BIJZONDERHEDEN VERSIES MET BENZINEMOTOR
Onder bepaalde omstandigheden,
zoals:
– lang doorrijden als het
waarschuwingslampje
brandstofreserve brandt;
– gebruiken van loodhoudende
benzine;
– het gebruik van niet goedgekeurde
smeermiddelen of brandstofadditieven.
Of bij het optreden van storingen
zoals:
– een defecte ontsteking,
brandstofgebrek of losse bougiekabel
waardoor de ontsteking overslaat en
de auto met horten en stoten rijdt;
– Vermogensverlies.
kan de katalysator oververhit raken
waardoor hij minder effectief wordt
en ook andere delen van de auto te
heet kunnen worden.
Indien u één van de hiervoor
genoemde storingen constateert, dient
u uw auto zo spoedig mogelijk door
een merkdealer te laten herstellen.
Door de in uw garantieen
onderhoudsdocument voorgeschreven
onderhoudsbeurten uit te laten voeren
door een merkdealer kunt u dergelijke
storingen voorkomen.
Bij startmoeilijkheden
Blijf niet proberen om te motor te
starten (door op de startknop te
drukken of de auto te duwen of te
slepen) zonder dat u de oorzaak van
de storing vaststelt en verhelpt om
schade aan de katalysator of de
startmotor en voortijdige slijtage van
de accu te voorkomen.
Ga niet door met starten maar roep de
hulp in van een merkdealer en laat de
storing verhelpen.
Parkeer de auto niet of
blijf niet met draaiende
motor staan op een
plaats waar de uitlaat
zich boven brandbaar materiaal
bevindt. Onder ongunstige
omstandigheden (droogte, harde
wind) kan brand ontstaan als de
hete uitlaat in contact komt met
gras of bladeren.
Roetfilter
Het roetfilter wordt gebruikt bij de
behandeling van uitlaatgassen van de
benzinemotor.
Het waarschuwingslampje
het instrumentenpaneel geeft,
afhankelijk van de auto, aan dat het
filter is verstopt en moet worden
schoongemaakt. Om het reinigen
nadat het
waarschuwingslampje
is gaan branden, rij tussen ongeveer
50 en 110 km/u, rekening houdend met
de verkeersomstandigheden en de
snelheidsbeperkingen, totdat het
lampje dooft.
Na ongeveer 5 tot 20 minuten zou het
waarschuwingslampje moeten doven.
Opmerking: het
waarschuwingslampje kan na 20
minuten uitgaan als niet volledig is
voldaan aan de rijcondities voor het
reinigen van het filter.
Als de auto stopgezet is voordat het
controlelampje gedoofd is, moet u de
handeling opnieuw uitvoeren vanaf het
begin.
Als het filter verzadigd raakt, verschijnt
het waarschuwingslampje
afhankelijk van de auto, het
waarschuwingslampje
instrumentenpaneel, plus het bericht
"Controleer inspuitsysteem".
Raadpleeg in dat geval een erkende
dealer.
op
3
en
op het
R i j d e n - 1 8 1