Download Print deze pagina
CITROEN C5 2003 Instructieboekje
Verberg thumbnails Zie ook voor C5 2003:

Advertenties

CITROËN C5
INSTRUCTIEBOEKJE

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor CITROEN C5 2003

  • Pagina 1 CITROËN C5 INSTRUCTIEBOEKJE...
  • Pagina 2 CITROËN TOTAL prefereert Een samenwerking die staat voor innovatie CITROËN en TOTAL, al 35 jaar partners, ontwikkelen in nauwe samenwerking moto- ren en smeermiddelen met de meest geavanceerde technieken. Specifieke motorolie De onderzoeksteams van CITROËN en TOTAL werken samen om u de beste technolo- gische combinatie te kunnen bieden op het gebied van motoren en smeermiddelen.
  • Pagina 3 Het lezen van dit boekje is noodzakelijk voor een optimaal gebruik van uw CITROËN. De CITROËN ORGANISATIE, die is samengesteld uit hooggekwalificeerde vakbekwame medewerkers, staat te allen tijde te uwer beschikking om al uw vragen te beantwoorden. Wij wensen u goede reis in uw CITROËN! Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van uw auto.
  • Pagina 4 X4-NL-4003 Edition 06-2003...
  • Pagina 5 Wij danken u voor de aankoop van deze auto en feliciteren u met uw keus. Lees, alvorens u gaat rijden, dit boekje aandachtig door: het bevat alle nodige informatie over het gebruik en de uitrusting van uw auto evenals belangrijke aanbevelingen, die u stipt dient op te volgen.
  • Pagina 6 I N H O U D S O P G A V E Hoofdstuk V Hoofdstuk I PRAKTISCHE OP VERKENNING WENKEN DOOR UW AUTO blz. 127 blz. 3 Hoofdstuk VI Hoofdstuk II ALGEMENE RIJDEN GEGEVENS blz. 71 blz. 155 Hoofdstuk III A B C A B C TREFWOORDEN-...
  • Pagina 7 H o o f d s t u k V E R K E N N I N G D O O R A U T O blz. Afstandsbediening Sleutels Centrale vergrendeling met supervergrendeling Anti-inbraakalarm 10-11 Openen en sluiten Brandstof tanken Brandstofsoort Voorstoelen Verstellen van het stuur...
  • Pagina 8 A f s t a n d s b e d i e n i n g Afstandsbediening De afstandsbediening heeft een hoogfrequente zender, hetgeen u de volgende voordelen biedt: - u hoeft de afstandsbediening niet op de auto te richten. - de afstandsbediening werkt ook vanaf een punt achter de auto, en de bedieningsstraal dringt door...
  • Pagina 9 A f s t a n d s b e d i e n i n g Lokaliseren geparkeerde auto Om uw geparkeerde auto op een parkeerplaats terug te kunnen vinden, drukt u op de toets A. De binnenverlichting van uw auto gaat vervolgens branden en de richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele seconden (auto vergren- deld).
  • Pagina 10 A f s t a n d s b e d i e n i n g Lege batterij afstandsbediening Wanneer de batterij van de afstandsbediening leeg is, verschijnt hierover een melding op het multifunctioneel display en hoort u een geluidssignaal. Vervangen van de batterij van de afstandsbediening Maak de unit open om de batterij te kunnen bereiken.
  • Pagina 11 S l e u t e l s Centrale vergrendeling met de sleutel De vergrendelde toestand wordt gesignaleeerd door het knipperen van het controlelampje van de interieurvergrendelingstoets. Wanneer een van de portieren, de achterklepruit (break) of de achterklep niet goed gesloten is of open staat, werkt de centrale vergrendeling niet. Centrale vergrendeling met supervergrendeling Zie Hoofdstuk I - «...
  • Pagina 12 S l e u t e l s Als de auto van eigenaar wisselt, moet de codekaart aan de nieuwe eigenaar worden gegeven. Laat deze nooit in de auto liggen. CODE-kaart Advies Bij de auto is een vertrouwelijke kaart geleverd. Bewaar de vertrouwelijke kaart met uw specifieke code van de elektronische Deze kaart heeft een verborgen startbeveiliging op een veilige plaats (nooit in de auto).
  • Pagina 13 S u p e r v e r g r e n d e l i n g AFSTANDSBEDIENING Centrale vergrendeling met supervergrendeling Druk kort op de toets A om de supervergrendeling in te schakelen. Het openen van de portieren van binnenuit of van buitenaf is nu niet meer mo- gelijk.
  • Pagina 14 A n t i - i n b r a a k a l a r m Uw auto is mogelijk voorzien van een ANTI-INBRAAKALARM. Dit zorgt voor : • Een perimetrische (uitwendige) beveili- ging d.m.v. detectoren op de portieren, de achterruit van de break, de achter- klep, de motorkap en de elektrische voeding.
  • Pagina 15 A n t i - i n b r a a k a l a r m Inschakelen van het alarm Uitschakelen van de interieurbeveiliging Check eerst of alle portieren, de achterklep en het Het is mogelijk de uitwendige beveiliging in te schake- schuifdak correct gesloten zijn.
  • Pagina 16 O P E N E N S L U I T E N Vergrendelen van binnenuit Wanneer alle portieren dicht zijn en u op de toets A drukt, kunt u de auto cen- traal vergrendelen of ontgrendelen. Het openen van de portieren van bin- nenuit blijft mogelijk.
  • Pagina 17 O P E N E N S L U I T E N Kindersloten Achterklep Openen van buitenaf Na het in werking stellen hiervan Het ontgrendelen is mogelijk bij stil- Druk van onderen tegen de ont- kan het betreffende achterportier staande auto : grendelbediening A tussen de ken- alleen nog van buitenaf worden ge-...
  • Pagina 18 O P E N E N S L U I T E N Achterklepruit (break) Motorkap Druk de pal A in het midden onder de rand van de motorkap omhoog Druk de bediening voor het openen Verricht deze handeling uitslui- en licht de motorkap op.
  • Pagina 19 B R A N D S T O F T A N K E N Het tanken dient te gebeuren met afgezette motor en contact uit. Druk aan de bovenkant tegen het brandstoftankklepje (zie pijl) om dit te ope- nen. Aan de binnenzijde bevindt zich een sticker. (Zie «...
  • Pagina 20 B r a n d s t o f s o o r t Tegen de binnenkant van de brandstoftankklep zit een sticker met informatie over de toegestane brandstofsoort. ONGELODE BENZINE D I E S E L DIESEL Hoewel benzinemotoren geschikt zijn voor RON 95 brandstof, adviseren wij u, om voor meer rijcomfort RON 98 te tanken (alleen benzinemotor).
  • Pagina 21 V O O R S T O E L E N ELEKTRISCHE BEDIENINGEN Verstellen in hoogte- en in lengterichting Verstellen van de rugleuning Verstellen van de lendesteu- nen. Licht de bediening aan de voorkant op of druk deze neer om de zitting aan de voorkant omhoog te zetten of te laten zakken.
  • Pagina 22 V O O R S T O E L E N...
  • Pagina 23 V O O R S T O E L E N Handbediening Verstelknop van de lendesteunen Gebruik de corresponderende bedie- Hoofdsteun ning voor de gewenste stand. Trek de hoofdsteun uit om deze in een hogere stand te zetten. Druk op de bediening en op de hoofdsteun om deze in een lagere stand te zetten.
  • Pagina 24 V E R S T E L L E N V A N H E T S T U U R Ontgrendel het stuur door de cor- responderende hendel van u af te duwen. Verstel het stuur en vergrendel het door de hendel geheel naar u toe te trekken.
  • Pagina 25 A i r b a g Vergeet niet de airbag aan pas- sagierszijde weer in werking te stellen. Doe dit als volgt: - Steek de sleutel bij afgezet con- act in de sleutelschakelaar en draai deze in de stand "ON": de airbag is weer ingeschakeld.
  • Pagina 26 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N MOGELIJKHEDEN M.B.T. HET BEVESTIGEN VAN VASTE KINDERZITJES MET DE AUTOGORDEL De volgende tabel geeft aan in hoeverre, conform de richtlijn 2000/3, de afzonderlijke zitplaatsen in uw auto geschikt zijn voor een als universeel gehomologeerd kinderzitje, bestemd voor een of meer gewichtsklassen, dat met een auto- gordel wordt bevestigd.
  • Pagina 27 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N U : Zitplaats geschikt voor de montage van zowel een universeel kinderzitje met de rug in de rijrichting als een univer- seel kinderzitje met het gezicht in de rijrichting.
  • Pagina 28 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N ISOFIX KINDERZITJES ISOFIX bevestigingspunten en ISOFIX systemen De zijzitplaatsen achterin zijn voorzien van ISOFIX bevestigingen in de vorm van 2 ogen die op 28 cm van elkaar tussen de rugleuning en de zitting zijn ge- plaatst.
  • Pagina 29 A C H T E R Z I T P L A A T S E N Neerklapbare achterbank Demonteren De achterbank is geheel of in gedeelten neerklapbaar. De achterzittingen zijn uitneembaar om de bergruimte te vergroten. Trek een van de scharnierpennen Zitting uit de bevestiging, verwijder daarna Trek de zitting aan de voorzijde omhoog en kantel deze tegen de rugleunin-...
  • Pagina 30 A C H T E R Z I T P L A A T S E N Hoofdsteunen achterin Er zijn twee standen voor de hoofd- steunen achterin : - de opgeborgen stand, voor wan- neer de zitplaats vrij is. - de uitgetrokken stand, voor de veiligheid van de passagier ;...
  • Pagina 31 H O E D E N P L A N K ( B e r l i n e ) Aanbrengen Verwijderen Opbergen Neem de ophangkoorden los van Ontgrendel de rugleuningen van Leg de hoedenplank met de steun- de haken; licht de hoedenplank de achterzitplaatsen en verwijder pootjes op de uitsparingen in de aan de achterzijde iets op en trek...
  • Pagina 32 K O F F E R Sjorogen Bergruimte Gebruik de vier sjorogen in de vloerplaat van de koffer voor het bevestigen Met de aan weerszijden in de kof- van uw bagage. ferruimte aangebrachte riemen kunt u diverse voorwerpen vastsjor- In verband met de veiligheid in geval van sterk afremmen is het verstandig (verbandtrommel, gevaren- zware bagage in de kofferruimte zo ver mogelijk naar voren te plaatsen.
  • Pagina 33 K O F F E R ( B r e a k ) 1. 12-volts accessoirestekker 2. Laadhulp Wanneer u de toets in de kofferruimte ingedrukt houdt, kunt u de wagenhoogte achter verlagen om het inladen van ba- gage te vergemakkelijken. Deze functie is gekoppeld aan een tijdschakeling waardoor de auto automatisch terugkeert in de oorspronkelijke stand: - bij het sluiten van de achterklep, de achterklepruit of de portieren,...
  • Pagina 34 K O F F E R ( B r e a k ) 1. Bergruimte Aan weerszijden in de kofferbe- kleding bevindt zich een berg- vak: u kunt de klep openen Hoedenplank en bagagedek door eraan te trekken; duw er- De hoedenplank en bagagedek kunnen naar behoefte als volgt worden gebruikt: tegen om de klep te sluiten.
  • Pagina 35 B e s c h e r m n e t ( B r e a k ) Beschermnet - Het beschermnet dient om de in- zittenden te beschermen tegen de bagage. Rol het net uit door aan de lip te trekken. De staaf aan de bovenzijde van het net kunt u Demonteren van het beschermnetsysteem in de bevestigingen bij 2 plaatsen...
  • Pagina 36 B e s t u u r d e r s p l a a t s , o v e r z i c h t...
  • Pagina 37 B e s t u u r d e r s p l a a t s , o v e r z i c h t Ontwaseming zijruiten. Centrale bediening van portie- Handrem. ren en achterklep. Luchtrooster aan de zijkant. Passagiersairbag.
  • Pagina 38 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Toerenteller Bediening : Bediening : Voor de inrijperiode: • Nulstelling van de dagteller zie instructies onder «inrijden». • Sterkte van de dashboardverlichting Display Weergave wagenhoogte •...
  • Pagina 39 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Koelwatertemperatuurmeter Waarschuwingslampje koelwaterniveau en -temperatuur Wijzer in het middelste gebied : normale werking. Bij zware gebruiksomstandigheden in combinatie met warm weer kan de wijzer het rode gebied naderen. Mocht de wijzer in het rode gebied komen, of wanneer een waarschuwingslampje gaat branden, stop dan onmiddellijk en zet het contact af.
  • Pagina 40 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Toerenteller Bediening : Bediening : Voor de inrijperiode: • Sterkte van de dashboardverlichting • Nulstelling van de dagteller zie instructies onder «inrijden». •...
  • Pagina 41 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Koelwatertemperatuurmeter Waarschuwingslampje koelwaterniveau en -temperatuur Wijzer in het middelste gebied : normale werking. Bij zware gebruiksomstandigheden in combinatie met warm weer kan de wijzer het rode gebied naderen.
  • Pagina 42 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Toerenteller Bediening : Bediening : Voor de inrijperiode: • Sterkte van de dashboardverlichting • Nulstelling van de dagteller zie instructies onder «inrijden». •...
  • Pagina 43 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Koelwatertemperatuurmeter Waarschuwingslampje koelwaterniveau en -temperatuur Wijzer in het middelste gebied : normale werking. Bij zware gebruiksomstandigheden in combinatie met warm weer kan de wijzer het rode gebied naderen.
  • Pagina 44 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Multifunctioneel display Indicator motorolieniveau Bij het aanzetten van het contact, Wanneer het contact wordt aanzet, wordt de onderhoudsintervalindicator en- verschijnt op het display achtereen- kele seconden verlicht.
  • Pagina 45 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Kilometerteller - Dagteller Bij het openen van een portier ver- schijnen op het display de dag- en totaalkilometerstanden totdat u het contact heeft aangezet. Wanneer u het contact aanzet ver- schijnt eerst informatie over het olieniveau en het onderhoud;...
  • Pagina 46 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Bediening black panel Sterkte van de dashboardver- lichting Wanneer u op de bediening drukt, verdwijnt alle informatie van het display m.u.v. de snelheidsmeter en signaleringen van actieve functies. Het verstellen dient te gebeuren bij draaiende motor en ontstoken parkeerlichten;...
  • Pagina 47 O n d e r h o u d s i n t e r v a l i n d i c a t o r Deze meter informeert u wanneer de volgende voorgeschreven onderhoudsbeurt dient plaats te vinden. De informatie wordt bepaald op basis van de volgende twee factoren: het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
  • Pagina 48 O n d e r h o u d s i n t e r v a l i n d i c a t o r Onderhoudsinterval Indien uw auto onder bijzonder zware omstandigheden wordt gebruikt, dient u zich te houden aan het onderhoudspro- gramma voor "zware gebruiksomstandigheden"...
  • Pagina 49 C O N T R O L E L A M P J E S...
  • Pagina 50 C O N T R O L E L A M P J E S Richtingaanwijzer naar Richtingaanwijzer naar Mistachterlichten links rechts Zie "Signalering" Zie "Signalering" Zie "Signalering" Wanneer de alarmverlichting aanstaat knipperen gelijktijdig alle rich- Mistlampen tingaanwijzers Zie "Signalering" Dimlichten Grootlicht Zie "Signalering"...
