Dieselmotor
Figuur 3.25: Bouten (33) verwijderen
-
Breng het hefplateau omhoog. Controleer daarbij of er voldoende ruimte is
tussen het aandrijfaggregaat, het subframe en de carrosserie.
-
Draai de bouten (33 in figuur 3.25) vast met 45 ±5 Nm, breng de bovenste
motorsteun rechts aan, draai de bouten (32 in figuur 3.24) vast met 61 ±6
Nm, draai de moer (29) vast met45 ±5 Nm en breng de bovenste reactiearm
aan.
-
Airconditioning: monteer de bevestigingen (26 en 28 in figuur 3.23) de ge-
leiderol en de aandrijfriem hulpaggregaten, zie ook paragraaf 3.8. Sluit de
stekerverbinding (25) aan. Verwijder het karton.
-
Sluit de massadraad op de versnellingsbak aan.
-
Sluit de onderdrukleidingen (21 in figuur 3.22) en de stekerverbindingen op
de elektrokleppen aan. Sluit de slangen (19 en 20) aan. Sluit de koppelings-
werkcilinder aan.
-
Sluit de slangen (9 en 10) van de kachelradiateur aan.
-
Maak de dradenbundel van de motor op de BSI (23 in figuur 3.22) en de
massadraad (24) vast.
-
Monteer de voorgloeimodulator, de elektronische regeleenheid en het ex-
pansievat.
-
Sluit de brandstoftoevoerslang (14 in figuur 3.21), de brandstofretourslang
(15), de buis (16) en de slang (17) aan.
-
Sluit de retourslang van de stuurbekrachtiging aan.
-
Breng de steun van het schakelmechanisme (11 in figuur 3.20) aan en zet
deze vast. Bevestig de bedieningskabels (8) op de versnellingsbak.
-
Monteer de uitlaatpijp en de katalysator.
-
Sluit de onderste reactiestang (6 in figuur 3.19) en de inlaatluchtleiding (7)
aan.
-
Bouw de aandrijfassen in volgens de methode beschreven in paragraaf
11.2.
-
Breng de spatlappen en de voorwielen aan.
-
Bouw de radiateur in en sluit de koelvloeistofslangen aan. Sluit de inlaat-
luchtleiding en de onderdrukleidingen aan.
-
Monteer het luchtfilterhuis met de luchthoeveelheidsmeter en het deksel
van de computerkast. Sluit de stekerverbinding van de luchthoeveelheids-
meter aan.
-
Sluit de accu aan.
-
Vul de versnellingsbak, het koelcircuit en de stuurbekrachtigingspomp met
de desbetreffende vloeistoffen.
-
Ontlucht het koelsysteem volgens de methode beschreven in paragraaf4.2.
-
Laat de auto op de grond zakken.
54 -
CITROEN C5