Pagina 1 instruCtieboekje...
Pagina 2 "MyCitroËn" niet beschikbaar is op de website van Citroën voor uw land, kunt u uw gebruiksaanwijzing op het volgende internetadres raadplegen: http://service.citroen.com/ddb/ selecteer: de taal, het model van uw auto en de carrosserie-uitvoering, de uitgifteperiode van uw gebruiksaanwijzing die overeenkomt met de eerste registratiedatum van uw auto.
Pagina 3 dit instructieboekje is ontwikkeld om u in de aan de beschrijvingen en afbeeldingen kunnen dit instructieboekje behoort tot de uitrusting gelegenheid te stellen onder alle omstandigheden geen rechten worden ontleend. van de auto. overhandig het dus bij verkoop optimaal en in alle veiligheid gebruik te maken van automobile CitroËn houdt zich het recht van de auto aan de nieuwe eigenaar.
Pagina 4 Inhoudsopgave overzicht toegang tot de auto rijden elektronische sleutel - afstandsbediening rijadviezen "keyless entry and start"-systeem starten - afzetten van de motor met de elektronische sleutel Centrale vergrendeling starten - afzetten van de motor met het Portieren "keyless entry and start-systeem" achterklep elektrische parkeerrem elektrisch bedienbare achterklep...
Pagina 5 Inhoudsopgave Zicht Praktische informatie technische gegevens lichtschakelaar bandenreparatieset benzinemotoren automatische verlichting Wiel verwisselen Gewichten (benzine) automatische schakeling sneeuwkettingen dieselmotoren grootlicht/dimlicht een lamp vervangen Gewichten (diesel) dagrijverlichting Zekering vervangen afmetingen koplampen verstellen Identificatie 12v-accu Meedraaiende koplampen eco-mode ruitenwisserschakelaar Wisserbladen vervangen ruitensproeiers slepen van de auto automatische ruitenwissers trekhaak met gemakkelijk afneembare...
Pagina 6 Overzicht exterieur elektronische sleutel/"keyless entry and start"-systeem 51-61 openen/sluiten ruitenwissers, ruitensproeiers 205-209 diefstalbeveiliging ruitenwisserbladen vervangen noodbediening Panoramadak batterij allesdragers 299-300 accessoires 302-303 instapverlichting buitenzijde verlichting buitenspiegels achterklep 65-68 statische bochtverlichting openen/sluiten Meedraaiende koplampen noodbediening koplampverstelling lampen vervangen 272-276 koplampen mistlampen vóór zijknipperlichten lampen vervangen 276-280...
Pagina 7 Overzicht interieur voorzieningen achterin 115-116 Zonwering zijruiten achterzitplaatsen 3 zitrij 86-88 Multimedia achter 117-118 Multifunctionaliteit/configuratie van de stoelen 89-90 veiligheidsgordels 222-226 voorzieningen bagageruimte - C4 Picasso sjorogen, haken opbergbakken verlichting voorzieningen bagageruimte - indeling voorin 108-114 Grand C4 Picasso Matten sjorogen verlichting harmonicapanelen...
Pagina 8 Overzicht Cockpit Plafonniers binnenspiegel instrumentenpaneel 20-24 Panoramadak automatische transmissie 145-149 dimmer dashboardverlichting elektronisch gestuurde verklikkerlampjes 25-39 versnellingsbak 141-144 Meters 40-43 schakelindicator onderhoudsindicator motorolieniveaumeter touchscreen 11-19 Configuratie uitrusting 13-17 buitenspiegels 91-92 datum/tijd instellen ruitbediening, blokkering 72-73 GPs-navigatie / Multimedia-autoradio / bluetooth-telefoon 344-415 ventilatie 94-95...
Pagina 9 Overzicht Cockpit (vervolg) knop start/stoP 126-131 alarmknipperlichten lichtschakelaar 193-201 richtingaanwijzers schakelaar ruitenwissers en -sproeiers 205-209 boordcomputer 48-50 koplampverstelling Zekeringen dashboard 281-285 stuurwiel verstellen Claxon opslaan van snelheden snelheidsbegrenzer 159-161 snelheidsregelaar 162-164 adaptieve snelheidsregelaar 165-172...
Pagina 10 Overzicht onderhoud - Gegevens 12v-accu 288-290 spaarfase accu, eco-mode brandstoftank leeg (diesel) Zekeringen motorruimte 281-282, 286-287 Gewichten (benzine) 330-331 Gewichten (diesel) 335-337 niveaus controleren 313-316 olie remvloeistof koelvloeistof ruitensproeier-/ koplampsproeiervloeistof Controle van onderdelen 317-318 luchtfilter interieurfilter oliefilter elektrische parkeerrem remblokken/-schijven lampen vervangen 272-280 voor...
Pagina 11 Eco-rijden eco-rijden door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de Co -uitstoot van uw auto verminderen. Maak optimaal gebruik van de Gebruik op slimme wijze de elektrische versnellingsbak voorzieningen als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel bij opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de...
Pagina 12 Eco-rijden Beperk de oorzaken van een hoger Houd u aan de onderhoudsvoorschriften brandstofverbruik verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u voorwerpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank. daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal, portiersponning aan bestuurderszijde.
Pagina 13 Controle tijdens het rijden 7 inch touchscreen het 7 inch touchscreen heeft de volgende Algemene werking functies: Adviezen Principes bediening van de verwarming/ airconditioning, het scherm moet voelbaar worden aangeraakt, Gebruik de toetsen aan weerszijden van het toegang tot de configuratiemenu's van de met name bij bewegingen (door lijsten scherm om de menu's te openen en druk functies en de systemen van de auto,...
Pagina 14 Controle tijdens het rijden Menu's van het touchscreen toegang tot het menu "Airconditioning". 5. toegang tot het menu "Configuratie" hiermee kunnen onder andere de hiermee kunnen de weergave en het temperatuur en de aanjagersnelheid worden systeem worden geconfigureerd. ingesteld. Zie de rubrieken "verwarming", 6.
Pagina 15 Controle tijdens het rijden Menu "Rijhulpsysteem" Status van de functies die in- en uitgeschakeld kunnen worden Storingsmelding in geval van een storing van een functie gaat voor bepaalde functies is er een speciale toets voorbeeld: het verklikkerlampje van de toets voor in- of waaraan een verklikkerlampje is gekoppeld.
Pagina 16 Controle tijdens het rijden de via dit menu te raadplegen functies zijn in onderstaande tabellen weergegeven. Toets Desbetreffende functie Aanwijzingen Inst. snelheden opslaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar. Initialisatie ban- densp.controle resetten van het bandenspanningscontrolesysteem. Diagnose overzicht van de actieve waarschuwingen.
Pagina 17 Controle tijdens het rijden Toets Desbetreffende functie Aanwijzingen Configuratie auto toegang tot de te configureren functies. de functies zijn verdeeld over drie tabbladen: " Rijhulpsysteem " ● "Automatisch inschakelen achterruitenwisser bij inschakelen achteruitversnelling" (activeren van de functie "automatisch inschakelen van de achterruitenwisser bij het inschakelen van de achteruitversnelling"; zie de rubriek "Zicht"), ● "Automatische afstelling buitenspiegel bij inschakelen achteruitversnelling"...
Pagina 18 Controle tijdens het rijden Toets Desbetreffende functie Aanwijzingen Lane Departure Warning System inschakelen/uitschakelen van de functie. Parkeerhulp inschakelen/uitschakelen van de functie. Automatisch grootlicht inschakelen/uitschakelen van de functie. Park Assist inschakelen/uitschakelen van de functie. Stop & Start inschakelen/uitschakelen van de functie. Dodehoek- bewaking inschakelen/uitschakelen van de functie.
Pagina 19 Controle tijdens het rijden Status van een functie, zoals: Toets Functie Ingeschakeld Uitgeschakeld Park Assist Dodehoekbewaking Stop & Start Parkeerhulp...
Pagina 20 Controle tijdens het rijden Menu "Configuratie" de via dit menu toegankelijke functies zijn in onderstaande tabel weergegeven. Toets Desbetreffende functie Aanwijzingen Geluidsinstellingen instellen van het geluidsvolume, de balans, enz. Kleuren kiezen van een achtergrond. Interactieve hulp toegang tot het beknopte instructieboekje. Scherm uit uitschakelen van het scherm.
Pagina 21 Controle tijdens het rijden Toets Desbetreffende functie Aanwijzingen Systeeminstelling keuze van de eenheden: temperatuur (°Celcius of °Fahrenheit) afstand en verbruik (l/100 km, mpg of km/l). Tijd/datum instellen van datum en tijd. Talen keuze van de op het touchscreen en het instrumentenpaneel type 2 weergegeven taal: Frans, engels, italiaans, spaans, duits, nederlands, Portugees, Pools, turks, russisch.
Pagina 22 Controle tijdens het rijden instrumentenpaneel type 1 Meters en displays Bedieningstoetsen toerenteller (x 1000 t/min of rpm), 5. brandstofniveaumeter. A. regeltoetsen van de dashboardverlichting. schaalverdeling afhankelijk van de 6. onderhoudsindicator, vervolgens B. opnieuw weergeven onderhoudsinformatie motoruitvoering (benzine of diesel). kilometerteller (km of mijlen). op nul stellen van de geselecteerde functie 2.
Pagina 23 Controle tijdens het rijden instrumentenpaneel type 2 dit instrumentenpaneel bestaat uit een panoramisch 12 inch hd-scherm. het kan aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. afhankelijk van de gekozen weergavemodus kan bepaalde informatie worden gemaskeerd. Zie de rubriek "Persoonlijke instellingen instrumentenpaneel". Meters en displays Bedieningstoetsen toerenteller (x 1000 t/min of rpm) (modus...
Pagina 24 Controle tijdens het rijden Weergavezones Persoonlijke instellingen voor het instrumentenpaneel type 2 u kunt het uiterlijk van het instrumentenpaneel Keuze van de weergavemodus aanpassen door een keuze te maken uit de: elke modus is gekoppeld aan een type grafische achtergronden, informatie dat wordt weergegeven op het de weergavemodi.
Pagina 25 Controle tijdens het rijden "Media": weergave van de informatie "naviaGatie": weergave van de "Foto": weergave van de foto die via met betrekking tot het medium dat wordt informatie met betrekking tot de huidige het menu "Media" van het touchscreen is afgespeeld of de radio.
Pagina 26 Controle tijdens het rijden F zodra de geselecteerde weergavemodus "rijden": bestemd voor de weergave Wijzigen van de weergavemodus van het van de afstand in tijd tot de voorligger instrumentenpaneel: op het middelste scherm wordt F draai aan de rolknop links op het stuurwiel en de informatie van de actieve weergegeven, wordt deze na enkele snelheidsregelaar.
Pagina 27 Controle tijdens het rijden Verklikkerlampjes de verklikkerlampjes geven de bestuurder Bijbehorende waarschuwingen aan de manier van oplichten in informatie over de werking van een sommige verklikkerlampjes kunnen gaan combinatie met de werkingsfase van de systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of branden in combinatie met een geluidssignaal auto valt af te lezen of er sprake is van waarschuwen de bestuurder in het geval van en een melding.
Pagina 28 Controle tijdens het rijden Verklikkerlampjes ingeschakelde functies de volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld. Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Richtingaanwijzer knippert, met als u de lichtschakelaar omlaag links geluidssignaal. beweegt. Richtingaanwijzer knippert, met als u de lichtschakelaar omhoog rechts geluidssignaal.
Pagina 29 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Automatische permanent. u hebt de lichtschakelaar in de stand de camera op de buitenspiegel stuurt het in- en schakeling "auto" naar u toe getrokken en uitschakelen van het grootlicht aan, afhankelijk van de grootlicht/ de functie is ingeschakeld (menu hoeveelheid omgevingslicht en de verkeerssituatie.
Pagina 30 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Voorgloeien permanent. de startknop "START/STOP" is Wacht met starten tot het verklikkerlampje uitgaat. dieselmotor ingedrukt (Contact). Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor onmiddellijk gestart, op voorwaarde dat het rempedaal (auto's met een elektronisch gestuurde of automatische versnellingsbak) of het koppelingspedaal (auto's met een handgeschakelde versnellingsbak) ingetrapt blijft.
Pagina 31 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Automatische permanent. de ruitenwisserschakelaar is naar de automatische stand van de ruitenwissers vóór is ruitenwissers beneden bewogen. geactiveerd. beweeg om de automatische stand van de ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Pagina 32 Controle tijdens het rijden Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies de volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding. Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Passagiersairbag permanent. de schakelaar op de rechter zijkant Zet de schakelaar in de stand "ON"...
Pagina 33 Controle tijdens het rijden Waarschuwingslampjes als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een bijbehorende melding wordt weergegeven. raadpleeg indien nodig het CitroËn-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 34 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Service tijdelijk, in combinatie er zijn één of meer kleine storingen identificeer de oorzaak van de storing met behulp van met een melding. gedetecteerd waarbij geen specifiek de melding op het display. verklikkerlampje gaat branden.
Pagina 35 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Elektrische knippert. tijdens het rijden: de parkeerrem is Zet de parkeerrem vrij door kort op de hendel te parkeerrem niet volledig vrijgezet. drukken. Zet als het lampje blijft knipperen de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Pagina 36 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Remsysteem permanent. het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer van CitroËn. als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het CitroËn-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 37 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Laag permanent, in als het lampje gaat branden zit er Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u brandstofniveau combinatie met een nog ongeveer 6 liter brandstof in met een lege tank strandt.
Pagina 38 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Bochtverlichting knippert. er is een storing in de laat dit controleren door het CitroËn-netwerk of bochtverlichting. een gekwalificeerde werkplaats. Een of meer permanent, in combinatie een portier of de achterklep is niet sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
Pagina 39 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Bandenspanning permanent, in de bandenspanning van een of Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning. te laag combinatie met een meerdere wielen is te laag. de controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd. geluidssignaal en een elke keer nadat u een of meer banden op spanning hebt gebracht melding.
Pagina 40 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Additief AdBlue ® permanent zodra het de actieradius ligt tussen de 600 en laat het adblue ® -reservoir snel bijvullen: neem (BlueHDi- contact is aangezet, 2400 km. contact op met het CitroËn-netwerk of een dieselmotor) in combinatie met een gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
Pagina 41 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen SCR- permanent zodra het contact is er is een storing in het sCr- deze waarschuwing verdwijnt zodra emissieregelsysteem aangezet, in combinatie met het emissieregelsysteem. de uitstoot van uitlaatgassen weer (BlueHDi- branden van het verklikkerlampje aan de normen voldoet.
Pagina 42 Controle tijdens het rijden Onderhoudsindicator de onderhoudsindicator geeft aan hoeveel De afstand tot de eerstvolgende De afstand tot de eerstvolgende kilometer u nog verwijderd bent van de beurt is 1000 tot 3000 km beurt is minder dan 1000 km eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het als het contact wordt aangezet, gaat gedurende Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsschema van de fabrikant.
Pagina 43 Controle tijdens het rijden De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden de sleutel kan gaan branden als als het contact wordt aangezet, gaat gedurende het interval in tijd sinds de laatste 5 seconden de sleutel knipperen om aan te onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Pagina 44 Controle tijdens het rijden Op 0 zetten van de Opnieuw weergeven van de als u na deze handeling de accu wilt onderhoudsindicator onderhoudsinformatie loskoppelen, vergrendel dan de auto de onderhoudsindicator moet na elke en wacht minimaal 5 minuten. het op u kunt op elk moment de onderhoudsinformatie onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Pagina 45 Controle tijdens het rijden Motorolieniveaumeter* bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten van het contact eerst de onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau. Olieniveau correct Storing van de motorolieniveaumeter een controle van het olieniveau is alleen als de melding "ongeldige meting olieniveau"...
Pagina 46 Controle tijdens het rijden Kilometerteller en dagteller de kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij het afzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto. voor reizen in het buitenland kan de eenheid van de afstand worden aangepast: de snelheid moet namelijk worden weergegeven in de officiële...
Pagina 47 Controle tijdens het rijden Dimmer dashboardverlichting hiermee kunt u de lichtsterkte van de verlichting van het dashboard en het touchscreen handmatig aanpassen aan het licht van de omgeving. de dimmer kan alleen worden bediend als de verlichting van de auto is ingeschakeld (niet als alleen de dagrijverlichting brandt).
Pagina 48 Controle tijdens het rijden Donker scherm (black panel) Donker scherm (touchscreen) Met dit systeem kan de verlichting van bepaalde informatie op het instrumentenpaneel worden uitgeschakeld voor een rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten. op het instrumentenpaneel blijft de rijsnelheid, de weergave van de ingeschakelde versnelling van de elektronisch gestuurde versnellingsbak of de automatische transmissie en de informatie van de snelheidsregelaar/-...
Pagina 49 Controle tijdens het rijden datum en tijd instellen de datum en tijd kunnen worden ingesteld via het touchscreen tablet. F selecteer het menu "Configuratie". F selecteer " Tijd instellen " of " Datum F druk op " Bevestigen " om het instellen "...
Pagina 50 Controle tijdens het rijden boordcomputer instrumentenpaneel type 1 de boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...). de gegevens zijn toegankelijk via het menu "Rijhulpsysteem". Weergave van de informatie op het touchscreen Traject resetten actuele informatie: actieradius, huidig brandstofverbruik, de teller van het stop &...
Pagina 51 Controle tijdens het rijden boordcomputer instrumentenpaneel type 2 Weergave van informatie op het instrumentenpaneel Traject resetten de gegevens van de boordcomputer worden permanent weergegeven als u de weergavemodus "Meters" hebt geselecteerd. F druk zodra het gewenste traject wordt actuele informatie: ● actieradius, aangegeven de toets op het uiteinde van ● actueel brandstofverbruik,...
Pagina 52 Controle tijdens het rijden Boordcomputer, enkele definities Actieradius Huidig verbruik Afgelegde afstand (km of miles) (l/100 km, km/l of mpg) (km of miles) aantal kilometers dat u nog berekend over de laatste verstreken berekend sinds de met de resterende hoeveelheid seconden.
Pagina 53 Toegang tot de auto elektronische sleutel afstandsbediening Ontgrendelen van de auto Ontgrendelen van de auto en openen van de achterklep F houd deze knop even ingedrukt Volledig ontgrendelen om de auto te ontgrendelen en, F druk op deze knop. afhankelijk van de uitvoering, de achterklep in de kierstand te zetten of de elektrisch bedienbare achterklep te openen.