  • Pagina 51 C O N T R O L E L A M P J E S Controlelampje trans- Anti-blokkeersysteem Waarschuwings- pondersleutel (ABS) lampje koelwaterni- veau en -temperatuur Het controlelampje van het ABS brandt zodra u Dit lampje gaat branden zodra het Indien het rode lampje brandt, dient het contact aanzet.
  • Pagina 52 C O N T R O L E L A M P J E S Controlelampje wer- ESP/ASR-lampje king motor (zelfdiag- nose) In werking Wanneer dit lampje onderweg knip- pert of oplicht, duidt dat op een sto- Wanneer het ESP- of het ASR-systeem in werking treedt, knippert het ESP/ ring in het injectie- , ontstekings- of ASR-lampje.
  • Pagina 53 M u l t i f u n c t i o n e e l d i s p l a y Display A A Bediening voor het gebruik van de displayfuncties. Waarschuwing snelheidsoverschrijding Bewaking van een gekozen maximum snelheid (zie B Bediening van de instellingen van de displayfuncties.
  • Pagina 54 M u l t i f u n c t i o n e e l d i s p l a y Display B A Bediening voor het gebruik van de displayfuncties. B Bediening van de instellingen van de displayfuncties. 1 Mededelingengebied.
  • Pagina 55 M u l t i f u n c t i o n e e l d i s p l a y Bij aanzetten van het contact worden de tijd, de datum, de temperatuur alsmede de functies van de autoradio en de signalering van de openstaande portieren weergegeven.
  • Pagina 56 B o o r d c o m p u t e r D i s p l a y De boordcomputer geeft 5 typen informatie weer op het display, bo- ven het dashboard. • Actieradius. • Afgelegde afstand. • Gemiddeld verbruik. •...
  • Pagina 57 B o o r d c o m p u t e r D i s p l a y Afgelegde afstand Dit is het aantal kilometers dat is afgelegd sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer. Gemiddeld brandstofverbruik Het gemiddeld verbruik is de verhouding tussen de verbruikte brandstof en het aantal afgeleg- de kilometers sinds de laatste stelling van de computer.
  • Pagina 58 B o o r d c o m p u t e r D i s p l a y Waarschuwing snelheidsoverschrijding Bewaking van een gekozen maximum snelheid (zie "weergave mel- dingen"). Bij een overschrijding van de geprogrammeerde snelheid, verschijnt de melding “TE HOGE SNELHEID” en hoort u een geluids- signaal.
  • Pagina 59 D i s p l a y w e e r g a v e * Display A WEERGEGEVEN TEKST CORRESPONDERENDE INFORMATIE ECO-MODUS Zie hoofdstuk II – "Spaarstand" TE HOGE RIJSNELHEID Waarschuwing snelheidsoverschrijding BATTERIJ AFSTANDSBEDIENING LEEG Vervang de batterij van de afstandsbediening PORTIER LINKSVOOR OPEN Linker voorportier open of niet goed dicht PORTIER RECHTSVOOR OPEN...
  • Pagina 60 D i s p l a y w e e r g a v e * Display B CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE ZACHTE BAND(EN) Breng de band(en) op spanning REMVLOEISTOFNIVEAU TE LAAG Stop onmiddellijk en raadpleeg een CITROËN- dealer ERNSTIGE STORING VERING Raadpleeg een CITROËN-dealer...
  • Pagina 61 D i s p l a y w e e r g a v e * CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE STORING EMISSIE Raadpleeg zo snel mogelijk een CITROËN- dealer REMBLOKKEN VERSLETEN Laat de remblokken vervangen STORING AUTOM. VERSNELLINGSBAK Storing versnellingsbak, raadpleeg een CITROËN-dealer STORING ABS...
  • Pagina 62 D i s p l a y w e e r g a v e * CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE PASSAGIERSAIRBAG UITGESCHAKELD Airbag passagierszijde uitgeschakeld RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN Vul het niveau bij TE HOGE RIJSNELHEID Overschrijding geprogrammeerde snelheid SLEUTEL VERGETEN Verwijder de sleutel uit het contact PARKEERLICHTEN VERGETEN...
  • Pagina 63 D i s p l a y w e e r g a v e * CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE KINDERSLOT AAN Kinderslot op de twee achterportieren AUTOMATISCHE VERLICHTING AAN Automatische verlichting aan AUTOMATISCH WISSEN AAN Automatische ruitenwisser aan STORING ELEKTRONISCHE Motormanagement vergrendeld of sleutel niet DIEFSTALBEVEILIGING...
  • Pagina 64 Z I C H T Ruitenwissers voor Auto zonder regensensor. Stand 1 : De wissnelheid wordt, afhankelijk van de snelheid van de auto, au- tomatisch geregeld. N.b.: In de standen 2 en 3 valt de ruitenwissersnelheid automatisch terug wanneer de auto stilstaat. Auto voorzien van een regensensor.
  • Pagina 65 Z I C H T B - Achterruitenwisser Stand 1 - Uit Stand 2 Interval-wissen. Stand 3 Sproeien en drie keer wissen. Automatische werking Wanneer de ruitenwissers voor in werking zijn en wanneer de achter- A - Ruitensproeier voor uitversnelling wordt ingeschakeld. Achterruitverwarming Trek de hendel naar u toe: onder De achterruitverwarming werkt al-...
  • Pagina 66 S i g n a l e r i n g Alarmverlichting Wanneer de alarmverlichting aan- staat knipperen gelijktijdig alle rich- tingaanwijzers. Gebruik deze verlichting uitslui- tend indien sprake is van ge- vaar: bij een noodstop of bij stilstaan tij- dens ongebruikelijke omstandighe- den.
  • Pagina 67 S i g n a l e r i n g Bediening van de verlichting Automatisch branden van de koplampen De parkeer- en dimlichten gaan au- Alle lichten gedoofd tomatisch branden bij nacht of don- ker weer, maar ook bij een continu gebruik van de ruitenwissers.
  • Pagina 68 S i g n a l e r i n g Uitvoeringen met MISTLICHTEN VOOR EN ACHTER (Ring C) Mistlichten vóór en ach- ter gedoofd Draai ring C van u af. Mistlichten vóór aan Uitvoeringen met MISTACHTERLICHTEN (Ring B) De mistlampen voor werken in combinatie met de parkeerlichten of de dimver- lichting.
  • Pagina 69 S P I E G E L S Binnenspiegel (automatisch) Hiermee wordt automatisch over- geschakeld van de dag- naar nachtstand. verblinding voorkomen, wordt het spiegelglas automatisch donkerder wanneer er meer licht op valt. Bij verminderde lichtinval wordt het spiegelglas helderder voor het behoud van een optimaal zicht.
  • Pagina 70 S P I E G E L S Elektrisch bediende spiegels Het buitenste deel van de spiegel bestuurderszijde (begrensd door zwarte stippen) heeft een bol- le vorm om het gezichtsveld aan de zijkant te vergroten. De objecten die in dit gedeelte worden waargenomen, zijn in werkelijkheid dichterbij.
  • Pagina 71 S P I E G E L S Inklappen van de buitenspiegels Wanneer u de auto heeft geparkeerd, kunt u de buitenspiegels handmatig of elektrisch inklappen. Elektrisch inklappen Druk de bediening 1 naar achteren om de spiegels in de klappen. Wanneer u deze handeling herhaalt, klappen de spiegels weer uit, Automatisch inklappen Het automatisch inklappen van de buitenspiegels gebeurt eveneens bij het...
  • Pagina 72 B E D I E N I N G V A N R U I T E N Elektrische ruitbediening Met de schakelaars op het bestuur- dersportier kunnen alle ruiten in de auto worden bediend. N.b. : de bediening van de portierruiten is in de volgende gevallen tijdelijk De elektrische ruiten bij de passa- beschikbaar: giersplaatsen zijn bedienbaar met...
  • Pagina 73 B E D I E N I N G V A N R U I T E N Let op de veiligheid van in uw auto aanwezige kinderen : Omwille van de veiligheid van de kinderen achterin kan de ruitbediening ach- ter worden geblokkeerd door op knop A te drukken.
  • Pagina 75 H o o f d s t u k R I J D E N Bladzijde Stuurslot – Contact – Startmotor – Spaarstand 72-73 Starten 74-75 Versnellingspook Snelheidsregelaar 82-83 Handrem - Anti-blokkeersysteem (ABS) - Antislipregeling 84-85 Dynamische stabiliteitscontrole Parkeerhulp Roetfilter dieselmotor...
  • Pagina 76 S T U U R S L O T C O N T A C T S T A R T M O T O R • S : Contactslot Om de stuurinrichting van het slot te halen, dient u het stuurwiel iets te bewe- gen terwijl u zonder te forceren de sleutel in het contact omdraait.
  • Pagina 77 S T U U R S L O T C O N T A C T S T A R T M O T O R Stuurslot S Na het verwijderen van de sleutel uit het contact kan de stuurinrichting worden vergrendeld. Dit blokkeren van de stuurinrichting is mogelijk in diverse stuurstanden.
  • Pagina 78 S T A R T E N Alvorens u de motor start dient u zich ervan te vergewissen dat de versnellingshendel in de vrijstand staat (handgeschakelde versnellingsbak) of in de stand P of N (automatische versnellingsbak). BENZINE Starten van de motor Kom niet aan het gaspedaal.
  • Pagina 79 S T A R T E N Alvorens u de motor start dient u zich ervan te vergewissen dat de versnellingshendel in de vrijstand staat (handgeschakelde versnellingsbak) of in de stand P of N (automatische versnellingsbak). DIESELMOTOR Starten van de motor Draai de sleutel in de startstand.
  • Pagina 80 V E R S N E L L I N G S P O O K Versnellingspook van de hand- geschakelde versnellingsbak Achteruitrijstand Achteruitrijstand Achteruitrijstand Trek de ring A omhoog om in de Trek de ring A omhoog om in de Schakel nooit in de achteruitver- snelling als de auto (nog) niet ge- achteruitversnelling...
  • Pagina 81 V e r s n e l l i n g s p o o k Versnellingspook van de automati- sche versnellingsbak De automatische versnellingsbak met vier versnellingen biedt de volgende moge- lijkheden : - Werking volgens het auto-actieve principe, waarbij het schakelen automa- tisch op uw rijstijl wordt afgestemd.
  • Pagina 82 V e r s n e l l i n g s p o o k Het starten van de motor is alleen mogelijk met de versnellingspook in de stand P of N. Een veiligheidsvoorziening zorgt ervoor dat het starten vanuit een andere stand niet mogelijk is.
  • Pagina 83 V e r s n e l l i n g s p o o k Achteruit Schakel uitsluitend in deze stand nadat de auto met de voetrem tot stilstand is gebracht. Om schokken te vermijden, is het aan te raden niet te snel gas te geven. Vrijstand Schakel niet in deze stand als de auto nog rijdt - ook niet voor een korte tijd.
  • Pagina 84 V e r s n e l l i n g s p o o k Werking in de handbediende stand Handmatig schakelen in de vier versnellingen : - zet de versnellingspook in de stand M, - duw de versnellingspook naar het teken «+»...
  • Pagina 85 V e r s n e l l i n g s p o o k Werking in de automatische stand Sport of Sneeuw Kies de gewenste rijstijlstand : - Normaal, voor het rijden onder normale omstandigheden : de lampjes zijn in deze stand gedoofd.
  • Pagina 86 S n e l h e i d s r e g e l a a r Deze rijhulpvoorziening stelt u in staat om constant met een door u ingestel- de snelheid te rijden, mits een van de hogere versnellingen is ingeschakeld en u met een minimale snelheid van tussen de 40 en 60 km/h (afhankelijk van het type motor) rijdt.
  • Pagina 87 S n e l h e i d s r e g e l a a r Opheffen van de ingestelde snelheid Trap het rem- of koppelingspedaal in. De uitschakeling van de snelheidsregelaar gebeurt verder bij het in werking treden van een van de systemen ESP of ASR. U kunt de snelheidsregelaar ook uitzetten door een druk op toets 3 op het uit- einde van de bediening A.
  • Pagina 88 R e m m e n Handrem Bediening: trek de handrem geheel omhoog. Trek de handrem op steile hel- lingen extra stevig aan. Om het aantrekken van de handrem te vergemakkelijken, wordt aanbevolen tegelijkertijd het rempedaal in te trappen. Schakel onder alle omstandigheden als voorzorgsmaatregel de eerste ver- snelling in.
  • Pagina 89 R e m m e n Wanneer de handrem is vrijgezet en het handremlampje in combinatie met het STOP-lampje brandt, verge- zeld van de melding “STORING REMSYSTEEM”, dan duidt dat op een te laag remvloeistofniveau of een man- kement aan de remdrukverdeler. Ga niet door met rijden, maar raadpleeg zo snel mogelijk een CITROËN-dealer.
  • Pagina 90 D Y N A M I S C H E S T A B I L I T E I T S C O N T R O L E Dynamische stabiliteitscontrole (ESP) en tractiecontrole (ASR) Deze systemen dienen als aanvulling op het ABS. Is er een verschil tussen de door de auto gevolgde baan en de door de bestuurder gewenste, dan grijpt het ESP-systeem automatisch in door het afremmen van een of meer van de wie- len of door het afremmen op de motor, teneinde de auto in de gewenste baan...
  • Pagina 91 P a r k e e r h u l p Parkeerhulp Tijdens het achteruitrijden wordt u door afstandssensoren in de bum- per door middel van een gemodu- leerd geluidssignaal geïnformeerd over de aanwezigheid van een ob- stakel in de achter de auto gelegen detectiezone.
  • Pagina 92 R o e t f i l t e r d i e s e l m o t o r Als aanvulling op de katalysator draagt dit filter actief bij tot een vermindering van de uitstoot van onverbrande, vervui- lende deeltjes.
  • Pagina 93 H o o f d s t u k I I I C O M F O R T Bladzijde Airconditioning 90-91 Handbediende airconditioning 92-93 Luchtverdeling Automatische airconditioning Binnenverlichting 100-101 Comfort in de auto Bediening wagenhoogte 106-107 Hydractieve vering III Radioaansluiting Montage van de luidsprekers Schuifdak...
  • Pagina 94 A I R C O N D I T I O N I N G...
  • Pagina 95 A I R C O N D I T I O N I N G Luchtinlaat Extra verwarming Houd het luchtinlaatrooster onder de voorruit altijd Auto's met HDI-motor kunnen voorzien zijn van een schoon (verwijder dorre bladeren, sneeuw, enz.) extra verwarming ter verhoging van het comfort. Het is normaal wanneer enige rook of stank wordt waargeno- Indien u voor het wassen van uw auto gebruik maakt men, met name wanneer de auto stilstaat of bij statio-...
  • Pagina 96 H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G 1 - Luchtverdeling Luchtstroom recht naar voren. Luchtstroom naar de voeten bij de voor- en achterzitplaatsen.
  • Pagina 97 H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G 3 - Regeling van de aanjager- 5 - Airconditioning snelheid De airconditioning werkt alleen bij draaiende motor. De aanjager werkt alleen bij Druk op de schakelaar in het dashboard.
