Kenmerken van uw auto
Opslaan van standen in het
geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P
(Parkeren) terwijl het contact of de
startknop in stand ON staat.
2. Stel
de
stand
bestuurdersstoel, de stand van de
buitenspiegels, en de helderheid
van de dashboardverlichting naar
wens in.
3. Druk op toets SET. Het systeem
geeft één piepje en de melding
"Press button to save settings
(Knop indrukken voor opslaan
instellingen)" verschijnt op het
LCD-display.
4. Druk binnen 4 seconden op één
van de geheugentoetsen (1 of 2).
Het systeem geeft met twee
piepjes aan dat de instellingen
met succes in het geheugen zijn
opgeslagen.
5. "Driver 1 (or 2) settings saved
(Instellingen voor chauffeur 1 (of
2) opgeslagen)" verschijnt op het
LCD-display.
3-24
Oproepen standen uit het
geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P
(Parkeren) terwijl het contact of de
startknop in stand ON staat.
van
de
2. Druk
geheugentoets (1 of 2). Het
systeem geeft één piepje en de
bestuurdersstoel, de
gels en de dashboardverlichting
worden
opgeslagen positie gezet (indien
van toepassing).
3. "Driver 1 (or 2) settings is applied
(Instellingen voor chauffeur 1 (of
2) toegepast)" verschijnt op het
LCD-display.
op
de
gewenste
buitenspie-
automatisch
in
de
i
Informatie
• Als de geheugeninstellingen "1"
worden opgeroepen, wordt het
aanpassen van de in het geheugen
opgeslagen instellingen tijdelijk
onderbroken door op toets SET of 1
te drukken. Door op toets 2 te
drukken worden de
geheugenin-
stellingen "2" opgeroepen.
• Als de geheugeninstellingen "2"
worden opgeroepen, wordt het
aanpassen van de in het geheugen
opgeslagen instellingen tijdelijk
onderbroken door op toets SET of 2
te drukken. Door op toets 1 te
drukken worden de
geheugenin-
stellingen "1" opgeroepen.
• Als tijdens het oproepen van de
opgeslagen stand op een van de
bedieningstoetsen van de
dersstoel, de buitenspiegels of de
dashboardverlichting wordt
rukt, stopt de beweging van deze
component en beweegt hij in de
richting die met de bedieningstoets
is gekozen.
bestuur-
ged-