Download Print deze pagina

CITROEN C5 2001 Handleiding pagina 85

Benzine- en dieselmodellen

Advertenties

Figuur 5.5: Brandstofdrukregelaar
(1)
5.2.3
Luchttoevoersysteem
1
Brandstofsysteem benzinemotoren
Zie figuur 5.6 voor een schematisch overzicht van het luchttoevoersysteem.
De stappenmotor stationair toerental wordt direct door de elektronische regel-
eenheid aangestuurd. Aansluitingen van de stekers: trap A en D: primaire wik-
keling; trap
B
en C: secundaire wikkeling. Weerstand wikkeling:
53
ohm.
De verwarmingsweerstand van het gasklephuis voorkomt het bevriezen van
het gasklephuis. De sensor is een PTC-weerstand.
De druksensor inlaatlucht bestaat uit een aantal rekstrookjes. Het elektrisch
signaal dat door de sensor wordt afgegeven aan de elektronische regeleen-
heid varieert van 0 tot 5 volt, afhankelijk van de gemeten druk. De voedings-
spanning bedraagt
5
volt. Aansluitingen van de steker: aansluiting
1:
signaal;
aansluiting 2: massa; aansluiting 3: 5 volts-voeding. De druksensor inlaatlucht
bevindt zich op het inlaatspruitstuk.
5.2.4
Inspuitsysteem
Zie ook figuur 5.1 voor een schematisch overzicht van het inspuitsysteem.
Het dubbelrelais wordt rechtstreeks bediend door de elektronische regeleen-
heid. Er zijn drie werkingsfasen. Afgezet contact:
12
volts-permanente voeding
van de elektronische regeleenheid. Contact aan: voeding van de elektronische
regeleenheid via het (+)-contact. Draaiende motor, gevoede componenten:
-elektronische regeleenheid, brandstofpomp, inspuitventielen, bobine, elek-
troklep ontluchten koolstoffilter, verwarmingsweerstand van de lambdason-
des.
De snelheidssensoris een sensor met 'hall' -effect: 5 pieken per meter, 8 pieken
per omwenteling. Aansluitingen van de steker: aansluiting 1:
12
volts-voeding
van dubbelrelais; aansluiting 2: massa; aansluiting 3: signaal. De sensor
bevindt zich op de versnellingsbak.
De toerentalsensor is van het inductieve type en bestaat uit een permanente
magneet en een spoel. Aansluitingen van de steker: aansluiting 1: signaal;
aansluiting 2: massa; aansluiting 3: afscherming (afhankelijk van uitvoering).
Weerstand tussen aansluiting 1 en
2: 425-525
ohm. De sensor bevindt zich op
het koppelingshuis.
De nokkenaspositiesensor is een sensor met 'haW-effect: blokvormig signaal.
Aansluitingen van de steker: aansluiting 1: 5 volts-voeding; aansluiting 2: sig-
naal; aansluiting 3: massa. Verzonden signaal: sensor aan metalen massa: 0
volt; sensor niet aan metalen massa: 5 volt. De sensor bevindt zich op de cilin-
CITROEN C5 - 75

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C5 2002C5 2003