Pagina 54 Toegang tot de auto Vergrendeling van de auto Normale vergrendeling F druk op deze knop. als een van de portieren of de het automatisch in- en uitklappen als u de knop ingedrukt houdt, achterklep niet goed is gesloten, wordt van de buitenspiegels kan worden gaan de ruiten omhoog tot u de de auto niet vergrendeld.
Pagina 55 Toegang tot de auto Lokaliseren van de auto Met deze functie kunt u uw auto op afstand Supervergrendeling lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht. de supervergrendeling blokkeert het de auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn. van binnenuit openen van de portieren. als de supervergrendeling is F druk op deze knop.
Pagina 56 Toegang tot de auto "keyless entry and start"-systeem Ontgrendelen van de auto Selectief ontgrendelen F Wanneer u de elektronische sleutel op zak hebt en u alleen het bestuurdersportier wilt ontgrendelen, legt u uw hand achter de portiergreep van het bestuurdersportier. F Wanneer u de volledige auto wilt ontgrendelen, legt u uw hand achter de portiergreep van het voorpassagiersportier...
Pagina 57 Toegang tot de auto Vergrendelen van de auto Normale vergrendeling F druk, als de sleutel zich binnen de let erop dat niets het correcte sluiten detectiezone A bevindt, met een van uw van de ruiten in de weg staat. vingers op een van de portiergrepen (bij de Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens merktekens) of druk op de vergrendelknop het bedienen van de ruit niet kunnen...
Pagina 58 Toegang tot de auto Supervergrendeling via de portieren: de supervergrendeling blokkeert het F druk, als de elektronische sleutel zich in van binnenuit openen van de portieren. de detectiezone A bevindt, met een vinger als de supervergrendeling is op de portiergreep (bij de merktekens) ingeschakeld, is ook de schakelaar van de centrale vergrendeling in het van een van de voorportieren of op de...
Pagina 59 Toegang tot de auto als een van de portieren of de achterklep verlaat om veiligheidsredenen om te voorkomen dat de batterij geopend is of als een van de elektronische (kinderen in de auto) de auto nooit, van de elektronische sleutel en de sleutels van het keyless entry and start- zelfs niet voor een korte tijd, zonder de 12v-accu van de auto ontladen raken,...
Pagina 60 Toegang tot de auto noodprocedure Noodprocedure voor openen/ sluiten met de geïntegreerde sleutel Met de geïntegreerde sleutel kan de auto Ontgrendelen afhankelijk van de uitvoering van uw vergrendeld en ontgrendeld worden als de auto knipperen de richtingaanwijzers F draai de sleutel richting de voorzijde van elektronische sleutel niet werkt en in het geval enkele seconden, worden de de auto om de auto te ontgrendelen.
Pagina 61 Toegang tot de auto Volledig vergrendelen afhankelijk van de uitvoering van uw F draai de sleutel richting de achterzijde auto blijven de richtingaanwijzers van de auto om de auto volledig te enkele seconden branden en worden vergrendelen. de buitenspiegels ingeklapt. Supervergrendeling het alarmsysteem (indien aanwezig) F draai de sleutel richting de achterzijde...
Pagina 62 Toegang tot de auto Storing in en resetten van de afstandsbediening na het losnemen en weer aansluiten van de Batterij van de elektronische Gooi de lege batterijen van de accukabels, het vervangen van de batterij sleutel vervangen afstandsbediening niet weg: ze bevatten van de afstandsbediening of een storing in de metalen die schadelijk zijn voor het batterij ref.: Cr2032 / 3 v.
Pagina 63 Toegang tot de auto Elektronische sleutel verloren Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en, indien mogelijk, met het kaartje voorzien van de sleutelcode naar het CitroËn-netwerk. het CitroËn-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe bestellen. Elektronische sleutel de radiografische elektronische sleutel is een systeem met een groot bereik.
Pagina 64 Toegang tot de auto Centrale vergrendeling Handbediende centrale Automatische centrale vergrendeling vergrendeling van de portieren (beveiliging tegen agressie) de portieren en de achterklep worden tijdens Bij vergrendeling/ het rijden automatisch vergrendeld bij een supervergrendeling van buitenaf snelheid hoger dan 10 km/h. als de auto van buitenaf is vergrendeld om deze functie, die standaard op 'actief ' of als de supervergrendeling van...
Pagina 65 Toegang tot de auto Portieren Openen Sluiten als een portier niet goed is gesloten: bij draaiende motor, wordt u hier gedurende enkele seconden door dit lampje en een melding op het instrumentenpaneel (type 1) op geattendeerd, tijdens het rijden (wagensnelheid hoger dan 10 km/h) wordt u hier gedurende enkele seconden door dit lampje, een melding op het...
Pagina 66 Toegang tot de auto Noodbediening Functie die het mogelijk maakt om de portieren mechanisch te vergrendelen of te ontgrendelen bij een lege accu of in het geval van een storing in de centrale vergrendeling. Vergrendelen van het portier Ontgrendelen van het portier aan passagierszijde en de aan passagierszijde en de achterportieren...
Pagina 67 Toegang tot de auto achterklep Achterklep openen Sluiten van de achterklep F trek de achterklep omlaag met behulp van Met de elektronische sleutel/ afstandsbediening de handgrepen aan de binnenzijde van de klep. F laat de handgrepen los en duw de F houd deze knop lang ingedrukt om de achterklep te openen.
Pagina 68 Toegang tot de auto elektrisch bedienbare achterklep Bediening van de klep A: Bediening van buitenaf steek nooit een vinger in het vergrendelingssysteem van de achterklep: risico van zwaar letsel! Zorg ervoor dat niemand zich in Controleer of er voldoende ruimte is om de de buurt van de achterzijde van de achterklep te openen.
Pagina 69 Toegang tot de auto Elektrisch openen Elektrisch sluiten Opslaan van een openingshoek Ontgrendelen en openen van de u hebt twee mogelijkheden: F druk op de knop A aan de buitenzijde en klep met de elektronische sleutel/ als er te weinig ruimte boven de auto is (bijv. afstandsbediening laat deze weer los.
Pagina 70 Toegang tot de auto Handmatige werking Noodbediening u kunt de elektrisch bedienbare achterklep hiermee kan bij een lege accu of een eventuele Gebruiksvoorschriften ook handmatig openen en sluiten, zelfs als de storing in het systeem van de centrale als er sneeuw op de achterklep ligt, elektrische bediening is geactiveerd.
Pagina 71 Toegang tot de auto alarm dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging: Vergrendelen van de auto met Automatische volledig ingeschakeld alarm beveiligingsfunctie dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te Inschakelen saboteren.
Pagina 72 Toegang tot de auto Vergrendelen van de auto met alleen de omtrekbeveiliging ingeschakeld Uitschakelen schakel de interieurbeveiliging uit om te F druk op een van de ontgrendelknoppen voorkomen dat het alarm onnodig wordt Wanneer de auto automatisch weer van de afstandsbediening: ingeschakeld als bijvoorbeeld: wordt vergrendeld (als niet binnen kort indrukken...
Pagina 73 Toegang tot de auto Afgaan van het alarm Vergrendelen van de auto zonder het alarm in te schakelen als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaanwijzers F vergrendel de auto of schakel de gedurende dertig seconden. supervergrendeling in met de sleutel Opnieuw inschakelen van de als het alarm voor de 11...
Pagina 74 Toegang tot de auto elektrisch bedienbare ruiten Handbediening Antiklemvoorziening duw of trek de schakelaar tot het zware punt als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, om de ruit te openen of sluiten. de ruit stopt stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Pagina 75 Toegang tot de auto Resetten van de ruitbediening Blokkering van de ruitbediening als de accu losgekoppeld is geweest, moet de Wanneer tijdens het bedienen van de achter ruitbediening gereset worden. ruit iets tussen de ruit en de sponning tijdens deze handelingen is de bekneld raakt, moet de ruit weer druk, voor de veiligheid van uw antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Pagina 76 Comfort voorstoelen de zitting, de rugleuning en de hoofdsteun zijn verstelbaar voor een optimale zitpositie. verstel omwille van de veiligheid de stoelen alleen als de auto helemaal stilstaat. Handmatig verstellen Lengterichting Rugleuning van de Hoogte van de zitting van de bestuurdersstoel bestuurdersstoel F til de beugel op en schuif de stoel in de...
Pagina 77 Comfort Rugleuning van de Tafelstand van de rugleuning van de passagiersstoel passagiersstoel F beweeg de hendel omhoog om de in deze positie kunnen met neergeklapte Controleer of er geen voorwerpen achterstoelen lange voorwerpen in het interieur rugleuning te verstellen. boven of onder de stoel de beweging van de auto worden vervoerd.
Pagina 78 Comfort voorstoelen Elektrische verstelling In lengterichting (bestuurdersstoel) Rugleuninghoek Hoogte en hoek zitting F duw de schakelaar naar voren of naar F duw de schakelaar naar voren of naar F beweeg het achterste gedeelte van de achteren om de gewenste stand te achteren om de gewenste hoek te schakelaar omhoog of omlaag om de verkrijgen.
Pagina 79 Comfort Opslaan van zitposities in het geheugen Opslaan van een zitpositie Oproepen van een opgeslagen zitpositie Met de toetsen M / 1 / 2 Contact aan of draaiende motor F Zet het contact aan. F druk op de toets 1 of 2 om de F Zet uw stoel en de buitenspiegels in de desbetreffende zitpositie op te roepen.
Pagina 80 Comfort Aanvullende instellingen Hoogte en hoek van de Verwijderen van de hoofdsteun Comforthoofdsteunen hoofdsteun (volgens uitvoering) F trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger F druk op de pal A en trek de hoofdsteun afhankelijk van de uitvoering kunnen de te zetten.
Pagina 81 Comfort Elektrisch verstelbare lendensteun Massagefunctie F druk de schakelaar in om de lendensteun Inschakelen Uitschakelen naar wens in te stellen. F druk op deze knop. u kunt de massagefunctie op elk gewenst moment uitschakelen door op deze knop te drukken, het controlelampje gaat dan uit.
Pagina 82 Comfort Elektrisch bedienbare Bediening stoelverwarming onderbeensteun F Met de draaiknop kan de stoelverwarming Passagiersstoel met Passagiersstoel met elektrische ingeschakeld worden en kan een handbediende verstelling verstelling verwarmingsstand worden geselecteerd: F druk op het voorste of achterste gedeelte F duw de schakelaar naar voren of naar 0: uit.
Pagina 83 Comfort Armsteun voor voor het comfort van de bestuurder en voorpassagier. Hoogteverstelling F Zet de armsteun in de laagste stand. F beweeg de armsteun omhoog tot de gewenste stand (laag, tussenstand of hoog) is bereikt. F trek de armsteun in de hoogste stand omhoog om hem te ontgrendelen en in de laagste stand te zetten.
Pagina 84 Comfort stoelen op de tweede zitrij de drie stoelen op de tweede zitrij zijn onafhankelijk van elkaar en zijn alle drie even breed. de rugleuningen zijn verstelbaar om de inhoud van de bagageruimte te kunnen aanpassen. Verstelling in lengterichting F til de hendel A aan de voorzijde van de zitting op en plaats de stoel in de gewenste stand.
Pagina 85 Comfort "Comfortpositie" Hoofdsteunen achter F trek aan de riem B en beweeg de stoel de hoofdsteunen achter zijn afneembaar en Comforthoofdsteunen kunnen in twee standen worden gezet: naar achteren. afhankelijk van de uitvoering kunt u om het omhoog, om ze te gebruiken, de rugleuning en de zitting worden iets zitcomfort te verhogen de zijkanten omklappen.
Pagina 86 Comfort Vlakke laadvloer elke stoel kan worden neergeklapt zodat u de bagageruimte naar eigen wens kunt indelen. Een stoel neerklappen F Plaats de stoelen zo ver mogelijk naar achteren. Van buitenaf Vanuit de bagageruimte, bijvoorbeeld bij F trek de lus C stevig naar boven, zoals het inladen van de auto aangegeven door de pijl, om de stoel te u kunt de stoelen van de tweede zitrij...
Pagina 87 Comfort Een stoel overeind zetten Verbindingspanelen F Zet indien nodig de verbindingspanelen elke stoel is voorzien van een Ontgrendelen/vergrendelen van de verbindingspaneel aan de onderzijde van de verbindingspanelen van de stoelen van de tweede zitrij rechtop F Controleer alvorens de verbindingspanelen en vergrendel ze.
Pagina 88 Comfort Toegang tot de zitplaatsen Uitstappen vanaf de Aanbrengen van de stoel op de derde zitrij zitplaatsen op de derde vanaf de buitenzijde, portier zitrij geopend de zitplaatsen op de derde zitrij zijn bereikbaar via de buitenste stoelen op de tweede zitrij. als zich inzittenden op de derde zitrij bevinden: F verplaats het geheel handmatig tot de aanslag naar achteren;...
Pagina 89 Comfort stoelen op de 3 zitrij Overeindzetten van Harmonicapanelen de stoelen de twee harmonicapanelen, die vast met de auto zijn verbonden, bedekken de twee stoelen van de derde zitrij, als deze zijn ingeklapt. F verwijder het bagageafdekscherm Samenvouwen van de harmonicapanelen (zie de rubriek "voorzieningen in de trek aan de lus: de drie delen van de vloerplaat bagageruimte").
Pagina 90 Comfort Opbergen van de stoelen F klap de panelen achter de stoelen op de F duw de rugleuning vervolgens iets naar voordat de stoelen op de derde zitrij tweede zitrij omhoog en vergrendel deze. voren. de rugleuning kantelt en wordt worden in- of uitgeklapt moeten de F schuif de hoofdsteunen omlaag.
Pagina 91 Comfort opstelling van de stoelen en indeling van het interieur Voorbeelden voor de indeling 5 zitplaatsen 3 zitplaatsen 4 zitplaatsen Vervoeren van bagage...
Pagina 92 Comfort Voorbeelden voor de indeling 7 zitplaatsen Vervoeren van bagage 4 zitplaatsen teneinde de beschikbare ruimte in uw auto flexibeler te kunnen benutten, kunt u de achterstoelen op de tweede zitrij neerklappen en de achterstoelen op de derde zitrij in de vloer laten verdwijnen. op deze manier beschikt u over een laadvloer die doorloopt tot aan de voorstoelen.
Pagina 93 Comfort spiegels Buitenspiegels Inklappen F van buitenaf: vergrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "keyless entry and start"-systeem. F vanuit het interieur: trek bij aangezet contact de schakelaar A vanuit de middelste stand naar achteren. als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de schakelaar A, worden ze niet automatisch uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld.
Pagina 94 Comfort Binnenspiegel Automatisch kantelen verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto. buitenspiegels bij het achteruitrijden de binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van de buitenspiegels kunnen bij het achteruit achteropkomend verkeer.
Pagina 95 Comfort stuurwielverstelling Kinderspiegel F Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de hendel om het stuurwiel te ontgrendelen. F verstel het stuurwiel in hoogte en diepte de kinderspiegel is aangebracht boven de voor een optimale zithouding. binnenspiegel. hiermee kunnen de kleine F druk de hendel goed vast om het stuurwiel passagiers achterin de auto in de gaten te vergrendelen.
Pagina 96 Comfort ventilatie Luchttoevoer de lucht in het interieur, die overigens wordt gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in het interieur wordt gerecirculeerd. Luchtgeleiding de lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder via verschillende circuits worden toegevoerd: rechtstreekse toevoer naar het interieur...
Pagina 97 Comfort Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en airconditioning de als de auto lange tijd in de zon heeft volgende gebruiksadviezen in acht: gestaan en de temperatuur in het F let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de interieur hoog is opgelopen, zet dan de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters ruiten enige tijd open.
Pagina 98 Comfort verwarming de verwarming werkt uitsluitend bij draaiende motor. het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) de luchtverdeling kan met meerdere toetsen druk op de toets van het menu wordt geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de worden gewijzigd. "Airconditioning" om de pagina met het gewenste aanjagersnelheid.
Pagina 99 Comfort handbediende airconditioning met gescheiden temperatuurregeling de handbediende airconditioning werkt bij Temperatuurregeling Luchtopbrengstregeling draaiende motor. de temperatuur van de lucht die uit de de bestuurder en de voorpassagier kunnen druk op een van deze toetsen om de ventilatieroosters en -openingen stroomt, wordt door het systeem geregeld afhankelijk van de ieder afzonderlijk de temperatuur instellen.
Pagina 100 Comfort Luchtverdeling Airconditioning aan/uit Toevoer van buitenlucht/ luchtrecirculatie de toevoer van buitenlucht voorkomt het de airconditioning werkt doeltreffend Met deze toetsen regelt u de verdeling van de beslaan van de voorruit en zijruiten. in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn luchtstroom naar het interieur.
Pagina 101 Comfort automatische airconditioning met gescheiden regeling dit airconditioningssysteem werkt bij draaiende motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties zijn Temperatuurregeling ook beschikbaar bij aangezet contact. het inschakelen van de airconditioning, de temperatuur, de luchtopbrengst en de luchtverdeling in de bestuurder en voorpassagier kunnen de het interieur worden automatisch geregeld.
Pagina 102 Comfort Automatisch programma "comfort" F druk op de toets "AUTO" om de intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de stand auto. als de stand auto echter het automatische programma wordt uitgeschakeld, blijft het lampje van de van de airconditioning in of uit te geselecteerde intensiteit branden.
Pagina 103 Comfort Handmatig instellen het is mogelijk één of meer functies van de Regeling luchtopbrengst Regeling luchtverdeling airconditioning handmatig in te stellen, terwijl de F druk op een van deze toetsen u kunt de luchtverdeling in het interieur regelen overige functies door het systeem geregeld blijven: om de aanjagersnelheid te met behulp van deze drie toetsen.
Pagina 104 Comfort Airconditioning AAN/UIT Toevoer van buitenlucht/ Functie "Mono" luchtrecirculatie de airconditioning functioneert, als de toevoer van buitenlucht voorkomt dat de het comfortniveau aan passagierszijde kan de ruiten gesloten zijn, optimaal in voorruit en zijruiten beslagen raken. worden aangepast aan het comfortniveau aan elk seizoen.
Pagina 105 Comfort Functie "Rear" Instellingen voor de passagiers Instellingen voor de op de 2 zitrij passagiers op de zitrij als deze functie is ingeschakeld, worden de bedieningselementen voor de achterpassagiers geactiveerd en: wordt de lucht van de airconditioning verspreid via de ventilatieroosters van de 2 zitrij, wordt de lucht van de omgeving verspreid via de ventilatieroosters van de 3...
