Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd 1
C3P-2006-01_FRA_indexe.indd 1
BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd 1
C3P-2006-01_FRA_indexe.indd 1
CITROËN C3 Pluriel
INSTRUCTIEBOEKJE
26/04/2006 14:21:09
14/04/2006 09:39:55
26/04/2006 14:21:09
14/04/2006 09:39:55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor CITROEN C3 Pluriel 2006

  • Pagina 1 CITROËN C3 Pluriel INSTRUCTIEBOEKJE C3P-2006-01_FRA_indexe.indd 1 C3P-2006-01_FRA_indexe.indd 1 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd 1 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd 1 14/04/2006 09:39:55 14/04/2006 09:39:55 26/04/2006 14:21:09 26/04/2006 14:21:09...
  • Pagina 2 CITROËN prefereert Een samenwerking die staat voor innovatie CITROËN en TOTAL, al 35 jaar parnters, ontwikkelen in nauwe samenwerking motoren en smeermiddelen met de meest geavanceerde technieken. Specifieke motorolie De onderzoeksteams van CITROËN en TOTAL werken samen om u de beste technologische combinatie te kunnen bieden op het gebied van motoren en smeermiddelen.
  • Pagina 3 Dit instructieboekje gaat over zowel de standaard als de extra uitrustingen met de corresponderende oorspronkelijke technische gegevens. Het uitrustingsniveau van uw auto hangt af van de uitvoering, de gekozen extra’s en het verkoopland van uw auto. Bepaalde in dit instructieboekje genoemde uitrustingen kunnen pas in de loop van het jaar beschikbaar zijn.
  • Pagina 4 A42-NL-1005/1 Édition 05/2006 C3P-2006-01_FRA_indexe.indd 4 C3P-2006-01_FRA_indexe.indd 4 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd 4 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd 4 14/04/2006 09:40:06 14/04/2006 09:40:06 26/04/2006 14:21:45 26/04/2006 14:21:45...
  • Pagina 5 Bedankt voor uw keuze en gefeliciteerd. Lees dit boekje goed door voordat u gaat rijden. Het bevat alle informatie over het besturen van deze auto en over de uitrusting, evenals belangrijke aanbevelingen. Verder vindt u in dit boekje gebruiksvoorzorgen, informatie over het reguliere onderhoud en tips voor het onderhouden van uw auto, teneinde de veiligheid en betrouwbaarheid van uw nieuwe CITROËN te behouden.
  • Pagina 6: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk I BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING Bestuurdersplaats ........................ 6-7 Instrumentenpaneel ......................8-9 Controlelampjes ....................... 10-11 Ruitenwissers ........................12-13 Signalering ........................14 16 Instellingen bestuurdersplaats ....................17 Voorstoelen ........................18-19 Spiegels ........................... 20 Ruiten ............................21 Snelheidsregelaar ......................22-23 Snelheidsbegrenzer ......................24-25 Ventilatie - Verwarming - Handbediende airconditioning ........26-27 Automatische airconditioning .....................
  • Pagina 7 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk II BESTUREN Afstandsbediening ......................31-32 Sleutel ............................33 Codekaartje ..........................34 Alarminstallatie ........................ 35-36 Stuurslot – Contact – Startmotor ..................37 Rijden ............................38 Instrumentenpaneel ......................39 Onderhoudsintervalindicator ....................40 Dashboardverlichting - Black panel ...................41 Multifunctionele displays ..................... 42 47 Boordcomputer ......................
  • Pagina 8 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk III COMFORT Openen en sluiten - Automatische vergrendeling tijdens het rijden ......61 Ventilatie - Verwarming ....................62-63 Handbediende airconditioning ................... 64 Automatische airconditioning ..................65 67 Achterzitplaatsen ........................68 Airbags ............................ 69 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ................70 Binnenverlichting ........................71 Comfort in de auto ......................
  • Pagina 9 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk V ONDERHOUD Openen van de motorkap ....................95 Niveaus ........................96-100-101 Benzinemotor ........................97-98 Dieselmotor ..........................99 Brandstoftoevoersysteem van de dieselmotor ............. 102 Inhoud ............................ 103 Zekeringen ........................104 107 12-volts accu ........................108 Hoofdstuk VI PRAKTISCHE ADVIEZEN Brandstof tanken ......................... 109 Lampen vervangen ....................
  • Pagina 10: Bestuurdersplaats

    BESTUURDERSPLAATS C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:6 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:6 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:6 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:6 25/04/2006 09:38:39 25/04/2006 09:38:39 26/04/2006 14:21:45 26/04/2006 14:21:45...
  • Pagina 11 BESTUURDERSPLAATS 1 Ontwasemingsrooster. 11 Alarmknipperlichten. 22 Versnellingspook. 2 Bediening: 23 Ruitbediening achterin. • Verlichting. 12 Centrale ventilatieroosters. • Richtingaanwijzers. 24 Verwijderbare asbak. • Mistlampen voor. 13 Luidspreker (Tweeter). 25 Parkeerrem. • Mistachterlichten. 3 Schakelflippers op de stuurkolom 14 Zijventilatierooster. 26 Aansteker 12-volts stopcontact (SensoDrive versnellingsbak).
  • Pagina 12: Instrumentenpaneel

    INSTRUMENTENPANEEL UITVOERINGEN BENZINE EN SPORT Uitvoering Sport C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:8 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:8 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:8 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:8 25/04/2006 09:41:07 25/04/2006 09:41:07 26/04/2006 14:21:45 26/04/2006 14:21:45...
  • Pagina 13 INSTRUMENTENPANEEL DIESELMOTOREN Bediening: Display Sensodrive versnellingsbak H. Weergave signaleringen Regelbare weerstand verlichting Bediening: I. Snelheidsmeter Rijden in het donker (Black panel) Dagkilometerteller resetten J. Weergave: Onderhoudsintervalindicator Weergave: Brandstofmeter Snelheidsregelaar/-begrenzer Oliepeilmeter Toerenteller Voor de inrijperiode: zie 'Inrijden'. Dagkilometerteller Totaalkilometerteller Rood gebied van de toerenteller, om u Boordcomputer te waarschuwen dat u in een hogere versnelling moet schakelen.
  • Pagina 14: Controlelampjes

    CONTROLELAMPJES Het oplichten van een controlelampje kan vergezeld gaan van een bericht en/of een geluidsignaal Motoroliedruk Wa a rs ch u w i n g s l a m p j e SERVICE handrem, remvloeistofni- Dit licht enkele seconden op bij Dit controlelampje blijft bran- veau en storing remdruk- elke keer dat u het contact aan-...
  • Pagina 15 CONTROLELAMPJES ESP/ASR Uitschakelen passagiers- Voet op rem (SensoDrive airbag versnellingsbak) Dit licht enkele seconden op bij elke keer dat u het contact aan- zie "Airbags". Het knipperen van dit lampje op zet. instrumentenpaneel duidt Het lampje wordt tijdens het star- erop dat u het rempedaal in moet trappen Dit lampje knippert op momenten dat het ten kort getest.
  • Pagina 16: Ruitenwissers Vóór

