-
Sluit de massakabel aan op de accu.
-
Controleer de werking van de verwarming/ventilatie.
-
Maak een proefrit en lees de storingsgeheugens uit.
3.7 Smeersysteem
Aanhaalmomenten in Nm (kgf.mJ
Oliepomp . . .
Oliecarter. . .
Olie-aftapplug. . . . . . . .
O/iepamp uit- en inbauwen
-
Krik de auto aan de voorzijde op en plaats deze op bokken.
-
Verwijder de isolatieplaat onder de motor.
- Tap de motorolie af.
Dieselmotor
13 ±1 (1,3 ±O,1)
16 (1,6)
34 (3,4)
-
Verwijder bij auto's met airconditioning de aircocompressor en hang deze
op aan het voorste sleepoog. Maak van tevoren de bedradingssteker los,
maar laat de koudemiddelleidingen aangesloten.
-
Markeer de posities van de bevestigingsbouten van het oliecarter en bouw
het oliecarter uit.
-
Verwijder de oliepeilstokbuis van de oliezeef.
-
Markeer de posities van de bevestigingsbouten van de oliepomp en bouw
de oliepomp uit.
-
Kantel de oliepomp om het kettingwiellos te maken van de aandrijfketting.
-
Reinig de pakkingvlakken van het cilinderblok, het oliecarter en de olie-
pomp met een geschikt oplosmiddel. Gebruik geen scherp of schurend ge-
reedschap.
-
Controleer de onderdelen en vervang de oliepomp indien onderdelen
ervan overmatige slijtage of beschadigingen vertonen.
-
Hang het kettingwiel van de oliepomp in de aandrijfketting, breng de olie-
pomp aan op het cilinderblok en haal de bevestigingsbouten met het voor-
geschreven aanhaalmoment aan.
-
Breng de oliepeilstokbuis aan en haal de bevestigingsbouten met het voor-
geschreven aanhaalmoment aan.
-
Controleer bij auto's met airconditioning (die van een lichtmetalen oliecar-
ter zijn voorzien) of de centreerpennen in het cilinderblok aanwezig zijn.
-
Breng zorgvuldig vloeibare pakking (geschikt voor een lichtmetalen, dan
wel stalen oliecarter) op het pakkingvlak van het cilinderblok aan.
-
Breng het oliecarter aan en haal de bevestigingsbouten met het voorge-
schreven aanhaalmoment aan.
-
Breng bij auto's met airconditioning de aircocompressor aan en sluit de be-
dradingssteker aan.
-
Vul de motor tot het voorgeschreven peil met motorolie.
-
Controleer bij draaiende motor dat er geen olielekkage is.
-
Breng de isolatieplaat onder de motor aan.
Oliedruk contra/eren
Het controleren van de oliedruk moet bij warme motor (motorolietemperatuur
90°C) gebeuren, nadat het oliepeil is gecontroleerd en indien nodig is gecor-
rigeerd. Ga als volgt te werk:
-
Verwijder de isolatieplaat onder de motor.
-
Plaats een opvangbak onder de motor.
CITROEN C5 - 55