Pagina 106 Comfort ontwasemen - ontdooien vóór F druk op deze toets om de Functie ventilatie bij voorruit en de zijruiten snel te aangezet contact ontwasemen of te ontdooien. als het contact is aangezet, kunt u het lampje van de toets gaat gebruikmaken van het ventilatiesysteem en via branden.
Pagina 107 Comfort ontwaseming - ontdooiing achterruit schakel, zodra de omstandigheden het toelaten, de achterruit- en de achterruitverwarming wordt automatisch buitenspiegelverwarming uit omdat een uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te voorkomen. geringer stroomverbruik leidt tot een F u kunt de achterruitverwarming verlaging van het brandstofverbruik. ook eerder uitschakelen door nogmaals op de toets te drukken.
Pagina 108 Comfort Parfumeur de parfumeur verspreidt een parfum in het interieur via de middelste ventilatieroosters. Parfumeur uitnemen Parfumeur plaatsen deze auto is afgeleverd zonder geurpatroon. u dient zelf een geurpatroon te plaatsen voor u gebruik kunt maken van de parfumeur. Dosering F druk knop A in en draai deze een na het aanbrengen of vervangen van de kwartslag naar links tot de aanslag.
Pagina 109 Comfort Knop van parfumeur Vervangen van een geurpatroon Gebruik in verband met de veiligheid uitsluitend de hiervoor bestemde geurpatronen. bewaar de geurpatronen - als ze niet worden gebruikt - in de afgedichte etuis waarin ze zijn verpakt. demonteer de geurpatronen niet en vul ze niet bij.
Pagina 110 Comfort indeling vóór Zonneklep 2. kaarthouder. 3. dashboardkastje. 4. Middelste opbergvak dit bevat de elektrische en audio- aansluitingen. 5. hoge middenconsole met afsluitbaar opbergvak, lage middenconsole of uitneembare middenconsole. 6. bekerhouder. Portiervakken. 8. opbergvak onder het stuurwiel. (boorddocumentatie).
Pagina 111 Comfort verschuifbare zonneklep dashboardkastje Verschuifbare zonneschermen Zonnekleppen Met de verschuifbare zonneschermen kunt u de zonnekleppen sluiten aan op de het dashboardkastje kan afhankelijk van de zich beschermen tegen invallend zonlicht. de zonneschermen. uitvoering zijn voorzien van een Cd-speler. F trek de handgreep omhoog om het te schermen zijn met de hand instelbaar.
Pagina 112 Comfort uitneembare middenconsole de uitneembare middenconsole is een verwijderbare opbergruimte die aan de lage middenconsole wordt bevestigd. de console bevat een schuifklep, een open opbergvak en twee bekerhouders. Verwijderen van de Plaatsen van de uitneembare uitneembare middenconsole middenconsole F beweeg de ontgrendelknop aan de F voer dezelfde handelingen in omgekeerde als de uitneembare console niet voorzijde van de console omhoog.
Pagina 113 Comfort Middelste opbergvak 230 V / 50 Hz stopcontact F Middelste opbergvak openen: trek aan de handgreep en beweeg het deksel omlaag. in het centrale opbergvak bevindt zich een 230 v / bij het openen van het opbergvak gaat de sluit hoogstens één apparaat op het 50 hz stopcontact (max.
Pagina 114 Comfort 12V-aansluiting JACK-aansluiting USB-aansluitingen F til, wanneer u een accessoire van de jaCk-aansluiting bevindt zich in het afhankelijk van de uitvoering is het centrale centrale opbergvak. opbergvak voorzien van één of twee usb- 12 v (maximaal vermogen: 120 W) wilt hierop kunt u draagbare apparatuur aansluitingen.
Pagina 115 Comfort Matten de matten zijn uitneembaar en beschermen de vloerbedekking van de auto. Bevestigen Verwijderen verwijderen van de mat aan de bestuurderszijde: F zet de stoel in de achterste stand, F maak de bevestigingen los, F verwijder vervolgens de mat. Terugplaatsen terugplaatsen van de mat aan de bestuurderszijde:...
Pagina 116 Comfort opbergruimtes opbergruimte onder het stuurwiel afhankelijk van de uitvoering is uw auto voorzien van opbergruimtes onder de voorstoelen. Openen deze opbergruimte onder het stuurwiel is bestemd voor de boorddocumentatie van uw auto. F til de handgreep op en beweeg het deksel van de opbergruimte omlaag.
Pagina 117 Comfort voorzieningen achter Tafeltjes achterin Lichtspots Tafeltje opgeklapt Tafeltje geopend in de rugleuningen van de voorstoelen kunnen lichtspots C zijn aangebracht, achter deze tafeltjes, die aan de rugleuningen van de het tafeltje. deze lichtspots verlichten de voorstoelen zijn bevestigd, zijn voorzien van bovenzijde van het tafeltje zonder dat ze de een bekerhouder A en een bevestigingsband andere inzittenden storen.
Pagina 118 Comfort Zonneschermen voor de zijruiten Opbergvakken 12V-aansluiting F til, wanneer u een accessoire van de zonneschermen voor de zijruiten van de de auto is voorzien van opbergvakken in de 2e zitrij beschermen het interieur tegen de zon. voetenruimte voor de achterpassagiers. 12 v (maximaal vermogen: 120 W) wilt neem het deksel bij de uitsparing vast om het aansluiten, het deksel op en sluit een...
Pagina 119 Comfort Multimedia achter Beschrijving het pakket bestaat uit: de aan de achterzijde van de middenconsole aangebrachte aansluit- en bedieningsmodule, twee 7 inch-beeldschermen in de hoofdsteunen van de voorstoelen (met beschermhoezen), twee draadloze bluetooth-koptelefoons met oplaadbare batterij, een 12v-oplader met twee uitgangen het multimediasysteem biedt de waarop de twee koptelefoons gelijktijdig achterpassagiers de mogelijkheid één of twee...
Pagina 120 Comfort Werking F u kunt op elk moment de videobron (met de toets 6 of 7 van het bedieningspaneel: het controlelampje van de geselecteerde videobron gaat branden) of het audiokanaal wijzigen (met de kanaalkiezer op de koptelefoon). op het multimediasysteem kan ook een derde koptelefoon worden aangesloten (niet bijgeleverd).
Pagina 121 Comfort voorzieningen bagageruimte hoedenplank (zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 2. haken (zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 3. uitneembare lamp (zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 4. opbergbakken (zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 5. opbergnet 6.
Pagina 122 Comfort Hoedenplank Haken Opbergbakken F verwijder de vloermat van de verwijderen van de hoedenplank: hieraan kunt u een tas ophangen. F maak de twee koorden los, bagageruimte voor toegang tot de F til de hoedenplank iets op en verwijder opbergbakken. hem.
Pagina 123 Comfort voorzieningen in de bagageruimte bagageafdekscherm (zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 2. uitneembare lamp (zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 3. harmonicapanelen 4. 12v-aansluiting (max. vermogen: 120 W) 5. armsteun met bekerhouder en opbergvak 6. riemen opbergruimte voor het bagageafdekscherm 8.
Pagina 124 Comfort bagageafdekscherm bij de opstelling met 5 zitplaatsen bevindt dit zich achter de stoelen op de tweede zitrij, de stoelen van de derde zitrij zijn weggeklapt. bij de opstelling met 7 zitplaatsen is het opgeborgen achter de stoelen van de derde zitrij.
Pagina 125 Comfort Opbergen achter de stoelen van de 3 zitrij F de stoelen van de 3 om de stoelen van de 3 zitrij weg te klappen zitrij moeten zijn terwijl het bagageafdekscherm achterin is weggeklapt. F vouw de twee eerste harmonicapanelen opgeborgen, moeten de harmonicapanelen omhoog worde gehouden om de stoelen te F kantel het scherm enigszins om het in de...
Pagina 126 Comfort Uitneembare lamp deze lamp, die in de zijwand van de bagageruimte Gebruik is aangebracht, kan als verlichting van de F verwijder de lamp door deze aan de bagageruimte en als zaklamp gebruikt worden. bovenzijde uit de houder te trekken. F druk de schakelaar op de achterzijde in om de lamp in of uit te schakelen.
Pagina 127 Rijden enkele rijadviezen houd u altijd aan de verkeersregels en let bent u genoodzaakt over een overstroomd Belangrijk! onder alle omstandigheden goed op. weggedeelte te rijden, doe dan het volgende: richt uw aandacht op het verkeer en houd uw handen op het stuurwiel, zodat u snel kunt rijd nooit met aangetrokken handrem - reageren op onverwachte situaties.
Pagina 128 Rijden starten - afzetten van de motor met de elektronische sleutel Starten van de motor als aan een van de voorwaarden voor het starten niet wordt voldaan, wordt ter herinnering een melding op het instrumentenpaneel weergegeven. in sommige gevallen moet het stuurwiel heen en weer worden bewogen terwijl de "start/stoP"-knop wordt ingedrukt om het stuurslot te...
Pagina 129 Rijden Afzetten van de motor Noodprocedure voor het afzetten van de motor F Zet de auto stil. uitsluitend in geval van nood is F Zet de selectiehendel in de stand N (auto's het toegestaan om de motor af te met elektronisch gestuurde versnellingsbak), zetten zonder dat aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.
Pagina 130 Rijden starten - afzetten van de motor met het "keyless entry and start-systeem" Starten van de motor F druk kort op de " START/STOP "- als de elektronische sleutel niet in de knop. zone wordt gedetecteerd, verschijnt een de stuurkolom wordt ontgrendeld melding.
Pagina 131 Rijden Afzetten van de motor Noodprocedure voor het starten F Zet de auto stil. F Zet de selectiehendel in de stand N (auto's met elektronisch gestuurde versnellingsbak), in de stand P of N (auto's met automatische versnellingsbak) of de versnellingshendel in de neutraalstand (auto's met handgeschakelde versnellingsbak).
Pagina 132 Rijden Noodprocedure voor het Als de elektronische sleutel afzetten van de motor niet wordt herkend in noodgevallen kan de motor geforceerd worden afgezet door de knop "start/stoP" ongeveer drie seconden ingedrukt te houden. in dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld zodra de auto stilstaat.
Pagina 133 Rijden aanzetten van het contact diefstalbeveiliging (zonder te starten) Elektronische startbeveiliging in de sleutels is een chip aangebracht die over druk, met de elektronische sleutel van het een geheime code beschikt. om te kunnen keyless entry and start-systeem in de lezer of starten, moet bij het aanzetten van het contact in het interieur van de auto, zonder een pedaal de code van de sleutel worden herkend door de...
Pagina 134 Rijden elektrische parkeerrem Verklikkerlampje werking dit verklikkerlampje gaat zowel op in het geval van een lege accu werkt het instrumentenpaneel als op de de bediening van de elektrische hendel branden om te bevestigen dat parkeerrem niet. de parkeerrem is aangetrokken. beveilig als de parkeerrem niet is aangetrokken de auto tegen wegrollen als de parkeerrem wordt vrijgezet, gaat dit...
Pagina 135 Rijden Handbediende werking Handmatig vrijzetten om bij aangezet contact of draaiende motor de parkeerrem vrij te zetten: F trap het rempedaal in, F houd het rempedaal ingetrapt en druk de hendel kort in. Sticker op het portierpaneel als de parkeerrem volledig is vrijgezet, wordt dit bevestigd door het doven van als een aanhangwagen achter uw Controleer voordat u de auto verlaat...
Pagina 136 Rijden Automatische werking Automatisch vrijzetten Automatisch aantrekken Controleer eerst of de motor is gestart en het als de parkeerrem volledig is Wanneer de auto stilstaat, wordt de bestuurdersportier goed is gesloten. vrijgezet, wordt dit bevestigd door parkeerrem automatisch aangetrokken als u de elektrische parkeerrem wordt automatisch het doven van het verklikkerlampje de motor afzet met de "start/stoP"-knop.
Pagina 137 Rijden Bijzonderheden onder bepaalde omstandigheden kan het Parkeren van de auto met nodig zijn om de parkeerrem handmatig aan te vrijgezette parkeerrem trekken. als de parkeerrem volledig is onder zeer koude vrijgezet, wordt dit bevestigd door weersomstandigheden is het raadzaam Stilzetten van de auto bij het doven van het verklikkerlampje de parkeerrem niet te gebruiken (kans...
Pagina 138 Rijden Noodremfunctie Uitschakelen van de automatische werking de noodremfunctie mag uitsluitend in uitzonderlijke gevallen worden gebruikt. onder bepaalde omstandigheden, zoals vanaf dat moment kan de parkeerrem alleen bij zeer koud weer of het trekken van een handmatig met behulp van de hendel worden Wanneer het rempedaal niet werkt of bij aanhangwagen (bijv.
Pagina 139 Rijden Storingen de verschillende mogelijke storingen zijn in onderstaande tabel beschreven. raadpleeg bij een storing in de elektrische parkeerrem zo snel mogelijk het CitroËn-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Situaties Gevolgen Weergave van de melding "Storing parkeerrem" en automatisch vrijzetten niet mogelijk. branden van het volgende verklikkerlampje: als u de parkeerrem automatisch probeert vrij te zetten, wordt, als de parkeerrem is aangetrokken, tijdens het wegrijden een melding weergegeven.
Pagina 140 Rijden Situaties Gevolgen Weergave van de melding "Storing parkeerrem" en de parkeerrem is defect; de handmatige en elektrische bediening werken mogelijk niet meer. branden van de volgende verklikkerlampjes: Om bij stilstand de auto op zijn plaats te houden: trek aan de hendel en houd deze ongeveer 7 tot 15 seconden aangetrokken tot het verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat branden.
Pagina 141 Rijden hill start assist dit systeem houdt bij het wegrijden op een Werking helling uw auto ongeveer 2 seconden op zijn plaats. in die tijd kunt u uw voet van het rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen. deze functie is alleen actief: als de auto volledig stilstaat met het rempedaal ingedrukt, bij bepaalde hellingcondities,...
Pagina 142 Rijden handgeschakelde handgeschakelde 5-versnellingsbak 6-versnellingsbak Inschakelen van de Inschakelen van de 5 of de Inschakelen van de achteruitversnelling versnelling achteruitversnelling F beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5 of de versnelling in te schakelen. als u dit niet doet, kan de versnellingsbak onherstelbaar beschadigd raken (door per ongeluk inschakelen van de 3...
Pagina 143 Rijden elektronisch gestuurde versnellingsbak bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak Selectiehendel Flippers achter het stuurwiel kunt u kiezen tussen het comfort van de automatische bediening en handmatig schakelen. deze transmissie heeft twee gebruiksmogelijkheden: automatische bediening, waarbij het op- en terugschakelen volledig automatisch wordt geregeld, zonder dat de bestuurder iets hoeft te doen, handmatige bediening, waarbij de...
Pagina 144 Rijden Weergave op het instrumentenpaneel Starten van de auto F selecteer de stand N. F selecteer de automatische bediening F houd het rempedaal ingetrapt. (stand A), de sequentiële bediening (stand F start de motor. M) of de achteruitversnelling (stand R). F Zet de parkeerrem met de hendel vrij als op het display van het deze niet automatisch wordt bediend.
Pagina 145 Rijden Automatische bediening Handbediende stand F selecteer de stand A. F selecteer de stand M. de ingeschakelde versnellingen worden op het instrumentenpaneel worden achtereenvolgend op het instrumentenpaneel de aanduiding AUTO of A en de ingeschakelde versnelling weergegeven. weergegeven. het schakelen naar een andere versnelling de versnellingsbak werkt automatisch, is alleen mogelijk als het motortoerental dit zonder dat u zelf hoeft te schakelen.
Pagina 146 Rijden Achteruitversnelling Stilzetten van de auto Storing selecteer de achteruitversnelling (stand R) voordat u de motor afzet, kunt u: als de aanduiding A of AUTO bij het aanzetten uitsluitend als de auto volledig stilstaat en de de selectiehendel in de stand N zetten om van het contact gaat knipperen, in combinatie voet op het rempedaal wordt gehouden.
Pagina 147 Rijden automatische versnellingsbak Selectiehendel deze automatische versnellingsbak heeft twee gebruiksmogelijkheden: houd om de selectiehendel uit de stand een geautomatiseerde stand, waarbij het P te halen het rempedaal stevig ingetrapt schakelen automatisch geregeld wordt en beweeg de selectiehendel naar door de versnellingsbak, zonder dat de rechts tot hij in de gewenste stand staat.
Pagina 148 Rijden Flippers achter het stuurwiel Weergave op het instrumentenpaneel Wegrijden F houd het rempedaal ingetrapt en selecteer de stand P of N. F start de motor. als niet aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal in combinatie met een melding op het display. als de aanduiding P wordt weergegeven op het instrumentenpaneel terwijl de selectiehendel in een andere stand staat,...
Pagina 149 Rijden F Controleer of de selectiehendel in de door als de motor stationair draait, het selecteer de stand N nooit tijdens het het instrumentenpaneel aangegeven stand rempedaal is losgelaten en de stand R, rijden. als de stand N tijdens het rijden staat.
Pagina 150 Rijden Sequentiële stand Geautomatiseerde stand F selecteer de stand D. F selecteer de stand M. Tijdelijk handmatig schakelen F Gebruik de flippers "+" en "-" achter het stuurwiel om te schakelen. de achtereenvolgend ingeschakelde op het instrumentenpaneel worden de versnellingen worden weergegeven op het aanduiding D en de ingeschakelde versnelling instrumentenpaneel.
Pagina 151 Rijden Stilzetten van de auto Storing voordat u de motor afzet kunt u de selectiehendel in de stand P of N zetten om in het geval van een probleem met de versnellingsbak in de neutraalstand te de versnellingsbak gaat op het instrumentenpaneel het verklikkerlampje zetten.
Pagina 152 Rijden opschakelindicator dit systeem adviseert de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen. bij een elektronisch gestuurde of automatische versnellingsbak is dit systeem uitsluitend actief in de handgeschakelde stand. Werking afhankelijk van de rijomstandigheden en de uitrusting voorbeeld: het systeem past het schakeladvies van uw auto kan het systeem u adviseren één of aan de rijomstandigheden (helling,...
Pagina 153 Rijden stop & start het stop & start-systeem is perfect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens het wachten. het stop & start-systeem zet de motor tijdelijk af (stoP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). de motor wordt automatisch gestart (start-stand) als u weer weg wilt rijden.
Pagina 154 Rijden Uitschakelen Overgang naar de START-stand Bijzonderheden: automatisch u kunt het stop & start-systeem uitschakelen activeren van de START-stand via het menu "Rijhulpsystemen". de start-stand wordt automatisch het verklikkerlampje "ECO" gaat uit en druk op deze toets om het systeem de motor wordt automatisch gestart: geactiveerd als: uit te schakelen.