    RUITENWISSERS Stand : de wissnelheid is afhankelijk van de rijsnelheid. Stand 1 en 2: als de auto stilstaat, wordt de wissnelheid automatisch verminderd. Om veiligheidsredenen worden de ruitenwissers stilgezet, zodra u het contact afzet. Na aanzetten van het contact kunt u de ruitenwissers als volgt weer activeren: Keer terug naar stand 0.
  • Pagina 17: Vervangen Van De Ruitenwisserbladen

    RUITENWISSERS Vervangen van de ruitenwisser- bladen Om de wisserbladen te kunnen vervangen, moet u de wisserarmen in de onderhouds- stand zetten. Dat doet u door het contact uit te zetten en dan binnen een minuut de ruitenwissers aan te zetten. De ruitenwis- sers gaan dan rechtop staan.
  • Pagina 18: Signalering

    SIGNALERING Geluidssignaal vergeten verlich- ting De zoemer is te horen als u na het afzet- ten van het contact het bestuurdersportier opent terwijl de verlichting nog brandt. Het geluid stopt bij het sluiten van het por- tier, het uitschakelen van de verlichting of het weer aanzetten van het contact.
  • Pagina 19 SIGNALERING Bediening van de verlichting "Follow me home"-verlichting Met deze functie kunt u het dimlicht van de auto inschakelen om in het donker uw weg te kunnen vinden. Inschakelen van deze functie: Alle lichten UIT • Handmatig, door de verlichtingsscha- kelaar naar u toe te trekken bij afgezet contact.
  • Pagina 20 SIGNALERING Mistlichten voor en achter (ring C) Schakel het dim-/grootlicht in. Draai de ring C van u af. Mistlampen vóór aan Mistachterlichten (Ring B) Schakel het dim-/grootlicht in. Draai de ring C van u af. Draai de ring B van u af. Mistlampen vóór en achter aan Uitschakelen één stand van u af draaien: mistlampen uit.
  • Pagina 21: Stuurwiel Verstellen

    INSTELLINGEN BESTUURDERSPLAATS Stuurwiel verstellen Koplampen verstellen U kunt het stuurwiel in hoogte en diepte Het is raadzaam de reikwijdte van de licht- verstellen. bundel van de koplampen aan te passen aan de belading van de auto. Zet, als de auto stilstaat, eerst de stoel in de gewenste stand en stel pas daarna het Verdraai hiertoe de knop op het dashboard, stuur af.
  • Pagina 22: Voorstoelen

    VOORSTOELEN C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:18 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:18 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:18 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:18 25/04/2006 09:41:35 25/04/2006 09:41:35 26/04/2006 14:21:47 26/04/2006 14:21:47...
  • Pagina 23: Hoger Zetten Of Kantelen Van Het Zitgedeelte

    VOORSTOELEN Met de hand te bedienen functies Hoofdsteun Voor het verstellen van de hoofdsteun trekt u deze naar voren en schuift u hem tegelijkertijd omhoog of omlaag. De hoofdsteun is correct ingesteld als de bovenkant van de steun en de bovenkant van het hoofd zich op gelijke hoogte bevinden.
  • Pagina 24: Spiegels

    SPIEGELS Binnenspiegel Elektrisch bediende buitenspie- Inklappen van de buitenspiegels gels Met het palletje aan de onderkant kunt u de Als u de auto parkeert, kunt u de buiten- spiegel verstellen in een van de twee moge- spiegels handmatig of elektrisch inklappen. Uw auto is uitgerust met elektrisch bediende lijke standen: buitenspiegels.
  • Pagina 25: Ruitbediening Voorin

    RUITEN Ruitbediening achterin Uitschakelen van ruitbediening achter Met een speciale schakelaar kunt u de Elektrische bediening bediening van de achterportierruiten uit- Ruitbediening voorin Druk de schakelaar in om de ruit te openen schakelen. Openen van de ruit: als u de schakelaar of te sluiten en laat de schakelaar los als de tot het eerste drukpunt indrukt, zal de ruit ruit in de gewenste stand staat.
  • Pagina 26: Snelheidsregelaar

    SNELHEIDSREGELAAR Deze voorziening stelt u in staat om constant met een door u ingestelde snelheid te rijden zonder het gaspedaal aan te raken. U kunt deze voorziening gebruiken vanaf een minimumsnelheid van circa 40 km per uur en uitsluitend in de twee hoogste versnellingen. De bediening A van de snelheidsregelaar bevindt zich onder de bedieningsorganen van de verlichting en de signalering.
  • Pagina 27: De Kruissnelheid Tijdelijk Overschrijden

    SNELHEIDSREGELAAR De kruissnelheid tijdelijk overschrijden Snelheidsregelaar opnieuw inschakelen • Door de laatst opgeslagen kruissnelheid op te roepen: Tijdens het gebruik van de snelheidsregelaar kunt u door het gaspedaal in te trappen op elk willekeurig moment de ingestelde snelheid overschrijden Druk, nadat de snelheidsregelaar is uitgeschakeld, op de toets 3. (bijvoorbeeld om in te halen).
  • Pagina 28: Selecteren Van De Functie

    SNELHEIDSBEGRENZER Met behulp van dit systeem kunt u zelf een maximumsnelheid instellen. Deze snelheid moet wel hoger zijn dan 30. De bediening A van de snelheidsbegrenzer bevindt zich onder de lichtschakelaar. Opmerking: informatie met betrekking tot de snelheidsbegrenzer wordt weergegeven op het display van instrumentenpaneel B.
  • Pagina 29: Uitschakelen Van De Snelheidsbegrenzer

    SNELHEIDSBEGRENZER Uitschakelen van de snelheidsbegrenzer Druk op de toets 3 op het uiteinde van de bediening A. De aanduiding "OFF" verschijnt op het instrumentenpaneel. De ingestelde snelheid blijft in het geheugen en wordt nog steeds op het display aangegeven. Maximumsnelheid tijdelijk overschrijden Het is op elk moment mogelijk de ingestelde maximumsnelheid te overschrijden, door het gaspedaal volledig in te trappen.
  • Pagina 30: Ventilatie - Verwarming - Handbediende Airconditioning

    VENTILATIE - VERWARMING - HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING 1. Luchtverdeling HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING Luchtstroom recht van voren (Ventilatieroosters open) Luchtstroom naar de voeten bij de voor- en achterzitplaatsen (Ventilatieroosters gesloten) Luchtstroom naar de voeten, de voorruit en de portierruiten Luchtstroom gericht naar de voorruit en de portierruiten Ontwaseming - Ontdooiing U kunt de verdeling van de aangejaagde lucht naar wens wijzigen door de VENTILATIE - VERWARMING...
  • Pagina 31 VENTILATIE - VERWARMING - HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING Voor een juist gebruik van de klimaatregeling, adviseren wij u onderstaand schema aan te houden: Gewenste instelling… Bediening 1 Bediening 4 Bediening 3 Bediening 5 Bediening 2 Eerst maximaal koud Eerst maximaal en Koud en dan naar wens dan naar wens instel- instellen...
  • Pagina 32: Automatische Airconditioning

    AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING Bedieningspaneel Wanneer de airconditioning permanent in de automa- tische stand staat, zorgt deze voor een aangename atmosfeer in de auto, ongeacht de weersomstandighe- den (druk hiertoe op de toets “AUTO”). Als de airconditioning niet is ingeschakeld, kan de tem- peratuur in de auto nooit lager worden dan de buiten- temperatuur.
  • Pagina 33: Displays

    DISPLAYS Display A Klokje Om de tijd in te stellen, drukt u op de bedie- ning 1 voor het instellen van de uren en op de bediening 2 voor het instellen van de minuten. Display C C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:29 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:29 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:29 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:29 25/04/2006 09:42:01...
  • Pagina 34 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:30 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:30 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:30 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:30 25/04/2006 09:42:03 25/04/2006 09:42:03 26/04/2006 14:21:48 26/04/2006 14:21:48...
  • Pagina 35: Afstandsbediening

    AFSTANDSBEDIENING Centraal ontgrendelen Wanneer u kort op de bediening B drukt, wordt de auto ontgrendeld. Dit wordt zichtbaar gemaakt door het knipperen van de richtingaanwijzers en het branden van de binnenverlichting (mits ingeschakeld). Ook klappen dan de buitenspiegels uit. Centrale vergrendeling – Supervergrendeling Druk kort op de toets A om de auto te vergrendelen.
  • Pagina 36 AFSTANDSBEDIENING Lege batterij afstandsbediening Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, verschijnt er een bericht op het display en klinkt er een geluidsignaal. Bovendien gaat het controlelampje SERVICE branden. Vervangen van de batterij van de afstandsbediening Verwijder eventueel eerst de sleutelhanger. Klik de afstandsbediening van achteren open (zie afbeelding).
  • Pagina 37: Sleutel Met Elektronische Startblokkering

    SLEUTEL Centrale vergrendeling met de sleutel Met de sleutel kan de auto centraal vergrendeld worden. Supervergrendeling: centrale vergrendeling met de sleutel Door meteen na het vergrendelen de sleutel nog een keer in het slot te verdraaien, wordt de supervergrendeling ingeschakeld. Het openen van de portieren van binnenuit of van buitenaf is nu niet meer mogelijk.
  • Pagina 38: Codekaartje

    CODEKAARTJE Als de auto van eigenaar wisselt, is het absoluut noodzakelijk dat het codekaartje aan de nieuwe eigenaar wordt gegeven. Bewaar dit kaartje op een veilige plaats. Laat dit kaartje nooit in de auto liggen. Bij uw auto hoort een kaartje met vertrou- Advies welijke gegevens.
  • Pagina 39: Alarminstallatie

    ALARMINSTALLATIE Het alarm met behulp van de afstandsbediening uitschakelen Ontgrendel de auto door op de toets B van de afstandsbediening te drukken. De slui- merstand - en daarmee het alarm - wordt uitgeschakeld. Het alarm met behulp van de sleu- tel uitschakelen Ontgrendel de portieren met de sleutel.
  • Pagina 40: Inschakelen Van Het Alarm

    ALARMINSTALLATIE Inschakelen van het alarm Uitschakelen van de interieurbeveiliging Controleer eerst of alle portieren, de achterklep en het schuifdak Het is mogelijk het alarm te gebruiken met alleen de uitwendige goed gesloten zijn. beveiliging, dus zonder interieurbeveiliging (wanneer u bijvoorbeeld een hond in de auto achterlaat).
  • Pagina 41: Stuurslot - Contact - Startmotor

    STUURSLOT - CONTACT - STARTMOTOR Afhankelijk van de uitvoering van de auto D: Starten worden de volgende lampjes nu getest: Laat de sleutel los zodra de motor is aan- • Kort branden: geslagen. Gebruik deze stand nooit als de motor draait. Starten en stoppen van de motor: Zie "Starten".
  • Pagina 42: Rijden

    RIJDEN Handgeschakelde versnellings- SensoDrive versnellingsbak Advies Controleer of de stand N is ingescha- keld. Alvorens u de motor start, dient u zich Auto's met turbomotor ervan te vergewissen dat de versnel- Houd het rempedaal ingetrapt. Laat de motor voor het afzetten altijd een lingshendel in de vrijstand staat.
  • Pagina 43: Dagkilometerteller Resetten

    INSTRUMENTENPANEEL Oliepeilmeter Wanneer het contact wordt aanzet, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden verlicht. Vervolgens wordt gedurende enkele seconden het motorolieniveau aangegeven. Zie: "Onderhoudsintervalindicator". Een verkeerd oliepeil kan leiden tot ernstige motorschade. De weergave "OIL OK" duidt op een normale werking. Weergave Bij het openen van het bestuurdersportier Het knipperen van "OIL"...
  • Pagina 44: Onderhoudsintervalindicator

    ONDERHOUDSINTERVALINDICATOR Deze indicator informeert u wanneer de volgende voorgeschreven onderhoudsbeurt dient plaats te vinden. De informatie wordt bepaald op basis van de volgende twee factoren: het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt. Werking Als het aantal kilometers tot de Als de kilometerstand voor de eerstvolgende onderhoudsbeurt onderhoudsbeurt is overschre-...
  • Pagina 45: Dashboardverlichting - Black Panel

    DASHBOARDVERLICHTING – BLACK PANEL Rijden in het donker • Wanneer u de eerste keer op de bedie- ning D "DARK" drukt, dan schakelt u het display in een sluimerstand. Bovenin het display wordt dan alleen de tijd en de temperatuur weergegeven. •...
  • Pagina 46: Bediening

    MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY DISPLAY A Het is raadzaam niet de instellingen van het scherm te wijzigen terwijl u rijdt. 1. Tijd. • Radio-CD (Zie instructieboekje autora- 2. Datum - Weergavedeel. dio-CD). 3. Buitentemperatuur. • Configuratie auto, waarmee u de vol- Als de buitentemperatuur tussen -3 en Bediening gende functies in- of uit- kunt schake- +3 °C ligt en er kans op ijzel is, knippert de...
  • Pagina 47: Persoonlijke Instellingen In- En Uitschakelen Van De "Follow Me Home "-Verlichting

    MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY DISPLAY A In- en uitschakelen automatische ver- lichting: • Druk op toets A. Persoonlijke instellingen • Kies met behulp van B het submenu In- en uitschakelen van de "Follow me om uw auto te voorzien van persoon- home "-verlichting: lijke instellingen of om uw auto te con- •...
  • Pagina 48 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY DISPLAY A Taalinstelling: • Druk op toets A. • Selecteer met behulp van B het sub- menu "Taal". Bevestig uw keuze door op C te drukken. • Druk op E om de door uw gewenste taal te kiezen. •...
  • Pagina 49 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY DISPLAY C Persoonlijke instellingen: acti- veren/uitschakelen: • Follow-me-home-verlichting. • Automatische verlichting. Kiezen: • Lichtsterkte, tijd, datum en eenheden. • De gebruikte taal. Het is raadzaam niet de instellingen van het scherm te wijzigen terwijl u rijdt. 1. Tijd. Hoofdmenu 2.
  • Pagina 50 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY DISPLAY C Boordcomputer • Door nu op knop C te drukken kunt u via aanvinken de verlichting in- en uit- Invoeren van de af te leggen afstand: schakelen. Kies na het inschakelen de • Druk op toets A. tijdsduur door op C te drukken, met B •...
  • Pagina 51: Multifunctionele Displays

    MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY DISPLAY C Datum en tijd instellen: Kiezen van de eenheden: • Druk op toets A. • Druk op toets A. • Kies met knop B het icoon "Persoon- • Kies met knop B het icoon "Persoon- lijke instellingen" en bevestig uw keuze lijke instellingen"...
  • Pagina 52: Instrumentenpaneel (Voor Uitvoering Met Digitaal Klokje)

    BOORDCOMPUTER Druk stapsgewijs op het uiteinde van de Instrumentenpaneel (voor uitvoe- Display A ruitenwisserschakelaar om de gewenste ring met digitaal klokje) De boordcomputer geeft 5 typen informatie informatie van de autoradio op het display weer: De boordcomputer geeft vier typen informa- zichtbaar te maken.
  • Pagina 53 BOORDCOMPUTER Display C De boordcomputer geeft direct toegang tot de volgende 3 typen informatie: • De actieradius. • Het brandstofverbruik van het moment. • De nog af te leggen afstand. De boordcomputer geeft eveneens toegang tot 3 typen informatie voor de 2 trajecten 1 en 2: •...
  • Pagina 54: Boordcomputer

    BOORDCOMPUTER Instrumen- Displayuitvoering Displayuitvoering C tenpaneel Actieradius Dit is het aantal kilometers dat nog kan worden afgelegd met de resterende hoeveelheid brandstof in de tank. Als de nog af te leggen afstand minder is dan circa 25 km, worden slechts drie streepjes weergegeven. Gemiddeld verbruik Dit is het gemiddeld brandstofverbuik over de afgelegde afstand sinds de laatste keer dat de boordcomputer op nul...
  • Pagina 55: Handgeschakelde Versnellingsbak

    HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Achteruit Schakel nooit in de achteruitversnelling als de auto (nog) niet geheel stilstaat. Schakel rustig om "kraken" tijdens het scha- kelen te voorkomen. Versnellingspook van de handge- schakelde versnellingsbak. C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:51 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:51 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:51 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:51 25/04/2006 09:42:37 25/04/2006 09:42:37 26/04/2006 14:21:51 26/04/2006 14:21:51...
  • Pagina 56 SENSODRIVE VERSNELLINGSBAK ALGEMEEN Met de 5-traps Sensodrive-versnellingsbak kunt u kiezen uit twee manieren van scha- Weergave op het display kelen: • De ingeschakelde stand en de signa- • Automatisch. lering "AUTO" verschijnt op het instru- mentenpaneel, ook bij afgezet contact, •...
  • Pagina 57 SENSODRIVE VERSNELLINGSBAK ALGEMEEN Gebruik van de SensoDrive versnellingsbak Neutraal Selecteer niet deze stand als de auto rijdt, zelfs niet voor een kort moment. Achteruit Schakelen in de achteruit R: Het is alleen mogelijk om in de achteruitversnelling te schakelen met de selectiehendel. Schakel uitsluitend in de achteruitversnelling R als de auto volledig tot stilstand is Wegrijden gekomen;...
  • Pagina 58 SENSODRIVE VERSNELLINGSBAK ALGEMEEN Stilstaande auto met draaiende motor Wanneer de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat, schakelt de versnellingsbak automatisch in de vrijstand. Zet de motor af Voordat u de motor afzet kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: •...
  • Pagina 59: Kiezen Van Automatisch Schakelen

    SENSODRIVE VERSNELLINGSBAK AUTOMATISCHE STAND De versnellingsbak kiest steeds de stand die het best past bij de volgende factoren: • rijstijl. • wegdek. • belading van de auto. Tijdelijk handmatig schakelen Wanneer de versnellingsbak in de stand voor automatisch schakelen staat en u de flippers "+"...
  • Pagina 60: Sensodrive Versnellingsbak

    SENSODRIVE VERSNELLINGSBAK HANDMATIGE WERKING • Het schakelen van de ene versnelling in de andere is alleen mogelijk als het toerental dat toestaat. • Zodra de motor het maximumtoeren- tal bereikt en de omstandigheden het toelaten, schakelt het systeem automa- tisch in een hogere versnelling. Resetten In de volgende gevallen moet de Senso- Drive versnellingsbak gereïnitialiseerd wor-...
  • Pagina 61: Parkeerrem - Abs-Systeem

    REMMEN Parkeerrem Trek de handrem aan wanneer u de auto parkeert. Trek hem extra stevig aan als u de auto op een helling parkeert. Om het aantrekken van de handrem te vergemakkelijken, wordt geadviseerd gelijktijdig het rempe- daal in te trappen. Schakel onder alle omstandigheden als voorzorgsmaatregel de eerste versnelling in.
  • Pagina 62: Abs Antiblokkeersysteem

    REMMEN ABS Antiblokkeersysteem Het ABS vergroot de veiligheid en voorkomt het blokkeren van de wielen bij een noodstop en op een wegdek dat weinig grip biedt. Zo blijft de auto onder alle omstandigheden bestuurbaar. Alle belangrijke onderdelen van het systeem worden voor en tijdens het rijden door een elektronisch systeem gecontroleerd. Bij het aanzetten van het contact gaat het ABS-controlelampje even branden.
  • Pagina 63: Dynamische Stabiliteitscontrole (Esp)

    DYNAMISCHE STABILITEITSCONTROLE (ESP) Dit systeem werkt in combinatie met het ABS en is tevens een aanvulling op het ABS. Als er een verschil ontstaat tussen de koers van de auto en de koers zoals die door de bestuurder gewenst is, grijpt het ESP automatisch in door een of meer wielen af te remmen en het motorkoppel te vermin- deren, om ervoor te zorgen dat de auto in het juiste spoor blijft.
  • Pagina 64: Waarschuwing Snelheidsoverschrijding

    WAARSCHUWING SNELHEIDSOVERSCHRIJDING Waarschuwing snelheidsoverschrijding Bewaking van een ingestelde maximumsnelheid. Druk kort op de bediening E om deze functie te activeren (het controlelampje brandt). Om een gewenste waarschuwingssnelheid te programmeren of te wijzigen drukt u, zodra u deze snelheid heeft bereikt, enige seconden op de bediening E (op het middenpaneel van het dashboard) tot u een bevestigingsgong hoort.
  • Pagina 65: Openen En Sluiten Automatische Vergrendeling Tijdens Het Rijden