  • Pagina 98 L u c h t v e r d e l i n g Voor een goed gebruik van het systeem gelden de volgende adviezen : Buitentemperatuur Optimale luchtverdeling Laag of gemiddeld zonder zon Gemiddeld* of tussen met zon Hoog* * 4 ventilatieroosters open...
  • Pagina 99 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g Bedieningspaneel Dit systeem regelt automatisch de tempera- tuur, de stroomsnelheid en de verdeling van de aangevoerde lucht in het interieur, afhanke- lijk van de door u ingestelde temperatuur.
  • Pagina 100 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g 4 - Automatische wer- 2-3 - Instellen van de tempera- king tuur Dit is de normale ge- Verdraai de bediening voor de bruiksstand.
  • Pagina 101 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g Handmatige bediening van bepaalde functies Het is mogelijk om een of meer van de volgende functies handmatig in te stellen, terwijl de automatische regeling van de andere functies gehandhaafd blijft.
  • Pagina 102 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g 7 - Luchtverdeling 8 - Snelheid van de luchtstroom Door op de toets te drukken kunt u de luchtstroom van Regeling van de aanjagersnelheid.
  • Pagina 103 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g 9 - Ontwaseming - Ontdooiing Pollenfilter - Anti-stankfilter Tijdens de werking brandt het lampje en De airconditioning is uitgerust met een filter dat wordt het symbooltje weergegeven op het fijne stofdeeltjes en onaangename geuren uit de aange-...
  • Pagina 104 B I N N E N V E R L I C H T I N G 2 Leesspots Bij het bedienen van een van de schakelaars wordt de leesspot aan- of uitgezet. De verlichting werkt niet bij afgezet contact. Verlichting onder dash-...
  • Pagina 105 B I N N E N V E R L I C H T I N G Verlichting handschoenenkastje Kofferverlichting (Berline) Verlichting kofferruimte (Break) De verlichting gaat automatisch De kofferverlichting gaat branden De kofferverlichting gaat aan bij het aan wanneer de klep wordt geo- zodra de achterklep wordt geo- openen van de achterklep of de pend.
  • Pagina 106 C o m f o r t a u t o Laden voorstoelen Handschoenenkastje Handschoenenkastje met venti- latie. Trek de klep aan de handgreep Onder elk van de voorstoelen be- open. Het handschoenenkastje is voor- vindt zich een lade. Licht de lade op zien van een sluitbaar ventilatie- en trek deze naar voren.
  • Pagina 107 C o m f o r t a u t o Opbergvak - Muntenhouder Opbergruimte in voorportieren Bergruimte in de middenconsole Trek de handgreep naar u toe. Trek de handgreep naar u toe. Wanneer u op het middelste gedeelte drukt, komt een schotje omhoog en kunt u deze ruimte gebruiken voor het plaatsen van maximaal 2 blikjes.
  • Pagina 108 C o m f o r t a u t o Zonneklep Zonnescherm achter (Berline) Pasjesvenster Klap de zonneklep neer om te voor- Trek het zonnescherm aan de lip uit De warmtewerende voorruit bevat komen dat u verblind wordt door en druk de uiteinden van de roede een pasjesvenster boven de bin- de zon.
  • Pagina 109 C o m f o r t a u t o Sigarenaansteker Functie beschikbaar bij aangezet contact. 12-volts accessoirestekker Asbak/prullenbak op de ach- Druk op de knop en wacht tot de terconsole Deze bevindt zich op de midden- aansteker naar buiten komt. De console.
  • Pagina 110 B e d i e n i n g w a g e n h o o g t e Hoogste stand: Verwisselen van een wiel. Tussenstand: Bedoeld voor tijdelijk gebruik. Geeft meer bodemvrijheid bij rijden op een oneffen wegdek. Rijd in de- ze stand altijd met lage snelheid.
  • Pagina 111 B e d i e n i n g w a g e n h o o g t e Automatische correctie van de wagenhoogte Uw auto is voorzien van een elektronisch gestuurde hydractieve vering, waardoor de wagenhoogte automatisch aan de snelheid en de staat van de weg wordt aangepast.
  • Pagina 112 H Y D R A C T I E V E V E R I N G I I I De hydractieve vering III past zich automatisch aan de weggesteldheid en uw rijstijl aan. Naast de automatische aanpassing van de wagenhoogte heeft dit veersys- teem het voordeel om afwisselend soepel en stug te zijn, waardoor een voort- durend samenspel van maximaal comfort en hoge veiligheid mogelijk is.
  • Pagina 113 R a d i o a a n s l u i t i n g Radioinbouwruimte Verwijder het afdekpaneel van de autoradio om de bedrading van de radio, de luidsprekers, de antenne- kabel en de voeding van de anten- neversterker te kunnen bereiken.
  • Pagina 114 M O N T A G E V A N L U I D S P R E K E R S Montage van de luidsprekers in de voor- en achterportieren Voor Achter Verwijder het rooster om de aan- Verwijder het rooster om de aan- sluitingen te kunnen bereiken.
  • Pagina 115 S c h u i f d a k Elektrisch bediend schuifdak Het dak kan aan de achterzijde om- hoog worden geklapt of naar achteren worden opengeschoven, waarbij het zonnescherm meeschuift. Draai de bediening naar links om het dak te laten schui- ven (6 openings- standen).
  • Pagina 116 S c h u i f d a k Als de motor draait, wordt het open dak automatisch gesloten als het regent; het indrukken van de schakelaar onder- breekt het automatisch sluiten tot de eerstvolgende keer dat het contact wordt uitgezet. Deze functie kan door een CITROËN-dealer worden uitgeschakeld.
  • Pagina 117 H o o f d s t u k O N D E R H O U D Bladzijde Controles Benzinemotoren Dieselmotoren 118-119 Brandstofsysteem diesel 120-121 Niveaus Inhoud reservoirs...
  • Pagina 118 C O N T R O L E S Luchtfilter Motorolie Remvloeistof Controleer nadat de mo- Het niveau moet zich tus- Volg de instructies in het onder- houdsboekje op. tor minstens tien minuten maatstreepjes is afgezet. MIN. en MAX. op het re- servoir bevinden.
  • Pagina 119 M O T O R 1 . 8 i 1 6 V M O T O R 2 . 0 i 1 6 V...
  • Pagina 120 M O T O R 2 . 0 H P i...
  • Pagina 121 M O T O R V 6 I N J E C T I E K L E P P E N...
  • Pagina 122 M OTO R 2 . 0 H D i m e t o f z o n d e r r o e t f i l t e r Het brandstofcircuit van deze De HDi-motor is het resultaat van de meestvooruitstrevende dieseluitvoering staat onder...
  • Pagina 123 M O T O R 2 . 2 H D i m e t r o e t f i l t e r Het brandstofcircuit van deze De HDi-motor is het resultaat van de meestvooruitstrevende dieseluitvoering staat onder technologie. zeer hoge druk: Het verrichten van werkzaamheden aan deze motor HET IS DERHALVE NIET TOEGE-...
  • Pagina 124 B R A N D S T O F S Y S T E E M D I E S E L Aftappen van water uit het brandstoffilter Ontlucht het systeem regelmatig (bij elke keer dat de motorolie wordt ver- verst).
  • Pagina 125 B R A N D S T O F S Y S T E E M D I E S E L Op gang brengen van het brandstofcircuit MOTOR 2.0 HDi (90 pk) met opvoerpomp Verwijder de afdekplaat van de motor - Verdraai de 4 bevestigingen A een kwartslag, - Verwijder de afdekplaat.
  • Pagina 126 N i v e a u s Motorolie Controleer nadat de motor min- stens tien minuten is afgezet. Trek de oliepeilstok uit de houder. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op de oliepeilstok bevinden. Stuurbekrachtigingsvloeistof Bijvullen motorolie Wend u tot een CITROËN-dealer Verwijder de peilstok alvorens olie bij te vullen.
  • Pagina 127 N i v e a u s Bijvullen koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op de vultank bevinden. Vul de vloeistof bij. Als het koelvloeistofniveau met meer dan 1 liter moet worden bijgevuld, is het raadzaam het cir- cuit te laten nakijken door een CITROËN-dealer.
  • Pagina 128 N i v e a u s Remvloeistofreservoir Controleer regelmatig het peil. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op het reservoir bevinden. Wanneer het controlelampje tijdens het rijden oplicht, stop dan onmid- dellijk en waarschuw de dichtstbij- zijnde CITROËN-dealer.
  • Pagina 129 I N H O U D R E S E R V O I R S Ruitensproeiervloeistof voor en achter 4 liter Vloeistof ruitensproeier voor, 6,5 liter achter en koplampwissers Inhoud motorolie (in liters) Type motor Met airconditioning MOTOR 1.8i 16V MOTOR 2.0i 16V MOTOR 2.0 HPi MOTOR V6/24V...
  • Pagina 131 H o o f d s t u k V P R A K T I S C H E W E N K E N Bladzijde 12-volts accu 128-129 Zekeringen Vervangen van de lampen Veiligheidsadviezen Allesdragers Verwisselen van een wiel Bandenspanning 151-152 Slepen - Oplichten...
  • Pagina 132 1 2 - V O L T S A C C U Starten van de motor na aansluiten van de losgenomen accu - Draai de sleutel in het contact om. - Wacht ongeveer één minuut voordat u de motor start om de elektronische systemen de tijd te gunnen zichzelf te resetten.
  • Pagina 133 A C C U Starten met een hulp-accu Als de accu ontladen is, kan een hulp-accu worden ge- bruikt of de accu van een andere auto. Het opvolgen van onderstaande instructies in de juiste volgorde is essentieel. A Lege accu, aangesloten op de auto (onder de motor- kap) B Hulp-accu C Massa-aansluiting op de auto...
  • Pagina 134 Z E K E R I N G E N Zekeringkast Kast C1 Kast C2 Onder het dashboard en in het motorcompartiment bevinden zich drie zekeringkasten. Zekeringen onder het dashboard Open de klep van het dashboardkastje links van het stuur en kantel hem eruit terwijl u de vergrendeling indrukt.
  • Pagina 135 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B1) Nummer Sterkte Functie 10 A Mistachterlicht 15 A Achterruitenwisser – – 15 A Additief diesel - Module bestuurdersportier - Alarm 15 A Linker remlicht –...
  • Pagina 136 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B1) Nummer Sterkte Functie 30 A Centrale vergrendeling/Supervergrendeling 30 A Ruitbediening achter Stuurkolommodule - Airbagmodule - Zekeringkast onder motorkap 10 A Remlicht rechts 10 A Sensor stuurhoek - Contact schakelhendel automaat - Diagnosestekker –...
  • Pagina 137 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast C1) Nummer Sterkte Functie 30 A Hi-fi versterker 30 A Elektrisch bediende stoel rechtsvoor 30 A Elektrisch bediende stoel linksvoor 30 A Stoelverwarming rechtsvoor 30 A Stoelverwarming linksvoor...
  • Pagina 138 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B2) Nummer Sterkte Functie 10 A Mistachterlicht 15 A Achterruitenwisser – – 15 A Additief diesel - Modulator bestuurdersportier - Anti-inbraakalarm 15 A Remlicht linksachter - 3 remlicht –...
  • Pagina 139 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B2) Nummer Sterkte Functie 30 A Centraal bediende vergrendeling/Supervergrendeling 30 A Bediening achterportierruiten 10 A Bediening onder stuur - Airbagmodulator - Zekeringkast onder motorkap 10 A Remlicht rechtsachter 10 A...
  • Pagina 140 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast C2) Sterkte Functie Nummer 30 A Achterruitverwarming Kofferverlichting 30 A Hifi versterker 30 A Elektrisch bediende stoel rechtsvoor 30 A Elektrisch bediende stoel rechtsvoor 30 A Stoelverwarming rechtsvoor 30 A...
  • Pagina 141 Z E K E R I N G E N Zekeringen onder de motorkap Zekeringkast Wip het deksel los van de zekering- 9 10 11 12 13 14 kast (naast de accu) in het motor- compartiment. Verzuim niet het deksel na de werkzaamheden goed te slui- ten.
  • Pagina 142 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder de motorkap Nummer Sterkte Functie 10 A Achteruitrijlicht 15 A Brandstofpomp 10 A Computers (ABS, geregelde vering) - ESP/ASR 10 A Computers (motormanagement, automaat) 10 A Roetfilter diesel 15 A Mistlichten voor...
  • Pagina 143 V E R V A N G E N V A N L A M P E N KOPLAMPUNIT VOOR Dimlichten Grootlicht/Mistlampen Neem de kunststof beschermkap Neem de kunststof beschermkap Dimlichten los door deze met een kwartslag te los door deze met een kwartslag te Grootlicht/Mistlampen verdraaien.
  • Pagina 144 V E R V A N G E N V A N L A M P E N Knipperlicht voor Parkeerlichten : Zijknipperlicht Verdraai de lamphouder een kwart- Neem de kunststof beschermkap Druk de unit naar voren of naar slag en verwijder het lampje. los door deze met een kwartslag te achteren zodat deze losklikt en trek verdraaien.
  • Pagina 145 V E R V A N G E N V A N L A M P E N Binnenverlichting Verlichting kofferruimte Verlichting handschoenenkastje Trek de transparante kap van de Trek de verlichting los om de gloei- Trek de verlichting los om de gloei- binnenverlichting los om de gloei- lamp te kunnen bereiken.
  • Pagina 146 V E R V A N G E N V A N L A M P E N ( B e r l i n e ) ACHTERLICHTUNIT Demonteren Ga na welke lamp defect is. Trek via het zijbergvak achter in de Vervang de gloeilamp en zet de he- auto de houder van zijn plaats door le unit weer op zijn plaats.
  • Pagina 147 V E R V A N G E N V A N L A M P E N ( B r e a k ) Demonteren Onderste verlichting : A - Verwijder het afdekplaatje en demonteer de moer. B - Verwijder het afdekplaatje en trek met de vinger via de ope- ning de lampunit los.
  • Pagina 148 V E R V A N G E N V A N L A M P E N 3e Remlicht (Berline) 3e Remlicht (Break) Kentekenplaat Open de achterklep, verwijder de Trek de transparante kap los en Lamp: Diodelampen. kunststof kap en trek de fitting van neem de fitting uit.
  • Pagina 149 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N Trekhaak Wij adviseren u de montage van deze voorziening over te laten aan een CITROËN-dealer, aangezien hij bekend is met de sleepgewichten van de auto en over de benodigde instructies beschikt met betrekking tot een dergelijk veiligheids- systeem.
  • Pagina 150 A L L E S D R A G E R S Set allesdragers Gebruik in verband met het ontwerp, ten behoeve van uw veiligheid en om beschadiging van het dak te verkomen, de door CITROËN geteste en goedgekeurde daklastdragers. Adviezen •...
  • Pagina 151 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Uitnemen van het reservewiel (Berline) Zo bereikt u het reservewiel : Licht de kofferplaat op m.b.v. de treklus. Haak de lus aan de haak onder de hoedenplank. Gereedschap Het gereedschap bevindt zich in een gereedschapsdoos in het reservewiel.
  • Pagina 152 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Demonteren 1 - Parkeer uw auto op een vlakke ondergrond. Trek de handrem aan. 2 - Zet bij stationair draaiende motor de wagenhoogte in de hoogste stand (zie Hoofdstuk III –...
