Wat te doen in een noodgeval
(Vervolg)
Het TPMS wordt mogelijk niet
goed
gekalibreerd
volgende omstandigheden.
- U hebt het TPMS niet op de
juiste manier gereset.
- U gebruikt geen originele
banden.
- U rijdt op een besneeuwd of
glad wegdek.
- U accelereert of decelereert
snel
of
verdraait
stuurwiel.
- U rijdt te langzaam of te
hard.
- De banden zijn zwaar en
ongelijkmatig belast.
- Er wordt een reservewiel
gebruikt of er zijn
kettingen gemonteerd.
6-14
WAARSCHUWING
Schade door lage
in
de
bandenspanning
Een te lage bandenspanning
zorgt
ervoor
instabiel wordt en kan ervoor
zorgen dat u de controle over
de auto verliest en dat de
remweg wordt verlengd.
Doorrijden op banden met een
te
lage
het
oververhitte en defecte banden
tot gevolg.
sneeuw-
Het controlelampje storing TPMS
gaat branden nadat het ongeveer 1
dat
de
auto
minuut heeft geknipperd wanneer er
een probleem is met het
spanningscontrolesysteem (TPMS).
Wij adviseren u om het systeem zo
snel mogelijk te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer.
spanning
heeft
AANWIJZING
In het geval van een storing in het
TPMS
wingslampje
bandenspanning, ook al is de
spanning van een band te laag,
niet branden.
Controlelampje
storing TPMS
(Bandenspannings-
controlesysteem)
banden-
gaat
het
waarschu-
positie
lage