    OPENEN EN SLUITEN AUTOMATISCHE VERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN Vergrendelen van binnenuit Als alle portieren goed gesloten zijn, kunt u met behulp van de schakelaar A de auto centraal vergrendelen en ontgrendelen. Het openen van de portieren van binnenuit blijft altijd mogelijk. Als een van de portieren, de achterruit of de achteklep open staat of niet goed dicht zit, vindt de centrale vergendeling niet plaats.
  • Pagina 66: Ventilatie - Verwarming

    VENTILATIE - VERWARMING Let op: de automatische regeling komt tot stand via een temperatuursonde op het dashboard (zie A); dek deze nimmer af. C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:62 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:62 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:62 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:62 25/04/2006 09:42:50 25/04/2006 09:42:50 26/04/2006 14:21:53 26/04/2006 14:21:53...
  • Pagina 67 VENTILATIE - VERWARMING Luchttoevoer Airconditioning Let erop dat het luchtinlaatrooster onder de voorruit niet verstopt Ook in koude seizoenen is het gebruik van de airconditioning nut- raakt (dorre bladeren, sneeuw enz.). tig. Het systeem onttrekt vocht uit de lucht en voorkomt daarmee het beslaan van de ruiten.
  • Pagina 68: Handbediende Airconditioning

    HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING Airconditioning De airco-installatie werkt alleen bij draai- ende motor. Druk op de toets op het bedieningspaneel. Lampje aan = systeem in werking Voor een doeltreffende werking van de airconditioning moeten alle ramen gesloten zijn. Zet de bediening van de aanjagerknop 3 niet op "0", omdat de lucht anders niet gekoeld kan worden.
  • Pagina 69: Automatische Airconditioning

    AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING 2. Display 3. Temperatuurregeling De gewenste temperatuur kan met behulp van de druktoetsen wor- den ingesteld: 1. Automatische werking Verlagen van de temperatuur. Dit is de normale stand voor het gebruik van het Verhogen van de temperatuur. systeem. Stel de temperatuur in op ongeveer 22°C voor een optimaal comfort.
  • Pagina 70: Handmatige Bediening Van Bepaalde Functies

    AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING Handmatige bediening van bepaalde functies Het is mogelijk om een of meer functies handmatig te bedienen, terwijl de automatische werking van de overige functies gehandhaafd blijft. Het lampje "AUTO" zal in dat geval doven. 4. Airconditioning 6. Luchtverdeling Druk op de toets op het bedieningspaneel.
  • Pagina 71: Systeem Uitschakelen

    AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING 7. Luchthoeveelheid 8. Ontwaseming - Ontdooiing Regeling van de aanjagersnelheid. Druk op de Tijdens de werking brandt het lampje en wordt het toets : symbooltje weergegeven op het display. Wanneer u deze toets bedient, schakelt u de func- tie voor het snel ontdooien van de voorruit en de zijruiten in.
  • Pagina 72: Achterzitplaatsen

    ACHTERZITPLAATSEN Neerklapbare rugleuning De rugleuning van de achterbank is in zijn geheel of in delen neerklapbaar. Schuif de voorstoel eerst helemaal of half naar voren. Gebruik daarvoor de beugel 4. Zie "Voor- stoelen". Bedien de hendel A aan de achterzijde van de rugleuning.
  • Pagina 73: Uitschakelen Passagiersairbag

    AIRBAGS Uitschakelen passagiersairbag Als u op de voorstoel een kinderzitje met de rugleuning in de rijrichting wilt gebruiken, moet u de passagiersairbag voorin uitschakelen. Dat gaat als volgt: • Zet het contact uit en steek de sleutel in de schakelaar A. •...
  • Pagina 74: Veiligheidsvoorzieningen Voor Kinderen

    VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN gordel, Top Tether genoemd, is niet noodzakelijk. Wanneer u een RÖMER Duo ISOFIX-zitje achterin monteert, moet u de betreffende voorstoel zo verstellen dat de voeten van het kind de rugleuning van deze stoel niet raken. Dit type kinderzitje kunt u ook op zitplaatsen monteren waar geen ISOFIX-verankeringspunten aanwezig zijn.
  • Pagina 75: Plafonniers

    BINNENVERLICHTING 1. Plafonniers Verplaats de bediening 1 in de 3 volgende standen. In deze stand gaat de plafondverlichting branden bij het openen van een portier of de achterklep. In deze stand is de plafondverlichting uitgeschakeld en permanent gedoofd. De leesspots zijn uitgeschakeld. In deze stand brandt de verlichting permanent.
  • Pagina 76: Comfort In De Auto

    COMFORT IN DE AUTO Onderste dashboardkastje Bergvakken in de middenconsole ventilatie voor Openen: trek aan de greep en laat het klepje zakken. Het dashboardkastje is voorzien van een afsluitbaar ventilatiekanaal. Hieruit stroomt dezelfde gekoelde lucht als uit de ventilatierosoters. Het dashboardkastje heeft een opbergvoor- ziening voor de boorddocumentatie.
  • Pagina 77 COMFORT IN DE AUTO Bergruimte/cd-speler Opbergvakken in de voorportieren In dit bergvak past een fles van anderhalve liter. C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:73 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:73 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:73 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:73 25/04/2006 09:43:06 25/04/2006 09:43:06 26/04/2006 14:21:54 26/04/2006 14:21:54...
  • Pagina 78: Zonnekleppen

    COMFORT IN DE AUTO Zonnekleppen Aansteker Klap de zonneklep neer om te voorkomen De sigarenaansteker werkt zodra het con- dat u verblind wordt door de zon. Schijnt tact wordt aangezet. de zon van opzij via de portierruiten naar Druk op de knop en wacht tot de aansteker binnen, maak dan de zonneklep bij de bin- naar buiten komt.
  • Pagina 79 BAGAGERUIMTE Toegang tot de kofferruimte: Sluiten achterklep of achterruit: • Open de achterklepruit 1 door op de bediening A te drukken, boven de letter R van het Sluit eerst de achterklep 2. merk CITROËN. Sluit vervolgens de achterruit 1 op de ach- De aan de achterklepruit bevestigde hoedenplank klapt automatisch met het openen van de terklep 2.
  • Pagina 80 BAGAGERUIMTE Sjorogen Gebruik de vier sjorogen tegen de zijkanten van de bagageruimte om uw bagage veilig vast te zetten. Plaats zware spullen zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte. Vloerplaat De vloerplaat bestaat uit twee uitneembare delen (A en B) waardoor de bagageruimte in ver- schillende compartimenten kan worden opgedeeld.
  • Pagina 81: Verwijderen

