NOODOPROEP
Er zijn twee modi voor de noodoproep:
– automatische modus;
– Handmatige modus
Automatische modus
Als de waarschuwingslampje
3
automatische modus 2 groen oplicht,
bevestigt dit dat het automatische
systeem is ingeschakeld.
De noodoproep wordt automatisch
gedaan als de beschermende
uitrusting (gordelspanners, airbag,
enz.) werd geactiveerd vanwege een
ongeval.
In geval van een ongeluk
blijft u, als de plaats en
het verkeer dit toestaan,
dicht bij de auto om
eventuele oproepen van het
callcenter snel te kunnen
beantwoorden.
Handmatige modus
De noodoproep kan als volgt worden
gestart:
– de knop 3 minstens drie seconden
ingedrukt houden;
of
– de knop 3 binnen tien seconden vijf
keer indrukken.
2 8 6 - R i j d e n
Als de knop per ongeluk is ingedrukt,
kunt u het gesprek annuleren door de
knop 3 ongeveer twee seconden
ingedrukt te houden voordat de
verbinding met het callcenter tot stand
komt.
Zodra de oproep is ingesteld, kan
alleen het callcenter deze beëindigen.
Storingen
In sommige gevallen werkt de
noodoproep niet (bijvoorbeeld bij een
zwakke accu enz).
Als het systeem een storing ontdekt,
licht het rode waarschuwingslampje 1
langer dan 30 minuten op. Raadpleeg
zo snel mogelijk een merkdealer.
Het systeem werkt met een
speciale accu. De accu
gaat ongeveer vier jaar
mee (het waarschuwingslampje 1
wordt rood om u te
waarschuwen).
Ga naar een merkdealer.
Voor uw veiligheid en
een goede werking van
het systeem, moeten alle
werkzaamheden aan de
accu (uitbouwen, loskoppelen
enz.) worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd vakman.
Risico op brandwonden door
elektrische schokken.
Houd u aan de
vervangingsintervallen in het
onderhoudsboekje. U mag deze
niet overschrijden.
De accu is van een speciaal type.
Zorg dat deze wordt vervangen
door een van hetzelfde type.
Roep de hulp in van een
merkdealer.