Download Print deze pagina

Hyundai i30 Gebruikshandleiding pagina 80

Verberg thumbnails Zie ook voor i30:

Advertenties

Auto's
zijn
voorzien
airbagsysteem
voor
bestuurdersstoel
en
voorpassagiersstoel.
De frontairbags zijn ontworpen als
aanvulling
op
driepuntsveiligheidsgordels. Draag
te allen tijde de veiligheidsgordel. De
airbags
bieden
dan
bescherming.
Als u uw veiligheidsgordel niet
draagt, kunt u ernstig gewond raken
bij een aanrijding. Airbags zijn
ontworpen als aanvulling op en niet
ter
vervanging
van
veiligheidsgordels.
Airbags
bovendien niet ontworpen om bij alle
aanrijdingen opgeblazen te worden.
Bij bepaalde aanrijdingen wordt u
alleen
beschermd
veiligheidsgordel.
van
een
de
de
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN
MET BETREKKING TOT AIRBAGS
Iedere keer, bij iedere reis en voor iedereen! Zelfs als de auto is
de
voorzien van airbags, kunt u bij een aanrijding ernstig gewond raken
als u uw veiligheidsgordel niet (correct) draagt wanneer de airbags
worden opgeblazen.
optimale
Vervoer een kind NOOIT op de voorpassagiersstoel in een kinderzitje
of op een zittingverhoging, tenzij de airbag is uitgeschakeld.
Het kind kan geraakt worden door een zich opblazende airbag en kan
daardoor zwaar gewond raken.
Vervoer kinderen jonger dan 13 jaar altijd op de achterstoelen met de
de
veiligheidsgordels om. Dat is de veiligste plaats voor kinderen van
alle leeftijden. Als een kind van 13 jaar of ouder op de
zijn
voorpassagiersstoel vervoerd moet worden, moet hij of zij de
veiligheidsgordel op de juiste manier dragen en moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren worden gezet.
door
de
Alle inzittenden moeten rechtop, met de rugleuning rechtop, midden
op de zitting zitten, de veiligheidsgordel dragen, de benen
comfortabel gestrekt houden en de voeten op de vloer plaatsen,
totdat de auto geparkeerd is en de motor is afgezet. Als een inzittende
niet in de juiste positie zit tijdens een aanrijding, kan de zich snel
opblazende airbag te veel kracht op de inzittende uitoefenen,
waardoor deze ernstig letsel zou kunnen oplopen.
Ga niet te dicht op de airbag zitten en leun niet tegen het portier of de
middenconsole. Dat geldt ook voor uw passagiers.
Zet uw stoel zo ver mogelijk naar achteren, waarbij u de auto nog wel
onder controle moet kunnen blijven houden.
WAARSCHUWING
2
2-51

Advertenties

loading