Pagina 155 Rijden Inschakelen Storing Onderhoud druk nogmaals op deze toets. bij een storing in het systeem schakelt het pictogram van de toets over op de waarschuwingsmodus en knippert het het systeem is dan weer verklikkerlampje enige tijd waarna het ingeschakeld; het lampje van de toets permanent blijft branden.
Pagina 156 Rijden Weergave van de afstand in tijd tot de voorligger Met behulp van een radar aan de voorzijde Voorwaarden voor de weergave de functie werkt bij een snelheid van van de auto helpt dit systeem de bestuurder 70 tot 150 km/h. bij het bewaren van een veilige afstand tot de functie is uitsluitend beschikbaar in stilstaande voertuigen en bepaalde...
Pagina 157 Rijden Weergaves Zodra de wagensnelheid aan de voorwaarden voldoet, verschijnt een pictogram op het instrumentenpaneel: Pictogram Bijbehorende melding Toelichting Geen voertuig gesignaleerd door de radar. er wordt een voertuig gedetecteerd, maar de afstand tot dit voertuig is groter dan 3 seconden. er wordt geen waarde weergegeven. er wordt een voertuig gedetecteerd.
Pagina 158 Rijden Pictogram Bijbehorende melding Toelichting "sYsteeM als de snelheid van uw auto buiten het werkingsbereik ligt. uitGesChakeld: snelheid als de snelheid niet geschikt is, wordt een melding weergegeven zolang de snelheid niet ongeschikt" aan de voorwaarden voldoet (ongeveer lager dan 70 km/h of hoger dan 150 km/h. bij het verminderen van snelheid wordt de functie echter uitgeschakeld zodra de snelheid lager is dan 45 km/h).
Pagina 159 Rijden Beperkingen van de Storing werking onder bepaalde omstandigheden is het in het geval van een storing in de werking van de radar, die achter het systeem wordt dit pictogram mogelijk dat de gevolgde auto niet kan worden de voorbumper is gemonteerd, kan weergegeven in combinatie met een gedetecteerd, bijvoorbeeld:: verstoord worden door bepaalde...
Pagina 160 Rijden snelheden opslaan Met behulp van deze functie kunt u snelheden opslaan die u vervolgens kunt gebruiken voor de configuratie van de twee functies snelheidsbegrenzer (maximumsnelheid) en snelheidsregelaar (kruissnelheid). u kunt voor beide functies zes snelheden opslaan in het geheugen van het systeem. er zijn standaard al snelheden opgeslagen. Opslaan deze functie kan worden ingesteld via het touchscreen tablet.
Pagina 161 Rijden snelheidsbegrenzer de snelheidsbegrenzer voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde maximumsnelheid overschrijdt. als de ingestelde maximumsnelheid is bereikt, Bediening op het stuurwiel Weergave op het instrumentenpaneel heeft het dieper intrappen van het gaspedaal geen effect. het inschakelen van de snelheidsbegrenzer geschiedt handmatig: de ingestelde snelheid dient minimaal 30 km/h te bedragen.
Pagina 162 Rijden Inschakelen / Pause Instellen van de maximumsnelheid (instelling) F draai de rolknop 1 in de stand "LIMIT": de er kan een snelheid worden ingesteld zonder druk op de toets 2 of 3 om de weergegeven snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar de begrenzer in te schakelen.
Pagina 163 Rijden Tijdelijk overschrijden van Storing de ingestelde snelheid F trap het gaspedaal met kracht in tot het knipperen van streepjes wijst op een bij snel accelereren, bijvoorbeeld voorbij het zware punt om de ingestelde storing in de snelheidsbegrenzer. in een steile afdaling, kan de snelheid te overschrijden.
Pagina 164 Rijden snelheidsregelaar Met behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een constante ingestelde snelheid rijden zonder gas te hoeven geven. het inschakelen van de snelheidsregelaar Bediening op het stuurwiel Weergave op het instrumentenpaneel geschiedt handmatig: daarvoor moet de auto met een snelheid van minstens 40 km/h en in de volgende versnelling rijden: in minimaal de vierde versnelling bij auto's...
Pagina 165 Rijden Inschakelen F draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE": Wijzigen van de kruissnelheid de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar (instelling) nog niet ingeschakeld (Pause). Zodra de snelheidsregelaar is geactiveerd met behulp van de toetsen 2 of 3 : F druk op de toets 2 of 3: de actuele snelheid F herhaaldelijk kort indrukken om te (on), kunt u de kruissnelheid wijzigen: van uw auto wordt de ingestelde snelheid.
Pagina 166 Rijden Storing als streepjes knipperen wijst dit op een Overschrijden van de ingestelde let tijdens het gebruik van de snelheid storing in de snelheidsregelaar. laat dit snelheidsregelaar op wanneer u de controleren door het CitroËn-netwerk of een snelheid met de toetsen instelt; dit kan als de ingestelde snelheid wordt overschreden, gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 167 Rijden actieve snelheidsregelaar dit systeem handhaaft niet alleen de door de Werkingsprincipes bestuurder ingestelde snelheid, maar helpt, als de omstandigheden het toelaten, ook een Met behulp van een radar aan de voorzijde veilige afstand in tijd tussen uw auto en uw de actieve snelheidsregelaar werkt van de auto, die een bereik heeft van ongeveer voorligger te bewaren.
Pagina 168 Rijden Algemeen de actieve snelheidsregelaar moet handmatig de werking van de actieve snelheidsregelaar bij het gebruik van de actieve worden ingeschakeld: daarbij moet de kan met de toets of automatisch worden snelheidsregelaar moet de bestuurder te wagensnelheid tussen 40 km/h en 150 km/h onderbroken: allen tijde de snelheidslimiet in acht nemen liggen en:...
Pagina 169 Rijden Bediening op het stuurwiel Werking Inschakelen Wijzigen van alleen de kruissnelheid de actieve snelheidsregelaar moet worden Toetsen 2 en 3 geselecteerd in het menu " Rijhulpsysteem ". F draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE": F herhaaldelijk kort indrukken om te wijzigen de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar in stappen van + of - 1 km/h, nog niet ingeschakeld (Pause).
Pagina 170 Rijden als de radar een voorligger signaleert Weergave op het en de geselecteerde snelheid veel hoger ligt dan die van deze voorligger, wordt instrumentenpaneel het systeem niet geactiveerd en wordt de waarschuwingsmelding "inschakelen geweigerd, omstandigheden ongeschikt" weergegeven tot de omstandigheden voldoende veilig zijn voor de activering van het systeem.
Pagina 171 Rijden Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen in de onderstaande tabel worden de bij bepaalde rijomstandigheden weergegeven waarschuwingen en meldingen beschreven. deze waarschuwingen worden niet opeenvolgend weergegeven. Pictogram Weergave op het Bijbehorende Toelichting instrumentenpaneel melding Geen voertuig gesignaleerd: het systeem werkt als een conventionele snelheidsregelaar. signalering van een voertuig binnen het bereik van de radar: het systeem werkt als een conventionele snelheidsregelaar.
Pagina 172 Rijden Pictogram Weergave op het Bijbehorende Toelichting instrumentenpaneel melding "bijGestelde als het systeem de grens voor het bijstellen van de snelheid bereikt (ingestelde snelheid" snelheid - 30 km/h), knipperen de bijgestelde snelheid en de waarde van de ingestelde snelheid om aan te geven dat de functie op elk ogenblik automatisch kan worden uitgeschakeld.
Pagina 173 Rijden Beperkingen van de werking de actieve snelheidsregelaar vermindert de omdat het gezichtsveld van de radar relatief wagensnelheid uitsluitend door af te remmen smal is, is het mogelijk dat het systeem het op de motor. daardoor neemt de snelheid volgende niet detecteert: langzaam af, zoals dat ook gebeurt bij het loslaten van het gaspedaal.
Pagina 174 Rijden Storing in het geval van een storing van de actieve let tijdens het gebruik van de actieve de werking van de radar, die achter snelheidsregelaar wordt u gewaarschuwd door de voorbumper is gemonteerd, kan snelheidsregelaar op wanneer u de een geluidssignaal en de weergave van de verstoord worden door bepaalde snelheid met de toetsen instelt;...
Pagina 175 Rijden Waarschuwing kans op aanrijding dit systeem waarschuwt de bestuurder als er kans is op een aanrijding met de voorligger. het waarschuwingssysteem kans op aanrijding Instellen van de activering kan door de bestuurder worden in- en van de waarschuwing uitgeschakeld. op de secundaire pagina van het menu het moment dat de waarschuwing wordt "Rijhulpsystemen":...
Pagina 176 Rijden Waarschuwingen afhankelijk van de door het systeem Niveau 3: de de overgang naar een volgend veiligheidsgordel van gesignaleerde kans op een aanrijding en het waarschuwingsniveau vindt plaats de bestuurder wordt geselecteerde moment van waarschuwen zijn als de rijsituatie ongewijzigd blijft aangetrokken zodat hij er drie niveaus voor de waarschuwing.
Pagina 177 Rijden Storing in het geval van een storing wordt de werking van de radar, die achter u gewaarschuwd door het branden de voorbumper is gemonteerd, kan van het verklikkerlampje service in verstoord worden door bepaalde combinatie met een melding. weersomstandigheden, die een raadpleeg het CitroËn-netwerk opeenhoping van sneeuw, ijs, modder of een gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 178 Rijden lane departure Warning system (ldWs) Inschakelen/uitschakelen Storing in het geval van een storing deze functie kan worden ingeschakeld en schakelt het pictogram van de toets uitgeschakeld via het menu "Rijhulpsystemen" over op de waarschuwingsmodus van het touchscreen. en knippert het verklikkerlampje F druk op deze toets: het lampje enige tijd waarna het dooft.
Pagina 179 Rijden dodehoekbewaking Werking de functie kan worden geactiveerd via het menu " Rijhulpsysteem " van het touchscreen. F druk op deze toets: het bijbehorende lampje gaat branden. op het instrumentenpaneel gaat dit verklikkerlampje branden. deze rijhulp waarschuwt de bestuurder in de buitenspiegel aan de zijde waar zich dat sensoren in de voor- en achterbumper wanneer zich een ander voertuig in de dode voertuig bevindt, brandt dan permanent een...
Pagina 180 Rijden indien een voertuig - een (motor)fiets, een auto of een vrachtwagen - zich in de dode hoek van de auto bevindt, zal er een waarschuwingslampje gaan branden in de linker- of rechterbuitenspiegel (afhankelijk van de situatie) onder de volgende voorwaarden: de voertuigen rijden in dezelfde richting op aangrenzende rijstroken, de snelheid van uw auto ligt tussen...
Pagina 181 Rijden Storing bij slechte weersomstandigheden (zware regen, hagel enz.) kan het systeem tijdelijk minder nauwkeurig F om deze functie uit te schakelen bij een storing in het systeem werken. drukt u nog een keer op schakelt het pictogram van de toets vooral het rijden op een nat wegdek deze toets: het lampje van over op de waarschuwingsmodus en...
Pagina 182 Rijden Parkeerhulp Parkeerhulp achter de functie wordt geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld. hierbij klinkt een geluidssignaal. Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief. deze functie signaleert met behulp van sensoren in de bumper obstakels in de Grafische weergave nabijheid van de auto (personen, auto's, bomen, slagbomen, enz.) die binnen het...
Pagina 183 Rijden Parkeerhulp vóór Storing de parkeerhulp vóór is een aanvulling op Uitschakelen/activeren van de als er een storing optreedt bij het inschakelen van de de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd parkeerhulp vóór en achter achteruitversnelling schakelt het zodra er bij een wagensnelheid van maximaal het uitschakelen van de parkeerhulp kan worden pictogram van de toets over op de 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt...
Pagina 184 Rijden achteruitrijcamera de achteruitrijcamera wordt automatisch de op de beelden weergegeven strepen de blauwe strepen geven de rijrichting van de geactiveerd wanneer de versnellingsbak in de kunnen u helpen bij de manoeuvre. auto weer (de afstand tussen de strepen komt achteruit staat.
Pagina 185 Rijden 360°-camera Beelden camera achter dit systeem is een hulpmiddel voor de bestuurder die echter te allen tijde zijn de camera op de achterklep is geactiveerd aandacht op het verkeer moet blijven en de zone achter de auto wordt net als bij vestigen.
Pagina 186 Rijden Werking 360°-camera "Camera achter". de camera's op de voorbumper en de achterklep het geselecteerde beeld wordt weergegeven en de camera's onder de buitenspiegels worden op het instrumentenpaneel. gelijktijdig geactiveerd en vormen op het instrumentenpaneel een beeld van de bovenzijde de weergave op het instrumentenpaneel van uw auto in zijn directe omgeving.
Pagina 187 Rijden Park assist dit systeem assisteert u actief bij het parkeren de Park assist assisteert u bij de volgende tijdens de manoeuvres draait het door een parkeerplek te detecteren en vervolgens parkeermanoeuvres: stuurwiel snel rond: houd daarom het het sturen van u over te nemen bij het inparkeren. stuurwiel niet tegen, steek niet uw het systeem bedient de stuurinrichting handen tussen de spaken en zorg dat...
Pagina 188 Rijden het verloop van de manoeuvres Controleer altijd de directe omgeving de functie parkeerhulp is niet en de rijinstructies worden op het van uw auto voordat u met een beschikbaar tijdens de meting van de instrumentenpaneel weergegeven. parkeermanoeuvre begint. beschikbare ruimte. na deze meting waarschuwt de functie u tijdens de de assistentie is manoeuvre als uw auto een obstakel...
Pagina 189 Rijden Werking F schakel de richtingaanwijzer in aan de zijde Hulp bij fileparkeren waar u wilt parkeren om de meetfunctie te activeren. Zorg er daarbij voor dat u een F Zodra u een vrij parkeervak hebt F rijd niet sneller dan 20 km/h en afstand van 0,5 tot 1,5 meter tussen de gevonden, selecteer "...
Pagina 190 Rijden F rijd langzaam vooruit tot er in F de geassisteerde parkeermanoeuvre is F als de manoeuvre is voltooid, gaat het combinatie met een geluidssignaal een bezig. verklikkerlampje van de functie op het melding verschijnt die u verzoekt de rijd niet sneller dan 8 km/h voor of instrumentenpaneel uit en wordt een achteruitversnelling in te schakelen.
Pagina 191 Rijden Hulp bij uitparkeren na F schakel de richtingaanwijzer in aan de de manoeuvre is voltooid zodra beide fileparkeren voorwielen van de auto zich buiten het zijde van de rijbaan. F start als u vanuit een fileparkeervak wilt F schakel de achteruit- of vooruitversnelling parkeervak bevinden.
Pagina 192 Rijden als er meerdere parkeervakken naast elkaar worden gedetecteerd, wordt uw auto naar het laatste parkeervak geleid. Hulp bij haaks inparkeren F schakel de richtingaanwijzer in aan de zijde van het gekozen parkeervak om de F druk zodra u een vrij parkeervak meetfunctie te activeren.
Pagina 193 Rijden tijdens het haaks inparkeren wordt de functie Park assist automatisch gedeactiveerd zodra de achterzijde van de auto een obstakel tot minder dan 50 cm is genaderd. tijdens het inparkeren of het uitrijden F schakel de achteruitversnelling in, laat het als de manoeuvre is voltooid, gaat het van een parkeervak kan de functie verklikkerlampje van de functie op het...
Pagina 194 Rijden Deactiveren Uitschakelen het systeem kan worden gedeactiveerd door het systeem wordt automatisch uitgeschakeld: in het geval van een storing in op de toets te drukken. bij het trekken van een aanhangwagen, de stuurbekrachtiging wordt dit het systeem wordt automatisch gedeactiveerd: als het bestuurdersportier wordt geopend, pictogram weergegeven op het als het contact wordt afgezet,...
Pagina 195 Zicht lichtschakelaar Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen. Hoofdverlichting Aanvullende verlichting Instellingen de lichtschakelaar heeft verschillende standen uw auto is voorzien van aanvullende verlichting u kunt bepaalde functies afzonderlijk instellen: om de zichtbaarheid van de auto en het zicht voor specifieke rijomstandigheden: automatische verlichting, van de bestuurder aan te passen aan de...
Pagina 196 Zicht Hoofdverlichting Verklikkerlampjes Selecteren van de stand van de een verklikkerlampje op het hoofdverlichting instrumentenpaneel geeft aan dat de geselecteerde verlichting is ingeschakeld. draai aan de ring A om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten. lichten uit/verlichting overdag.
Pagina 197 Zicht Mistlampen de mistlampen werken in combinatie met als de verlichting automatisch wordt dimlicht en grootlicht. uitgeschakeld of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting Mistachterlicht en de parkeerlichten branden. F draai de ring naar achteren om de mistverlichting uit te schakelen.
Pagina 198 Zicht als de achterklep geopend is, werken bij helder of regenachtig weer, Uitschakelen van de de mistachterlichten niet. zowel overdag als 's nachts, verlichting bij afzetten van als de mistachterlichten zijn ingeschakeld zijn de mistlampen vóór en de het contact en de achterklep wordt geopend, dan mistachterlichten verblindend voor doven de mistachterlichten en het...
Pagina 199 Zicht Parkeerlichten Handbediende follow me home-verlichting de zijkant van de auto wordt gemarkeerd door deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten het inschakelen van de parkeerlichten aan de van het contact de dimlichten nog even blijven kant van het verkeer. branden om het uitstappen in het donker te F duw de lichtschakelaar binnen één vergemakkelijken.
Pagina 200 Zicht Automatische verlichting Automatische follow me home-verlichting Uitschakelen als de functie automatische verlichting F draai de ring in een andere stand. is geactiveerd, wordt onder donkere het uitschakelen van de functie wordt omstandigheden het dimlicht automatisch bevestigd door een melding. ingeschakeld bij het afzetten van het contact.
Pagina 201 Zicht Automatische schakeling grootlicht/dimlicht dit systeem schakelt automatisch om tussen dim- en grootlicht, afhankelijk van de lichtsterkte van de omgeving en de aanwezigheid van overig verkeer op de weg die worden geregistreerd door een camera op de binnenspiegel. het automatische omschakelsysteem is een hulpsysteem bij het rijden.
Pagina 202 Zicht Inschakelen Onderbreken F Zet de ring van de de bestuurder kan indien nodig op elk moment lichtschakelaar in de stand zelf de verlichting omschakelen. er kunnen storingen in de werking van "auto". het systeem optreden: F Geef nogmaals een F druk in het menu als het zicht slecht is (bijvoorbeeld lichtsignaal om de...
