(Vervolg)
•
Plaats tijdens het rijden geen
voorwerpen op het dashboard
die licht reflecteren.
•
Bevestig geen accessoires in
de
buurt
van
binnenspiegel.
•
Het
waarschuwingssignaal
van de LDW is mogelijk niet
hoorbaar
als
geluidsvolume
van
audiosysteem te hoog is
ingesteld.
•
De werking van de LDW kan
worden
beďnvloed
verschillende
factoren,
inclusief omgevingsfactoren,
die ervoor zorgen dat de
camera de rijstroken voor u
mogelijk niet goed signaleert.
Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om altijd
op de weg te letten en de auto
te allen tijde op de rijstrook te
houden.
Werking LDW
de
het
het
In-/uitschakelen van de LDW :
door
Druk op de toets Lane Driving Assist
met het contact in stand ON.
Het
controlelampje
instrumentenpaneel zal in eerste
instantie wit branden. Dit geeft aan
dat de LDW in de status READY
(Gereed) en NOT ENABLED (Niet
ingeschakeld) staat.
De
controlelampje
afhankelijk van de status
van de LDW.
- Wit : De sensor signaleert geen
rijstrookmarkeringen
rijsnelheid
60 km/h.
- Groen : De
rijstrookmarkeringen.
OPDE050124
in
het
kleur
van
het
is
of
de
is
lager
dan
sensor
signaleert
5
5-97