• Beweeg de schakelaar "+" omhoog
en laat hem onmiddellijk weer los.
Iedere keer dat u de schakelaar op
deze manier omhoog beweegt,
wordt de rijsnelheid met 1 km/h
verhoogd.
• Beweeg de schakelaar "+" omhoog
en houd hem vast. De ingestelde
snelheid van uw auto neemt met
10 km/h toe. Laat de schakelaar
los op het moment dat de
gewenste snelheid is bereikt.
Verlagen van de
Cruise Control-snelheid
• Beweeg de schakelaar "-" omlaag
en laat hem onmiddellijk weer los.
Iedere keer dat u de schakelaar op
deze manier omlaag beweegt,
wordt de rijsnelheid met 1 km/h
verlaagd.
• Beweeg de schakelaar "-" omlaag
en houd hem vast. De ingestelde
snelheid van uw auto neemt met
10 km/h af. Laat de schakelaar los
op het moment dat de gewenste
snelheid is bereikt.
• Trap licht op het rempedaal.
Beweeg de schakelaar "-" omlaag
als de auto de gewenste snelheid
heeft bereikt.
Tijdelijk accelereren met
ingeschakelde Cruise Control
Trap het gaspedaal in. Als u uw voet
van gaspedaal haalt, gaat de auto
weer rijden met de eerder ingestelde
snelheid.
Als u bij de hogere snelheid de
schakelaar indrukt
cruise control de hogere snelheid
vast.
OPDE050119
, houdt de
5
5-141