PARKEERREM
De elektronische
parkeerrem kan worden
gebruikt om de auto stil
te zetten. Controleer,
voordat u de auto verlaat, of de
automatische parkeerrem
inderdaad is vastgezet.
Waarschuwingslampje 3 op
schakelaar 4 en
waarschuwingslampje
het instrumentenpaneel
verschijnen om aan te geven dat
de parkeerrem is ingeschakeld.
De lampjes gaan uit als de
portieren worden vergrendeld.
Afhankelijk van de auto bevindt
zich een sticker op het bovenste
deel van de voorruit om u hieraan
te herinneren.
Kortstondige stop
op
Om de elektronische parkeerrem
handmatig te activeren (als u moet
stoppen voor een verkeerslicht of bij
stilstaande auto met draaiende motor
enzovoort): trek aan de schakelaar 4
en laat los.
Het loszetten is automatisch zodra de
auto weer gaat rijden.
Bijzondere gevallen
Als u wilt parkeren op een helling of
terwijl u een caravan of een
aanhangwagen trekt, moet u enkele
seconden aan de schakelaar 4
trekken voor een maximale
remwerking.
Parkeren met de elektronische
handrem losgezet (bijvoorbeeld als het
kan gaan vriezen):
– Schakel een versnelling of stand P
in: de aandrijfwielen worden
mechanisch vergrendeld door de
aandrijfas.
– Stop de motor door te drukken op de
start/stopknop 1 of door de
contactsleutel 2 te draaien;
– maak de gordel van de
bestuurdersstoel los;
– open het bestuurdersportier;
– Zet de automatische parkeerrem
handmatig los.
– afhankelijk van de auto wordt de
elektronische parkeerrem automatisch
geactiveerd. U moet deze handmatig
loszetten.
3
R i j d e n - 1 8 5