - K e n u w a u t o
Dieselmotor
U moet dieselbrandstof gebruiken die
voldoet aan de gegevens op de sticker
aan de binnenkant van de klep 1 .
Benzinemotor
Gebruik uitsluitend ongelode benzine.
Het octaangetal (RON) moet
overeenstemmen met de gegevens op
de sticker op het klepje 1 378.
Controleer na het tanken,
of de dop en het klepje
gesloten zijn.
Tanken van brandstof
Wanneer het contact uit is, steekt u het
vulpistool zo ver mogelijk naar binnen
voordat u met tanken begint
(spatgevaar). Houd hem in deze stand
tijdens het tanken.
Als het vulpistool automatisch is
afgeslagen, mag u nog maximaal twee
liter brandstof bijvullen.
Let er op dat bij het tanken geen water
bij de brandstof komt. De klep 1 en
zijn omgeving moeten schoon blijven.
bijzonderheid
Bij het stoppen van de auto gedurende
ongeveer 3 maanden moet u
brandstof toevoegen om te
voorkomen dat de brandstofpomp
beschadigt.
Om dit te doen, met het contact uit,
vult u ten minste 5 liter bij. Start
vervolgens de motor om de pomp in
werking te zetten en de brandstof in
het brandstofcircuit te verversen.
Als het niet mogelijk om ten minste 5
liter brandstof toe te voegen vanwege
het brandstofpeil in de tank, rijd dan
door tot de tank de gewenste
capaciteit heeft.
Benzinemotor
Schade die ontstaan is als gevolg van
het tanken van loodhoudende benzine
wordt niet door de fabrieksgarantie
gedekt.
Om te voorkomen dat er per ongeluk
loodhoudende benzine wordt getankt,
heeft de vulhals een nauwe doorlaat
met een veiligheidssysteem waarin
alleen een vulpistool met loodvrije
benzine past.