    BAGAGERUIMTE Verwijderen Bergvakken Terugplaatsen Als u deel B wilt verwijderen trekt u gewoon Om deel (A tegen de rugleuningen van de Plaats deel A altijd het eerste terug, en aan de beide handgrepen aan de zijkan- achterstoelen te plaatsen, ontgrendelt u de daarna deel B.
  • Pagina 82 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:78 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:78 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:78 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:78 25/04/2006 09:43:14 25/04/2006 09:43:14 26/04/2006 14:21:54 26/04/2006 14:21:54...
  • Pagina 83: Configuraties

    CONFIGURATIES Berline Cabriolet Spider C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:79 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:79 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:79 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:79 25/04/2006 09:43:14 25/04/2006 09:43:14 26/04/2006 14:21:55 26/04/2006 14:21:55...
  • Pagina 84: Vouwdak

    VOUWDAK Het vouwdak schuift elektrisch over de twee dakbogen, vanuit stand A: Accessoires. Het wordt elektrisch bediend via een draai- knop met 10 standen, die zich boven de binnenspiegel bevindt. Stand 0: dak gesloten. Stand 1 t/m 8: openingsstanden van het vouwak.
  • Pagina 85 VOUWDAK Veiligheidsmaatregelen om beschadigen van het vouwdak te voorkomen: • Het schuiven van het vouwdak is niet mogelijk als de achterruit open staat of niet goed dicht zit. • Tijdens het schuiven van het vouwdak werkt de bediening voor het het openen van de achterruit niet. •...
  • Pagina 86: Berline Cabriolet

    BERLINE CABRIOLET Voorwaarden voor het wegklappen Druk op de lichtgrijze bediening aan Til het geheel enkele centimeters de binnenzijde van de achterruit. omhoog tot de aanslag. van het vouwdak in de koffer: • Het contact moet aanstaan. • Het vouwdak moet volledig over de ach- terruit geschoven zijn (Stand 9).
  • Pagina 87 BERLINE CABRIOLET Kantel het geheel op de bodem van Cassette opgeborgen. Breng het achterste deel van de vloer- de bagageruimte. plaat weer op zijn plaats. Plaats de afdekplaat. Gebruik altijd de drukzones aan de boven en onderkant van de dakcassette •...
  • Pagina 88: Voorwaarden Voor Het Verwijderen Van De Dakbogen

    CABRIOLET SPIDER Voorwaarden voor het verwijderen A. Ontgrendelen van de dakbogen Haal in de koffer de greep te voor- schijn. van de dakbogen: Druk aan de voorzijde van de dakboog eerst • De dakcassette moet weggeklapt zijn. deel 1 van de bediening naar beneden en Trek deze omhoog.
  • Pagina 89 CABRIOLET SPIDER C. Dakbogen verwijderen Schuif de boog in horizontale richting naar achteren, over de denkbeeldige as Zorg ervoor dat de telescoopgreep in de van de auto. hoogste stand staat. Houd één hand onder het midden van de Plaats de afdekplaat en de afdek- boog 1 en uw andere hand onder het ach- plaatjes aan de zijkanten.
  • Pagina 90: Spider Cabriolet

    SPIDER CABRIOLET Voorwaarden vooraf: Houd de boog in de juiste positie, Plaats het achterste uiteinde van de boog in de metalen voet. • De ruiten en de achterklep moeten vol- enkele centimeters boven de carrosserie. ledig geopend zijn. Druk op de boog tot het achterste gedeelte Verplaats u horizontaal over de denkbeel- •...
  • Pagina 91 SPIDER CABRIOLET C. Aan de achterzijde: Bedieningen in de laagste stand D. Dakbogen vergrendelen • Vergrendel het mechanisme door het Zorg ervoor dat de telescopische grepen 1 Aan de voorzijde: uiteinde met uw handpalm vast te druk- in de laagste stand in de uitsparing geplaatst •...
  • Pagina 92: Cabriolet Berline

    CABRIOLET BERLINE Voorwaarden voor het uitklappen Duw de cassette na het omklappen Druk de dakcassette met beide han- naar voren tot het geheel goed in de dak- den op de rand - op het woord CITROËN van de dakcassette: - naar beneden om deze te sluiten. bogen steekt.
  • Pagina 93 CABRIOLET BERLINE Druk op de schakelaar boven de R Sluit de klep. Sluit de achterruit. van het woord CITROËN om de achter- ruit te openen. LET OP kinderen bij het in- of uitklappen van de cassette. C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:89 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:89 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:89 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:89 25/04/2006 09:43:27...
  • Pagina 94: Afdekplaat

    AFDEKPLAAT De afdekplaat bestaat uit een middendeel Houd de afdekplaat schuin, zoals in de Steek de pootjes in de houders en trek en twee zijafdekkingen die vastzitten aan afbeelding, met de as 1 bij het schar- de afdekplaat naar u toe. de binnenzijde van de plaat.
  • Pagina 95 AFDEKPLAAT Vergrendelen van de afdekplaat: sluit Via het scharnierende kapje in de afdek- eerst de achterklep 1 en vervolgens de plaat heeft u toegang tot de ontgrendelbe- afdekplaat 2. diening van de achterklep. Ga voor het verwijderen van de afdekplaat in omgekeerde volgorde te werk.
  • Pagina 96: Zijplaten

    ZIJPLATEN De zijafdekplaten zitten aan de onderkant Zijplaten plaatsen: Plaats de afdekplaat op de uitsparing van van de kofferafdekplaat. de dakboog. Ontvouw de kleminrichting onder de afdek- plaat. Duw de bediening met de handpalm omlaag om de afdekplaat te vergrendelen. Zorg ervoor dat, wanneer u de zijafdekpla- ten plaatst, de greep in de bovenste aan- slag staat.
  • Pagina 97: Geluidsisolatie

    GELUIDSISOLATIE Windgeleider Uw auto is voorzien van een beweegbare windgeleider die windvlagen tijdens het rijden met een gedeeltelijk opengeschoven dak tegengaat. Werking De windgeleider komt automatisch te voorschijn als het dak wordt geopend. Met de bediening A kunt u deze vergrendelen. Advies: Voor meer comfort in de cabriolet- of spiderconfiguratie, wort geadviseerd om: •...
  • Pagina 98 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:94 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:94 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:94 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:94 25/04/2006 09:43:35 25/04/2006 09:43:35 26/04/2006 14:21:56 26/04/2006 14:21:56...
  • Pagina 99: Openen Van De Motorkap

    OPENEN VAN DE MOTORKAP Openen van de motorkap Voer deze handeling alleen uit als de auto stilstaat. Trek aan de hendel onder het dashboard om de motorkap te ontgrendelen. Druk tegen de pal A onder het chevronste- ken en licht de motorkap op. Let op: de bedieningspal van de motorkap- ontgrendeling kan na een zekere gebruiks- tijd van de auto zeer warm worden.
  • Pagina 100: Niveaus