  • Pagina 153 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Opnieuw monteren van het re- Opnieuw monteren van het oor- servewiel spronkelijke wiel 1 - Plaats het wiel met behulp van 1 - Plaats het wiel met behulp van het centreergereedschap voor de centreerpen van het wiel...
  • Pagina 154 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Terugplaatsen van het wiel Terugplaatsen wiel Wiel voorzien van een detectie- (Berline) (Break) systeem voor te lage banden- spanning Bevestig gereedschapsdoos Plaats het wiel terug in de koffer en...
  • Pagina 155 B a n d e n s p a n n i n g Detectie te lage bandenspanning Dit systeem waarschuwt u voor een te lage bandenspanning of een lekke band. Dit gebeurt via sensoren die vanaf een snelheid van 28 km/uur regelmatig de staat van de wielen controleren. Controleer, ondanks dit systeem, regelmatig de bandenspanning.
  • Pagina 156 B a n d e n s p a n n i n g Adviezen - Aanbevelingen Om veilig te kunnen rijden is het uiterst belangrijk dat de bandenspanning altijd overeenkomt met de aanbevelingen van de autofabrikant. Controleer de spanning daarom regelmatig, bijvoorbeeld iedere maand, en systematisch voor elke lange rit.
  • Pagina 157 S L E P E N T A K E L E N Het slepen met opgelichte voor- of achterkant van de wagen of met de vering in de laagste hoogtestand is niet toegestaan. Slepen over de weg Advies : Zowel aan de voor- als achterzijde van de auto zijn sleepogen aangebracht.
  • Pagina 159 H o o f d s t u k V I A L G E M E N E G E G E V E N S Bladzijde Algemene gegevens Brandstofverbruikscijfers Afmetingen 163-164 Identificatie Trefwoordenregister...
  • Pagina 160 A l g e m e n e g e g e v e n s B e n z i n e B e r l i n e 1.8i 16V 2.0i 16V Type motor 1.8i 16V automaat Inhoud brandstoftank circa 66 liter Toegestane brandstof ONGELODE BENZINE RON 95 - RON 98...
  • Pagina 161 A l g e m e n e g e g e v e n s B e n z i n e B e r l i n e 2.0i 16V V6/24V 2.0 HPi V6/24V automaat automaat circa 66 liter Ongelode benzine RON 95 - RON 98 11,39 12,46...
  • Pagina 162 A l g e m e n e g e g e v e n s D I E S E L M O T O R B e r l i n e 2.0 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi 2.2 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi...
  • Pagina 163 A l g e m e n e g e g e v e n s B e n z i n e B r e a k 2.0i 16V V6/24V 1.8i 16V 2.0i 16V 2.0 HPi V6/24V automaat automaat circa 66 liter Ongelode benzine RON 95 - RON 98 12,46...
  • Pagina 164 A l g e m e n e g e g e v e n s D I E S E L M O T O R B r e a k 2.0 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi 2.2 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi 2.2 HDi...
  • Pagina 165 A l g e m e n e g e g e v e n s D I E S E L M O T O R B r e a k Gewicht : zie typeplaatje automatische versnellingsbak (1) Het totaalgewicht van de ge- remde aanhanger mag maximaal 1500 kg bedragen, mits daarmee het totaal treingewicht niet wordt...
  • Pagina 166 B R A N D S T O F V E R B R U I K S C I J F E R S * ( i n l i t e r s / 1 0 0 k m , v o l g e n s E C E - n o r m ) Type...
  • Pagina 167 A F M E T I N G E N ( i n m e t e r s ) BERLINE BREAK 2,75 2,75 4,62 4,76 0,97 0,97 0,90 1,04 1,51 1,51 1,54 1,54 1,77 1,77 1,52 1,48 1,56* 2,10 2,10 * Met dakdragers...
  • Pagina 168 A F M E T I N G E N ( i n m e t e r s ) Berline Break 1,18 1,18 0,55 0,48 0,98 1,09 1,17 1,13 0,87 0,88 1,68 1,78 0,66 0,66 0,66 0,79...
  • Pagina 169 I D E N T I F I C A T I E A Typeplaatje Onder de achterbankzitting links. 1 : Nummer Europese type- goedkeuring 2 : VIN-nummer 3 : Totaal toelaatbaar gewicht 4 : Totaal treingewicht 5 : Maximumgewicht vooras 6 : Maximumgewicht op de ach- teras...
  • Pagina 170 A B C A B C T r e f w o o r d e n r e g i s t e r B Bediening verlichting ... 62 E Eco-Modus ........73 A B C Beschermnet (Break) ..... 31 Elektrische accessoires ....
  • Pagina 171 A B C A B C T r e f w o o r d e n r e g i s t e r K Kinderzitje ....22 24-X M Motorkap .......... 14 R Remblokken (controle) ....XVI Klep opbergvak ......30 Motorolie (inhoud) .......
  • Pagina 172 A B C A B C T r e f w o o r d e n r e g i s t e r S Stoelverwarming ......17-19 U Uitlaatgas ........XXI-XV W Waarschuwingsknipperlichten ..62 Stuurbekrachtiging ....114-122 Uitlezen chipkaart ......
  • Pagina 173 G e b r u i k s v o o r z o r g e n JUISTE RIJHOUDING AIRBAG AUTOGORDELS VIII - IX VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN VEILIGHEIDSADVIEZEN XIII XVII ACCU XVIII EXTRA ELEKTRISCHE ACCESSOIRES BANDEN KATALYSATOR INRIJDEN XXII VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE WINTER XXIII...
  • Pagina 174 J U I S T E R I J H O U D I N G * AFBEELDINGEN M.B.T. DE RIJHOUDING Goed Slecht (te dichtbij) Slecht (te veraf) ADVIEZEN VOOR DE JUISTE RIJHOUDING Verstellen van het stuur (zie «Verstellen van het stuur») Verstellen van de stoel (zie «Voorstoelen») Verstel het stuur zodanig dat uw ar- •...
  • Pagina 175 A i r b a g * Het systeem bevat: GEBIED VAN • De elektronica voor de controle-, de detectie en de ZIJDELINGSE werking zorgt ervoor dat de airbags, nodig om u te BOTSING beschermen, afgaan afhankelijk van de intensiteit en de invalshoek van de botsing.
  • Pagina 176 A i r b a g * Voorairbags De airbag dient gezien te worden als aanvulling op de autogordel. Hij treedt in werking bij een hevige frontale botsing. Doordat hij zich tussen de inzittende(n) voorin en het dashboard opblaast, wordt de klap voor hen bij het naar voren schieten door een botsing opge- vangen;...
  • Pagina 177 A i r b a g * Zijairbags voor Hoofdairbags Zij zijn zo geconstrueerd dat ze in geval van een hevige botsing van opzij aan de zijde van de botsing in werking treden. De zij- en hoofdairbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen aan de voor- zij- of achterkant van de auto en ook niet wanneer de auto over de kop slaat, omdat de airbag dan geen effect heeft.
  • Pagina 178 A i r b a g * Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de voor- Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de zijair- airbags: bags: • De autogordels moeten altijd worden gedragen. • De autogordels moeten altijd worden gedragen. • Plak of bevestig nooit iets op het midden van het stuur- •...
  • Pagina 179 A i r b a g * Waarschuwing Het afgaan van de airbag(s) gaat gepaard met het vrijkomen van een kleine hoeveelheid onschuldige rook en een ge- luid, beide als gevolg van de ontploffing van de in het systeem geïntegreerde pyrotechnische ontsteker. Deze rook is niet schadelijk, maar kan irritaties opwekken bij personen met gevoelige luchtwegen.
  • Pagina 180 VIII A U T O G O R D E L S * Autogordels met pyrotechnische gordelspanner en spanbegrenzing • De gordelspanners dienen ertoe de gordels strak te trekken waardoor de betreffende inzittende extra tegen de rugleuning van de voorstoel wordt gedrukt.
  • Pagina 181 A U T O G O R D E L S * De zitplaatsen voorin de auto zijn voorzien van in hoogte verstelbare autogordels met gordelspanner en spanbegrenzing. Op de achterbank vindt u drie 3- punts rolgordels met gordelkracht- begrenzers. De draagplicht van autogordels In hoogte verstellen van de gor- geldt voor alle inzittenden.
  • Pagina 182 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N * Groep 0+ : vanaf de geboorte tot 13 kg Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg Kleine kinderen zijn geen volwas- senen in miniatuur : tot ze een jaar Britax Babysure : dit zitje dient met de...
  • Pagina 183 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N * In Frankrijk geldende voorschriften De meeste landen hebben regels voor Meenemen van kinderen met betrekking tot het vervoeren het vervoeren van kinderen in de auto •...
  • Pagina 184 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N België VOORIN ACHTERIN Houdt u zich voor wat de montage betreft stipt aan de Bevestigingssysteem, aangepast aan de voorschriften van de fabrikant van de bevestigingssys- Kinderen van 0...
  • Pagina 185 XIII V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * Adviezen - aanbevelingen Ter verhoging van het comfort, voor meer rijplezier en met het oog op uw veiligheid geven wij u, afgezien van de tips op de vo- rige bladzijden, graag de volgende aan- vullende adviezen.
  • Pagina 186 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * TE NEMEN VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ EEN INGREEP Voor elke ingreep onder de motorkap is een minimum aan voorzorgsmaatregelen vereist. Vóór en tijdens alle controles is voorzichtigheid geboden. - Laat de motor afkoelen en laat kinderen uitstappen.
  • Pagina 187 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * Accu (zie "Accu") Radiateur Als de twee accupolen via metaal met De koelvloeistof bereikt of overschrijdt onder normale omstandigheden de elkaar in contact komen of wanneer de 100°C.
  • Pagina 188 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * ABS: dit systeem biedt u meer vei- Remblokken ligheid doordat het voorkomt dat De slijtage van de remblokken is af- de wielen geblokkeerd raken bij hankelijk van het gebruik van de hevig remmen of bij remmen op...
  • Pagina 189 XVII V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * Beladen van de auto Om de goede rij-eigenschappen van uw auto te behouden, is het verstandig volgende voor- zorgsmaatregelen in acht te ne- men: - kom nooit boven het maximum toelaatbaar gewicht uit,...
  • Pagina 190 XVIII A C C U * Voorzorgsmaatregelen Zorg dat de polen en klemmen schoon zijn. Als ze gecorrodeerd zijn, dient u ze los te nemen en schoon te maken. Neem de accupoolklemmen niet los met draaiende motor. Laad de accu niet op zolang beide accupoolklemmen niet zijn losgenomen.
  • Pagina 191 E X T R A E L E K T R I S C H E A C C E S S O I R E S LET OP: EXTRA ELEKTRISCHE ACCESSOIRES Het elektrisch/ electronische circuit van uw auto isniet zonder meer geschikt voor optionele voorzieningen.
  • Pagina 192 B A N D E N Controleer de banden regelmatig op: vroegtijdige slijtage, slijtplekken, bar- sten, scheurtjes, bulten, enz. Ook vreemde voorwerpen in de band kunnen inwendige beschadigingen veroorzaken. Met een juiste bandenspanning bereikt u: - een betere wegligging - een nauwkeurige en soepele besturing - een optimale benutting van de energie - een langere levensduur van de banden Houd u aan de door de fabrikant voorgeschreven bandenspanning.
  • Pagina 193 K A T A L Y S A T O R * Auto's met benzinemotor zijn uitge- Aangezien een onregelmatige werking van de motor de katalysator kan be- rust met een katalysator, die de schadigen, gelden de volgende dwingende adviezen: schadelijke bestanddelen in de uit- 1 - Houd u aan het in het onderhoudsboekje voorgeschreven onderhoud.
  • Pagina 194 XXII I n r i j d e n * Inrijden Indien u zich de eerste 1 500 km aan de volgende eenvoudige adviezen houdt, zult u later profiteren van de prestaties, het rijplezier en de lange levensduur die u van deze auto verwacht: - start en rijd soepel met matige motortoerentallen (indien uw auto is uitgerust met een toerenteller: 2/3 van het maxi- mum toerental).
  • Pagina 195 V O O R Z O R G S M A A T R E G E L E N XXIII V O O R W I N T E R * Ruitensproeiervloeistof Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid bij voorkeur de door CITROËN goedgekeurde produc- ten.
  • Pagina 196 XXIV T I P S V O O R Z U I N I G R I J D E N Rijd vloeiend Hierbij gelden de volgende eenvoudige regels: - Bij het starten is het niet nodig de motor stilstaand op te laten warmen. Rijd direct rustig weg en trek beheerst op.
  • Pagina 197 T I P S V O O R Z U I N I G R I J D E N Controle van de bandenspanning Controleer de bandenspanning minstens één keer in de twee maanden. Een te lage bandenspanning betekent een grotere rijweerstand, een hoger brandstofverbruik, verslechterde rijeigenschappen en een nadelig effect op de wegligging.
  • Pagina 198 XXVI T I P S V O O R Z U I N I G R I J D E N Spaar brandstof en voorkom milieuvervuiling Het brandstofverbruik van uw auto wordt niet alleen bepaald door het ontwerp en de techniek van de auto, maar ook door uzelf.
  • Pagina 199 XXVII R E C Y C L I N G M I L I E U Voor een betere bescherming van het milieu moet in het jaar 2002 per auto het niet-recyclebare deel minder dan 15% van het totaalgewicht bedragen en onder het gewicht van 200 kg blijven. In deze auto is geen asbest, cadmium of een niet-toegestaan koudemiddel toegepast.
  • Pagina 200 XXVIII O N D E R H O U D C A R R O S S E R I E Wrijf nooit over een droge carros- Uitwerpselen van vogels, verpletterde insecten, evenals boomhars kunnen serie. de lak in ernstige mate aantasten en moeten daarom zo snel mogelijk wor- den verwijderd.
  • Pagina 201 XXIX O N D E R H O U D C A R R O S S E R I E Onderhoud van de lak Na het wassen met autoshampoo of wanneer vocht op de carrosserie niet meer automatisch wordt omgezet in water- druppels, dient de auto in de was gezet te worden.
  • Pagina 202 O N D E R H O U D I N T E R I E U R - Kunststof delen: Advies Stof deze eerst af en gebruik ver- volgens een interieurreiniger van Het beste resultaat bij het onderhoud van zowel het interieur als de buiten- CITROËN.
  • Pagina 203 XXXI C I T R O Ë N p r e f e r e e r t T O T A L De onderzoeken die permanent plaatsvinden naar een grotere betrouwbaarheid van auto's resulteren voortdurend in nieuwe ontwikkelingen. Autofabrikanten en oliemaatschappijen worden daardoor genoodzaakt zo nauw mogelijk sa- men te werken.
  • Pagina 204 XXXII CITROËN NEDERLAND BV Postbus 75895 1070 AW AMSTERDAM Bezoekadres: Stadionplein 26-30 1076 CM AMSTERDAM Tel.: 020-5701911 Fax 020-5701308 CITROËN BELUX S. A . - N . V . IJzerplein 7 1000 BRUSSEL BELGIË T e l . 02/206.06.11 F a x 02/201.50.42 CITROËN behoudt zich het recht voor wijzigingen in haar modellen door te voeren, zonder dat daarvan in het instructieboekje melding wordt gemaakt.
