Slepen in een noodgeval
■
Voor
■
Achter
Als er nauwelijks beweging in de
auto zit, ga dan niet onnodig door
met slepen. We raden u aan contact
op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer of een deskundig
bergingsbedrijf voor hulp.
Als dit niet mogelijk is, mag de auto
tijdelijk worden gesleept met een
sleepkabel of -ketting die aan het
sleepoog aan de voor- of achterzijde
van de auto is bevestigd.
Wees uiterst voorzichtig bij het
slepen van de auto met een kabel of
een ketting. Laat een ervaren
bestuurder in de gesleepte auto
achter om te sturen en de remmen te
bedienen.
Op
deze
OPDE060022
alleen op verharde wegen, over
een korte afstand en met lage
snelheid. Bovendien moeten de
wielen, aandrijfassen, transmissie,
stuurinrichting en remmen in orde
zijn.
OPMERKING
Wanneer
OPDE060026
gesleept, moet de bestuurder in
de auto blijven om te sturen en
remmen. Er mogen zich geen
passagiers in de auto bevinden.
manier
slepen
mag
de
auto
wordt
Volg
altijd
onderstaande
voorzorgsmaatregelen bij slepen in
een noodgeval:
• Zet het contact in stand ACC,
zodat
het
stuurwiel
vergrendeld wordt.
• Zet de selectiehendel in stand N
(Neutraal).
• Ontgrendel de parkeerrem.
• Vanwege
de
verminderde
remwerking moet het rempedaal
met meer kracht dan normaal
worden ingetrapt.
• Het sturen gaat zwaarder omdat
de stuurbekrachtiging niet werkt.
• De auto mag alleen gesleept
worden
door
een
zwaarder is dan die van u.
• De bestuurders van beide auto's
dienen
goed
met
communiceren.
• Controleer voor het slepen of de
sleepogen niet gebroken of op een
andere manier beschadigd zijn.
• Bevestig de kabel of ketting goed
aan de sleepogen.
• Voorkom schokbewegingen tijdens
het
slepen.
Sleep
gelijkmatige kracht.
niet
6
auto
die
elkaar
te
met
een
6-35