    NIVEAUS Zie ook het hoofdstuk: Voorzorgsmaatregelen. Luchtfilter Motorolie Remvloeistof Volg de instructies in het onder- Controleer het oliepeil als de auto Het remvloeistofniveau moet zich houdsboekje op. op een vlakke ondergrond staat tussen de merktekens MIN en en de motor al minstens 10 minu- MAX op het reservoir bevinden.
  • Pagina 101: Benzinemotor

    1.4i-MOTOR C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:97 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:97 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:97 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:97 25/04/2006 09:43:39 25/04/2006 09:43:39 26/04/2006 14:21:56 26/04/2006 14:21:56...
  • Pagina 102 1.6i 16V-MOTOR C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:98 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:98 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:98 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:98 25/04/2006 09:43:43 25/04/2006 09:43:43 26/04/2006 14:21:56 26/04/2006 14:21:56...
  • Pagina 103: Dieselmotor

    HDi 70-MOTOR In de HDi-motoren is veel hoogwaardige technologie toegepast. Het brandstofcircuit staat onder Laat werkzaamheden aan deze motoren daarom altijd over hoge druk: aan het personeel van een CITROËN erkend bedrijf, dat daar speciaal voor is opgeleid. WERKZAAMHEDEN AAN DIT CIR- CUIT ZIJN NIET TOEGESTAAN.
  • Pagina 104: Motorolie Bijvullen

    NIVEAUS Motorolie Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en de motor al minstens 10 minuten is afgezet. Trek de oliepeilstok uit de houder. Het oliepeil moet zich tussen de merktekens MIN en MAX op de peilstok bevinden. Motorolie bijvullen Verwijder de peilstok vóór het bijvullen.
  • Pagina 105 NIVEAUS Koelvloeistof bijvullen Het vloeistofniveau moet zich tussen de merktekens MIN en MAX op het expansievat bevinden. Vul zonodig koelvloeistof bij. Laat het koelsysteem van de auto nakijken bij een CITROËN erkend bedrijf als u meer dan 1 liter moet bijvullen. Draai de dop goed dicht.
  • Pagina 106: Brandstoftoevoersysteem Van De Dieselmotor

    BRANDSTOFTOEVOERSYSTEEM VAN DE DIESELMOTOR In geval van brandstofpech: • Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter brandstof en knijp vervolgens in de balg van de opvoerpomp tot een zekere weerstand wordt gevoeld. • Start de motor terwijl u het gaspedaal iets intrapt, totdat de motor loopt.
  • Pagina 107: Inhoud

    INHOUD RESERVOIRS Ruitensproeiervloeistof Type motor Carterinhoud (l) 1.4i-motor 1.6i 16V-motor HDi 70-motor Verversen met vervangen filterelement. C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:103 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:103 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:103 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:103 25/04/2006 09:43:53 25/04/2006 09:43:53 26/04/2006 14:21:57 26/04/2006 14:21:57...
  • Pagina 108: Zekering Vervangen

    ZEKERINGEN Zekeringkast Onder het dashboard en in het motorcompartiment bevindt zich een zekeringkast. Zekeringen onder het dashboard Om de zekeringen onder het dashboard te kunnen bereiken, trekt u de toegangsklep los door enkele vingers in de uitsparing tussen de onderkant van het dashboard en het stuur te steken. Zekering vervangen Voordat u een defecte zekering vervangt, moet u eerst de oorzaak van de storing opsporen en verhelpen.
  • Pagina 109 ZEKERINGTABEL ZEKERINGEN ONDER HET DASHBOARD Nummer Stroomsterkte Functie Airbags 10 A Diagnoseaansluiting – Koppelingscontact – Stuurhoeksensor 30 A Ruitbediening achterin – Open dak 30 A Ruitensproeiers 20 A Klokje – Bedieningstoetsen op het stuur – Radio – Display 30 A Aanstekers –...
  • Pagina 110 ZEKERINGEN Zekeringen in de motorruimte Zekeringkast Om de zekeringkast in het motorcomparti- ment te kunnen bereiken, verwijdert u eerst de kap van de accu en klikt u vervolgens het deksel los. Sluit de kap na afloop van de werkzaam- heden zorgvuldig. Ingrepen aan MAXI-zekeringen, die een extra bescherming bieden en die zich in de zekeringkasten bevinden, zijn uitsluitend voorbehouden aan een CITROËN erkend bedrijf.
  • Pagina 111: Zekeringen

    ZEKERINGTABEL ZEKERINGEN IN DE MOTORRUIMTE Nummer Stroomsterkte Functie 20 A Detectiesonde water in diesel 15 A Claxon 10 A Ruitensproeiers 20 A Koplampsproeiers 15 A Brandstofpomp 10 A Stuurbekrachtiging 10 A Koelvloeistofniveau 20 A Startmotor 10 A Computers (ABS, ESP) Bedieningscomponenten motormanagement (bobine, elektroklep, lambdasonde, injectie) –...
  • Pagina 112: Starten Met Een Hulpaccu

    12-VOLTS ACCU Starten met een hulpaccu Als de accu leeg is, kunt u de auto met behulp van een hulpaccu of de accu van een andere auto starten. A. Lege accu, aangesloten op de auto (onder de motorkap) B. Hulpaccu C.
  • Pagina 113: Brandstof Tanken

    BRANDSTOF TANKEN Stop met tanken als het vulpistool al drie keer is afgeslagen, aangezien er anders storin- gen in de werking van uw auto kunnen optreden. Inhoud brandstoftank (in liters): ongeveer 47. BRANDSTOFSOORT Tegen de binnenkant van de brandstoftankklep zit een sticker met informatie over de toege- stane brandstofsoort.
  • Pagina 114: Lampen Vervangen

    LAMPEN VERVANGEN Grootlicht Dimlicht Kantel de metalen veer van de toegangs- Kantel de metalen veer van de toegangs- Koplampunit voor klep tot de lampen weg. klep tot de lampen weg. 1. Dimlicht Open de klep. Open de klep. 2. Grootlicht Maak de stekker los.
  • Pagina 115: Knipperlicht Voor

    LAMPEN VERVANGEN Knipperlicht voor Parkeerlicht Draai de lamphouder een kwartslag en trek Kantel de metalen veer van de toegangs- Zijknipperlicht eraan. klep tot de lampen weg. Om de lamp van het zijknipperlicht te ver- Verwijder de lamp. Open de klep. vangen, drukt u de unit naar voren of naar Lamp: PY 21 W (amber).
  • Pagina 116: Verlichting

    LAMPEN VERVANGEN Plafondlamp Verlichting Trek de transparante kap van de binnen- Trek de transparante kap van de binnen- verlichting los om de gloeilamp te kunnen verlichting los om de gloeilamp te kunnen bereiken. bereiken. Lamp: W 5 W Lamp: W 5 W Leesspots Trek de transparante kap van de binnen- verlichting los om de gloeilamp te kunnen...
  • Pagina 117: Demonteren

