STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR
Het contact wordt uitgeschakeld en het
bericht READY verdwijnt van het
instrumentenpaneel.
Zet altijd het contact uit
als u iets gaat doen
onder de motorkap.
Zet het contact nooit
uit voordat de auto
compleet stilstaat. Als
de motor niet meer
draait, zijn er geen stuur- en
rembekrachtiging meer. Ook
werken veiligheidsvoorzieningen,
zoals airbags en gordelspanners,
niet meer.
Controleer voordat u het
voertuig verlaat, of het
contact is uitgeschakeld.
Verantwoordelijkheid
van de bestuurder
tijdens het parkeren of
stoppen van de auto
Laat nooit, ook niet heel even,
een kind, een afhankelijke
volwassene of een dier in de auto
achter als u deze verlaat.
Het kan zichzelf of anderen in
gevaar brengen door bijvoorbeeld
de motor te starten, door organen
te bedienen zoals de
ruitbediening, of de portieren te
vergrendelen, enz..
Bovendien kan bij warm, zonnig
weer de temperatuur in het
interieur heel erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR
VAN ERNSTIG LETSEL.
Contactslot bij auto's met een
kaart
Auto met kaart
De kaart moet zich binnen de
detectiezone 1 bevinden.
Om te starten:
– bij auto's uitgerust met een
automatische transmissie drukt u, in
de stand P, het rempedaal in en drukt
u op de knop 2 .
Bij de E-Tech hybride versie verschijnt
het bericht READY op het
instrumentenpaneel en klinkt er een
pieptoon.
Het bericht verdwijnt als de snelheid
boven ongeveer 5 km/u komt.
3
R i j d e n - 1 6 5