  • Pagina 205 CITROËN C5 INSTRUCTIEBOEKJE...
  • Pagina 206 CITROËN TOTAL prefereert Een samenwerking die staat voor innovatie CITROËN en TOTAL, al 35 jaar partners, ontwikkelen in nauwe samenwerking moto- ren en smeermiddelen met de meest geavanceerde technieken. Specifieke motorolie De onderzoeksteams van CITROËN en TOTAL werken samen om u de beste technolo- gische combinatie te kunnen bieden op het gebied van motoren en smeermiddelen.
  • Pagina 207 Het lezen van dit boekje is noodzakelijk voor een optimaal gebruik van uw CITROËN. De CITROËN ORGANISATIE, die is samengesteld uit hooggekwalificeerde vakbekwame medewerkers, staat te allen tijde te uwer beschikking om al uw vragen te beantwoorden. Wij wensen u goede reis in uw CITROËN! Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van uw auto.
  • Pagina 208 X4-NL-4003 Edition 06-2003...
  • Pagina 209 Wij danken u voor de aankoop van deze auto en feliciteren u met uw keus. Lees, alvorens u gaat rijden, dit boekje aandachtig door: het bevat alle nodige informatie over het gebruik en de uitrusting van uw auto evenals belangrijke aanbevelingen, die u stipt dient op te volgen.
  • Pagina 210 I N H O U D S O P G A V E Hoofdstuk V Hoofdstuk I PRAKTISCHE OP VERKENNING WENKEN DOOR UW AUTO blz. 127 blz. 3 Hoofdstuk VI Hoofdstuk II ALGEMENE RIJDEN GEGEVENS blz. 71 blz. 155 Hoofdstuk III A B C A B C TREFWOORDEN-...
  • Pagina 211 H o o f d s t u k V E R K E N N I N G D O O R A U T O blz. Afstandsbediening Sleutels Centrale vergrendeling met supervergrendeling Anti-inbraakalarm 10-11 Openen en sluiten Brandstof tanken Brandstofsoort Voorstoelen Verstellen van het stuur...
  • Pagina 212 A f s t a n d s b e d i e n i n g Afstandsbediening De afstandsbediening heeft een hoogfrequente zender, hetgeen u de volgende voordelen biedt: - u hoeft de afstandsbediening niet op de auto te richten. - de afstandsbediening werkt ook vanaf een punt achter de auto, en de bedieningsstraal dringt door...
  • Pagina 213 A f s t a n d s b e d i e n i n g Lokaliseren geparkeerde auto Om uw geparkeerde auto op een parkeerplaats terug te kunnen vinden, drukt u op de toets A. De binnenverlichting van uw auto gaat vervolgens branden en de richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele seconden (auto vergren- deld).
  • Pagina 214 A f s t a n d s b e d i e n i n g Lege batterij afstandsbediening Wanneer de batterij van de afstandsbediening leeg is, verschijnt hierover een melding op het multifunctioneel display en hoort u een geluidssignaal. Vervangen van de batterij van de afstandsbediening Maak de unit open om de batterij te kunnen bereiken.
  • Pagina 215 S l e u t e l s Centrale vergrendeling met de sleutel De vergrendelde toestand wordt gesignaleeerd door het knipperen van het controlelampje van de interieurvergrendelingstoets. Wanneer een van de portieren, de achterklepruit (break) of de achterklep niet goed gesloten is of open staat, werkt de centrale vergrendeling niet. Centrale vergrendeling met supervergrendeling Zie Hoofdstuk I - «...
  • Pagina 216 S l e u t e l s Als de auto van eigenaar wisselt, moet de codekaart aan de nieuwe eigenaar worden gegeven. Laat deze nooit in de auto liggen. CODE-kaart Advies Bij de auto is een vertrouwelijke kaart geleverd. Bewaar de vertrouwelijke kaart met uw specifieke code van de elektronische Deze kaart heeft een verborgen startbeveiliging op een veilige plaats (nooit in de auto).
  • Pagina 217 S u p e r v e r g r e n d e l i n g AFSTANDSBEDIENING Centrale vergrendeling met supervergrendeling Druk kort op de toets A om de supervergrendeling in te schakelen. Het openen van de portieren van binnenuit of van buitenaf is nu niet meer mo- gelijk.
  • Pagina 218 A n t i - i n b r a a k a l a r m Uw auto is mogelijk voorzien van een ANTI-INBRAAKALARM. Dit zorgt voor : • Een perimetrische (uitwendige) beveili- ging d.m.v. detectoren op de portieren, de achterruit van de break, de achter- klep, de motorkap en de elektrische voeding.
  • Pagina 219 A n t i - i n b r a a k a l a r m Inschakelen van het alarm Uitschakelen van de interieurbeveiliging Check eerst of alle portieren, de achterklep en het Het is mogelijk de uitwendige beveiliging in te schake- schuifdak correct gesloten zijn.
  • Pagina 220 O P E N E N S L U I T E N Vergrendelen van binnenuit Wanneer alle portieren dicht zijn en u op de toets A drukt, kunt u de auto cen- traal vergrendelen of ontgrendelen. Het openen van de portieren van bin- nenuit blijft mogelijk.
  • Pagina 221 O P E N E N S L U I T E N Kindersloten Achterklep Openen van buitenaf Na het in werking stellen hiervan Het ontgrendelen is mogelijk bij stil- Druk van onderen tegen de ont- kan het betreffende achterportier staande auto : grendelbediening A tussen de ken- alleen nog van buitenaf worden ge-...
  • Pagina 222 O P E N E N S L U I T E N Achterklepruit (break) Motorkap Druk de pal A in het midden onder de rand van de motorkap omhoog Druk de bediening voor het openen Verricht deze handeling uitslui- en licht de motorkap op.
  • Pagina 223 B R A N D S T O F T A N K E N Het tanken dient te gebeuren met afgezette motor en contact uit. Druk aan de bovenkant tegen het brandstoftankklepje (zie pijl) om dit te ope- nen. Aan de binnenzijde bevindt zich een sticker. (Zie «...
  • Pagina 224 B r a n d s t o f s o o r t Tegen de binnenkant van de brandstoftankklep zit een sticker met informatie over de toegestane brandstofsoort. ONGELODE BENZINE D I E S E L DIESEL Hoewel benzinemotoren geschikt zijn voor RON 95 brandstof, adviseren wij u, om voor meer rijcomfort RON 98 te tanken (alleen benzinemotor).
  • Pagina 225 V O O R S T O E L E N ELEKTRISCHE BEDIENINGEN Verstellen in hoogte- en in lengterichting Verstellen van de rugleuning Verstellen van de lendesteu- nen. Licht de bediening aan de voorkant op of druk deze neer om de zitting aan de voorkant omhoog te zetten of te laten zakken.
  • Pagina 226 V O O R S T O E L E N...
  • Pagina 227 V O O R S T O E L E N Handbediening Verstelknop van de lendesteunen Gebruik de corresponderende bedie- Hoofdsteun ning voor de gewenste stand. Trek de hoofdsteun uit om deze in een hogere stand te zetten. Druk op de bediening en op de hoofdsteun om deze in een lagere stand te zetten.
  • Pagina 228 V E R S T E L L E N V A N H E T S T U U R Ontgrendel het stuur door de cor- responderende hendel van u af te duwen. Verstel het stuur en vergrendel het door de hendel geheel naar u toe te trekken.
  • Pagina 229 A i r b a g Vergeet niet de airbag aan pas- sagierszijde weer in werking te stellen. Doe dit als volgt: - Steek de sleutel bij afgezet con- act in de sleutelschakelaar en draai deze in de stand "ON": de airbag is weer ingeschakeld.
  • Pagina 230 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N MOGELIJKHEDEN M.B.T. HET BEVESTIGEN VAN VASTE KINDERZITJES MET DE AUTOGORDEL De volgende tabel geeft aan in hoeverre, conform de richtlijn 2000/3, de afzonderlijke zitplaatsen in uw auto geschikt zijn voor een als universeel gehomologeerd kinderzitje, bestemd voor een of meer gewichtsklassen, dat met een auto- gordel wordt bevestigd.
  • Pagina 231 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N U : Zitplaats geschikt voor de montage van zowel een universeel kinderzitje met de rug in de rijrichting als een univer- seel kinderzitje met het gezicht in de rijrichting.
  • Pagina 232 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N ISOFIX KINDERZITJES ISOFIX bevestigingspunten en ISOFIX systemen De zijzitplaatsen achterin zijn voorzien van ISOFIX bevestigingen in de vorm van 2 ogen die op 28 cm van elkaar tussen de rugleuning en de zitting zijn ge- plaatst.
  • Pagina 233 A C H T E R Z I T P L A A T S E N Neerklapbare achterbank Demonteren De achterbank is geheel of in gedeelten neerklapbaar. De achterzittingen zijn uitneembaar om de bergruimte te vergroten. Trek een van de scharnierpennen Zitting uit de bevestiging, verwijder daarna Trek de zitting aan de voorzijde omhoog en kantel deze tegen de rugleunin-...
  • Pagina 234 A C H T E R Z I T P L A A T S E N Hoofdsteunen achterin Er zijn twee standen voor de hoofd- steunen achterin : - de opgeborgen stand, voor wan- neer de zitplaats vrij is. - de uitgetrokken stand, voor de veiligheid van de passagier ;...
  • Pagina 235 H O E D E N P L A N K ( B e r l i n e ) Aanbrengen Verwijderen Opbergen Neem de ophangkoorden los van Ontgrendel de rugleuningen van Leg de hoedenplank met de steun- de haken; licht de hoedenplank de achterzitplaatsen en verwijder pootjes op de uitsparingen in de aan de achterzijde iets op en trek...
  • Pagina 236 K O F F E R Sjorogen Bergruimte Gebruik de vier sjorogen in de vloerplaat van de koffer voor het bevestigen Met de aan weerszijden in de kof- van uw bagage. ferruimte aangebrachte riemen kunt u diverse voorwerpen vastsjor- In verband met de veiligheid in geval van sterk afremmen is het verstandig (verbandtrommel, gevaren- zware bagage in de kofferruimte zo ver mogelijk naar voren te plaatsen.
  • Pagina 237 K O F F E R ( B r e a k ) 1. 12-volts accessoirestekker 2. Laadhulp Wanneer u de toets in de kofferruimte ingedrukt houdt, kunt u de wagenhoogte achter verlagen om het inladen van ba- gage te vergemakkelijken. Deze functie is gekoppeld aan een tijdschakeling waardoor de auto automatisch terugkeert in de oorspronkelijke stand: - bij het sluiten van de achterklep, de achterklepruit of de portieren,...
  • Pagina 238 K O F F E R ( B r e a k ) 1. Bergruimte Aan weerszijden in de kofferbe- kleding bevindt zich een berg- vak: u kunt de klep openen Hoedenplank en bagagedek door eraan te trekken; duw er- De hoedenplank en bagagedek kunnen naar behoefte als volgt worden gebruikt: tegen om de klep te sluiten.
  • Pagina 239 B e s c h e r m n e t ( B r e a k ) Beschermnet - Het beschermnet dient om de in- zittenden te beschermen tegen de bagage. Rol het net uit door aan de lip te trekken. De staaf aan de bovenzijde van het net kunt u Demonteren van het beschermnetsysteem in de bevestigingen bij 2 plaatsen...
  • Pagina 240 B e s t u u r d e r s p l a a t s , o v e r z i c h t...
  • Pagina 241 B e s t u u r d e r s p l a a t s , o v e r z i c h t Ontwaseming zijruiten. Centrale bediening van portie- Handrem. ren en achterklep. Luchtrooster aan de zijkant. Passagiersairbag.
  • Pagina 242 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Toerenteller Bediening : Bediening : Voor de inrijperiode: • Nulstelling van de dagteller zie instructies onder «inrijden». • Sterkte van de dashboardverlichting Display Weergave wagenhoogte •...
  • Pagina 243 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Koelwatertemperatuurmeter Waarschuwingslampje koelwaterniveau en -temperatuur Wijzer in het middelste gebied : normale werking. Bij zware gebruiksomstandigheden in combinatie met warm weer kan de wijzer het rode gebied naderen. Mocht de wijzer in het rode gebied komen, of wanneer een waarschuwingslampje gaat branden, stop dan onmiddellijk en zet het contact af.
  • Pagina 244 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Toerenteller Bediening : Bediening : Voor de inrijperiode: • Sterkte van de dashboardverlichting • Nulstelling van de dagteller zie instructies onder «inrijden». •...
  • Pagina 245 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Koelwatertemperatuurmeter Waarschuwingslampje koelwaterniveau en -temperatuur Wijzer in het middelste gebied : normale werking. Bij zware gebruiksomstandigheden in combinatie met warm weer kan de wijzer het rode gebied naderen.
  • Pagina 246 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Toerenteller Bediening : Bediening : Voor de inrijperiode: • Sterkte van de dashboardverlichting • Nulstelling van de dagteller zie instructies onder «inrijden». •...
  • Pagina 247 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Koelwatertemperatuurmeter Waarschuwingslampje koelwaterniveau en -temperatuur Wijzer in het middelste gebied : normale werking. Bij zware gebruiksomstandigheden in combinatie met warm weer kan de wijzer het rode gebied naderen.
  • Pagina 248 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Multifunctioneel display Indicator motorolieniveau Bij het aanzetten van het contact, Wanneer het contact wordt aanzet, wordt de onderhoudsintervalindicator en- verschijnt op het display achtereen- kele seconden verlicht.
  • Pagina 249 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Kilometerteller - Dagteller Bij het openen van een portier ver- schijnen op het display de dag- en totaalkilometerstanden totdat u het contact heeft aangezet. Wanneer u het contact aanzet ver- schijnt eerst informatie over het olieniveau en het onderhoud;...
  • Pagina 250 I n s t r u m e n t e n p a n e e l Bediening black panel Sterkte van de dashboardver- lichting Wanneer u op de bediening drukt, verdwijnt alle informatie van het display m.u.v. de snelheidsmeter en signaleringen van actieve functies. Het verstellen dient te gebeuren bij draaiende motor en ontstoken parkeerlichten;...
  • Pagina 251 O n d e r h o u d s i n t e r v a l i n d i c a t o r Deze meter informeert u wanneer de volgende voorgeschreven onderhoudsbeurt dient plaats te vinden. De informatie wordt bepaald op basis van de volgende twee factoren: het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
  • Pagina 252 O n d e r h o u d s i n t e r v a l i n d i c a t o r Onderhoudsinterval Indien uw auto onder bijzonder zware omstandigheden wordt gebruikt, dient u zich te houden aan het onderhoudspro- gramma voor "zware gebruiksomstandigheden"...
  • Pagina 253 C O N T R O L E L A M P J E S...
  • Pagina 254 C O N T R O L E L A M P J E S Richtingaanwijzer naar Richtingaanwijzer naar Mistachterlichten links rechts Zie "Signalering" Zie "Signalering" Zie "Signalering" Wanneer de alarmverlichting aanstaat knipperen gelijktijdig alle rich- Mistlampen tingaanwijzers Zie "Signalering" Dimlichten Grootlicht Zie "Signalering"...
