Download Print deze pagina

CITROEN C5 2001 Handleiding pagina 198

Benzine- en dieselmodellen

Advertenties

Wielophanging en vering
12.4 Wagenhoogte controleren en afstellen
A/gemeen
De wagenhoogte veer wordt gecontroleerd tussen de vloer en het subframe
achter de voorste bevestiging van de wieldraagarm (figuur 12.39).
De wagenhoogte achter wordt gecontroleerd tussen de vloer en punt (a in fi-
guur 12.40).
Wagenhoogte contro/eren
-
Controleer de bandenspanning.
Zet de auto op een vierkolomshefbrug.
Plaats de hoogtebediening in de normale stand.
Laat de hand rem los, blokkeer de wielen en start de motor.
Licht de auto met de hand op. Laat de auto los zodra het gewicht te groot
wordt. De auto zakt, komt weer omhoog en stabiliseert. Meet de hoogte.
Druk de auto met de hand omlaag. Laat de auto los als de weerstand te
groot wordt. De auto zakt, komt weer omhoog en stabiliseert. Meet de
hoogte.
Neem het gemiddelde van de twee metingen.
De gemeten wagenhoogte veer (H1M) moet gelijkzijn (±10 mm) aan de be-
rekende waarde (H1 C).
H1C = R1 _ 140 (in mm), waarin Rl de straal van het voorwiel is, vanaf de
vloer gemeten.
De gemeten wagenhoogte achter (H2M) moet gelijk zijn (±10 mm) aan de
berekende waarde (H2C).
H2C
=
R2
+
73 (in mm), waarin R2 de straal van het achterwiel is, vanaf de
vloer gemeten.
8tel de hoogte af door de klemmen van de automatische bediening op de
stabilisatorstangen te verdraaien. Zorg ervoor dat de commandokogel op 1
mm nauwkeurig in lijn ligt met de kogel van de hoogteregelaar. De hoogte
mag aan beide kanten niet meer dan ±2 mm verschillen.
Wagenhoogte v6ar afstellen
Figuur 12.39: Wagenhoogte v66r me-
ten
-
Draai de bout (1 in figuur 12.41) op de klem (2) een slag los.
-
Draai de bout met de hand vast.
-
Draai de klem (2) naar de voorzijde van de auto voor een afname van de
hoogte. Draai de klem (2) naar de achterzijde van de auto voor een toename
van de hoogte.
188 -
CITROEN C5

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C5 2002C5 2003