Automatische transmissie
10. Automatische transmissie
10.1 Inleiding
De Citroen C5 (met uitzondering van de 1.8i Break, de 2.0 HPi en de 2.0 HDi (90
pk)) is ook leverbaar met een elektronisch geregelde automatische transmis-
sie. Deze heeft de typeaanduiding AL4.
Het schakelprogramma en de schakelkwaliteitworden geregeld door een elek-
tronische regeleenheid.
Het reviseren van automatische transmissies is specialistenwerk en wordt
daarom niet beschreven.
Figuur 10.1: Identificatie automati-
sche transmissie
a
Merkteken onderdeel
10.2 Vloeistof
aftappen,
vullen en controleren
Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
Aftapplug .
Vulplug. . . . . . . . . . . . .
40 ±B
(4,0
±O,B)
24 (2,4)
De vloeistof van de automatische transmissie hoeft niet periodiek te worden
ververst.
Wel moet het vloeistofniveau om de 60.000 km worden gecontro-
leerd.
De automatische transmissie is uitgerust met een systeem voor het meten van
de kwaliteit van de vloeistof; daarvoor is het elektronisch regelsysteem voor-
zien van een vloeistofkwaliteitsmeter. Als de meter volledig is gevuld, gaan de
verklikkerlampen Sport en Sneeuw in het instrumentenpaneel knipperen. Met
behulp van diagnosegereedschap kan dan worden gecontroleerd of de vloei-
stof van de transmissie moet worden ververst. Tevens moet dan de vloeistof-
kwaliteitsmeter worden gereset.
Aftappen en vu lien
- Tap de vloeistof (ongeveer 3 liter) warm af. Draai de aftapplug (1 in figuur
10.2) los. Zet de aftapplug (met een nieuwe pakkingring) weer vast met 40
±8 Nm.
Verwijder de vulplug (2 in figuur 10.3).
Vul de transmissie met de juiste hoeveelheid vloeistof:
verversen: 3 liter;
transmissie leeg: 5,85 liter (benzinemotor); 5,40 liter (diesel motor).
Zet de vulplug (met een nieuwe pakkingring) vast met 24 Nm.
144 - CITROEN C5