  • Pagina 255 C O N T R O L E L A M P J E S Controlelampje trans- Anti-blokkeersysteem Waarschuwings- pondersleutel (ABS) lampje koelwaterni- veau en -temperatuur Het controlelampje van het ABS brandt zodra u Dit lampje gaat branden zodra het Indien het rode lampje brandt, dient het contact aanzet.
  • Pagina 256 C O N T R O L E L A M P J E S Controlelampje wer- ESP/ASR-lampje king motor (zelfdiag- nose) In werking Wanneer dit lampje onderweg knip- pert of oplicht, duidt dat op een sto- Wanneer het ESP- of het ASR-systeem in werking treedt, knippert het ESP/ ring in het injectie- , ontstekings- of ASR-lampje.
  • Pagina 257 M u l t i f u n c t i o n e e l d i s p l a y Display A A Bediening voor het gebruik van de displayfuncties. Waarschuwing snelheidsoverschrijding Bewaking van een gekozen maximum snelheid (zie B Bediening van de instellingen van de displayfuncties.
  • Pagina 258 M u l t i f u n c t i o n e e l d i s p l a y Display B A Bediening voor het gebruik van de displayfuncties. B Bediening van de instellingen van de displayfuncties. 1 Mededelingengebied.
  • Pagina 259 M u l t i f u n c t i o n e e l d i s p l a y Bij aanzetten van het contact worden de tijd, de datum, de temperatuur alsmede de functies van de autoradio en de signalering van de openstaande portieren weergegeven.
  • Pagina 260 B o o r d c o m p u t e r D i s p l a y De boordcomputer geeft 5 typen informatie weer op het display, bo- ven het dashboard. • Actieradius. • Afgelegde afstand. • Gemiddeld verbruik. •...
  • Pagina 261 B o o r d c o m p u t e r D i s p l a y Afgelegde afstand Dit is het aantal kilometers dat is afgelegd sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer. Gemiddeld brandstofverbruik Het gemiddeld verbruik is de verhouding tussen de verbruikte brandstof en het aantal afgeleg- de kilometers sinds de laatste stelling van de computer.
  • Pagina 262 B o o r d c o m p u t e r D i s p l a y Waarschuwing snelheidsoverschrijding Bewaking van een gekozen maximum snelheid (zie "weergave mel- dingen"). Bij een overschrijding van de geprogrammeerde snelheid, verschijnt de melding “TE HOGE SNELHEID” en hoort u een geluids- signaal.
  • Pagina 263 D i s p l a y w e e r g a v e * Display A WEERGEGEVEN TEKST CORRESPONDERENDE INFORMATIE ECO-MODUS Zie hoofdstuk II – "Spaarstand" TE HOGE RIJSNELHEID Waarschuwing snelheidsoverschrijding BATTERIJ AFSTANDSBEDIENING LEEG Vervang de batterij van de afstandsbediening PORTIER LINKSVOOR OPEN Linker voorportier open of niet goed dicht PORTIER RECHTSVOOR OPEN...
  • Pagina 264 D i s p l a y w e e r g a v e * Display B CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE ZACHTE BAND(EN) Breng de band(en) op spanning REMVLOEISTOFNIVEAU TE LAAG Stop onmiddellijk en raadpleeg een CITROËN- dealer ERNSTIGE STORING VERING Raadpleeg een CITROËN-dealer...
  • Pagina 265 D i s p l a y w e e r g a v e * CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE STORING EMISSIE Raadpleeg zo snel mogelijk een CITROËN- dealer REMBLOKKEN VERSLETEN Laat de remblokken vervangen STORING AUTOM. VERSNELLINGSBAK Storing versnellingsbak, raadpleeg een CITROËN-dealer STORING ABS...
  • Pagina 266 D i s p l a y w e e r g a v e * CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE PASSAGIERSAIRBAG UITGESCHAKELD Airbag passagierszijde uitgeschakeld RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN Vul het niveau bij TE HOGE RIJSNELHEID Overschrijding geprogrammeerde snelheid SLEUTEL VERGETEN Verwijder de sleutel uit het contact PARKEERLICHTEN VERGETEN...
  • Pagina 267 D i s p l a y w e e r g a v e * CORRESPON- WEERGEGEVEN TEKST DERENDE CORRESPONDERENDE INFORMATIE LAMPJE KINDERSLOT AAN Kinderslot op de twee achterportieren AUTOMATISCHE VERLICHTING AAN Automatische verlichting aan AUTOMATISCH WISSEN AAN Automatische ruitenwisser aan STORING ELEKTRONISCHE Motormanagement vergrendeld of sleutel niet DIEFSTALBEVEILIGING...
  • Pagina 268 Z I C H T Ruitenwissers voor Auto zonder regensensor. Stand 1 : De wissnelheid wordt, afhankelijk van de snelheid van de auto, au- tomatisch geregeld. N.b.: In de standen 2 en 3 valt de ruitenwissersnelheid automatisch terug wanneer de auto stilstaat. Auto voorzien van een regensensor.
  • Pagina 269 Z I C H T B - Achterruitenwisser Stand 1 - Uit Stand 2 Interval-wissen. Stand 3 Sproeien en drie keer wissen. Automatische werking Wanneer de ruitenwissers voor in werking zijn en wanneer de achter- A - Ruitensproeier voor uitversnelling wordt ingeschakeld. Achterruitverwarming Trek de hendel naar u toe: onder De achterruitverwarming werkt al-...
  • Pagina 270 S i g n a l e r i n g Alarmverlichting Wanneer de alarmverlichting aan- staat knipperen gelijktijdig alle rich- tingaanwijzers. Gebruik deze verlichting uitslui- tend indien sprake is van ge- vaar: bij een noodstop of bij stilstaan tij- dens ongebruikelijke omstandighe- den.
  • Pagina 271 S i g n a l e r i n g Bediening van de verlichting Automatisch branden van de koplampen De parkeer- en dimlichten gaan au- Alle lichten gedoofd tomatisch branden bij nacht of don- ker weer, maar ook bij een continu gebruik van de ruitenwissers.
  • Pagina 272 S i g n a l e r i n g Uitvoeringen met MISTLICHTEN VOOR EN ACHTER (Ring C) Mistlichten vóór en ach- ter gedoofd Draai ring C van u af. Mistlichten vóór aan Uitvoeringen met MISTACHTERLICHTEN (Ring B) De mistlampen voor werken in combinatie met de parkeerlichten of de dimver- lichting.
  • Pagina 273 S P I E G E L S Binnenspiegel (automatisch) Hiermee wordt automatisch over- geschakeld van de dag- naar nachtstand. verblinding voorkomen, wordt het spiegelglas automatisch donkerder wanneer er meer licht op valt. Bij verminderde lichtinval wordt het spiegelglas helderder voor het behoud van een optimaal zicht.
  • Pagina 274 S P I E G E L S Elektrisch bediende spiegels Het buitenste deel van de spiegel bestuurderszijde (begrensd door zwarte stippen) heeft een bol- le vorm om het gezichtsveld aan de zijkant te vergroten. De objecten die in dit gedeelte worden waargenomen, zijn in werkelijkheid dichterbij.
  • Pagina 275 S P I E G E L S Inklappen van de buitenspiegels Wanneer u de auto heeft geparkeerd, kunt u de buitenspiegels handmatig of elektrisch inklappen. Elektrisch inklappen Druk de bediening 1 naar achteren om de spiegels in de klappen. Wanneer u deze handeling herhaalt, klappen de spiegels weer uit, Automatisch inklappen Het automatisch inklappen van de buitenspiegels gebeurt eveneens bij het...
  • Pagina 276 B E D I E N I N G V A N R U I T E N Elektrische ruitbediening Met de schakelaars op het bestuur- dersportier kunnen alle ruiten in de auto worden bediend. N.b. : de bediening van de portierruiten is in de volgende gevallen tijdelijk De elektrische ruiten bij de passa- beschikbaar: giersplaatsen zijn bedienbaar met...
  • Pagina 277 B E D I E N I N G V A N R U I T E N Let op de veiligheid van in uw auto aanwezige kinderen : Omwille van de veiligheid van de kinderen achterin kan de ruitbediening ach- ter worden geblokkeerd door op knop A te drukken.
  • Pagina 279 H o o f d s t u k R I J D E N Bladzijde Stuurslot – Contact – Startmotor – Spaarstand 72-73 Starten 74-75 Versnellingspook Snelheidsregelaar 82-83 Handrem - Anti-blokkeersysteem (ABS) - Antislipregeling 84-85 Dynamische stabiliteitscontrole Parkeerhulp Roetfilter dieselmotor...
  • Pagina 280 S T U U R S L O T C O N T A C T S T A R T M O T O R • S : Contactslot Om de stuurinrichting van het slot te halen, dient u het stuurwiel iets te bewe- gen terwijl u zonder te forceren de sleutel in het contact omdraait.
  • Pagina 281 S T U U R S L O T C O N T A C T S T A R T M O T O R Stuurslot S Na het verwijderen van de sleutel uit het contact kan de stuurinrichting worden vergrendeld. Dit blokkeren van de stuurinrichting is mogelijk in diverse stuurstanden.
  • Pagina 282 S T A R T E N Alvorens u de motor start dient u zich ervan te vergewissen dat de versnellingshendel in de vrijstand staat (handgeschakelde versnellingsbak) of in de stand P of N (automatische versnellingsbak). BENZINE Starten van de motor Kom niet aan het gaspedaal.
  • Pagina 283 S T A R T E N Alvorens u de motor start dient u zich ervan te vergewissen dat de versnellingshendel in de vrijstand staat (handgeschakelde versnellingsbak) of in de stand P of N (automatische versnellingsbak). DIESELMOTOR Starten van de motor Draai de sleutel in de startstand.
  • Pagina 284 V E R S N E L L I N G S P O O K Versnellingspook van de hand- geschakelde versnellingsbak Achteruitrijstand Achteruitrijstand Achteruitrijstand Trek de ring A omhoog om in de Trek de ring A omhoog om in de Schakel nooit in de achteruitver- snelling als de auto (nog) niet ge- achteruitversnelling...
  • Pagina 285 V e r s n e l l i n g s p o o k Versnellingspook van de automati- sche versnellingsbak De automatische versnellingsbak met vier versnellingen biedt de volgende moge- lijkheden : - Werking volgens het auto-actieve principe, waarbij het schakelen automa- tisch op uw rijstijl wordt afgestemd.
  • Pagina 286 V e r s n e l l i n g s p o o k Het starten van de motor is alleen mogelijk met de versnellingspook in de stand P of N. Een veiligheidsvoorziening zorgt ervoor dat het starten vanuit een andere stand niet mogelijk is.
  • Pagina 287 V e r s n e l l i n g s p o o k Achteruit Schakel uitsluitend in deze stand nadat de auto met de voetrem tot stilstand is gebracht. Om schokken te vermijden, is het aan te raden niet te snel gas te geven. Vrijstand Schakel niet in deze stand als de auto nog rijdt - ook niet voor een korte tijd.
  • Pagina 288 V e r s n e l l i n g s p o o k Werking in de handbediende stand Handmatig schakelen in de vier versnellingen : - zet de versnellingspook in de stand M, - duw de versnellingspook naar het teken «+»...
  • Pagina 289 V e r s n e l l i n g s p o o k Werking in de automatische stand Sport of Sneeuw Kies de gewenste rijstijlstand : - Normaal, voor het rijden onder normale omstandigheden : de lampjes zijn in deze stand gedoofd.
  • Pagina 290 S n e l h e i d s r e g e l a a r Deze rijhulpvoorziening stelt u in staat om constant met een door u ingestel- de snelheid te rijden, mits een van de hogere versnellingen is ingeschakeld en u met een minimale snelheid van tussen de 40 en 60 km/h (afhankelijk van het type motor) rijdt.
  • Pagina 291 S n e l h e i d s r e g e l a a r Opheffen van de ingestelde snelheid Trap het rem- of koppelingspedaal in. De uitschakeling van de snelheidsregelaar gebeurt verder bij het in werking treden van een van de systemen ESP of ASR. U kunt de snelheidsregelaar ook uitzetten door een druk op toets 3 op het uit- einde van de bediening A.
  • Pagina 292 R e m m e n Handrem Bediening: trek de handrem geheel omhoog. Trek de handrem op steile hel- lingen extra stevig aan. Om het aantrekken van de handrem te vergemakkelijken, wordt aanbevolen tegelijkertijd het rempedaal in te trappen. Schakel onder alle omstandigheden als voorzorgsmaatregel de eerste ver- snelling in.
  • Pagina 293 R e m m e n Wanneer de handrem is vrijgezet en het handremlampje in combinatie met het STOP-lampje brandt, verge- zeld van de melding “STORING REMSYSTEEM”, dan duidt dat op een te laag remvloeistofniveau of een man- kement aan de remdrukverdeler. Ga niet door met rijden, maar raadpleeg zo snel mogelijk een CITROËN-dealer.
  • Pagina 294 D Y N A M I S C H E S T A B I L I T E I T S C O N T R O L E Dynamische stabiliteitscontrole (ESP) en tractiecontrole (ASR) Deze systemen dienen als aanvulling op het ABS. Is er een verschil tussen de door de auto gevolgde baan en de door de bestuurder gewenste, dan grijpt het ESP-systeem automatisch in door het afremmen van een of meer van de wie- len of door het afremmen op de motor, teneinde de auto in de gewenste baan...
  • Pagina 295 P a r k e e r h u l p Parkeerhulp Tijdens het achteruitrijden wordt u door afstandssensoren in de bum- per door middel van een gemodu- leerd geluidssignaal geïnformeerd over de aanwezigheid van een ob- stakel in de achter de auto gelegen detectiezone.
  • Pagina 296 R o e t f i l t e r d i e s e l m o t o r Als aanvulling op de katalysator draagt dit filter actief bij tot een vermindering van de uitstoot van onverbrande, vervui- lende deeltjes.
  • Pagina 297 H o o f d s t u k I I I C O M F O R T Bladzijde Airconditioning 90-91 Handbediende airconditioning 92-93 Luchtverdeling Automatische airconditioning Binnenverlichting 100-101 Comfort in de auto Bediening wagenhoogte 106-107 Hydractieve vering III Radioaansluiting Montage van de luidsprekers Schuifdak...
  • Pagina 298 A I R C O N D I T I O N I N G...
  • Pagina 299 A I R C O N D I T I O N I N G Luchtinlaat Extra verwarming Houd het luchtinlaatrooster onder de voorruit altijd Auto's met HDI-motor kunnen voorzien zijn van een schoon (verwijder dorre bladeren, sneeuw, enz.) extra verwarming ter verhoging van het comfort. Het is normaal wanneer enige rook of stank wordt waargeno- Indien u voor het wassen van uw auto gebruik maakt men, met name wanneer de auto stilstaat of bij statio-...
  • Pagina 300 H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G 1 - Luchtverdeling Luchtstroom recht naar voren. Luchtstroom naar de voeten bij de voor- en achterzitplaatsen.
  • Pagina 301 H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G 3 - Regeling van de aanjager- 5 - Airconditioning snelheid De airconditioning werkt alleen bij draaiende motor. De aanjager werkt alleen bij Druk op de schakelaar in het dashboard.
  • Pagina 302 L u c h t v e r d e l i n g Voor een goed gebruik van het systeem gelden de volgende adviezen : Buitentemperatuur Optimale luchtverdeling Laag of gemiddeld zonder zon Gemiddeld* of tussen met zon Hoog* * 4 ventilatieroosters open...