Pagina 203 Zicht Dagrijverlichting Verlichting buitenspiegels Instapverlichting buitenzijde (LED-verlichting) de instapverlichting is bedoeld om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken. de instapverlichting is actief als de lichtschakelaar in de stand "AUTO" staat en de lichtsensor weinig omgevingslicht detecteert.
Pagina 204 Zicht koplampen handmatig verstellen verstel de koplampen afhankelijk van de belading van uw auto om verblinding van medeweggebruikers te voorkomen. 0. 1 of 2 personen op de voorstoelen. tussenstand. 5 personen + maximaal toegestane belading. tussenstand. 2. bestuurder + maximaal toegestane belading.
Pagina 205 Zicht statische bochtverlichting Statische bochtverlichting ingeschakeld de bochtverlichting wordt in de volgende gevallen ingeschakeld: bij het inschakelen van een richtingaanwijzer, als het stuurwiel ver genoeg wordt verdraaid. als uw auto van deze functie is voorzien, wordt met statische bochtverlichting Statische bochtverlichting werkt tijdens het rijden met dim- of grootlicht de niet mistlamp vóór ingeschakeld om de binnenkant...
Pagina 206 Zicht Meedraaiende koplampen als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld, Storing volgen de lichtbundels van de meedraaiende in het geval van een storing koplampen de richting van de weg. knippert dit verklikkerlampje op het in combinatie met xenonlampen zorgt deze instrumentenpaneel in combinatie functie voor een beter zicht in bochten.
Pagina 207 Zicht ruitenwisserschakelaar Instellen Handmatige functies Ruitenwissers vóór afhankelijk van de uitvoering van uw auto zijn de bestuurder schakelt de ruitenwissers verschillende instellingen mogelijk: handmatig in. de ruitenwissers vóór zijn voorzien van automatische werking van de ruitenwissers een beveiliging: als obstakels zoals vóór, sneeuw of ijs worden gedetecteerd, automatisch inschakelen van de...
Pagina 208 Zicht Ruitenwisser achter ring voor de selectie van de ruitenwisser achter: uit, interval, wissen en sproeien (gedurende enige tijd). Achteruitversnelling schakel de automatische werking van de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval of als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld strenge vorst. dit kan worden uitgevoerd op het moment dat u de achteruitversnelling via het menu "Hulp bij het rijden"...
Pagina 209 Zicht Ruitensproeiers vóór en koplampsproeiers Ruitensproeiers vóór Koplampsproeiers F trek de ruitenwisserschakelaar naar u Afstellen van de sproeierkoppen de koplampsproeiers worden geactiveerd de ruitensproeiers vóór zijn voorzien van een tijdens het rijden en als de dimlichten branden. toe. de ruitensproeiers treden in werking, systeem waarmee de hoogte van de straal van om het verbruik van ruitensproeiervloeistof te waarna enige tijd de ruitenwissers worden...
Pagina 210 Zicht Automatische ruitenwissers vóór de ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. de snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag. Inschakelen Uitschakelen elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet u duw de hendel één keer omlaag.
Pagina 211 Zicht Speciale stand van de ruitenwissers voor Storing in het geval van een storing in de automatische werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand. laat het systeem controleren door het CitroËn-netwerk of een gekwalificeerde deze stand maakt het mogelijk de werkplaats.
Pagina 212 Zicht Plafonniers Plafonnier vóór - achter Kaartleeslampjes vóór - achter in deze stand gaat de interieurverlichting geleidelijk branden: F druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar. als de auto wordt ontgrendeld, als de elektronische sleutel uit de lezer Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in wordt verwijderd, contact zijn met de plafonniers.
Pagina 213 Zicht Glazen panoramadak dit dak is voorzien van een elektrisch bediend zonnescherm. Openen van het zonnescherm Sluiten van het zonnescherm Antiklemfunctie F draai de knop A naar stand 0 om het zonnescherm te sluiten. F draai aan de knop A om het zonnescherm in dit zonnescherm is uitgerust met een antiklemfunctie.
Pagina 214 Zicht sfeerverlichting verlichting beenruimte de gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere omgeving bevindt. Inschakelen de functie sfeerverlichting kan worden in- en uitgeschakeld via de menu's "Rijhulpsystemen" en vervolgens " Configuratie auto ". de gedempte verlichting van de beenruimte verbetert het zicht in de auto als deze zich in als het buiten donker is, gaat de verlichting...
Pagina 215 Veiligheid richtingaanwijzers alarmknipperlichten Claxon F links: beweeg de verlichtingsschakelaar F druk op het middelste gedeelte van het Gebruik de alarmknipperlichten om het overige omlaag voorbij het zware punt. verkeer te waarschuwen in het geval van file, stuurwiel. F rechts: beweeg de verlichtingsschakelaar pech, slepen of een ongeval.
Pagina 216 Veiligheid urgence-oproep of Gevarendriehoek assistance-oproep deze veiligheidsuitrusting vormt een aanvulling op de alarmknipperlichten. elke auto moet zijn voorzien van een gevarendriehoek. voordat u uit de auto stapt om de gevarendriehoek uit te vouwen en te plaatsen moet u de alarmknipperlichten inschakelen en uw reflecterende veiligheidsvest aantrekken.
Pagina 217 Veiligheid bandenspanningscontrolesysteem dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden. het systeem bewaakt de spanning van de vier het bandenspanningscontrolesysteem is de voor uw auto voorgeschreven banden zodra de auto begint te rijden. niet meer dan een hulpmiddel, hetgeen bandenspanning vindt u op de sticker het systeem vergelijkt de signalen van de inhoudt dat de waakzaamheid en...
Pagina 218 Veiligheid Waarschuwing te lage Resetten bandenspanning F Gebruik in het geval van een lekke band u krijgt deze waarschuwing als dit elke keer nadat u een of meer banden op lampje blijft branden in combinatie spanning hebt gebracht en na het verwisselen van de bandenreparatieset of het reservewiel met een geluidssignaal en, volgens een of meer wielen, moet u het systeem resetten.
Pagina 219 Veiligheid Storing het resetten van het systeem moet gebeuren Controleer voordat u het systeem via het touchscreen tablet bij afgezet contact gaat resetten of de spanning van en stilstaande auto. de vier banden overeenkomstig de F selecteer het menu " Rijhulpsysteem ". gebruiksomstandigheden van de auto als het waarschuwingslampje te lage en de voorschriften op de sticker met...
Pagina 220 Veiligheid elektronische stabiliteitscontrole (esP) elektronisch stabiliteitsprogramma (esP: Begrippen electronic stability Control) dat de volgende Antiblokkeersysteem (ABS) en Antispinregeling (ASR) systemen omvat: elektronische remdrukregelaar het antiblokkeersysteem (abs) en de de asr past de aandrijfkracht aan om het (REF) elektronische remdrukregelaar (reF), doorspinnen van de wielen te beperken via de noodremassistentie (aFu), deze systemen zorgen tijdens het remmen...
Pagina 221 Veiligheid Werking Intelligente Tractiecontrole ("Snow motion") Antiblokkeersysteem (ABS) en afhankelijk van de uitvoering is uw auto Zorg er bij vervanging van de wielen elektronische remdrukregelaar uitgerust met een systeem dat zorgt voor extra (banden en velgen) voor dat wielen (REF) tractie op besneeuwde wegen: intelligente worden gemonteerd die voor uw auto tractiecontrole.
Pagina 222 Veiligheid de goede werking van deze systemen Uitschakelen wordt verzekerd door de naleving van de in bijzondere omstandigheden (als de auto voorschriften van de fabrikant met betrekking vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...) tot de wielen (banden en velgen), onderdelen kan het nuttig zijn de systemen Cds en asr uit van het remsysteem, elektronische onderdelen te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen...
Pagina 223 Veiligheid Opnieuw inschakelen laat het systeem na een aanrijding deze systemen worden automatisch weer controleren door het CitroËn-netwerk ingeschakeld als het contact opnieuw wordt of door een gekwalificeerde werkplaats. aangezet of vanaf snelheden boven 50 km/h. bij snelheden tot 50 km/h kunt u de systemen handmatig weer inschakelen: F druk nogmaals op deze knop.
Pagina 224 Veiligheid veiligheidsgordels Veiligheidsgordels vóór Veiligheidsgordels met omkeerbaar oprolmechanisme dit systeem regelt automatisch de spanning van de veiligheidsgordels van de bestuurder en voorpassagier als de veiligheidsgordels zijn omgedaan en de auto sneller rijdt dan 10 km/h. bovendien reageert het systeem bij dreigend gevaar onmiddellijk door de veiligheidsgordels aan te trekken (bijvoorbeeld bij krachtig of plotseling remmen of een uitwijkmanoeuvre).
Pagina 225 Veiligheid Buitenste veiligheidsgordels Veiligheidsgordels 2 zitrij zitrij (opbergen) achter Omdoen de achterzitplaatsen zijn voorzien van een houd de riem tijdens het oprollen vast en driepuntsveiligheidsgordel met oprolautomaat breng de gesp aan op de magneet van het F trek aan de gordel en steek de gesp in de en spankrachtbegrenzer (met uitzondering van bevestigingspunt aan de zijkant.
Pagina 226 Veiligheid Middelste veiligheidsgordel 2 zitrij Veiligheidsgordel 3 zitrij achter de veiligheidsgordel van de middelste zitplaats achter is in de hemelbekleding geïntegreerd. Vastmaken Losmaken en opbergen Vastmaken F druk op de rode knop van de gordelsluiting F trek aan de gordel en steek de gesp A in F haal de gordel uit de geleider in de B en vervolgens op die van gordelsluiting A.
Pagina 227 Veiligheid Waarschuwingen voor niet-vastgemaakte en losgemaakte veiligheidsgordels Waarschuwing losgemaakte veiligheidsgordels het instrumentenpaneel bevat een bij een snelheid van meer dan 20 km/h waarschuwingslampje niet-vastgemaakte knipperen deze lampjes, gedurende twee veiligheidsgordels A en een display voor minuten in combinatie met een geluidssignaal. na het aanzetten van het contact gaan het de lokalisatie van de niet-vastgemaakte na deze periode van twee minuten blijven de...
Pagina 228 Veiligheid alvorens te gaan rijden dient de bestuurder voor een effectieve werking van de Voorschriften voor kinderen te controleren of alle passagiers hun veiligheidsgordel: Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan veiligheidsgordel goed hebben omgedaan dient deze strak om het lichaam te 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
Pagina 229 Veiligheid airbags de airbags zijn speciaal ontworpen om de veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd de middelste passagier achter) bij ernstige aanrijdingen te verbeteren. de airbags vormen een aanvulling op de werking van de veiligheidsgordels met spanbegrenzers (behalve bij de middelste passagier achter). de elektronische schoksensoren registreren de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan de registratiezones voor een aanrijding worden...
Pagina 230 Veiligheid Frontairbags Activering de airbags worden opgeblazen, behalve de airbag aan passagierszijde wanneer deze is uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór (A), in de lengterichting van de auto en vanaf de voorzijde richting de achterzijde van de auto, die zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
Pagina 231 Veiligheid Opnieuw inschakelen Storing schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als dit lampje op het als u het met de rug in de rijrichting geplaatste als u een kinderzitje met de rug in de instrumentenpaneel gaat branden in kinderzitje hebt verwijderd, zet dan met rijrichting op de voorstoel plaatst.
Pagina 232 Veiligheid Zijairbags de zijairbags beschermen de bestuurder en Detectiezones voor een de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse aanrijding aanrijding om de kans op letsel te verkleinen. A. impactzone vóór. de zijairbags zijn aangebracht in het frame van B. impactzone opzij. de rugleuning, aan de portierzijde.
Pagina 233 Veiligheid Window-airbags de window-airbags helpen de bestuurder Activering Storing en passagiers (uitgezonderd de middelste de window-airbag wordt gelijktijdig met als dit waarschuwingslampje gaat passagier achter) te beschermen bij een de zijairbag aan de desbetreffende zijde branden in combinatie met een ernstige zijdelingse aanrijding, om de kans geluidssignaal en een melding, opgeblazen bij een ernstige zijdelingse...
Pagina 234 Veiligheid Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags: Maak er een gewoonte van om normaal Airbags vóór Zijairbags rechtop in de voorstoelen te zitten. houd het stuurwiel niet aan de spaken bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor draag altijd een correct afgestelde vast en laat uw handen niet op het goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie...
Pagina 235 Veiligheid algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes hoewel CITROEN bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf. volg voor een optimale veiligheid de volgende CITROËN beveelt u aan kinderen op...
Pagina 236 Veiligheid kinderzitje op de passagiersstoel voor* "Rug in de rijrichting" "Gezicht in de rijrichting" Passagiersstoel in de middelste stand van de verstelling in lengterichting, in de Zet als een kinderzitje "met de rug in de Zet als een kinderzitje "met het gezicht in de laagste stand gezet en vervolgens hoger rijrichting"...
Pagina 237 Veiligheid uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde dit voorschrift wordt tevens vermeld op de Plaats nooit een kind in een kinderzitje waarschuwingssticker aan beide zijden van de "met de rug in de rijrichting" op de zonneklep aan passagierszijde. Conform de voorpassagiersstoel als de airbag vóór wettelijke voorschriften vindt u op de volgende aan passagierszijde is ingeschakeld.
Pagina 238 Veiligheid НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това може да причини СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето. NIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁŽNÉHO ZRANĚNÍ. brug aldriG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en aktiv airbaG. barnet risikerer at blive alvorliGt kvÆstet eller drÆbt. Montieren sie auf einem sitz mit aktivierteM Front-airbag nieMals einen kindersitz oder eine babyschale entgegen der Fahrtrichtung, das kind könnte schwere oder sogar tödliche verletzungen erleiden.
Pagina 239 Veiligheid Mt Qatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla. Plaats nooit een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waarvan de airbaG is inGesChakeld. bij het afgaan van de airbag kan het kind levensGevaarlijk GeWond raken.
Pagina 240 Veiligheid kinderzitje achterin "Rug in de rijrichting" "Gezicht in de rijrichting" Stoelen van de 3 zitrij schuif als een kinderzitje op de 3 zitrij is geplaatst de stoel op de 2 zitrij naar voren en zet de rugleuning rechtop zodat het kinderzitje en de benen van het kind de stoel op de 2 zitrij niet raken.
Pagina 241 Veiligheid door CitroËn aanbevolen kinderzitjes CitroËn levert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepuntsveiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt: Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg "rÖMer baby-safe Plus" Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg "kliPPan optima"...
Pagina 242 Veiligheid tabel voor het plaatsen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel overeenkomstig de europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto. Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie Plaats Groep 0 (b) en 0+...
Pagina 243 Veiligheid (a) universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle U: plaats geschikt voor het bevestigen van verwijder de hoofdsteun en berg deze auto's met de veiligheidsgordel kan worden een universeel goedgekeurd kinderzitje met op alvorens een kinderzitje op een de veiligheidsgordel. kinderzitje geplaatst bevestigd.
Pagina 244 Veiligheid tabel voor het plaatsen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel overeenkomstig de europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto. Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie Plaats Groep 0 (b) en 0+...
Pagina 245 Veiligheid (a) universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle U: plaats geschikt voor het bevestigen van verwijder de hoofdsteun en berg deze auto's met de veiligheidsgordel kan worden een universeel goedgekeurd kinderzitje met op alvorens een kinderzitje op een bevestigd. de veiligheidsgordel. kinderzitje geplaatst passagiersstoel te bevestigen.
Pagina 246 Veiligheid isoFiX-bevestigingen uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen. de hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven isoFiX-bevestigingen: kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER: verwijder de hoofdsteun en berg deze op alvorens het kinderzitje op deze plaats te bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd), trek het afdekkapje van de TOP TETHER...
Pagina 247 Veiligheid isoFiX-kinderzitjes aanbevolen door CitroËn "RÖMER Baby-Safe Plus met basis Baby-Safe Plus ISOFIX" (lengtecategorie: E) Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een isoFiX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A.
Pagina 248 Veiligheid Baby P2C Midi met ISOFIX-basis (lengtecategorie: B1) Groep 1 : 9 tot 18 kg dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een isoFiX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A. de basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. dit zitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst.
Pagina 249 Veiligheid overzicht bevestiging isoFiX-kinderzitjes overeenkomstig de europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een isoFiX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van isoFiX-bevestigingen. bij universele en semi-universele isoFiX-kinderzitjes wordt de isoFiX-maat op het kinderzitje naast het isoFiX-logo aangegeven met een letter (A t/m G). Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie Tot 10 kg Tot 10 kg...
Pagina 250 Veiligheid IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van raadpleeg de rubriek "isofix-bevestigingen" verwijder de hoofdsteun en berg deze een universeel gehomologeerd isoFiX- voor meer informatie over de bevestiging van op alvorens een kinderzitje op een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting de bovenste riem.
Pagina 251 Veiligheid overzicht bevestiging isoFiX-kinderzitjes overeenkomstig de europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een isoFiX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van isoFiX-bevestigingen. bij universele en semi-universele isoFiX-kinderzitjes wordt de isoFiX-maat op het kinderzitje naast het isoFiX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
Pagina 252 Veiligheid IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging raadpleeg de rubriek "isofix-bevestigingen" verwijder de hoofdsteun en berg deze van een universeel gehomologeerd isoFiX- voor meer informatie over de bevestiging van op alvorens een kinderzitje op een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en de bovenste riem.
Pagina 253 Veiligheid adviezen Kinderzitjes schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet Plaatsen van een de rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop. zitverhoger voor een optimale bevestiging van het de onjuiste bevestiging van een kinderzitje kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" het bovenste gedeelte van de brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij is het noodzakelijk dat de afstand tussen de...
Pagina 254 Veiligheid kinderbeveiliging beide achterportieren zijn voorzien van een mechanisch systeem om het openen van binnenuit te verhinderen. de knop bevindt zich op de zijkant van beide achterportieren en de kinderbeveiliging werkt op elk portier afzonderlijk. Vergrendelen Ontgrendelen F draai de knop met de geïntegreerde sleutel F draai de knop met de geïntegreerde sleutel tot de aanslag: tot de aanslag:...
