Rijden met uw auto
Goede rijgewoonten
• Laat de auto nooit in zijn vrij een
helling af rijden. Dit is bijzonder
gevaarlijk. Laat de auto bij het
afrijden van een helling altijd in een
versnelling staan.
• Houd het rempedaal niet langdurig
achter elkaar ingetrapt. Hierdoor
kunnen de remmen oververhit
raken en dienst gaan weigeren.
Schakel in plaats daarvan bij het
afrijden van een lange helling terug
naar
een
lagere
versnelling.
Hierdoor remt de auto af op de
motor.
• Vertraag de snelheid voordat u
terugschakelt. Hiermee voorkomt u
dat de motor met een te hoog
toerental gaat draaien, hetgeen
schadelijk kan zijn voor de motor.
• Verlaag uw snelheid ook als u
geconfronteerd wordt met zijwind.
Dan kunt u de auto beter onder
controle houden.
5-28
• Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat de
achteruit wordt ingeschakeld. Als
dat niet het geval is, kan de
transmissie beschadigd raken.
• Wees vooral voorzichtig bij het
rijden op een gladde ondergrond.
Let in dat geval vooral op bij het
remmen, gasgeven en schakelen.
Op een glad wegdek kan een
abrupte
snelheidsverandering
leiden tot verlies van grip van de
aangedreven wielen, waardoor u
de controle over uw auto kunt
verliezen.
WAARSCHUWING
•
Draag
altijd
veiligheidsgordel!
Bij
aanrijding lopen inzittenden
die hun veiligheidsgordel niet
dragen een veel grotere kans
op
ernstig
letsel
inzittenden
die
veiligheidsgordel wel dragen.
•
Pas uw snelheid aan voordat
u een bocht aansnijdt of gaat
keren.
•
Maak
geen
plotselinge
stuurbewegingen
bij
wisselen van rijbaan of bij het
nemen van snelle, scherpe
bochten.
•
De kans dat de auto over de
kop slaat wanneer u de macht
over het stuur verliest, is veel
groter bij hogere snelheden.
(Vervolg)
uw
een
dan
hun
het