Rijden met uw auto
CRUISE CONTROL (CC) (INDIEN VAN TOEPASSING)
Werking Cruise Control
1. Controlelampje CRUISE
2. Controlelampje SET
De Cruise Control stelt u in staat
boven 30 km/h een bepaalde
rijsnelheid aan te houden, zonder dat
u de voet op het gaspedaal hoeft te
houden.
5-138
WAARSCHUWING
Neem
voorzorgsmaatregelen:
•
Stel de rijsnelheid altijd lager
in
dan
maximumsnelheid.
•
Als het systeem niet wordt
uitgeschakeld (controlelampje
paneel blijft branden) kan de
Cruise
OPD047149L
onbedoeld
geactiveerd. Zet het systeem
uit (controlelampje
UIT)
wanneer
Control niet gebruikt wordt om
te voorkomen dat er onbedoeld
een snelheid wordt ingesteld.
•
Gebruik de Cruise Control
alleen op de snelweg en indien
de
verkeersdrukte
weersomstandigheden
toelaten.
•
Gebruik de Cruise Control
nooit wanneer niet veilig
met een constante snelheid
gereden kan worden:
de
volgende
de
toegestane
in het
instrumenten-
Control
mogelijk
worden
de
Cruise
en
de
dat
(Vervolg)
(Vervolg)
- Bij
rijden
tijdens
verkeersdrukte of bij rijden
met wisselende snelheden
- Op gladde (natte, met ijs
of sneeuw bedekte) wegen
- Op
heuvelachtige
slingerende wegen
- Bij zeer sterke wind
•
Gebruik de cruise control niet
bij
het
rijden
met
aanhanger.
AANWIJZING
Schakel bij het rijden met de
cruise control bij een auto met
handgeschakelde transmissie niet
naar de vrijstand zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
De motor zal dan met een te hoog
toerental draaien. Trap als dat
gebeurt het koppelingspedaal in
of druk op de AAN / UIT-toets van
de cruise control.
grote
of
een