Pagina 255 Praktische informatie bandenreparatieset de volledige set voor de reparatie van een Toegang tot de set band bestaat uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel. hiermee kunt u de band tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken. Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden gerepareerd, als het lek zich in het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Pagina 256 Praktische informatie Overzicht gereedschap al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw auto; gebruik het niet voor andere doeleinden. afhankelijk van de uitvoering is uw auto voorzien van het volgende gereedschap. 12v-compressor. de compressor bevat een afdichtingsproduct voor het tijdelijk repareren van een band en regelt de bandenspanning.
Pagina 257 Praktische informatie Beschrijving van de set op deze sticker staat de bandenspanning A. schakelaar stand "reparatie" of "op Flacon met afdichtmiddel. aangegeven. spanning brengen". G. Witte slang met dop voor de reparatie. B. aan/uit schakelaar "I/O". H. Zwarte slang voor het op spanning C.
Pagina 258 Praktische informatie Reparatiemethode 1. Afdichting van het lek F Zet het contact af. F rol de witte slang G volledig uit. F sluit de stekker van de compressor aan op F Zet de schakelaar A in de stand F draai de dop van de witte slang los. de 12v-aansluiting in de auto.
Pagina 259 Praktische informatie F activeer de compressor door de F verwijder de set en draai de dop van de schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot witte slang vast. de bandenspanning 2,0 bar bedraagt. Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof het afdichtmiddel wordt onder druk in niet op of in de auto terecht kunnen komen.
Pagina 260 Praktische informatie 2. Op spanning brengen F Zet de schakelaar A in de stand F sluit de stekker van de compressor weer F breng de band met behulp van de "bandenspanning". aan op de 12v-aansluiting in de auto. compressor op de voorgeschreven F rol de zwarte slang H volledig F start de motor opnieuw en laat de motor spanning (spanning verhogen:...
Pagina 261 Praktische informatie Uitnemen van de flacon F berg de zwarte slang op. let op dat er geen afdichtmiddel uit de F neem het gebogen aansluitstuk van de flacon stroomt. witte slang los. de uiterste gebruiksdatum staat op de F houd de compressor rechtop. patroon vermeld.
Pagina 262 Praktische informatie Controle / aanpassen bandenspanning F sluit de stekker van de compressor aan op u kunt de compressor, zonder inspuiting van als de spanning van een of meer het afdichtmiddel, ook gebruiken om: de 12v-aansluiting van de auto. banden is aangepast, moet F start de auto en laat de motor draaien.
Pagina 263 Praktische informatie Wiel verwisselen in het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap verwisselen volgens de onderstaande procedure. Toegang tot het gereedschap Beschikbaar gereedschap* dit gereedschap is specifiek voor uw auto en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw auto, verschillen.
Pagina 264 Praktische informatie Toegang tot het reservewiel het reservewiel bevindt zich onder de bodem van de bagageruimte. raadpleeg de rubriek "toegang tot het gereedschap" voor meer informatie over de toegang tot het reservewiel. Terugplaatsen van het reservewiel F Plaats het wiel in zijn behuizing. F Plaats de houder in het midden van het F draai de centrale bout enkele wiel.
Pagina 265 Praktische informatie Wiel verwisselen in het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap verwisselen volgens de onderstaande procedure. Toegang tot het boordgereedschap* 2. Wielblokken om wegrollen van de auto te voorkomen (behalve uitvoeringen met handgeschakelde versnellingsbak).
Pagina 266 Praktische informatie Toegang tot het reservewiel* het reservewiel wordt met een lier tegen de Verwijderen van het reservewiel bodem van de bagageruimte vastgeklemd. F vouw het harmonicapaneel op en zet F verwijder de houder met het reservewiel de stoel links op de derde zitrij (volgens via de achterzijde van de auto.
Pagina 267 Praktische informatie Opbergen van het gereedschap F Plaats het gereedschap in de kist en berg de kist op in de bagageruimte van de auto. F rol de lier op door de sleutel rechtsom te draaien: als de kabel volledig is opgerold, mag u bij het draaien geen weerstand meer voelen.
Pagina 268 Praktische informatie F Plaats het reservewiel zo op de kist dat de F Plaats de haak en het verbindingsstuk in F Monteer het wiel met de kist onder de auto centreernok in het boutgat in het hart van het wiel en daarna in de kist, zoals op de door de moer van de lier linksom te draaien de kist valt.
Pagina 269 Praktische informatie Demonteren van het wiel Werkwijze Stilzetten van de auto Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat. trek de parkeerrem aan (tenzij deze geprogrammeerd is in de automatische stand), zet het contact af en schakel de eerste versnelling* in om de wielen te...
Pagina 270 Praktische informatie F Plaats het voetstuk van de krik 3 op F draai de krik 3 uit tot de kop het gebruikte steunpunt A of B raakt; de kop van de krik moet de grond, loodrecht onder één van de goed in het midden van het gebruikte steunpunt A of B steken.
Pagina 271 Praktische informatie Monteren van het wiel Bevestiging van het noodreservewiel indien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het noodreservewiel de ringen van de bouten de velg niet raken. als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.
Pagina 272 Praktische informatie Procedure F Plaats het wiel op de naaf. F laat de krik zakken. F draai de slotbout vast met de wielsleutel F draai de wielbouten met de hand vast. F vouw de krik 3 op en verwijder hem. 1 en de dop 5 (volgens uitvoering).
Pagina 273 Praktische informatie sneeuwkettingen onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto. Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn Montagetips uitsluitend de voorwielen mogen van voor het type velg van uw auto: F als u onderweg sneeuwkettingen moet sneeuwkettingen worden voorzien.
Pagina 274 Praktische informatie een lamp vervangen Verlichting vóór Elektrocutiegevaar het vervangen van een xenonlamp (d5s-25W) moet worden uitgevoerd door het CitroËn-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. let er bij het monteren van onder andere h7-lampen met nokjes op dat deze nokjes goed in de uitsparingen komen, zodat het licht in de juiste richting schijnt.
Pagina 275 Praktische informatie de koplampunits zijn voorzien van glas van polycarbonaat met een speciale vernislaag: F reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek en gebruik geen oplosmiddelen, F gebruik een spons met zeepwater of een ph-neutraal product, F wanneer u met een hogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd de straal dan nooit langdurig op...
Pagina 276 Praktische informatie Dimlicht Grootlicht Verlichting overdag / parkeerlicht (uitvoering met halogeenlampen) (uitvoering met halogeenlampen) F draai de plastic beschermkap los om deze F trek aan de borglip om de plastic neem voor het vervangen van dit type lamp met led’s en lichtgeleiders contact op met te verwijderen.
Pagina 277 Praktische informatie Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers (leds) Mistlampen neem voor het vervangen van dit type lamp F Maak het sierdeel los door het aan de contact op met het CitroËn-netwerk of een als een verklikkerlampje (rechts of bovenzijde los te trekken. gekwalificeerde werkplaats. links) van de richtingaanwijzers sneller F draai de twee bouten los om de unit te knippert, is een van de lampen aan de...
Pagina 278 Praktische informatie Instapverlichting in de Achterlichten buitenspiegels Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig). 2. Parkeerlichten/mistachterlicht (P21/5W). Uitvoering met achterlichten met gloeilampen voor het vervangen van de led dient u het 3. Remlichten/parkeerlichten (P21/5W). CitroËn-netwerk of een gekwalificeerde 4. Achteruitrijlichten (W16W). werkplaats te raadplegen. 5.
Pagina 279 Praktische informatie Uitvoering met achterlichten met leds Achterlichten op achterklep F draai de drie bevestigingsschroeven A van bepaal de plaats van de defecte lamp. F open de achterklep. de lampunit los. F verwijder het deksel. F neem de stekker los. F verwijder de lampunit voorzichtig via de buitenzijde van de auto terwijl u de borgklem B ingedrukt houdt.
Pagina 280 Praktische informatie Achterlichten Richtingaanwijzers (PY21W Uitvoering met achterlichten met leds Uitvoering met achterlichten met gloeilampen amberkleurig). 3. Parkeerlichten (leds). 3. Parkeerlichten (P21/5W). 2. Parkeerlichten/mistachterlicht 4. Remlichten (leds). 4. Remlichten/parkeerlichten (P21/5W). (P21/5W). 5. Richtingaanwijzers (PY21W). 5. Richtingaanwijzers (PY21W). 6. Achteruitrijlichten (leds). 6.
Pagina 281 Praktische informatie Achterlichten op achterklep Uitvoering met achterlichten met leds F draai de drie bevestigingsschroeven A van bepaal de plaats van de defecte lamp. F open de achterklep. de lampunit los. F verwijder het deksel. F neem de stekker los. F trek de lampunit voorzichtig naar buiten.
Pagina 282 Praktische informatie Richtingaanwijzers, Derde remlicht (leds) Kentekenplaatverlichting (W5W) parkeerlichten en mistverlichting F steek een kleine schroevendraaier in deze zijn vanaf de onderzijde van de bumper raadpleeg het CitroËn-netwerk of een een van de buitenste openingen van het bereikbaar. gekwalificeerde werkplaats om dit type lampglas.
Pagina 283 Praktische informatie Zekering vervangen Toegang tot het gereedschap Vervangen van een zekering voordat u een zekering vervangt, dient u F de oorzaak van de storing te achterhalen om deze te verhelpen, F stroomverbruikers uit te schakelen, F de auto stil te zetten met het contact uit, F de defecte zekering te achterhalen met behulp van de zekeringtabel en de Goed...
Pagina 284 Praktische informatie Configuraties Montage van elektrische accessoires bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is reeds rekening gehouden met de montage van zowel de standaarduitrusting als eventuele opties. raadpleeg het CitroËn-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voordat u andere elektrische voorzieningen of accessoires in de auto monteert of laat monteren.
Pagina 285 Praktische informatie Zekeringen dashboard Overzicht zekeringen type 1 Zekeringkast 1 Zekering Stroomsterkte Functies stuurkolomschakelaars. touchscreen, audio-/navigatiesysteem, Cd-speler, usb- en 20 A auX-aansluitingen. 15 A 12v-aansluiting vóór. 15 A 12v-aansluiting bagageruimte. de zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde start/stoP-knop. van het dashboard (links). 15 A ruitenwisser achter.
Pagina 286 Praktische informatie Zekeringkast 2 Zekering Stroomsterkte Functies 15 A 12v-aansluiting achter.
Pagina 287 Praktische informatie Overzicht zekeringen type 2 Zekering Stroomsterkte Functies start/stoP-knop. touchscreen, audio-/navigatiesysteem, Cd-speler, usb- en 15 A auX-aansluitingen. inbraakalarm. stuurkolomschakelaars. instrumentenpaneel. regen-/lichtsensor. airbags. Geheugen zitpositie bestuurder. elektrische stuurbekrachtiging. 10 A 12v-aansluiting vóór. 10 A 12v-aansluiting bagageruimte. kaartleeslampjes plafonnier zitrij 1. selectiehendel elektronisch gestuurde versnellingsbak.
Pagina 288 Praktische informatie Zekeringkast in de motorruimte de zekeringkast bevindt zich onder de bij het type 2 bevindt zich een extra Toegang tot de zekeringen motorkap, naast de accu (links). zekeringkast vóór de accu. F Maak het deksel los door de 2 rode vergrendelingen richting de achterzijde van de auto te duwen.
Pagina 289 Praktische informatie Overzicht zekeringen type 1 Zekering Stroomsterkte Functies 10 A Grootlicht rechts. 10 A Grootlicht links. Overzicht zekeringen type 2 Zekeringkast 1 Zekering Stroomsterkte Functies 30 A elektrisch bedienbare achterklep. 25 A hiFi-versterker. lezer elektronische sleutel. Zekeringkast 2 Zekering Stroomsterkte Functies 30 A...
Pagina 290 Praktische informatie 12v-accu Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu. Toegang tot de accu Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels als de accu van uw auto ontladen is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere...
Pagina 291 Praktische informatie Vóór het loskoppelen van de accukabels F verwijder, indien uw auto hiermee is Wacht 2 minuten na het afzetten van het uitgerust, het kunststof kapje van de contact. pluspool (+). sluit de ruiten en de voorportieren voordat u F sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) de accukabels loskoppelt.
Pagina 292 Praktische informatie Laden met behulp van een bescherm uw ogen en gezicht voordat u acculader handelingen aan de accu uitvoert. voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, ver bij auto's met het stop & start-systeem van open vuur of vonken veroorzakende hoeven de accukabels tijdens het bronnen, om elk risico van brand- of...
Pagina 293 Praktische informatie spaarfase eco-mode de spaarfase stuurt de elektrische functies van de eco-mode bepaalt de maximale Uitschakelen van de eco- de auto aan om het ontladen van de accu te gebruiksduur van een aantal functies om te mode voorkomen. voorkomen dat de accu ontladen raakt. de functies worden automatisch weer tijdens het rijden kunnen in verband met de nadat de motor is afgezet, kunt u een...
Pagina 294 Praktische informatie Wisserbladen vervangen Voordat u een wisserblad Monteren demonteert F breng het nieuwe wisserblad aan en klik F bedien de ruitenwisserschakelaar binnen het vast. één minuut na het afzetten van het contact F Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug. om de ruitenwissers in de verticale positie te plaatsen.
Pagina 295 Praktische informatie slepen van de auto u kunt de auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog. Toegang tot het gereedschap Algemene aanwijzingen volg de huidige wetgeving in uw land op. Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.
Pagina 296 Praktische informatie Slepen van uw auto Slepen van een andere auto het niet opvolgen van dit voorschrift kan er toe leiden dat bepaalde componenten (remsysteem, transmissie...) beschadigd raken en dat de rembekrachtiger na het starten mogelijk niet meer werkt. F Maak het klepje in de voorbumper los door F ontgrendel de stuurinrichting door F Maak het klepje in de achterbumper los op de linkerkant ervan te drukken.
Pagina 297 Praktische informatie trekhaak met gemakkelijk afneembare kogel (rdso) bij het monteren en verwijderen van de kogel van deze door de fabrikant geleverde trekhaak hoeft geen gereedschap te worden gebruikt. Monteren F Controleer of de kogel correct bevestigd is. de twee pennen moeten contact maken met de inkepingen in de steun en de pal B moet in de stand "vergrendeld"...
Pagina 298 Praktische informatie als de kogel niet is vergrendeld, kan de aanhanger losraken en loopt u het risico een ongeval te veroorzaken. vergrendel de kogel altijd conform de Verwijderen aanwijzingen. houd u aan de regelgeving in het land waar u zich bevindt. verwijder de trekhaakkogel als u de trekhaak niet gebruikt.
Pagina 299 Praktische informatie trekken van een aanhanger uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het Wij raden u aan gebruik te maken van het rijden met een aanhanger heeft vervoer van personen en bagage, maar is een speciaal door CitroËn geteste veel invloed op het rijgedrag van de tevens geschikt voor het trekken van een en goedgekeurde trekhaak inclusief auto en vergt daarom extra aandacht...
Pagina 300 Praktische informatie Adviezen Gewichtsverdeling Koeling Remmen F verdeel het gewicht in de caravan/ het trekken van een aanhanger op het trekken van een aanhanger verlengt de aanhanger gelijkmatig, plaats zware een helling veroorzaakt een hogere remweg. voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as en koelvloeistoftemperatuur.
Pagina 301 Praktische informatie allesdragers uit veiligheidsoverwegingen en om te Uitvoering zonder dakrails Uitvoering met dakrails voorkomen dat het dak van uw auto beschadigd raakt, is het raadzaam uitsluitend voor uw auto goedgekeurde allesdragers te gebruiken. houd u aan de montage- en de gebruiksvoorschriften die zijn vermeld in de handleiding van de allesdragers.
Pagina 302 Praktische informatie Aanbevelingen Maximaal toegestane last op allesdragers voor een hoogte van F Zorg voor een gelijkmatige verdeling en minder dan 40 cm: 80 kg. voorkom overbelasting aan één kant. deze waarde kan worden gewijzigd, F Plaats de zwaarste lading zo dicht mogelijk raadpleeg de in de handleiding van bij het dak.
Pagina 303 Praktische informatie sneeuwscherm* het afneembare sneeuwscherm wordt op het onderste gedeelte van de voorbumper geplaatst om een opeenhoping van sneeuw bij de koelventilator van de radiateur te voorkomen. Plaatsen Verwijderen F breng het afneembare sneeuwscherm F Wip met een schroevendraaier de vier aan op het onderste gedeelte van de bevestigingsclips één voor één los.
Pagina 304 Praktische informatie accessoires een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het CitroËn-netwerk. deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van CitroËn. "Comfort" "Styling"...
Pagina 305 Praktische informatie "Multimedia" afhankelijk van de lokale wetgeving Installeren van kan de aanwezigheid van bepaalde luidsprekers, hiFi-module, head-up radiocommunicatiezenders veiligheidsuitrusting verplicht zijn: display, portable navigatiesystemen, voordat u radiozenders met veiligheidsvesten, gevarendriehoeken, rijassistenten, portable dvd-scherm met buitenantenne als uitrusting alcoholtests, een set reservelampen, steun, telefoonhouder, dvd-pakket met twee achteraf monteert, kunt u bij het reservezekeringen, een brandblusser,...
Pagina 306 Onderhoud total & CitroËn Partners in prestaties en respect voor het milieu Innovatie voor nog betere prestaties sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de research & development-teams van total voor CitroËn smeermiddelen die geschikt zijn voor de nieuwste technologieën die in auto’s van het merk CitroËn worden toegepast, zowel voor wedstrijddoeleinden als gebruik in het dagelijkse leven.
Pagina 307 Onderhoud Motorkap Openen l'implantation de la commande intérieure empêche toute ouverture, tant que la porte avant gauche est fermée. Wees bij warme motor voorzichtig met het bedienen van de veiligheidshaak en de motorkapsteun (kans op brandwonden). Gebruik de beschermde zone. Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap niet tegen de hendel aan stoot.
Pagina 308 Onderhoud benzinemotoren dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren van de verschillende vloeistofniveaus en het vervangen van bepaalde onderdelen. reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 2. reservoir koelvloeistof. 3. reservoir remvloeistof. 4. accu/zekeringen. 5. Zekeringkast. 6. luchtfilter. oliepeilstok. 8. Motorolie (bij)vullen.
Pagina 309 Onderhoud dieselmotoren dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren van de verschillende vloeistofniveaus, het vervangen van bepaalde onderdelen en het ontluchten van het brandstofcircuit. reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 2. reservoir koelvloeistof. 3. reservoir remvloeistof. 4. accu/zekeringen. 5. Zekeringkast. 6. luchtfilter. oliepeilstok.
