Advertenties
In
de
modus
voor
schakelen kunt u de voor de
rijomstandigheden
versnelling inschakelen door de
selectiehendel naar achteren en
naar voren te bewegen.
+ (Opschakelen) : Druk de
hendel één keer
naar voren om
één versnelling op
te schakelen.
- (Terugschakelen) : Trek de
tiehendel
keer
achteren
één versnelling
terug
schakelen.
handmatig
i
Informatie
• Alleen de zes vooruitversnellingen
geschikte
kunnen worden geselecteerd in de
handmatige schakelmodus. Zet de
selectiehendel
(Achteruit) of P (Parkeren) om
selectie-
respectievelijk achteruit te rijden of
te parkeren.
• De transmissie schakelt automatisch
terug wanneer de auto snelheid
mindert. Als de auto tot stilstand
selec-
komt, wordt automatisch de eerste
één
versnelling ingeschakeld.
naar
• Als het motortoerental het rode
om
gebied
transmissie automatisch op.
te
in
stand
R
nadert,
schakelt
de
(Vervolg)
(Vervolg)
• Als de bestuurder de selectiehendel
naar stand + (Opschakellen) of
- (Terrugschakellen) beweegt, wordt
de gewenste versnelling mogelijk
niet ingeschakeld als daardoor het
motortoerental
buiten
toegestane gebied zou komen. De
estuurder moet zelf opschakelen
overeenkomstig
rijomstandigheden en ervoor zorgen
dat het motortoerental buiten het
rode gebied blijft.
• Druk de selectiehendel naar voren +
(Opschakellen) bij het wegrijden op
een glad wegdek. Hierdoor schakelt
de
transmissie
naar
versnelling, die beter geschikt is
voor het soepel wegrijden op een
gladde
ondergrond.
selectiehendel naar achteren -
(Terrugschakellen) om de eerste
versnelling weer in te schakelen.
het
de
5
de
2e
Trek
de
5-33
Advertenties