  • Pagina 303 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g Bedieningspaneel Dit systeem regelt automatisch de tempera- tuur, de stroomsnelheid en de verdeling van de aangevoerde lucht in het interieur, afhanke- lijk van de door u ingestelde temperatuur.
  • Pagina 304 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g 4 - Automatische wer- 2-3 - Instellen van de tempera- king tuur Dit is de normale ge- Verdraai de bediening voor de bruiksstand.
  • Pagina 305 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g Handmatige bediening van bepaalde functies Het is mogelijk om een of meer van de volgende functies handmatig in te stellen, terwijl de automatische regeling van de andere functies gehandhaafd blijft.
  • Pagina 306 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g 7 - Luchtverdeling 8 - Snelheid van de luchtstroom Door op de toets te drukken kunt u de luchtstroom van Regeling van de aanjagersnelheid.
  • Pagina 307 A u t o m a t i s c h e a i r c o n d i t i o n i n g 9 - Ontwaseming - Ontdooiing Pollenfilter - Anti-stankfilter Tijdens de werking brandt het lampje en De airconditioning is uitgerust met een filter dat wordt het symbooltje weergegeven op het fijne stofdeeltjes en onaangename geuren uit de aange-...
  • Pagina 308 B I N N E N V E R L I C H T I N G 2 Leesspots Bij het bedienen van een van de schakelaars wordt de leesspot aan- of uitgezet. De verlichting werkt niet bij afgezet contact. Verlichting onder dash-...
  • Pagina 309 B I N N E N V E R L I C H T I N G Verlichting handschoenenkastje Kofferverlichting (Berline) Verlichting kofferruimte (Break) De verlichting gaat automatisch De kofferverlichting gaat branden De kofferverlichting gaat aan bij het aan wanneer de klep wordt geo- zodra de achterklep wordt geo- openen van de achterklep of de pend.
  • Pagina 310 C o m f o r t a u t o Laden voorstoelen Handschoenenkastje Handschoenenkastje met venti- latie. Trek de klep aan de handgreep Onder elk van de voorstoelen be- open. Het handschoenenkastje is voor- vindt zich een lade. Licht de lade op zien van een sluitbaar ventilatie- en trek deze naar voren.
  • Pagina 311 C o m f o r t a u t o Opbergvak - Muntenhouder Opbergruimte in voorportieren Bergruimte in de middenconsole Trek de handgreep naar u toe. Trek de handgreep naar u toe. Wanneer u op het middelste gedeelte drukt, komt een schotje omhoog en kunt u deze ruimte gebruiken voor het plaatsen van maximaal 2 blikjes.
  • Pagina 312 C o m f o r t a u t o Zonneklep Zonnescherm achter (Berline) Pasjesvenster Klap de zonneklep neer om te voor- Trek het zonnescherm aan de lip uit De warmtewerende voorruit bevat komen dat u verblind wordt door en druk de uiteinden van de roede een pasjesvenster boven de bin- de zon.
  • Pagina 313 C o m f o r t a u t o Sigarenaansteker Functie beschikbaar bij aangezet contact. 12-volts accessoirestekker Asbak/prullenbak op de ach- Druk op de knop en wacht tot de terconsole Deze bevindt zich op de midden- aansteker naar buiten komt. De console.
  • Pagina 314 B e d i e n i n g w a g e n h o o g t e Hoogste stand: Verwisselen van een wiel. Tussenstand: Bedoeld voor tijdelijk gebruik. Geeft meer bodemvrijheid bij rijden op een oneffen wegdek. Rijd in de- ze stand altijd met lage snelheid.
  • Pagina 315 B e d i e n i n g w a g e n h o o g t e Automatische correctie van de wagenhoogte Uw auto is voorzien van een elektronisch gestuurde hydractieve vering, waardoor de wagenhoogte automatisch aan de snelheid en de staat van de weg wordt aangepast.
  • Pagina 316 H Y D R A C T I E V E V E R I N G I I I De hydractieve vering III past zich automatisch aan de weggesteldheid en uw rijstijl aan. Naast de automatische aanpassing van de wagenhoogte heeft dit veersys- teem het voordeel om afwisselend soepel en stug te zijn, waardoor een voort- durend samenspel van maximaal comfort en hoge veiligheid mogelijk is.
  • Pagina 317 R a d i o a a n s l u i t i n g Radioinbouwruimte Verwijder het afdekpaneel van de autoradio om de bedrading van de radio, de luidsprekers, de antenne- kabel en de voeding van de anten- neversterker te kunnen bereiken.
  • Pagina 318 M O N T A G E V A N L U I D S P R E K E R S Montage van de luidsprekers in de voor- en achterportieren Voor Achter Verwijder het rooster om de aan- Verwijder het rooster om de aan- sluitingen te kunnen bereiken.
  • Pagina 319 S c h u i f d a k Elektrisch bediend schuifdak Het dak kan aan de achterzijde om- hoog worden geklapt of naar achteren worden opengeschoven, waarbij het zonnescherm meeschuift. Draai de bediening naar links om het dak te laten schui- ven (6 openings- standen).
  • Pagina 320 S c h u i f d a k Als de motor draait, wordt het open dak automatisch gesloten als het regent; het indrukken van de schakelaar onder- breekt het automatisch sluiten tot de eerstvolgende keer dat het contact wordt uitgezet. Deze functie kan door een CITROËN-dealer worden uitgeschakeld.
  • Pagina 321 H o o f d s t u k O N D E R H O U D Bladzijde Controles Benzinemotoren Dieselmotoren 118-119 Brandstofsysteem diesel 120-121 Niveaus Inhoud reservoirs...
  • Pagina 322 C O N T R O L E S Luchtfilter Motorolie Remvloeistof Controleer nadat de mo- Het niveau moet zich tus- Volg de instructies in het onder- houdsboekje op. tor minstens tien minuten maatstreepjes is afgezet. MIN. en MAX. op het re- servoir bevinden.
  • Pagina 323 M O T O R 1 . 8 i 1 6 V M O T O R 2 . 0 i 1 6 V...
  • Pagina 324 M O T O R 2 . 0 H P i...
  • Pagina 325 M O T O R V 6 I N J E C T I E K L E P P E N...
  • Pagina 326 M OTO R 2 . 0 H D i m e t o f z o n d e r r o e t f i l t e r Het brandstofcircuit van deze De HDi-motor is het resultaat van de meestvooruitstrevende dieseluitvoering staat onder...
  • Pagina 327 M O T O R 2 . 2 H D i m e t r o e t f i l t e r Het brandstofcircuit van deze De HDi-motor is het resultaat van de meestvooruitstrevende dieseluitvoering staat onder technologie. zeer hoge druk: Het verrichten van werkzaamheden aan deze motor HET IS DERHALVE NIET TOEGE-...
  • Pagina 328 B R A N D S T O F S Y S T E E M D I E S E L Aftappen van water uit het brandstoffilter Ontlucht het systeem regelmatig (bij elke keer dat de motorolie wordt ver- verst).
  • Pagina 329 B R A N D S T O F S Y S T E E M D I E S E L Op gang brengen van het brandstofcircuit MOTOR 2.0 HDi (90 pk) met opvoerpomp Verwijder de afdekplaat van de motor - Verdraai de 4 bevestigingen A een kwartslag, - Verwijder de afdekplaat.
  • Pagina 330 N i v e a u s Motorolie Controleer nadat de motor min- stens tien minuten is afgezet. Trek de oliepeilstok uit de houder. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op de oliepeilstok bevinden. Stuurbekrachtigingsvloeistof Bijvullen motorolie Wend u tot een CITROËN-dealer Verwijder de peilstok alvorens olie bij te vullen.
  • Pagina 331 N i v e a u s Bijvullen koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op de vultank bevinden. Vul de vloeistof bij. Als het koelvloeistofniveau met meer dan 1 liter moet worden bijgevuld, is het raadzaam het cir- cuit te laten nakijken door een CITROËN-dealer.
  • Pagina 332 N i v e a u s Remvloeistofreservoir Controleer regelmatig het peil. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op het reservoir bevinden. Wanneer het controlelampje tijdens het rijden oplicht, stop dan onmid- dellijk en waarschuw de dichtstbij- zijnde CITROËN-dealer.
  • Pagina 333 I N H O U D R E S E R V O I R S Ruitensproeiervloeistof voor en achter 4 liter Vloeistof ruitensproeier voor, 6,5 liter achter en koplampwissers Inhoud motorolie (in liters) Type motor Met airconditioning MOTOR 1.8i 16V MOTOR 2.0i 16V MOTOR 2.0 HPi MOTOR V6/24V...
  • Pagina 335 H o o f d s t u k V P R A K T I S C H E W E N K E N Bladzijde 12-volts accu 128-129 Zekeringen Vervangen van de lampen Veiligheidsadviezen Allesdragers Verwisselen van een wiel Bandenspanning 151-152 Slepen - Oplichten...
  • Pagina 336 1 2 - V O L T S A C C U Starten van de motor na aansluiten van de losgenomen accu - Draai de sleutel in het contact om. - Wacht ongeveer één minuut voordat u de motor start om de elektronische systemen de tijd te gunnen zichzelf te resetten.
  • Pagina 337 A C C U Starten met een hulp-accu Als de accu ontladen is, kan een hulp-accu worden ge- bruikt of de accu van een andere auto. Het opvolgen van onderstaande instructies in de juiste volgorde is essentieel. A Lege accu, aangesloten op de auto (onder de motor- kap) B Hulp-accu C Massa-aansluiting op de auto...
  • Pagina 338 Z E K E R I N G E N Zekeringkast Kast C1 Kast C2 Onder het dashboard en in het motorcompartiment bevinden zich drie zekeringkasten. Zekeringen onder het dashboard Open de klep van het dashboardkastje links van het stuur en kantel hem eruit terwijl u de vergrendeling indrukt.
  • Pagina 339 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B1) Nummer Sterkte Functie 10 A Mistachterlicht 15 A Achterruitenwisser – – 15 A Additief diesel - Module bestuurdersportier - Alarm 15 A Linker remlicht –...
  • Pagina 340 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B1) Nummer Sterkte Functie 30 A Centrale vergrendeling/Supervergrendeling 30 A Ruitbediening achter Stuurkolommodule - Airbagmodule - Zekeringkast onder motorkap 10 A Remlicht rechts 10 A Sensor stuurhoek - Contact schakelhendel automaat - Diagnosestekker –...
  • Pagina 341 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast C1) Nummer Sterkte Functie 30 A Hi-fi versterker 30 A Elektrisch bediende stoel rechtsvoor 30 A Elektrisch bediende stoel linksvoor 30 A Stoelverwarming rechtsvoor 30 A Stoelverwarming linksvoor...
  • Pagina 342 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B2) Nummer Sterkte Functie 10 A Mistachterlicht 15 A Achterruitenwisser – – 15 A Additief diesel - Modulator bestuurdersportier - Anti-inbraakalarm 15 A Remlicht linksachter - 3 remlicht –...
  • Pagina 343 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast B2) Nummer Sterkte Functie 30 A Centraal bediende vergrendeling/Supervergrendeling 30 A Bediening achterportierruiten 10 A Bediening onder stuur - Airbagmodulator - Zekeringkast onder motorkap 10 A Remlicht rechtsachter 10 A...
  • Pagina 344 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard (Kast C2) Sterkte Functie Nummer 30 A Achterruitverwarming Kofferverlichting 30 A Hifi versterker 30 A Elektrisch bediende stoel rechtsvoor 30 A Elektrisch bediende stoel rechtsvoor 30 A Stoelverwarming rechtsvoor 30 A...
  • Pagina 345 Z E K E R I N G E N Zekeringen onder de motorkap Zekeringkast Wip het deksel los van de zekering- 9 10 11 12 13 14 kast (naast de accu) in het motor- compartiment. Verzuim niet het deksel na de werkzaamheden goed te slui- ten.
  • Pagina 346 Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder de motorkap Nummer Sterkte Functie 10 A Achteruitrijlicht 15 A Brandstofpomp 10 A Computers (ABS, geregelde vering) - ESP/ASR 10 A Computers (motormanagement, automaat) 10 A Roetfilter diesel 15 A Mistlichten voor...
  • Pagina 347 V E R V A N G E N V A N L A M P E N KOPLAMPUNIT VOOR Dimlichten Grootlicht/Mistlampen Neem de kunststof beschermkap Neem de kunststof beschermkap Dimlichten los door deze met een kwartslag te los door deze met een kwartslag te Grootlicht/Mistlampen verdraaien.
  • Pagina 348 V E R V A N G E N V A N L A M P E N Knipperlicht voor Parkeerlichten : Zijknipperlicht Verdraai de lamphouder een kwart- Neem de kunststof beschermkap Druk de unit naar voren of naar slag en verwijder het lampje. los door deze met een kwartslag te achteren zodat deze losklikt en trek verdraaien.
  • Pagina 349 V E R V A N G E N V A N L A M P E N Binnenverlichting Verlichting kofferruimte Verlichting handschoenenkastje Trek de transparante kap van de Trek de verlichting los om de gloei- Trek de verlichting los om de gloei- binnenverlichting los om de gloei- lamp te kunnen bereiken.
  • Pagina 350 V E R V A N G E N V A N L A M P E N ( B e r l i n e ) ACHTERLICHTUNIT Demonteren Ga na welke lamp defect is. Trek via het zijbergvak achter in de Vervang de gloeilamp en zet de he- auto de houder van zijn plaats door le unit weer op zijn plaats.
  • Pagina 351 V E R V A N G E N V A N L A M P E N ( B r e a k ) Demonteren Onderste verlichting : A - Verwijder het afdekplaatje en demonteer de moer. B - Verwijder het afdekplaatje en trek met de vinger via de ope- ning de lampunit los.
  • Pagina 352 V E R V A N G E N V A N L A M P E N 3e Remlicht (Berline) 3e Remlicht (Break) Kentekenplaat Open de achterklep, verwijder de Trek de transparante kap los en Lamp: Diodelampen. kunststof kap en trek de fitting van neem de fitting uit.
  • Pagina 353 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N Trekhaak Wij adviseren u de montage van deze voorziening over te laten aan een CITROËN-dealer, aangezien hij bekend is met de sleepgewichten van de auto en over de benodigde instructies beschikt met betrekking tot een dergelijk veiligheids- systeem.
  • Pagina 354 A L L E S D R A G E R S Set allesdragers Gebruik in verband met het ontwerp, ten behoeve van uw veiligheid en om beschadiging van het dak te verkomen, de door CITROËN geteste en goedgekeurde daklastdragers. Adviezen •...
  • Pagina 355 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Uitnemen van het reservewiel (Berline) Zo bereikt u het reservewiel : Licht de kofferplaat op m.b.v. de treklus. Haak de lus aan de haak onder de hoedenplank. Gereedschap Het gereedschap bevindt zich in een gereedschapsdoos in het reservewiel.
  • Pagina 356 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Demonteren 1 - Parkeer uw auto op een vlakke ondergrond. Trek de handrem aan. 2 - Zet bij stationair draaiende motor de wagenhoogte in de hoogste stand (zie Hoofdstuk III –...
