I',
Carrosserie
Figuur 17.28: Window-airbag
17.6.6 Airbagcomputer
De airbagcomputer bevindt zich onder de middenconsole.
-
Houd bij uit- en inbouwen van de airbagcomputer de voorzorgsmaatrege-
len beschreven in paragraaf 17.6.1 in acht.
/
Figuur 17.29: Airbagcomputer (2) met
stekerverbinding (1)
-
Controleer de werking van het airbagcontrolelampje door het contact in te
schakelen en na te gaan of het controlelampje minimaal 6 seconden blijft
branden.
17.6.7 Sensoren voor activeren zij-airbags uit- en inbouwen
De sensoren voor het activeren van de zij-airbags zijn in de langsliggers, aan
beide zijden van de auto, aangebracht.
-
Houd bij uit- en inbouwen van de sensoren de voorzorgsmaatregelen
beschreven in paragraaf 17.6.1 in acht.
.
-
Controleer de werking van het airbagcontrolelampje door het contact in te
schakelen en na te gaan of het controlelampje minimaal 6 seconden blijft
branden.
256 -
CITROEN C5