Pagina 310 Onderhoud brandstof Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 57 liter (benzine) of 55 liter (diesel). Minimumbrandstofvoorraad Tanken als de minimumbrandstofvoorraad is bereikt, gaat dit waarschuwingslampje branden, vergezeld van een geluidssignaal en een melding. bovendien gaat het laatste segment van de brandstofmeter oranje branden. als het lampje gaat branden, bevindt zich nog ongeveer 6 liter brandstof in de tank.
Pagina 311 Onderhoud Onderbreking van brandstoftoevoer uw auto is voorzien van een katalysator die de uw auto is voorzien van een beveiliging die bij schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer vermindert. afsluit. Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije benzine worden gebruikt. door de vernauwde vulpijp kan alleen loodvrije benzine worden getankt.
Pagina 312 Onderhoud vulpistoolrestrictie (diesel)* dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken. hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen. Werking het vullen van de brandstoftank met Reizen naar het buitenland behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
Pagina 313 Onderhoud Brandstof voor Brandstof voor benzinemotoren dieselmotoren auto's met benzinemotoren kunnen rijden auto's met dieselmotoren kunnen rijden op biobrandstoffen van het type e10 (deze op biobrandstoffen die aan de huidige en bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de toekomstige europese richtlijnen voldoen europese richtlijnen en 228 en en 15376.
Pagina 314 Onderhoud brandstoftank leeg (diesel) 1.6 HDi-motor 1.6 BlueHDi-motor F vul de brandstoftank met minimaal 5 liter F vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel. diesel. F open de motorkap. F Zet het contact aan (zonder de motor te F Maak indien nodig de sierkap los om de starten).
Pagina 315 Onderhoud niveaus controleren Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voorwaarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven. laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CitroËn-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Pagina 316 Onderhoud Eigenschappen van de olie na het bijvullen zal de olieniveaumeter Controleer voordat u olie bijvult of ververst of op het dashboard bij het aanzetten van de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt het contact na 30 minuten de juiste met de door de fabrikant aanbevolen motorolie waarde aangeven.
Pagina 317 Onderhoud Remvloeistofniveau Koelvloeistofniveau het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht het remvloeistofniveau dient zich mogelijk bij het merkteken "MaXi" te zo dicht mogelijk bij het merkteken "MaXi" te bevinden. Controleer bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn. indien dit niet het geval is of de als de motor warm is, wordt de temperatuur remblokken van uw auto zijn van de koelvloeistof geregeld door de...
Pagina 318 Onderhoud Te laag niveau ruiten-/ Brandstofadditiefniveau Afgewerkte producten koplampsproeiervloeistof (dieseluitvoering met roetfilter) vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen. als uw auto is voorzien van het minimumniveau van het de meeste van deze vloeistoffen zijn koplampsproeiers en het niveau additief wordt aangegeven door bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Pagina 319 Onderhoud Controles raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen. laat de controles eventueel uitvoeren door het CitroËn-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 12V-accu Luchtfilter en interieurfilter Roetfilter (diesel) de accu is onderhoudsvrij.
Pagina 320 Onderhoud Handgeschakelde versnellingsbak Remblokken Elektrische parkeerrem de versnellingsbak is onderhoudsvrij de slijtage van de remblokken (olie verversen niet noodzakelijk). dit systeem hoeft niet apart gecontroleerd is sterk afhankelijk van de rijstijl, raadpleeg het onderhoudsschema te worden. als er zich toch een probleem vooral bij stadsverkeer en veel korte van de fabrikant voor de periodieke voordoet, laat het systeem dan...
Pagina 321 Onderhoud ® additief adblue en sCr-systeem voor bluehdi-dieselmotoren ® om het milieu zo min mogelijk te belasten en het additief adblue bevindt zich in een ® als het adblue -reservoir leeg is, zorgt om aan de nieuwe euro 6-norm te voldoen, specifiek reservoir onder de bagageruimte, een wettelijk verplicht systeem ervoor heeft CitroËn ervoor gekozen zijn auto's...
Pagina 322 Onderhoud Actieradiusindicatoren Zodra het contact wordt aangezet en als de Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te ® reservevoorraad van het adblue ® -reservoir laag AdBlue -niveau is aangesproken of een storing in het sCr- het wettelijk verplichte Actieradius groter dan 2400 km systeem is gesignaleerd, verschijnt een...
Pagina 323 Onderhoud Actieradius tussen 600 en 2400 km Actieradius tussen 0 en 600 km Storing in verband met een te laag Zodra het contact wordt aangezet, gaat het Zodra het contact wordt aangezet, gaat het AdBlue ® -niveau verklikkerlampje urea branden in combinatie verklikkerlampje serviCe branden en knippert als het contact wordt aangezet, gaat het met een geluidssignaal en een melding...
Pagina 324 Onderhoud Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd Als een storing wordt gesignaleerd Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen er wordt automatisch een 1100 km en 0 km) startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het sCr-systeem is gesignaleerd.
Pagina 325 Onderhoud Starten geblokkeerd Bevriezing van het additief AdBlue ® het additief adblue ® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C. het sCr-systeem is voorzien van een voorverwarmingssysteem voor het adblue ® -reservoir waardoor u ook in zeer koude omstandigheden kunt blijven rijden.
Pagina 326 Onderhoud ® Bijvullen van het additief AdBlue het adblue ® -reservoir moet bij elke periodieke Gebruiksvoorschriften onderhoudscontrole worden gevuld door het CitroËn-netwerk of een gekwalificeerde het additief adblue ® is een oplossing op Gebruik uitsluitend additief adblue ® dat aan de werkplaats.
Pagina 327 Onderhoud Voorschriften voor opslag Procedure voor bijvullen adblue ® bevriest bij temperaturen lager dan Controleer voor het bijvullen of de auto op een ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij vlakke en horizontale ondergrond staat. temperaturen vanaf 25°C. het is raadzaam Controleer 's winters of de de flacons koel en buiten direct zonlicht te omgevingstemperatuur van de auto hoger...
Pagina 328 Onderhoud F draai de zwarte dop een kwart F draai de blauwe dop een zesde F Pak een flacon adblue ® . Controleer de omwenteling linksom zonder er druk op uit omwenteling linksom. houdbaarheidsdatum en lees vervolgens F trek de knop omhoog om hem te te oefenen en trek hem omhoog om hem te aandachtig de gebruiksaanwijzing op het verwijderen.
Pagina 329 Onderhoud F veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten belangrijk: als u additief hebt met behulp van een vochtige doek bijgevuld nadat het reservoir leeg is eventuele vloeistofsporen van de rand van geraakt, aangegeven door de melding de vulopening van het reservoir. "vul additief bij: starten verboden", dient u ongeveer 5 minuten te wachten voordat u het contact weer aanzet,...
Pagina 330 Technische gegevens Motoren en versnellingsbakken benzine-uitvoeringen Benzinemotoren VTi 120 e-THP 130 THP 150 handgeschakeld handgeschakeld handgeschakeld Versnellingsbak (5 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering: 5Fs0/1 hnYM/1s - M/2sM 5Fv8 - 8/1 3D... 3E... 3A... Cilinderinhoud (cm 1598 1199 1598 boring x slag (mm) 77 x 85,8...
Pagina 331 Technische gegevens Benzinemotoren THP 150 / 165 e-THP 165 automatisch automatisch Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering: 5GX 5GYa-a/1-a/2-d-Y-Y/1-Y/2 5GX 5GZa 3D... 3E... 3A... Cilinderinhoud (cm 1598 1598 boring x slag (mm) 77 x 85,8 77 x 85,8 Max.
Pagina 332 Technische gegevens Gewichten en aanhangergewichten (in kg) benzine-uitvoeringen Benzinemotoren VTi 120 e-THP 130* THP 155 handgeschakeld handgeschakeld handgeschakeld Versnellingsbakken (5 versnellingen) (5 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering: 5Fs0/1 hnYM/1s - M/2sM 5Fv8 - 8/1 3D... 3E... 3A... ledig gewicht 1252 - 1276 - 1278 1280 - 1295 - 1297 1296 - 1311 - 1313...
Pagina 333 Technische gegevens Benzinemotoren THP 150 / 165 e-THP 165 automatisch automatisch Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering: 5GX 5GYa-a/1-a/2-d-Y-Y/1-Y/2 5GZt/s 3D... 3E... 3A... ledig gewicht 1405 - 1428 - 1430 1310 - 1318 - 1320 Gewicht rijklaar* 1480 - 1503 - 1505 1385- 1393 - 1395 Masse maximale techniquement admissible 1 940 - 2 140 - 2 160...
Pagina 334 Technische gegevens Motoren en versnellingsbakken dieseluitvoeringen e-HDi 90 Dieselmotoren HDi 90 BlueHDi 100 Airdream handgeschakeld elektronisch gestuurd handgeschakeld Versnellingsbak (5 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering: 9hP0/1 9hP8/1Ps/2Ps bhY6/1s - 6/2sM 3D... 3E... 3A... Cilinderinhoud (cm 1560 1560 boring x slag (mm) 75 x 88,3 75 x 88,3...
Pagina 335 Technische gegevens Motoren en versnellingsbakken dieseluitvoeringen e-HDi 115 Dieselmotoren HDi 115 Airdream handgeschakeld handgeschakeld elektronisch gestuurd Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering: 9hC8/1 9hC8/1s 9hC8/1Ps - 8/2Ps 3D... 3E... 3A... Cilinderinhoud (cm 1560 1560 boring x slag (mm) 75 x 88,3 75 x 88,3 Max.
Pagina 336 Technische gegevens Motoren en versnellingsbakken dieseluitvoeringen Dieselmotoren BlueHDi 115/120 BlueHDi 135/150 handgeschakeld handgeschakeld automatisch Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoerin: ahX/ahr/ahv/ bhZ/bhXM/s-M/1s ahXt/s - t/1s 3D... 3E... 3A... ahs M/s - M/1s Cilinderinhoud (cm 1560 1997 boring x slag (mm) 75 x 88,3 85 x 88...
Pagina 337 Technische gegevens Gewichten en aanhangergewichten (in kg) dieseluitvoeringen e-HDi 90 Dieselmotoren HDi 90 BlueHDi 100* Airdream handgeschakeld elektronisch gestuurd handgeschakeld Versnellingsbak (5 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) 3d... 3e... 3a 3d... 3e... 3a Type Variant Uitvoering: 9hP0/1 9hP8/1Ps-8/2Ps bhY6/1s - 6/2sM ledig gewicht 1279 1289 - 1314 - 1316...
Pagina 338 Technische gegevens Gewichten en aanhangergewichten (in kg) dieseluitvoeringen Dieselmotoren HDi 115 BlueHDi 115 handgeschakeld handgeschakeld elektronisch gestuurd Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) 3d... 3e... 3a ... 3d... 3e... 3a ... 3d... 3e... 3a ... 3d... 3e... 3a ... Type Variant Uitvoering: 9hC8 9hC8/1...
Pagina 339 Technische gegevens Gewichten en aanhangergewichten (in kg) dieseluitvoeringen Dieselmotoren BlueHDi 115/120 BlueHDi 135/150 handgeschakeld automatisch Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) 3d... 3e... 3a... 3d... 3e... 3a... 3d... 3e... 3a... Type Variant Uitvoering: bhZ/bhXM/s-M/1s ahXM/s - M/1s ahXt/s - t/1s ledig gewicht 1320 - 1345 - 1347 1415 - 1428 - 1430 1435...
Pagina 340 Technische gegevens afmetingen (in mm) deze afmetingen zijn gemeten met een niet beladen auto. * ingeklapte buitenspiegels.
Pagina 341 Technische gegevens afmetingen (in mm) deze afmetingen zijn gemeten met een niet beladen auto. * ingeklapte buitenspiegels.
Pagina 342 Technische gegevens Identificatie de auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto. D. Sticker bandenspanning/kleurcode van de lak. deze sticker, die op de middenstijl aan bestuurderszijde is bevestigd, bevat de volgende informatie: - bandenspanning zonder en met volle belading, - bandenmaat (met de belastingsindex en de snelheidsaanduiding van de band),...
Pagina 343 URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP...
Pagina 344 CitroËn etouch, beschikt u ook systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur. over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCitroen op de CitroËn-internetsite voor uw land. surf hiervoor naar www.citroen.com. om technische redenenen, zoals het verbeteren van de telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht...
Pagina 345 7 inch Touchscreen GPS-navigatie Multimedia-autoradio Bluetooth ® -telefoon INHOUD 01 Algemene werking blz. dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto functioneert. 02 Basisfunctie - Bedieningspaneel blz. 03 Schakelaars op het stuurwiel blz. 347 04 Media blz. 05 Navigatie blz.
Pagina 346 ALGEMENE WERKING "Configuratie" " Airconditioning " hiermee kunnen de geluidssignalen, de grafische hiermee kunnen de temperatuur en de thema's en de lichtsterkte aanjagersnelheid worden van de dashboardverlichting ingesteld. worden ingesteld en hebt u toegang tot een interactieve hulp met betrekking tot de belangrijkste uitrusting en "...
Pagina 347 ALGEMENE WERKING Gebruik de toetsen aan weerszijden van het touchscreen tablet om de menu's te openen en druk vervolgens op de op het touchscreen tablet weergegeven toetsen. elk menu wordt op één pagina of op twee pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina) weergegeven.
Pagina 348 BASISFUNCTIES sneltoetsen: met behulp van de toetsen in de bovenste balk van het touchscreen, is het mogelijk direct de geluidsbron, de lijst met zenders (of titels afhankelijk van de geluidsbron) of de volumeregeling (voor elke bron temperatuurregeling te kiezen. afzonderlijk, ook voor "verkeersinformatie (ta)"...
Pagina 349 STUURKOLOMSCHAKELAARS kort indrukken: Geluidsweergave onderbreken. veranderen van multimediabron. binnenkomend gesprek aannemen. volume verhogen/verlagen. huidig gesprek: toegang tot het telefoonmenu (ophangen, privémodus, handsfree-modus). radio: weegave van zenders. ingedrukt houden: Media: weergave van tracklist. binnenkomend gesprek weigeren. huidig gesprek beëindigen. draaien. als de telefoon niet gebruikt wordt: toegang tot het telefoonmenu (bellen, contacten, gesprekkenlijst, voicemail).
Pagina 350 MEDIA Niveau 1 Niveau 2 "Media" Lijst van FM-zenders Hoofdpagina Opslaan...
Pagina 351 Niveau 1 Niveau 2 Aanwijzingen Media Lijst van FM-zenders druk op een zender om deze te selecteren. Lijst FM-radio DAB-radio AM-radio Jukebox Media selecteer de bron. Bron iPod Bluetooth Media druk op een lege plek en vervolgens op "opslaan". Opslaan...
Pagina 352 MEDIA Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 "Media" Lijst van FM-zenders Secundaire pagina Foto's Media Kopiëren naar jukebox Beheer jukebox...
Pagina 353 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Opslaan op een zender drukken om deze te selecteren. Media Lijst updaten de lijst updaten afhankelijk van de ontvangst. Secundaire pagina Frequentie de gewenste radiofrequentie invoeren. Lijst zenders Bevestigen de instellingen opslaan. Selecteren pagina de geselecteerde foto op het volledige scherm weergeven.
Pagina 354 MEDIA Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 "Media" Secundaire pagina Media Instellingen Instellingen Instellingen...
Pagina 355 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Media Secundaire pagina Weergeven van het meest recent gebruikte medium. Lijst met media Willekeurige volgorde (alle nummers): Media Willekeurige volgorde de instellingen voor het afspelen kiezen. (huidige album): Instellingen Continu herhalen: versterking auX volgen rds Media volgen dab/FM...
Pagina 356 RADIO Selecteren van een zender druk op Media om de hoofdpagina weer te geven. druk op Media om de hoofdpagina weer te geven en selecteer vervolgens druk op Media om de hoofdpagina weer te " Opslaan ". geven en druk vervolgens op de secundaire pagina.
Pagina 357 RADIO Wijzigen van een frequentie druk op Media om de hoofdpagina druk op Media om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op weer te geven. de secundaire pagina. Automatisch zenders zoeken druk op "Frequentie invoeren" om druk op 3 of 4 of verplaats de de hoofdpagina weer te geven en druk cursor om automatisch te zoeken vervolgens op de secundaire pagina.
Pagina 358 RADIO Een zender opslaan selecteer een zender of een frequentie (zie de desbetreffende rubriek). druk op " Opslaan ". selecteer een nummer in de lijst om de eerder gekozen/ingestelde zender op te slaan. door een nummer ingedrukt te houden wordt de zender onder dat nummer opgeslagen.
Pagina 359 RADIO RDS inschakelen en uitschakelen druk op Media om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. selecteer " Instellingen ". selecteer " Radio ". schakel " Volgen RDS " in of uit. als de rds-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigen.
Pagina 360 RADIO sneltoets: toegang tot het scherm Weergave van voor het selecteren van de de naam van de geluidsbron, de lijst met zenders (of radiozender waarop titels afhankelijk van de geluidsbron) selecteren van de is afgestemd. of de temperatuurregeling. radiozender. eventueel uitgezonden selecteren van de programmatype van de geluidsbron.
Pagina 361 RADIO DAB (Digital Audio Broadcasting) Digitale radio - Volgsysteem DAB / FM Digitale radio digitale radio zorgt voor een betere geluidskwaliteit en biedt de "dab" is niet overal beschikbaar. mogelijkheid grafische informatie weer te geven met actualiteiten als het digitale signaal niet goed is, kunt u met het "volgsysteem van de beluisterde radiozender.
Pagina 362 MUZIEK CD-, MP3-, USB-speler, AUX-aansluiting Plaats de Cd in de speler, steek de usb- Geluidsbron kiezen stick in de usb-aansluiting of sluit de usb- apparatuur via een kabel (niet meegeleverd) op de usb-aansluiting aan. druk op Media om de hoofdpagina weer te het systeem maakt gebruik van afspeellijsten geven.
Pagina 363 MUZIEK CD, MP3-CD, USB-speler Informatie en adviezen De autoradio speelt bestanden met de extensie "wma, .aac, .flac, het systeem is geschikt voor externe usb-geluidsdragers, .ogg, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af. blackberry's ® of apparatuur van apple ® die op de usb-aansluitingen ook bestanden met een vbr (variable bit rate) kunnen worden kunnen worden aangesloten (kabel niet meegeleverd).
Pagina 364 MUZIEK Een track selecteren overzicht van tracks en afspeellijsten vorige track. op usb of Cd. volgende track. omhoog en omlaag in de lijst. vorige afspeellijst. bevestigen, verder in de menustructuur. volgende afspeellijst. terug in de menustructuur.
