Figuur 12.40: Wagenhoogte achter
meten
Wielophanging en vering
-
Herhaal deze handeling tot de berekende waarde (H1 C) is bereikt (±10 mm).
-
Zetdebout(1)vastmet6Nm.
Figuur 12.41: Wagenhoogte v66r af-
stellen
Wagenhoogte achter afstellen
)
~~_./
:....-:---
/ ''''''''I·
~_
-
Draai de bout (3 in figuur 12.42) op de klem (4) een slag los.
Draai de bout met de hand vast.
Draai de klem (4) naar de voorzijde van de auto voor een toename van de
hoogte. Draai de klem (4) naar de achterzijde van de auto voor een afname
van de hoogte.
Herhaal deze handeling tot de berekende waarde (H2C) is bereikt (±1 0 mm).
Zet de bout (3) vast met 6 Nm.
12.5 Wieluitlijning
Voordat de wielstanden worden gecontroleerd en afgesteld, moet aan de vol-
gende eisen zijn voldaan:
-
Juiste bandenspanning.
-
Velgen en banden in goede staat.
-
Geen speling in de kogelgewrichten.
Volle brandstoftank.
De sporing kan worden afgesteld door verdraaiing van de spoorstangeinden.
Beide spoorstangeinden moeten altijd in gelijke mate worden verdraaid.
CITROEN C5 -
189