  • Pagina 357 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Opnieuw monteren van het re- Opnieuw monteren van het oor- servewiel spronkelijke wiel 1 - Plaats het wiel met behulp van 1 - Plaats het wiel met behulp van het centreergereedschap voor de centreerpen van het wiel...
  • Pagina 358 V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Terugplaatsen van het wiel Terugplaatsen wiel Wiel voorzien van een detectie- (Berline) (Break) systeem voor te lage banden- spanning Bevestig gereedschapsdoos Plaats het wiel terug in de koffer en...
  • Pagina 359 B a n d e n s p a n n i n g Detectie te lage bandenspanning Dit systeem waarschuwt u voor een te lage bandenspanning of een lekke band. Dit gebeurt via sensoren die vanaf een snelheid van 28 km/uur regelmatig de staat van de wielen controleren. Controleer, ondanks dit systeem, regelmatig de bandenspanning.
  • Pagina 360 B a n d e n s p a n n i n g Adviezen - Aanbevelingen Om veilig te kunnen rijden is het uiterst belangrijk dat de bandenspanning altijd overeenkomt met de aanbevelingen van de autofabrikant. Controleer de spanning daarom regelmatig, bijvoorbeeld iedere maand, en systematisch voor elke lange rit.
  • Pagina 361 S L E P E N T A K E L E N Het slepen met opgelichte voor- of achterkant van de wagen of met de vering in de laagste hoogtestand is niet toegestaan. Slepen over de weg Advies : Zowel aan de voor- als achterzijde van de auto zijn sleepogen aangebracht.
  • Pagina 363 H o o f d s t u k V I A L G E M E N E G E G E V E N S Bladzijde Algemene gegevens Brandstofverbruikscijfers Afmetingen 163-164 Identificatie Trefwoordenregister...
  • Pagina 364 A l g e m e n e g e g e v e n s B e n z i n e B e r l i n e 1.8i 16V 2.0i 16V Type motor 1.8i 16V automaat Inhoud brandstoftank circa 66 liter Toegestane brandstof ONGELODE BENZINE RON 95 - RON 98...
  • Pagina 365 A l g e m e n e g e g e v e n s B e n z i n e B e r l i n e 2.0i 16V V6/24V 2.0 HPi V6/24V automaat automaat circa 66 liter Ongelode benzine RON 95 - RON 98 11,39 12,46...
  • Pagina 366 A l g e m e n e g e g e v e n s D I E S E L M O T O R B e r l i n e 2.0 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi 2.2 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi...
  • Pagina 367 A l g e m e n e g e g e v e n s B e n z i n e B r e a k 2.0i 16V V6/24V 1.8i 16V 2.0i 16V 2.0 HPi V6/24V automaat automaat circa 66 liter Ongelode benzine RON 95 - RON 98 12,46...
  • Pagina 368 A l g e m e n e g e g e v e n s D I E S E L M O T O R B r e a k 2.0 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi 2.2 HDi 2.0 HDi 2.0 HDi 2.2 HDi...
  • Pagina 369 A l g e m e n e g e g e v e n s D I E S E L M O T O R B r e a k Gewicht : zie typeplaatje automatische versnellingsbak (1) Het totaalgewicht van de ge- remde aanhanger mag maximaal 1500 kg bedragen, mits daarmee het totaal treingewicht niet wordt...
  • Pagina 370 B R A N D S T O F V E R B R U I K S C I J F E R S * ( i n l i t e r s / 1 0 0 k m , v o l g e n s E C E - n o r m ) Type...
  • Pagina 371 A F M E T I N G E N ( i n m e t e r s ) BERLINE BREAK 2,75 2,75 4,62 4,76 0,97 0,97 0,90 1,04 1,51 1,51 1,54 1,54 1,77 1,77 1,52 1,48 1,56* 2,10 2,10 * Met dakdragers...
  • Pagina 372 A F M E T I N G E N ( i n m e t e r s ) Berline Break 1,18 1,18 0,55 0,48 0,98 1,09 1,17 1,13 0,87 0,88 1,68 1,78 0,66 0,66 0,66 0,79...
  • Pagina 373 I D E N T I F I C A T I E A Typeplaatje Onder de achterbankzitting links. 1 : Nummer Europese type- goedkeuring 2 : VIN-nummer 3 : Totaal toelaatbaar gewicht 4 : Totaal treingewicht 5 : Maximumgewicht vooras 6 : Maximumgewicht op de ach- teras...
  • Pagina 374 A B C A B C T r e f w o o r d e n r e g i s t e r B Bediening verlichting ... 62 E Eco-Modus ........73 A B C Beschermnet (Break) ..... 31 Elektrische accessoires ....
  • Pagina 375 A B C A B C T r e f w o o r d e n r e g i s t e r K Kinderzitje ....22 24-X M Motorkap .......... 14 R Remblokken (controle) ....XVI Klep opbergvak ......30 Motorolie (inhoud) .......
  • Pagina 376 A B C A B C T r e f w o o r d e n r e g i s t e r S Stoelverwarming ......17-19 U Uitlaatgas ........XXI-XV W Waarschuwingsknipperlichten ..62 Stuurbekrachtiging ....114-122 Uitlezen chipkaart ......
  • Pagina 377 G e b r u i k s v o o r z o r g e n JUISTE RIJHOUDING AIRBAG AUTOGORDELS VIII - IX VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN VEILIGHEIDSADVIEZEN XIII XVII ACCU XVIII EXTRA ELEKTRISCHE ACCESSOIRES BANDEN KATALYSATOR INRIJDEN XXII VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE WINTER XXIII...
  • Pagina 378 J U I S T E R I J H O U D I N G * AFBEELDINGEN M.B.T. DE RIJHOUDING Goed Slecht (te dichtbij) Slecht (te veraf) ADVIEZEN VOOR DE JUISTE RIJHOUDING Verstellen van het stuur (zie «Verstellen van het stuur») Verstellen van de stoel (zie «Voorstoelen») Verstel het stuur zodanig dat uw ar- •...
  • Pagina 379 A i r b a g * Het systeem bevat: GEBIED VAN • De elektronica voor de controle-, de detectie en de ZIJDELINGSE werking zorgt ervoor dat de airbags, nodig om u te BOTSING beschermen, afgaan afhankelijk van de intensiteit en de invalshoek van de botsing.
  • Pagina 380 A i r b a g * Voorairbags De airbag dient gezien te worden als aanvulling op de autogordel. Hij treedt in werking bij een hevige frontale botsing. Doordat hij zich tussen de inzittende(n) voorin en het dashboard opblaast, wordt de klap voor hen bij het naar voren schieten door een botsing opge- vangen;...
  • Pagina 381 A i r b a g * Zijairbags voor Hoofdairbags Zij zijn zo geconstrueerd dat ze in geval van een hevige botsing van opzij aan de zijde van de botsing in werking treden. De zij- en hoofdairbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen aan de voor- zij- of achterkant van de auto en ook niet wanneer de auto over de kop slaat, omdat de airbag dan geen effect heeft.
  • Pagina 382 A i r b a g * Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de voor- Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de zijair- airbags: bags: • De autogordels moeten altijd worden gedragen. • De autogordels moeten altijd worden gedragen. • Plak of bevestig nooit iets op het midden van het stuur- •...
  • Pagina 383 A i r b a g * Waarschuwing Het afgaan van de airbag(s) gaat gepaard met het vrijkomen van een kleine hoeveelheid onschuldige rook en een ge- luid, beide als gevolg van de ontploffing van de in het systeem geïntegreerde pyrotechnische ontsteker. Deze rook is niet schadelijk, maar kan irritaties opwekken bij personen met gevoelige luchtwegen.
  • Pagina 384 VIII A U T O G O R D E L S * Autogordels met pyrotechnische gordelspanner en spanbegrenzing • De gordelspanners dienen ertoe de gordels strak te trekken waardoor de betreffende inzittende extra tegen de rugleuning van de voorstoel wordt gedrukt.
  • Pagina 385 A U T O G O R D E L S * De zitplaatsen voorin de auto zijn voorzien van in hoogte verstelbare autogordels met gordelspanner en spanbegrenzing. Op de achterbank vindt u drie 3- punts rolgordels met gordelkracht- begrenzers. De draagplicht van autogordels In hoogte verstellen van de gor- geldt voor alle inzittenden.
  • Pagina 386 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N * Groep 0+ : vanaf de geboorte tot 13 kg Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg Kleine kinderen zijn geen volwas- senen in miniatuur : tot ze een jaar Britax Babysure : dit zitje dient met de...
  • Pagina 387 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N * In Frankrijk geldende voorschriften De meeste landen hebben regels voor Meenemen van kinderen met betrekking tot het vervoeren het vervoeren van kinderen in de auto •...
  • Pagina 388 V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N België VOORIN ACHTERIN Houdt u zich voor wat de montage betreft stipt aan de Bevestigingssysteem, aangepast aan de voorschriften van de fabrikant van de bevestigingssys- Kinderen van 0...
  • Pagina 389 XIII V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * Adviezen - aanbevelingen Ter verhoging van het comfort, voor meer rijplezier en met het oog op uw veiligheid geven wij u, afgezien van de tips op de vo- rige bladzijden, graag de volgende aan- vullende adviezen.
  • Pagina 390 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * TE NEMEN VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ EEN INGREEP Voor elke ingreep onder de motorkap is een minimum aan voorzorgsmaatregelen vereist. Vóór en tijdens alle controles is voorzichtigheid geboden. - Laat de motor afkoelen en laat kinderen uitstappen.
  • Pagina 391 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * Accu (zie "Accu") Radiateur Als de twee accupolen via metaal met De koelvloeistof bereikt of overschrijdt onder normale omstandigheden de elkaar in contact komen of wanneer de 100°C.
  • Pagina 392 V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * ABS: dit systeem biedt u meer vei- Remblokken ligheid doordat het voorkomt dat De slijtage van de remblokken is af- de wielen geblokkeerd raken bij hankelijk van het gebruik van de hevig remmen of bij remmen op...
  • Pagina 393 XVII V E I L I G H E I D S A D V I E Z E N * Beladen van de auto Om de goede rij-eigenschappen van uw auto te behouden, is het verstandig volgende voor- zorgsmaatregelen in acht te ne- men: - kom nooit boven het maximum toelaatbaar gewicht uit,...
  • Pagina 394 XVIII A C C U * Voorzorgsmaatregelen Zorg dat de polen en klemmen schoon zijn. Als ze gecorrodeerd zijn, dient u ze los te nemen en schoon te maken. Neem de accupoolklemmen niet los met draaiende motor. Laad de accu niet op zolang beide accupoolklemmen niet zijn losgenomen.
  • Pagina 395 E X T R A E L E K T R I S C H E A C C E S S O I R E S LET OP: EXTRA ELEKTRISCHE ACCESSOIRES Het elektrisch/ electronische circuit van uw auto isniet zonder meer geschikt voor optionele voorzieningen.
  • Pagina 396 B A N D E N Controleer de banden regelmatig op: vroegtijdige slijtage, slijtplekken, bar- sten, scheurtjes, bulten, enz. Ook vreemde voorwerpen in de band kunnen inwendige beschadigingen veroorzaken. Met een juiste bandenspanning bereikt u: - een betere wegligging - een nauwkeurige en soepele besturing - een optimale benutting van de energie - een langere levensduur van de banden Houd u aan de door de fabrikant voorgeschreven bandenspanning.
  • Pagina 397 K A T A L Y S A T O R * Auto's met benzinemotor zijn uitge- Aangezien een onregelmatige werking van de motor de katalysator kan be- rust met een katalysator, die de schadigen, gelden de volgende dwingende adviezen: schadelijke bestanddelen in de uit- 1 - Houd u aan het in het onderhoudsboekje voorgeschreven onderhoud.
  • Pagina 398 XXII I n r i j d e n * Inrijden Indien u zich de eerste 1 500 km aan de volgende eenvoudige adviezen houdt, zult u later profiteren van de prestaties, het rijplezier en de lange levensduur die u van deze auto verwacht: - start en rijd soepel met matige motortoerentallen (indien uw auto is uitgerust met een toerenteller: 2/3 van het maxi- mum toerental).
  • Pagina 399 V O O R Z O R G S M A A T R E G E L E N XXIII V O O R W I N T E R * Ruitensproeiervloeistof Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid bij voorkeur de door CITROËN goedgekeurde produc- ten.
  • Pagina 400 XXIV T I P S V O O R Z U I N I G R I J D E N Rijd vloeiend Hierbij gelden de volgende eenvoudige regels: - Bij het starten is het niet nodig de motor stilstaand op te laten warmen. Rijd direct rustig weg en trek beheerst op.
  • Pagina 401 T I P S V O O R Z U I N I G R I J D E N Controle van de bandenspanning Controleer de bandenspanning minstens één keer in de twee maanden. Een te lage bandenspanning betekent een grotere rijweerstand, een hoger brandstofverbruik, verslechterde rijeigenschappen en een nadelig effect op de wegligging.
  • Pagina 402 XXVI T I P S V O O R Z U I N I G R I J D E N Spaar brandstof en voorkom milieuvervuiling Het brandstofverbruik van uw auto wordt niet alleen bepaald door het ontwerp en de techniek van de auto, maar ook door uzelf.
  • Pagina 403 XXVII R E C Y C L I N G M I L I E U Voor een betere bescherming van het milieu moet in het jaar 2002 per auto het niet-recyclebare deel minder dan 15% van het totaalgewicht bedragen en onder het gewicht van 200 kg blijven. In deze auto is geen asbest, cadmium of een niet-toegestaan koudemiddel toegepast.
  • Pagina 404 XXVIII O N D E R H O U D C A R R O S S E R I E Wrijf nooit over een droge carros- Uitwerpselen van vogels, verpletterde insecten, evenals boomhars kunnen serie. de lak in ernstige mate aantasten en moeten daarom zo snel mogelijk wor- den verwijderd.
  • Pagina 405 XXIX O N D E R H O U D C A R R O S S E R I E Onderhoud van de lak Na het wassen met autoshampoo of wanneer vocht op de carrosserie niet meer automatisch wordt omgezet in water- druppels, dient de auto in de was gezet te worden.
  • Pagina 406 O N D E R H O U D I N T E R I E U R - Kunststof delen: Advies Stof deze eerst af en gebruik ver- volgens een interieurreiniger van Het beste resultaat bij het onderhoud van zowel het interieur als de buiten- CITROËN.
  • Pagina 407 XXXI C I T R O Ë N p r e f e r e e r t T O T A L De onderzoeken die permanent plaatsvinden naar een grotere betrouwbaarheid van auto's resulteren voortdurend in nieuwe ontwikkelingen. Autofabrikanten en oliemaatschappijen worden daardoor genoodzaakt zo nauw mogelijk sa- men te werken.
  • Pagina 408 XXXII CITROËN NEDERLAND BV Postbus 75895 1070 AW AMSTERDAM Bezoekadres: Stadionplein 26-30 1076 CM AMSTERDAM Tel.: 020-5701911 Fax 020-5701308 CITROËN BELUX S. A . - N . V . IJzerplein 7 1000 BRUSSEL BELGIË T e l . 02/206.06.11 F a x 02/201.50.42 CITROËN behoudt zich het recht voor wijzigingen in haar modellen door te voeren, zonder dat daarvan in het instructieboekje melding wordt gemaakt.