    LAMPEN VERVANGEN Achterlichtunit Demonteren • Trek de klem van de steun van de klep Ga na welke lamp defect is. los. Lampen: • Draai de bevestigingsbouten van het 1. Remlichten: P 21 W/5 W. achterlicht los. 2. Richtingaanwijzers: PY 21 W. •...
  • Pagina 118: Derde Remlicht

    LAMPEN VERVANGEN Derde remlicht Kentekenplaatverlichting • Draai de bevestigingen los om de bin- Trek de transparante kap los en neem de nenbekleding van de klep te verwijde- lamphouder uit. ren. Lamp: W 5 W. • Wip de fitting los om bij de lampjes te komen.
  • Pagina 119: Veiligheidsadviezen

    VEILIGHEIDSADVIEZEN Trekhaak Wij adviseren u de montage van deze voorziening over te laten aan een CITROËN erkend bedrijf, aangezien hij bekend is met de sleepgewichten van de auto en over de benodigde instructies beschikt met betrekking tot een dergelijk veiligheidssysteem. Afmetingen (in meters) A: 0,738 Set allesdragers...
  • Pagina 120: Wiel Verwisselen

    WIEL VERWISSELEN Reservewiel uitnemen Om bij het reservewiel te komen: Licht de vloermat op. Verwijder de krikhouder zodat u het reservewiel kunt bereiken. Gereedschap Het gereedschap is opgeborgen in een gereedschapsdoos in het reservewiel. Let op: in de spider- en cabrioletconfiguratie moet het dak uit de koffer gekanteld worden om bij het reservewiel te kunnen komen.
  • Pagina 121 WIEL VERWISSELEN Demonteren 1. Zet de auto op een vlakke en horizontale ondergrond. Zet de parkeerrem vast. Zet het contact af en schakel, afhankelijk van de oriëntatie van de auto ten opzichte van de helling, de eerste versnelling of de achteruitversnelling in. 2.
  • Pagina 122: Montage

    WIEL VERWISSELEN Montage 1. Plaats het wiel op de naaf. 2. Draai de bouten aan, maar zet ze nog niet definitief vast. 3. Draai de krik in en verwijder deze. 4. Draai de wielbouten met de wielsleutel goed vast. 5. Plaats de wieldop terug en let erop dat de uitsparing bij het ventiel komt te zitten. Plaats bij een auto met lichtmetalen velgen de sierdoppen op de wielbouten.
  • Pagina 123: Slepen - Takelen

    SLEPEN - TAKELEN Verwijderbaar sleepoog Het sleepoog is demontabel en monteer- baar aan zowel de voor- als de achter- zijde van de auto. Het is opgeborgen in de beschermende houder in het reservewiel. Slepen over de weg Zowel aan de voor- als achterzijde van de auto bevinden zich sleepogen. Deze bereikt u als volgt: Advies •...
  • Pagina 124 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:120 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:120 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:120 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:120 25/04/2006 09:44:12 25/04/2006 09:44:12 26/04/2006 14:21:58 26/04/2006 14:21:58...
  • Pagina 125: Gewichten (In Kg)

    ALGEMEEN MAV: Ledig gewicht. Type motor 1.4i 1.6i 16V HDi 70 MTAC: Maximumlaadvermogen. BVMP CMAE AR: Maximaal toelaatbaar gewicht Inhoud brandstoftank (in liters) op achteras. Circa 47 liter GVW: Gross Vehicle Weight. Gewichten: zie typeplaatje. Loodvrij RON 95 - BVM: Handgeschakelde versnellingsbak. Brandstofsoort Diesel RON 98...
  • Pagina 126: Afmetingen (In Meters)

    AFMETINGEN (IN METERS) 2,460 3,934 0,779 0,695 1,431 1,430/1,435 1,700 1,559/1,563 1,877 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:122 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:122 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:122 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:122 25/04/2006 09:44:12 25/04/2006 09:44:12 26/04/2006 14:21:58 26/04/2006 14:21:58...
  • Pagina 127 AFMETINGEN (IN METERS) 0,987 0,400 0,660 0,885 0,645 1,180 0,730 0,635 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:123 C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:123 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:123 BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:123 25/04/2006 09:44:14 25/04/2006 09:44:14 26/04/2006 14:21:59 26/04/2006 14:21:59...
  • Pagina 128: Brandstofverbruikscijfers (In Liter/100 Km)

    BRANDSTOFVERBRUIKSCIJFERS (IN LITER/100 KM) Type motor 1.4i 1.6i 16 V HDi 70 Berline - Service SensoDrive In de stad 90 km/uur Gemiddeld Uitstoot van CO (Gemiddeld) De brandstofverbruikscijfers zijn vastgesteld op basis van de richtlijn 80/1268/CEE. Het verbruik is afhankelijk van de rijstijl, de verkeerssituatie, de weersomstandigheden, de belasting van de auto, het onderhoud en het gebruik van accessoires.
  • Pagina 129: Identificatie

    IDENTIFICATIE Constructeursplaatje (sticker) Boven de slotvanger van het linker voorportier. 1. EU-goedkeuringsnummer. 2. VIN-nummer. 3. Totaal toelaatbaar treingewicht. 4. Totaal treingewicht. 5. Maximumgewicht op de vooras. 6. Maximumgewicht op de achteras. Kleurcode van de lak Bandenmaat Bandenspanning VIN-nummer onder de voorruit Ingeslagen VIN-nummer Het type auto en het VIN-nummer staan eveneens vermeld op het kentekenbewijs.
  • Pagina 130: Trefwoordenregister

    TREFWOORDENREGISTER Bestuurdersplaats ........6 - 7 Binnenverlichting ......... 71 Aansteker ............ 74 Eco-modus ..........37 Boordcomputer ...... 45 - 46 - 48→50 ABS-systeem ........11 - 58 Elektrische accessoires ......XVIII Brake Assist System (BAS) ......58 Accu ...........96 - 108 Elektronische startblokkering ......
  • Pagina 131 TREFWOORDENREGISTER Kinderstoelen ........VIII→IX Ruiten ............21 Kleurcode van de lak ......... 125 Ruitensproeiers ........13 - 96 Oliepeilmeter ........8 - 9 - 39 Klokje ............29 Ruitensproeiers (Inhoud) ......103 Onderhoud banden ........XV Koelvloeistof ........10 - 96 - 101 Ruitenwissers ........12 - 13 Onderhoud van de carrosserie ....
  • Pagina 132: Voorzorgsmaatregelen

    TREFWOORDENREGISTER Veiligheidsaanwijzingen .......XI→XII Veiligheidsadviezen ........115 Veiligheidsgordels ........IV Ventilatie - Verwarming ..26 - 27 - 62 - 63 Verlichting ..........14→16 Vervangen van de batterij ......32 Verwarmde buitenspiegels ......20 Vloerplaat ............ 76 Voorstoelen ..........18 - 19 Voorstoelen verstellen ......18 - 19 Voorverwarmen diesel ......

Inhoudsopgave