Pagina 365 MUZIEK ® APPLE -speler aansluiten Streaming audio sluit een apple ® -speler met behulp van een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op streaming audio biedt de mogelijkheid om muziekbestanden op de één van de usb-aansluitingen. telefoon via de audio-installatie in de auto af te spelen. het afspelen begint automatisch.
Pagina 366 MUZIEK AUX-ingang gebruiken (audiokabel niet meegeleverd) sluit het externe apparaat (MP3-speler, enz.) met een geschikte druk op Media om de hoofdpagina weer te kabel aan op de jaCk-aansluiting. geven. selecteer het wijzigen van de geluidsbron. selecteer de geluidsbron " AUX-INGANG ". stel eerst het volume van het externe apparaat in (luid).
Pagina 367 MUZIEK Beheer van de Jukebox selecteer het vergrootglas om een map of een sluit de apparatuur (MP3-speler, enz.) met behulp van een album te openen en kies elk audiobestand audiokabel aan op de usb- of de jaCk-aansluiting. afzonderlijk. Wanneer geen enkel audiobestand naar het systeem, met selecteer "...
Pagina 368 NAVIGATIE Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Navigatie Berekeningscriteria "Navigatie" Hoofdpagina...
Pagina 369 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Bestemming innvoeren Weergeven van de meest recente bestemmingen. snelste kortste tijd/afstand de navigatiecriteria kiezen. ecologisch op de kaart wordt het aan de hand van de criteria gekozen traject weergegeven. Berekenings criteria veerboot Navigatie exact - dichtb.
Pagina 370 NAVIGATIE Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 "Navigatie" Bestem. Invoeren Adres Zie de rubriek " Communicatie " Secundaire pagina voor het beheren van de contacten en de adressen. Contacten Zie de rubriek " Communicatie " Pont of Interest zoeken Navigatie voor het gebruik van de functies van de telefoon.
Pagina 371 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen huidige locatie Points of interest het adres instellen. stadscentrum Adres opslaan het actuele adres opslaan. stop inlassen een etappe aan het traject toevoegen. route naar op de toets drukken om de route te berekenen. Navigatie adresbestanden bestand aanmaken...
Pagina 372 NAVIGATIE Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Route omleiden Traffic-berichten "Navigatie" Secundaire pagina Config. kaart Config. kaart Navigatie Instellingen Instellingen Instellingen Wisselen tussen twee menu's.
Pagina 373 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Op de route Rondom auto Navigatie De keuzes voor de meldingen en het filtergebied instellen. Op bestemming Secundaire pagina afwijken over een afstand van Traffic-berichten Omleiden route herberekenen Afsluiten de opties opslaan. noorden boven Richting rijrichting boven in perspectief Navigatie Kaarten de weergave en de richting van de kaart kiezen.
Pagina 374 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING Een bestemming kiezen Naar een nieuwe bestemming druk op Navigatie om de hoofdpagina weer selecteer " Navigeren ". te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. kies de navigatiecriteria: " Snelste " of " Kortste " of " Tijd/afstand " of " Ecologisch ". selecteer "...
Pagina 375 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING Naar een van de meest recente bestemmingen Naar een contact uit het telefoonboek navigatie naar een contact dat is geïmporteerd vanuit de telefoon is alleen mogelijk als het adres compatibel is met het systeem. druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina.
Pagina 376 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING Naar GPS-coördinaten Naar een punt op de kaart druk op Navigatie om de hoofdpagina weer druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina.
Pagina 377 Poi's. " Rest./ hotels " of " Persoonlijk " of daarnaast kunt u elke maand de risicozones/gevarenzones bijwerken. " Op naam ". de exacte procedure vindt u op: http://citroen.navigation.com. selecteer een categorie in de weergegeven lijst. selecteer " Zoeken ".
Pagina 378 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING Naar Points of Interest (POI) druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. selecteer " POI weergeven ". selecteer een categorie in de weergegeven lijst en druk vervolgens op " Bevestigen ".
Pagina 379 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING Instellen waarschuwingsmeldingen risicogebieden / Gevarenzones druk op Navigatie om de hoofdpagina weer selecteer " Bevestigen ". te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. deze functies zijn alleen beschikbaar als de risicogebieden zijn selecteer " Instellingen ". gedownload en in het systeem zijn geïnstalleerd.
Pagina 380 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING Een etappe toevoegen Etappes beheren druk op Navigatie om de hoofdpagina weer herhaal de vorige stappen 1 tot en met 3 om etappes te beheren te geven en druk vervolgens op de secundaire (een etappe toevoegen). pagina. selecteer "...
Pagina 381 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING Navigatieopties Criteria voor de berekening nu kunt u het volgende kiezen: druk op Navigatie om de hoofdpagina weer navigatiecriteria: " Snelste ", " Kortste ", " Tijd/afstand ", te geven en druk vervolgens op de secundaire " Ecologisch ". pagina.
Pagina 382 VERKEER Verkeersinformatie Filters instellen Weergave van berichten druk op Navigatie om de hoofdpagina weer druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. pagina. selecteer " Traffic-berichten ". selecteer "...
Pagina 383 VERKEER Verkeersberichten beluisteren Belangrijkste picrogrammen met betrekking tot het verkeer rood-gele driehoek: verkeersinformatie, bijvoorbeeld: druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. verkeerssituatie gewijzigd Wegversmalling Gladheid ongeval selecteer " Instellingen ". oponthoud Werkzaamheden explosiegevaar Wegafsluiting...
Pagina 384 VERKEER Route omleiden druk op Navigatie om de hoofdpagina weer selecteer " Route herberekenen ". te geven en druk vervolgens op de secundaire de route wordt qua tijd en afstand pagina. aangepast. selecteer " Traffic-berichten ". selecteer " Bevestigen ". er kan een omleiding worden ingesteld als er verkeersinformatie selecteer "...
Pagina 385 KAART Kaartinstellingen Oriëntering van de kaart druk op Navigatie om de hoofdpagina weer selecteer: te geven en druk vervolgens op de secundaire " Noorden boven " om de kaart altijd naar pagina. het noorden te richten, " Rijrichting boven " om de kaart op de rijrichting van de auto te richten, "...
Pagina 386 KAART Configureren selecteer: " Kaartkleur "dag" " om de kaart altijd in druk op Navigatie om de hoofdpagina weer de dagstand weer te geven. te geven en druk vervolgens op de secundaire " Kaartkleur "nacht" " om de kaart altijd in pagina.
Pagina 387 INSTELLINGEN Gesproken navigatieberichten Volume / Straatnamen druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. selecteer " Spraakweergave " en/of " Mannenstem " en/of " Vrouwenstem " en/of " Spraakweergave straatnamen ". selecteer " Instellingen ". selecteer "...
Pagina 388 CONFIGURATIE Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Audio-instellingen "Configuratie" Audio-instellingen Hoofdpagina Audio-instellingen Keuze van het thema...
Pagina 389 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Geluidssferen de geluidssfeer kiezen. de verdeling van het geluid over het interieur instellen Verdeling dankzij het arkamys-systeem. Configuratie het geluidsvolume selecteren of het volume koppelen aan de Effecten wagensnelheid. de melodie en het volume van de beltoon kiezen als de Beltonen Audio-instellingen telefoon overgaat.
Pagina 390 CONFIGURATIE Niveau 1 Niveau 2 "Configuratie" Eenheden Secundaire pagina Fabrieksinstellingen Configuratie Instellen datum en tijd Display...
Pagina 391 Niveau 1 Niveau 2 Aanwijzingen de eenheden voor de afstand, het brandstofverbruik en de Eenheden temperatuur kiezen. Configuratie de gewenste gegevens in de lijst selecteren en vervolgens Gegevens wissen op Wissen drukken. Secundaire pagina Fabrieksinstellingen de oorspronkelijke instellingen terugzetten. Systeeminstellingen Bevestigen de instellingen opslaan.
Pagina 392 06 CONFIGURATIE Niveau 1 Niveau 2 "Configuratie" Taalkeuze Secundaire pagina Configuratie Rekenmachine Kalender...
Pagina 393 Niveau 1 Niveau 2 Aanwijzingen Configuratie Secundaire pagina Bevestigen de taal selecteren en vervolgens bevestigen. Talen Configuratie Secundaire pagina de rekenmachine selecteren. Rekenmachine Configuratie Secundaire pagina de kalender selecteren. Kalender...
Pagina 394 CONFIGURATIE Geluidsinstellingen druk op Configuratie om de hoofdpagina weer " Sfeer " (6 verschillende opties) te geven. " Lage tonen " " Hoge tonen " " Loudness " (inschakelen/uitschakelen) selecteer " Audio-instellingen ". " Verdeling ", (" Bestuurder ", " Alle passagiers ", " Alleen vóór ") "Geluidssignaal op touchscreen"...
Pagina 395 CONFIGURATIE Thema's Interactieve hulp druk op Configuratie om de hoofdpagina weer druk op Configuratie om de hoofdpagina weer te geven. te geven. selecteer " Thema's ". selecteer "Interactieve hulp". de via het touchscreen te bekijken interactieve applicatie uw selecteer een achtergrond in de lijst met instructieboekje vervangt niet de papieren uitgave van het grafische thema's en druk op " Bevestigen ".
Pagina 396 CONFIGURATIE Systeem De instellingen van het systeem wijzigen druk op Configuratie om de hoofdpagina weer druk op Configuratie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. pagina. selecteer "...
Pagina 397 CONFIGURATIE druk op Configuratie om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire pagina. selecteer: " Tijd/datum " om de tijdzone, de synchronisatie met het GPs, de tijd en het formaat en vervolgens de datum te wijzigen. "...
Pagina 398 INTERNETDIENSTEN Niveau 1 Niveau 2 Identificatie "Internetdiensten" Hoofdpagina: Secundaire pagina: applicaties voor hulp tijdens browsen op het internet via het rijden, zie "CitroËn de bluetooth-telefoon en het MultiCitY ConneCt"* op protocol dial-up networking de volgende bladzijde. (dun). Parameters DUN-verbinding het is mogelijk dat sommige smartphones van de nieuwste generatie hiermee niet compatibel zijn.
Pagina 399 CITROËN MULTICITY CONNECT "CitroËn MultiCitY ConneCt" bestaat uit rijhulpapplicaties die de bestuurder in real time van nuttige informatie kunnen voorzien over o.a. de situatie op de weg, risicozones, brandstofprijzen, parkeermogelijkheden, toeristische plaatsen, weersomstandigheden, leuke adresjes… deze service bevat de toegang tot het mobiele netwerk in combinatie met het gebruik van de apps. om de service CitroËn MultiCitY ConneCt te kunnen gebruiken, moet u een contract afsluiten bij het CitroËn-netwerk.
Pagina 400 TELEFOON Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 "Telefoon" Hoofdpagina Gesprekkenlijst Contacten...
Pagina 401 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Alle oproepen Ontvangen oproepen Verzonden oproepen Telefoon Contacten bellen na de verschillende keuzes gemaakt te hebben. Gesprekkenlijst raadplegen Vergrootglas aanmaken Bellen Adresbestanden aanmaken Wijzigen verwijderen Raadplegen Telefoon alles wissen bellen na de verschillende keuzes gemaakt te hebben. op naam sorteren Contacten bevestigen...
Pagina 402 TELEFOON Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 "Telefoon" Bluetooth (apparatuur) Secundaire pagina Telefoon -verbinding Gedetecteerde apparatuur Opties Telefoon...
Pagina 403 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen Zoeken externe apparatuur zoeken. Telefoon- de bluetooth-verbinding van het geselecteerde externe Loskoppelen verbinding apparaat beëindigen. de contacten van de geselecteerde telefoon importeren om Secundaire pagina Bijwerken ze in de autoradio op te slaan. Bluetooth Verwijderen de geselecteerde telefoon verwijderen.
Pagina 404 BLUETOOTH het koppelen van de bluetooth-telefoon aan de handsfree set mag Bluetooth-telefoon koppelen om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden Eerste koppeling uitgevoerd als de auto stilstaat. selecteer " Zoeken apparatuur ". Snelle procedure via de telefoon er verschijnt een overzicht van de waargenomen telefoon(s).
Pagina 405 (compatibiliteit, extra hulp, enz.) de de verbinding wordt bevestigd door de site www.citroen.nl. weergave van een melding en de naam van de telefoon. Handmatig verbinding maken de telefoon wordt toegevoegd aan de lijst.
Pagina 406 BLUETOOTH Een gesprek aannemen Beheer van telefoonverbindingen Met behulp van deze functie kan randapparatuur worden gekoppeld of losgekoppeld en kan randapparatuur uit de lijst van gelinkte als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop- randapparatuur worden verwijderd. upvenster op het scherm.
Pagina 407 CONTACTEN Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. stop op een Bellen veilige plaats of gebruik de schakelaars op het stuurwiel. Een nieuw nummer bellen Een contact bellen druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Pagina 408 GESPREKKENLIJST Een gesprek beëindigen Laatste nummers bellen druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. selecteer " Ophangen ". selecteer " Gesprekkenlijst ". houd de toets TEL op het stuur lang ingedrukt. selecteer het contact in de weergegeven lijst. u kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon bellen.
Pagina 409 INSTELLINGEN Beltonen voor een oproep Contacten / items beheren druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven en druk vervolgens op de secundaire geven. pagina. selecteer " Contacten ". selecteer " Telefoonopties ". selecteer "...
Pagina 410 VEELGESTELDE VRAGEN in de volgende tabel vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over uw radio. VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Navigatie de route wordt niet de criteria kunnen tegenstrijdig zijn met de huidige plaatsbepaling (bijv. Controleer de criteria in het Menu "navigatie"\"opt ies"\"Rekencriteria definiëren".
Pagina 411 Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op "vind mij" staat. de bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem. op www.citroen.nl (services) kunt u bekijken of uw mobiele telefoon compatibel is. het signaal van de het geluid is afhankelijk van zowel het systeem als de telefoon.
Pagina 412 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING sommige contacten bij het synchroniseren worden de contacten op de simkaart en/of die kies "Contacten van simkaart weergeven" of komen dubbel voor in in het geheugen van de telefoon overgenomen. als beide geheugens "Contacten van telefoon weergeven". de lijst.
Pagina 413 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING soms wordt de informatie de audio-installatie kan sommige karakters niet weergeven. Gebruik standaard karakters voor de benaming tijdens de weergave van van nummers en afspeellijsten. een mediaspeler niet correct weergegeven. bij streaming audio start de aangesloten randapparatuur biedt geen mogelijkheid om het lezen start het afspelen via de aangesloten het lezen van bestanden automatisch te starten.
Pagina 414 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Instellingen, configuratie na het instellen van de de geluidssfeer is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Wijzig de instelling van de bassen en de hoge bassen en hoge tonen is tonen of de geluidssfeer om de gewenste het is niet mogelijk deze afzonderlijk van elkaar in te stellen.
Pagina 415 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING na het afzetten van als de motor is afgezet, blijft het systeem nog werken zolang de start de motor om de accu op te laden. de motor wordt het laadtoestand van de accu dat toestaat. systeem na enkele het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-mode van het minuten automatisch...
Pagina 417 Trefwoordenregister automatische schakeling brandstof ........... 9, 311 360° Camera ..........183 aanhanger.............297 grootlicht/dimlicht ......... 27, 199 brandstofaddititiefniveau ......316 aanhangergewichten ....330, 335-337 automatisch inschakelen brandstofniveau ..........308 aanjager, regeling ........96, 99 alarmknipperlichten ........213 brandstofniveaumeter ........308 aansluiting 12v ......108, 112, 116 automatisch inschakelen verlichting ..194, 198 brandstofsysteem ontluchten .......
Pagina 418 Trefwoordenregister dab (digital audio broadcasting) - Flessenhouder ..........108 identificatie auto..........340 Follow-me-home verlichting ......198 digitale radio........358, 359 identificatiegegevens ........340 dagrijverlichting ......272, 274, 276 Follow-me-home-verlichting ....197, 198 identificatieplaatjes constructeur ....340 dagteller ............44 Frequentie (radio) ......... 355, 357 identificatie (stickers) ........340 dagteller resetten ...........44 Functie snelweg (richtingaanwijzers) ...
Pagina 419 Trefwoordenregister kilometerteller ..........44 Massagefunctie ..........79 oliefilter ............317 Matten ............113 kinderbeveiliging ..........252 oliefilter (vervangen) ........317 kinderen ......240, 242, 245, 247, 249 Mat verwijderen ..........113 olieniveau ..........43, 313 Menu ........348, 350, 352, 366, kinderen (veiligheid) ........252 oliepeilstok ..........43, 313 368, 370, 386, 398, 400 kinderen olieverbruik ...........
Pagina 420 Trefwoordenregister tankbeveiliging ..........310 radio ..........354-356, 360 sfeerverlichting ..........212 technische gegevens ... 328, 330, 332-337 radiozender ......... 354, 355, 357 slepen van een auto ........293 telefoon ........402-405, 407 rds ...............357 sleutel .......51, 54, 55, 57, 60, 61 temperatuurregeling........ 96, 99 regelmatig onderhoud ........9 sleutel met afstandsbediening .....
Pagina 421 Trefwoordenregister verklikkerlampje sCr-systeem ......39 Xenonlampen ..........272 verklikkerlampje service .........32 verklikkerlampje voorgloeien (diesel) ....28 verlengde beenondersteuning .......80 verlichting ............. 212 versnellingsbak, automatische ....9, 145, 151, 290, 318 versnellingsbak, Zaklamp ............124 handgeschakeld ..... 9, 140, 151, 318 Zekeringen ............281 versnellingshendel ...........9 Zekeringentabel ..........281 verversen ............
Pagina 427 op verschillende plaatsen in uw auto Belangrijke informatie: zijn stickers aangebracht. Ze bevatten het monteren van elektrische uitrustingen of veiligheidswaarschuwingen en informatie over de accessoires die niet onder een artikelnummer identificatie van uw auto. Verwijder ze niet: ze horen in het assortiment van automobiles CitroËn namelijk bij de auto. voorkomen, kan storingen in het elektronische systeem van uw auto veroorzaken.
Pagina 428 14b78.0070 néerlandais 2014 – DOCUMENTATION DE BORD 4Dconcept Diadeis Interak CRÉATIVE TECHNOLOGIE...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C4 picasso 2013 Grand c4 picasso 2013

CITROEN C4 PICASSO 2014 Instructieboekje

Quick Links

Gerelateerde Handleidingen voor CITROEN C4 PICASSO 2014

Samenvatting van Inhoud voor CITROEN C4 PICASSO 2014

Deze handleiding is ook geschikt voor: