STORINGEN
Tijdens het rijden
Het sturen gaat zwaar.
De motor wordt te warm. De
koelvloeistoftemperatuurmeter staat in de
gevarenzone en het waarschuwingslampje
6
De vloeistof in het expansievat borrelt.
Radiateur: als er veel te weinig koelvloeistof is, mag deze niet worden bijgevuld met koude koelvloeistof wanneer
de motor nog erg heet is. Na elke reparatie waarbij het koelsysteem geheel of gedeeltelijk is afgetapt, moet dit
met nieuwe koelvloeistof worden bijgevuld. Gebruik hiervoor alleen door onze technische diensten goedgekeurde
koelvloeistof.
3 7 2 - P r a k t i s c h e t i p s
MOGELIJKE OORZAKEN
Probleem met de elektrische
Storing in het hulpsysteem
verschijnt.
Oververhitting van de
bekrachtiging.
bekrachtigingsmotor.
Koelventilateur defect.
Koelvloeistoflekkage.
Mechanische storing:
koppakking opgeblazen.
WAT TE DOEN
Rijd voorzichtig bij lage snelheid, let op de
kracht die u moet zetten op het stuurwiel om de
wielen te draaien.
Ga naar een merkdealer.
Zet de motor af en roep de hulp in van een
merkdealer.
Controleer het koelvloeistofreservoir: er moet
vloeistof in zitten. Als het leeg is, raadpleeg zo
snel mogelijk een merkdealer.
Zet de motor stil.
Roep de hulp in van een merkdealer.